Muziek / Album

Vol verwachting klopt ons hart

recensie: Queens of The Stone Age - Lullabies to Paralyze

“This is one of the most accomplished, powerful and entertaining hard rock bands ever’ prijkt op de hoes van de nieuwe Queens of The Stone Age cd. Wie ze ooit live aan het werk heeft gezien zal het beamen. De vraag die op ieders lippen brandt is echter wat er van QOTSA over is na het vertrek van meesterdrummer Dave Grohl en geniale gek-bassist Nick Oliveri. Zal Lullabies to Paralyze de uitbundig bejubelde voorganger Songs for the Deaf weten te evenaren, het album dat door de critici meteen maar werd gebombardeerd tot blauwdruk voor de 21ste eeuwse rock? Ik hou mijn adem in.

~

In tegenstelling tot eerdere berichten blijkt brombeer Mark Lanegan ook nog steeds van de partij, al blijft zijn bijdrage beperkt tot 3 nummers waaronder de slaapverwekkende opener This Lullaby. Hebben ze zich met die titel toch weer handig een alibi verschaft, al zou ik willen adviseren om dit soort ongein in vervolg achterwege te laten. Nieuw in de gelederen zijn voormalig A Perfect Circle gitarist Troy van Leeuwen en drummer Joey Castillo. Die laatste heeft de ondankbare taak de drumstokjes van Dave Grohl over te nemen. We waren er eigenlijk al een beetje bang voor, Castillo blijkt gesneden uit degelijk rockhout maar is geen match voor Grohl. Daarover blijven janken lost niks op, dus tot zover. Op Lullabies to Paralyze staan onder andere gastbijdragen van ZZ Top’s Billy Gibbons, Chriss Goss, Shirley Manson en Homme’s liefje Brody Dale. Hou het er maar op dat Homme erg genereus is geweest door de namen van Manson en Dale op te nemen in de creditlist (feitelijk is hun bijdrage nihil). Over het ontbreken van Oliveri kunnen we kort zijn, dat is inderdaad een gemis. Want al was Oliveri zo gek als een deur, bassen kon ie natuurlijk wel. Over zijn vocale bijdrages viel allicht te twisten, maar qua inzet kon je hem moeilijk iets verwijten. Toch blijkt nu dat er maar één iemand aanspraak kan maken op de naam QOTSA en dat is Josh Homme.

The Music

Voor wie gehoopt had dat QOTSA op Lullabies to Paralyze de spartaanse lijn van zijn voorganger zou doortrekken, wacht een teleurstelling. Wie daarentegen verder kijkt dan Songs for the Deaf (beslist doen!) ziet echo’s opdoemen van het uit 2000 afkomstige R en het titelloze debuut (1998). Waarschijnlijk schop ik nu tegen het zere been van een groot aantal collegae, maar stiekem vind ik de psychedelische jaren 70 rock van R en de stoner van het debuut interessanter dan rechttoerechtaan rocker Songs for the Deaf. De razernij van zijn voorganger lijkt op Lullabies to Paralyze definitief verdwenen. Daarvoor in de plaats de meligheid van R (incl. triangel). De toppers dit maal In My head, Little Sister, I never Came,In The Wolf en bonustrack Like a drug. Homme heeft klaarblijkelijk inspiratie geput uit het muzikale idioom van zijn Eagles of Death Metal collega Tim VanHamel, want in Skin on Skin hoor je duidelijk de Millionaire sound terug (wanneer komt DAT nieuwe album nou eens uit?), The blood is love is ouderwetse stoner en bij de drums van Broken Box zie ik in gedachten The Dandy Warhols voor me. Aangezien Lullabies to Paralyze beduidend meer overeenkomsten vertoont met de eerste twee QOTSA cd’s, is het lullig om te spreken van een slap aftreksel van Songs for the Deaf. Queens of the Stone Age is still alive!

Kunst / Expo binnenland

Frontyards and Backyards

recensie: Lonnie van Brummelen - Een lust voor het oog en een saaie optelsom

.

. In het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam is op dit moment haar solotentoonstelling Frontyards and Backyards te zien. De tentoonstelling bestaat uit twee videowerken met als onderwerp ‘gestremde mobiliteit’. De kunstenares ging daarvoor met haar 16 mm camera op zoek naar knelpunten in de openbare ruimte.

Onderwerp

~

In Nederland en in de periferie van het verenigd Europa ging de kunstenares op zoek naar plaatsen waar discontinuïteit bestaat in de bewegingsstromen van mensen. Voor haar film Grossraum (2004/2005) leidde de zoektocht naar grensposten aan de uiterste grenzen van Europa. Voor de film Obstructies (2003) trok Van Brummelen naar Nederlandse plaatsen waar de straten waren opengebroken ten gunste van stedelijke vernieuwingen. In Obstructies toont de kunstenares ons hoe verkeersstremmingen de weggebruikers dwingen tot het vinden van een oplossing. Voetgangers, automobilisten en fietsers zoeken in de film naar alternatieve routes binnen de openbare ruimte en lijken die ook daadwerkelijk te vinden.

Voor Grossraum filmde Lonnie van Brummelen de grensovergang Hrbenne tussen Polen en de Oekraïne en Ceuta, een Spaanse enclave in het noorden van Marokko. We zien eindeloze rijen auto’s die de Pools-Oekraïense grensposten willen passeren. In Ceuta nemen mensen naast de officiële grensovergang alternatieve routes en is te zien hoe men grote blauwe pakketten over metershoge prikkeldraadversperringen werpt.

Avant-garde, non avant-garde

Het menselijk improvisatievermogen is een interessant onderwerp, het lijkt in directe verbinding te staan met de wortels van de moderne kunst. De historische avant-garde richtte zich vanaf 1850 niet meer op het kopiëren van de werkelijkheid, als wel op zaken als originaliteit en het afwijken van de starre academische traditie. Het was een vlucht uit het benauwende kunstcircuit met haar traditionele ‘Salons’.

De mensen in de films van Van Brummelen lijken symbool te staan voor deze traditionele strijd tussen vernieuwende en traditionele wegen. Aan de andere kant, het zijn niet de mensen die vernieuwing in het landschap forceren, het zijn de overheden met hun bepalingen waarop de mensen anticiperen. Door dit gegeven krijgt de film een complexe gelaagdheid die verzonken lijkt in tegenstrijdigheden.

Traditioneel

~

Hoe complex en gelaagd het werk van de kunstenares ook is, door haar avant-gardistische stijl van filmen is de structuur niet meteen duidelijk. Van Brummelen’s stijl is eerder traditioneel te noemen en lijkt wat dat betreft aan te sluiten bij de Nederlandse (landschaps-)schilderkunst. Dit is het duidelijkst te zien in de film Grossraum. De hele tijd wordt er in- enuitgezoomd op het landschap, waardoor de toeschouwer het ene moment een detail en het andere moment weer het totaalbeeld van de situatie krijgt te zien. Wat in eerste instantie een onbegrijpelijke handeling lijkt, wordt vaak pas in tweede instantie duidelijk. De shots van het totale landschap doen sterk denken aan een schilderij als Gezicht op Haarlem van Van Ruysdael. De vergelijking met Nederlandse landschapsschilderkunst wordt niet enkel gesuggereerd door overeenkomst van perspectief en afstand, maar ook door de rust waarmee het landschap en haar details worden gefilmd. De bezoeker van de tentoonstelling wordt gedwongen elk detail en elk totaalshot met even veel aandacht te bekijken. Van Brummelen lijkt liever iets te lang dan te kort vast te willen leggen.

Spanning

Dat de tweeëntwintig minuten durende film Grossraum nergens gaat vervelen wordt veroorzaakt door de activiteiten die zich in het landschap afspelen. De kunstenares toont ons een manier van kijken en laat tegelijkertijd de effecten zien van politieke maatregelen die verkeer en goederentransport belemmeren of in zijn geheel blokkeren. Dit maakt Grossraum een rijk en knap werk.

Verveling

De methoden van in- en uitzoomen pastte Lonnie van Brummelen eerder toe in het dertig minuten durende videowerk Obstructies uit 2003. Hier worden de paden van de mensen onder de loep genomen op plaatsen waar de straat ligt opengebroken. Ook in dit werk wordt er steeds van shot gewisseld. Op het ene moment zien we een auto, tram of persoon stilstaan of lastige manoeuvres uithalen, op het andere moment zien we de oorzaak hiervan. Obstructies leert ons net als Grossraum op een andere manier kijken naar de dingen om ons heen doordat individuele verschijnselen in een groter verband worden getoond. Echter, in Obstructies mist men toch de spanning die in Grossraum wel aanwezig is. De film is minder verklarend in de details en lijkt meer een onderzoek naar de juiste manier van kijken en filmen. Het lijkt een eerste, prille, stap richting Grossraum. Obstructies bestaat uit vier delen waarin steeds hetzelfde trucje wordt herhaald, waardoor het werk halverwege toch echt begint te vervelen.

Theater / Voorstelling

Lach overheerst in grote chaos

recensie: Ballyhoo (Ashton Brothers)

.

~

De eerste scène is meteen al treffend. We zien het viertal, opgeknoopt in een doek, metershoog aan een stalen balk hangen. Het doet denken aan een scène uit een oorlogsfilm, maar langzamerhand verandert dit beeld als de heren -joost mag weten waar vandaan- hun muziekinstrument pakken en een lied zingen. Het blijkt een voorschot voor de rest van het programma, want de Ashton Brothers weten in allerlei standjes hun zangkunsten op loepzuivere manier te kunnen vertonen.

Halsbrekende toeren

Maar het blijft niet bij zang. In korte en snelle sketches laten de Ashton Brothers zien wat ze allemaal in huis hebben. Zo halen ze halsbrekende toeren uit op vier meter hoogte, als in een scène een ober zijn klant een biertje komt brengen. Daarmee tonen de ‘broers’ hun acrobatische kunsten, maar de show wordt toch voornamelijk overheerst door de lach. Zelden heb ik een zaal zo tot uitbarsting horen komen als bij de Ashton Brothers. Zo beeldt Gunneweg op voortreffelijke wijze een robot uit, die alleen reageert op de geluidjes die uit zijn accuboormachine komen. Dit werkt uitermate komisch. Ook zien we even de wezentjes met de aanstekende lach terug uit de eerste voorstelling, waarbij de jongens hun zwarte shirt over het hoofd trekken en als totaal gefreakte typetjes over het toneel schieten.

Mini en Maxi

Na hun eerste voorstelling werd de vergelijking gemaakt met de grote voorbeelden van de ‘broers’, Mini en Maxi. En dat is niets teveel gezegd! Ook in hun tweede theatershow laten de Ashton Brothers zien prachtige variété te kunnen maken. Daarbij maken de heren zeker ook progressie. De acts in Ballyhoo zijn qua techniek een stuk ingewikkelder dan in De Tragiek door het Onderman. Kortom, de critici die de Ashton Brothers in 2003 de British American Tobacco Prijs gaven voor aanstormend talent, hebben het niet bij het verkeerde eind gehad.

Internationaal

In vergelijking met Tragiek van de Onderman, waarbij het thema “je buitengesloten voelen” sterk naar voren komt, is er in Ballyhoo niet echt een rode draad te vinden. Misschien is de voorstelling daarom minder hecht. Maar heel erg is dit niet, omdat je continu vermaakt en ontroerd wordt door de heren en een fantastische avond hebt. Wellicht ligt het centrale thema wel in het wereldse beeld dat de Brothers laten zien. Geen enkele werelddeel lijkt ondervertegenwoordigd: we zien een Argentijnse dans, Afrikaanse dodenzang en de openingscène zou je aan de oorlog in Irak kunnen koppelen. Misschien willen de vier ‘broers’ hiermee wel laten zien, dat ze klaar zijn voor een internationale doorbraak. Reisjes naar Marokko en Schotland staan op de planning. Een begin van iets moois? Bij mij is daar geen twijfel over. Helaas betekent dit wel dat ze in de toekomst minder in de Nederlandse schouwburgen te zien zijn…

De Ashton Brothers toeren nog tot en met 11 juni door Nederland met Ballyhoo.

Theater / Voorstelling

De veertig voorbij

recensie: Brünnhilde 40+ (Mugmetdegoudentand)

Af en toe hoor je een actrice het weer eens beamen: als vrouw is het moeilijk om boven je veertigste aan het werk te blijven. Er zijn maar weinig rollen te vergeven in het schijnbaar onbekende niemandsland tussen de jonge en de oude vrouw. Actrice en scenarioschrijfster Joan Nederlof, de magische leeftijd genaderd, zorgde maar vast voor zichzelf en schreef Brünnhilde 40+. Ze speelt daarin ook de hoofdrol en werkt, net als tien jaar geleden toen ze in Lost in Hotel Paradise een dertiger portretteerde, opnieuw samen met Marcel Musters en regisseur Alix Adams.

~

Nederlof speelt Bibi Schumacher Diego (43), die haar rol als Brünnhilde in een grootse Wagneriaanse musical van ‘Joop’ heeft moeten afstaan aan een jongere actrice. En ook Bibi’s minnaar heeft haar ingeruild voor deze mooie Joy Schuurman. Bibi tracht de onbestemde dreiging die ze voelt het hoofd te bieden. En net zoals Wagners Brünnhilde zoekt ze het kwaad niet in de ander maar kijkt ze naar binnen, naar zichzelf.

Persoonlijk

Haar innerlijke strijd krijgt een gezicht door middel van verschillende personages, die Nederlof met haar energieke, fysieke spel allemaal moeiteloos gestalte geeft. Hoewel deze personages soms grotesk en komisch zijn, blijven ze overtuigen en tot nadenken stemmen. Een hartverscheurende, schreeuwende zwaan bijvoorbeeld, wanhopig dansend met bebloede spitzen aan haar voeten, maakt dat je je afvraagt waarom je stervende zwanen eigenlijk doorgaans zo smetteloos, geruisloos en jong voorgeschoteld krijgt. Je voelt dat deze figuren, ondanks de absurdistische uitvergroting -een bekend gegeven in de Mug producties-, toch heel persoonlijk zijn.

Goedheid zelve

Marcel Musters speelt Bibi’s Personal Assistent Josje. Behulpzaam en teder blijft hij tussen de gedaanteverwisselingen en de bedrijven door onvermoeibaar voor de veeleisende Bibi klaar staan met aspirines, poederdons, luisterend oor en goede raad. Musters maakt vakkundig met veel liefde op een fijnzinnige manier van de tuttende homo de goedheid zelve, herkenbaar, komisch en ontroerend tegelijk. De twee spelers werken perfect samen en zijn met veel oog voor detail geregisseerd. Ook in het heetst van de strijd blijft de vriendschap tussen de twee tegenpolen Bibi en Josje dan ook staan als een rots in de branding: mooi, geloofwaardig en echt.

Strijd

De strijd tegen alle vragen en plagen moet echter worden gestreden tot het bittere eind. De mens, aldus de geciteerde filosoof Schopenhauer, wordt gedreven door zijn primitieve, haast dierlijke wil. Er is dan ook veel bont, haar, lichaam en bloed in het geraffineerde toneelbeeld van Paul Perry en Marjolijn Rosendaal. Maar de mens, zo leert het bijbelse boek Job, kan ook ondanks alles kiezen voor het geloof en de hoop. ‘Ik ben vrij’ staat er op het goud in het decor geschreven. Wat te kiezen? De verassende afloop van de voorstelling laat veel open en tart elke beschrijving.

Spel

Want de dingen zijn niet altijd wat ze lijken bij de Mugmetdegoudentand. Het laatste beeld dat oprijst is een wel heel vrije vertaling van de androgyne walkure (een prachtige foto van van Lamsweerde en Matadin) die je van tevoren indringend op de affiches in zwart-wit tegemoet heeft gekeken. Overigens geen portret van Nederlof, maar van regisseur Adams, in haar rol van Lee in de voorstelling Nu(e) uit 2003. Wie is Brünnhilde? Wie is wat? Wat is echt en waar begint het spel? Er is heel veel te ontdekken in deze sterke, komische en ontroerende voorstelling. Nu maar hopen dat we over tien jaar ook een vijftigjarige vrouw mogen gaan zien.

Brünnhilde 40+ is nog te zien tot en met 28 mei 2005.

Film / Films

Travolta en Thurman opnieuw in dansvloerduet

recensie: Be Cool

.

~

Be Cool opent met John Travolta als Chili Palmer. Hij is de filmwereld beu, wil niet meewerken aan sequels en maakt dat ook keer op keer duidelijk. Hij wil de overstap maken naar de muziek. Hij ontmoet wat mensen uit het verleden, vereffent wat rekeningen en rolt de platenwereld in. Get Lost is de film die in Get Shorty gemaakt moest worden. Be Cool is de sequel van Get Shorty en in Be Cool wordt vooral afgegeven op het maken van deze vervolgfilms. “Een sequel maken is geen uitdaging, is geldklopperij en daagt creatief niet uit,” althans zo denkt Chili Palmer er over. De platenwereld in Be Cool is het label van Edie Athens (Uma Thurman). De echtgenoot van Edie wordt omgebracht, blijkt schulden te hebben gemaakt en promootte artiesten die slecht verkopen. Schuldeisers komen geld collecteren en Chili Palmer helpt Edie, slentert zelfverzekerd langs alle problemen en komt uiteindelijk als winnaar uit de strijd.

Lust

Travolta en Thurman zijn eerder samen te zien geweest in Pulp Fiction. Een van de mooiste scènes uit deze film van Quentin Tarantino was de dansscène, waarin Travolta en Thurman macht, seks, verleiding, lust en geilheid in twee minuten rockmuziek van Chuck Berry stopten. Be Cool is kijken naar een verhaal zonder grote verrassingen, lachen om een serie komische bijrollen en cameo’s en hopen op een dansscène. Be Cool is wachten op en uiteindelijk kijken naar Travolta en Thurman op de dansvloer.

Cash

~

De schulden van Edie worden uiteindelijk betaald en zijn de aanleiding om hilarische ontwikkelingen en cameo’s in beeld te brengen. The Rock is overtuigend als homoseksuele chauffeur met acteerambities. Zijn ambities zijn groter dan zijn kwaliteiten, voor de spiegel verlustigt hij zich aan zijn eigen billen en een opgetrokken wenkbrauw is zijn specialiteit. André Benjamin (Outkast) is overtuigend als stuntelende gangster in de leer. Vince Vaughn en Harvey Keitel zijn platenbonzen, die de straattaal machtig zijn. Danny DeVito is nog steeds acteur Martin Weir, hoofdpersoon in Get Lost. DeVito meet minder dan 1.55 meter, maar hij heeft zijn zinnen gezet op het spelen van de rol van Johnny Cash. Cash was bij leven en welzijn 1.80 meter.

Aerosmith

Uiteindelijk draait het allemaal om de vocale talenten van Linda Moon, een rol van Christina Milian. Ze wordt door Palmer bevrijdt van een wurgend contract met Vaughn, maakt opnames en krijgt een gastoptreden bij Aerosmith. En dan sprankelt Be Cool opnieuw. Travolta en Aerosmith zanger Steven Tyler nemen het tegen elkaar op en deze strijd in ‘cool’ zijn eindigt onbeslist. Tyler gunt het beginnende zangeresje Linda Moon (Milian) het podium, de schijnwerpers en doet dat op charmante wijze.

Commercie

Be Cool is een onderhoudende film met veel leuke momenten. Be Cool is kijken naar een sequel, terwijl er in de film een sequel van een niet bestaande film (Get Lost) niét wordt gemaakt. Regisseur F. Gary Gray ruimt verder veel tijd in voor de muziek. Nummers van Black Eyed Peas en Linda Moon zijn in zijn geheel in de film opgenomen. Dit komt het tempo in de film niet in alle gevallen ten goede. Met ervaren spelers als Travolta, Thurman, Keitel en DeVito is elke muzikale pauze echter moeiteloos overbrugbaar. Be Cool is een film met een voorspelbaar verhaal, goed geacteerde rollen, humor en te veel muziek. Be Cool is een film waar de ervaring en vooral de commercialiteit vanaf druipt. En daar is voor twee uur amusement niets mis mee.

Film / Films

Cinematografische geschiedenis prachtig bewaard

recensie: Ditvoorst, het complete oeuvre

In het Filmmuseum aan de rand van het Vondelpark werd op 21 maart 2005 een DVD box gepresenteerd. Het complete oeuvre van filmmaker Adriaan Ditvoorst is door Total Film Entertainment op DVD gezet. Korte films uit de jaren 1965 tot 1972 en de films Paranoia (1967), Flanagan (1975), De Mantel Der Liefde (1978) en De Witte Waan (1983) zijn uit de geschiedenis teruggehaald en op deze manier voor de toekomst bewaard gebleven. De box bevat verder de documentaire De Domeinen DITVOORST van Thom Hoffman en een interactieve DVD met de titel DITVOORST, solitary genius. Het bijgevoegde boekje Morgenster bevat een korte, door Hoffman, geschreven biografie. Het totale resultaat is een prachtige box van een belangrijk Nederlandse filmmaker, die persoonlijke films maakte. Ditvoorst was een eigenzinnig en bijzonder regisseur, die niet vergeten mag worden.

Rushes 1983

~

In dezelfde zaal als waar Thom Hoffman en Adriaan Ditvoorst in 1983 de rushes van De Witte Waan bekeken, presenteerde Hoffman de box. Meer dan twintig jaar geleden werkten regisseur en acteur aan deze film, die mijlenver van het gewone Hollandse realisme afstond. Hoffman vertelde over die eigen ervaring, zijn documentaire en het belang van Ditvoorst voor de Nederlandse filmgeschiedenis. Daarbij prees hij de samenwerking met Joes Koppes. Drie jaar werk van Hoffman en Koppers werd op dat moment afgesloten en er werd bij de presentatie van de box Ditvoorst terecht gesproken over een vaderlands cinematografisch hoogtepunt.

De korte films Ik Kom Wat later Naar Madra en De Val werden in het filmmuseum gedraaid. Eerst genoemde is de debuutfilm van Ditvoorst. Hij won er diverse prijzen mee op internationale festivals en kreeg erkenning en bijval van regisseurs als Jean-Luc Godard en Bernardo Bertolucci. De Val is de verfilming van het verhaal de Franse schrijver Albert Camus en Ditvoorst deed dit op een persoonlijke manier.

Vier lange producties

~

Ditvoorst heeft vier lange films gemaakt. Tussen 1967 en 1983 heeft hij vier producten van bioscooplengte gemaakt. Na zijn eerste lange speelfilm Paranoia werd Ditvoorst onthaald als een groot talent, een eigenzinnig cineast en repte de pers over het begin van een grote carrière. Bij vier films in zestien jaar is het moeilijk om te spreken van een grote productie. De carrière van Ditvoorst is eerder bewogen dan groots, is eerder eigenzinnig dan visionair. Ditvoorst verfilmde verhalen van W.F. Hermans (Paranoia) en Tim Krabbé (Flanagan). Hij streek met De Mantel Der Liefde subsidiënten en producenten tegen de haren in. Ditvoorst streefde geen grootse carrière na, hij was een visionair filmmaker. Ditvoorst keek neer op de smaak van het grote publiek en benaderde elk project op ongewone wijze.

‘Bon ton’

Door het samenstellen van de box zijn de films van Ditvoorst, is diens hele oeuvre met begeleidende documentaire en boekje voor het grote publiek bereikbaar. Ditvoorst is zo’n regisseur die heel af en toe aan bod komt in de kleine uurtjes van verloren televisieavonden. Het is ‘bon ton’ om zijn naam te kunnen laten vallen en wat van zijn titels te kunnen noemen Bij het bekijken van deze box wordt pas echt duidelijk hoe belangrijk Ditvoorst is geweest voor de Nederlandse film. Eigenzinnig, eigenwijs, op een eigen wijze en vaak onberekenbaar. Ditvoorst belichaamt die essentiële onderdelen van kunst in het algemeen en cinematografie in het bijzonder. Koppers en Hoffman hebben drie jaar hard gewerkt met een prachtige box als resultaat.

Boeken / Fictie

Mooi niets

recensie: Cherry Duyns - De Chinese knoop

Soms gebeurt er erg weinig in een roman en verveel je jezelf te pletter tijdens het lezen. Soms gebeurt er heel veel en wordt je haast duizelig van de sneltreinvaart waarin gebeurtenissen elkaar opvolgen. Heel af en toe gebeurt er bijna niks en vind je het toch een onderhoudend verhaal. De Chinese knoop van Cherry Duyns past in deze laatste categorie.

De Chinese knoop gaat over een vriendschap tussen een Hollandse familie en de pindaverkoper Lin Ying. We maken kennis met de zoon van de Hollandse familie Loon, op het moment dat moeder Kitty net overleden is. Zoon Robert wordt tijdens het opruimen van het ouderlijk huis geconfronteerd met het verleden. Hij denkt terug aan het de jaren net na de oorlog, die hij met zijn moeder en Ome Ying doorbracht. Lin Ying stond dagelijks bij de halte van de blauwe tram zijn pinda’s te verkopen en bezocht Robert en zijn moeder Kitty regelmatig. Roberts overleden vader had Lin Ying ooit een keer verdedigd tegen een aantal mannen die hem lastig vielen en uitscholden voor vuile gele gluiperd. Daaruit ontstond een vriendschap tussen de Chinees en de familie Loon.

Knus

De roman is een aaneenschakeling van naoorlogse dagelijkse en huiselijke momenten en anekdotes over Lin Ying, Robert en zijn moeder.

Na drie dagen ben je klaar. Je ziet er moe uit maar je loopt opgewekt door het huis, ik hoor je zingen in de keuken. Je schenkt een glas water met citroen en suiker in. ‘Proost ouwe dibbes’, zeg je. Je houdt je glas omhoog en je hand gaat van de foto van mijn vader naar mij.

Het verhaalt over een rustig voordkuierend leven en een gemoedelijke vriendschap. Aan de ene kant staat een familie, die de vader des huizes moet missen. En aan de andere kant staat een eenzame Chinese man, die hard werkt voor zijn in China achtergebleven gezin en die nauwelijks Nederlands spreekt. Een vriendschap die misschien wel juist door de summiere communicatie tussen de twee partijen zo’n warm gevoel oplevert.

Verteller

~

“Cherry Duyns beschouwt zichzelf als een verteller. Dat zou wat hem betreft in zijn paspoort mogen staan.” Deze uitspraak vinden we terug op de omslag van het boek. Duyns is inderdaad een rasverteller. Er is echter één klein probleem, want het verhalen vertellen gaat op zich wel goed, maar dan komt hij uiteindelijk toe aan de clou: en daar ging het bij mij fout. Het einde van het boek gaat namelijk grotendeels aan mij voorbij. Aan het eind van het verhaal gebeurt er namelijk iets dat Robert opvat als een teken. Maar waarom hij dat als een teken opvat en waarvoor en belangrijker: wat Duyns daarmee duidelijk wil maken, komt totaal niet over. Dan zou je normaal gesproken roepen dat het een slecht boek is, waarin geen opbouw zit en waarin het verhaal aan het eind als een plumpudding in elkaar valt. Maar dat ga ik dus niet doen.

Veelbelovend niets

De non-gebeurtenissen die tot het voor mij onbegrijpelijke einde leiden, houden namelijk wel steeds een belofte in zich. Voortdurend denk je bij jezelf: “Er gebeurt eigenlijk helemaal niets.” Maar daarnaast denk je ook: “Dat kan me ook helemaal niets schelen. Ik lees gewoon lekker door en dan zien we wel waartoe het allemaal leidt.” Dat het einde dan niet overtuigend werkt, is teleurstellend. Maar doordat het voorgaande zoveel belofte in zich had, ga ik het de schrijver niet verwijten. Het is jammer van dat einde, maar niet onoverkomelijk. De belofte is groot genoeg gebleken om de teleurstelling op te heffen.

Moeilijk

Schrijvers als Duyns maken het lezers zoals ik heel erg moeilijk. Ze vertellen helemaal niets, maar doen dat op een dusdanige wijze dat het je niets uitmaakt. Over een roman waarin niets gebeurt en waarvan het einde niet te plaatsen is kun je moeilijk een positief verhaal schrijven. Maar negatief kan ik niet zijn over De Chinese knoop, want het boek heeft me geen seconde verveeld. De roman heeft me van het begin tot het eind vermaakt. Ik kan alleen maar hopen dat anderen dit boek lezen en mij daarna uit willen leggen waar dat einde nu eigenlijk op sloeg. Ik zal je eeuwig dankbaar zijn.

Kunst / Expo binnenland

Moskeeën.nl

recensie: Moskeeën en de Nederlandse samenleving-Moskeeën.nl

In Haarlem gaat achter een oud-Hollandse gevel een kleine tentoonstelling schuil over moskeeën in Nederland. Er wonen in Nederland volgens het CBS ongeveer 945.000 moslims, die naar schatting 450 moskeeën beheren. Toen moslims zich eenmaal realiseerden dat zij voorgoed in Nederland zouden blijven, begonnen ze talrijke bouwinitiatieven te ontplooien. De huidige moskeeën – meestal tijdelijke noodvoorzieningen in bestaande panden – maakten plaats voor nieuwbouw en momenteel lijkt er sprake van een heuse bouwgolf. Zo maakt Nederland kennis met een nieuw bouwtype: de moskee.

Er wonen in Nederland volgens het CBS ongeveer 945.000 moslims, die naar schatting 450 moskeeën beheren. Toen moslims zich eenmaal realiseerden dat zij voorgoed in Nederland zouden blijven, begonnen ze talrijke bouwinitiatieven te ontplooien. De huidige moskeeën – meestal tijdelijke noodvoorzieningen in bestaande panden – maakten plaats voor nieuwbouw en momenteel lijkt er sprake van een heuse bouwgolf. Zo maakt Nederland kennis met een nieuw bouwtype: de moskee.

De tentoonstelling Moskeeën.nl is verdeeld over vijf ruimtes waarin chronologisch de geschiedenis en toekomst van de moskee wordt gepresenteerd. Daarmee geeft ze een helder beeld van de moskee en haar integratie in de Nederlandse samenleving.

~

In de eerste ruimte is een gebedsruimte in scène gezet. Je wordt er verzocht je schoenen uit te doen voordat je de ruimte betreedt. Hier komen vragen als ‘wat is een moskee?’, ‘wat gebeurt er precies?’ en ‘hoe gebeurt dat?’ aan bod. En waarom zien moskeeën er eigenlijk uit zoals ze eruit zien? Aan de wand hangt informatie over de vormgeving van de moskee, bepaalde elementen zoals de minaret (het torentje), de koepel en de mihrab (een nis in de gebedsruimte die geplaatst is richting Mekka) worden nader uitgelegd en tevens wordt er ingegaan op de decoratie en het interieur. Eén wand is behangen met een grote foto van een moskee waar een man geknield voor de mihrab zit. Door de ramen van de moskee zie je in de achtergrond de typisch Nederlandse dakpannendaken van de huizen aan de overkant van de straat. Zo wordt gewezen op de Nederlandse context. Voor de foto ligt een opengeklapte Nederlandse versie van de koran waarin koranteksten worden toegelicht. Op de vloer liggen 60 foto’s (met toelichting) van moskeeën verspreid die de architectuurgeschiedenis van de moskee weergeven, alleen zijn deze A4-kopietjes met te kleine letters alleen te lezen door er bij neer te knielen. Om het moskeegevoel te versterken draait er een cd met in het engels gezongen Arabische liederen. Zodra de cd stopt komt de gastheer van de tentoonstelling hem persoonlijk weer aanzetten “om een beetje sfeer te maken”. Door deze gemoedelijkheid en de kleinschalige opzet krijgt de tentoonstelling een huiselijk sfeertje.

architectonische elementen

Er wordt uitleg gegeven over de betekenis van architectonische elementen maar tevens wordt benadrukt welke invloed de integratie van moskeeën op deze elementen heeft. De minaret bijvoorbeeld staat vooraan in de discussie omtrent moskeeën in Nederland; deze hoge toren wordt vaak vanwege zijn fysieke dominantie door de politiek of de plaatselijke buurtcommissie ter discussie gesteld. Soms leidt dit zelfs tot een bouwverbod. Er wordt ook benadrukt hoe financiële beperkingen invloed hebben op het interieur van de moskee; decoratieve plafonds gaan moeiteloos over in goedkope systeemplafonds.In de tweede ruimte worden twaalf voorbeelden van Nederlandse moskeeën getoond. Het betreft zowel nieuwbouwmoskeeën als ‘schuilmoskeeën’; moskeeën in voormalige kerken. Hier zie je foto’s van zowel exterieur als interieur en plattegronden met de nodige toelichting.

~

In de ruimte daarnaast worden de 6 Haarlemse moskeeën uitgediept. Krantenknipsels informeren over de politieke onrust en het maatschappelijk verzet dat de diverse nieuwbouwplannen in Haarlem veroorzaakten.De vierde ruimte staat in het teken van de toekomst en laat ontwerpen zien van jonge, veelal recent afgestudeerde architecten die zich specialiseren in de bouw van moskeeën. Deze jonge architecten met een islamitische achtergrond geven hun visie op de Nederlandse moskee; ze hebben een duidelijke voorkeur voor het geïntegreerde ontwerp en verzetten zich tegen een zogenaamde ‘heimwee architectuur’. De Nederlandse moskee heeft een eigen moderne architectuurstijl ontwikkeld waarin de traditionele Hollandse baksteenarchitectuur wordt gecombineerd met Arabische elementen. In deze nieuwe moskeearchitectuur zijn functies belangrijker dan vorm; ‘form follows function’. De vermenging van stijlen staat symbool voor het integreren van de moskee, of dit ook de kwaliteit van de moskeearchitectuur versterkt valt te betwijfelen, maar het zet wel een duidelijk maatschappelijk statement neer.

Tot slot is in de laatste ruimte nog een serie panoramafoto’s van Hans Wilschut te zien waarin zichtbaar wordt hoe moskeeën in het Nederlandse landschap integreren. De foto’s laten in een wat dromerige sfeer het contrast met de context zien.

Theater / Voorstelling

Dun laagje chroom

recensie: Crazy for you (Joop van den Ende Theaterproducties)

.

~

Laat ik beginnen met het goede nieuws. Er is een aantal duidelijke punten te noemen die in het voordeel van deze musical spreekt. Ten eerste zijn de decors van een uitmuntende kwaliteit. Zeker voor een productie die van theater naar theater reist, zijn de decors imposant te noemen. New York en Death Rock, de plaatsen waar het verhaal zich afspeelt verreizen binnen een oogwenk op het toneel. Saloons en theaters verschijnen en gaan. En oldtimers zoeven tussen de decorstukken heen en weer.

Ten tweede

Daarnaast staat de zangkwaliteit van Joke de Kruijf buiten kijf. Kan Dick Cohen naast zingen ook aardig tapdansen en is er eigenlijk op de cast sowieso weinig aan te merken. Ook muzikaal kan er weinig mis gaan met Gershwin hits zoals I got Rhythm. De zang, maar vooral de dans is aangenaam entertainment. Maar toch is er iets grondig mis met deze musical. Crazy for You is het bewijs dat een aantal sterspelers nog geen verzekering is voor een goed elftal. Daarvoor is ook een goede samenhang nodig, een factor die de elementen met elkaar verbindt. Crazy for You mist deze factor.

~

Factoren

Het verhaal zou zo’n factor kunnen zijn. Maar verder dan het standaardliefdesverhaal komt het niet. Een man en een vrouw ontmoeten elkaar, ze houden van elkaar, door omstandigheden worden ze uiteen gedreven, maar gelukkig komt het uiteindelijk allemaal goed. Nu volgen wel meer liefdesverhalen deze lijn, maar zo kaal en ongeïnspireerd als het hier wordt uitgewerkt kom je het zelden tegen. Door deze magere verhaallijn komen ook de nummers minder goed tot hun recht. Joke de Kruijf kan dan wel heel goed zingen, maar als je niet meegesleurd wordt door het verhaal is het minder overtuigend. Een ballade zonder snik is gewoon een langzaam liedje.

En ook..

Humor kan vaak nog veel goed maken. Er zijn hele bergen humor in de show gestopt, maar het valt in de categorie flauw tot heel flauw. Hilarisch voor sommigen, vervelend voor anderen. Ook stoor ik me aan het feit dat je door het hele stuk door merkt dat het hier om een vertaling gaat. Het origineel (Girl Crazy) is gewoon slecht vertaald. Dat de namen origineel gehouden zijn, is nog wel logisch, maar af en toe merk je aan zinsconstructies en uitspraken dat het geen oorspronkelijk Nederlands werk is. Het loopt gewoonweg niet altijd even soepel. Dat maakt het er niet beter op. De overige factoren hadden me al negatief beïnvloed en dan is zo’n vertaling de druppel.

Dun laagje chroom

Crazy for you kan mij niet overtuigen. De opsmuk –decor en artiesten- kan niet verbergen dat we hier met een ondermaatse musical te maken hebben, die inhoud en diepgang mist. Zonde van de crew. Die verdient ook een beter stuk.

Crazy for you is nog tot en met 19 juni 2005 te zien.

Kunst / Expo binnenland

Soll Lewitt-Fotowerken

recensie: Sol LeWitt’s fotowerken en de weg naar conceptualisme

.

~

De band tussen het Haags Gemeentemuseum en Sol Lewitt is hecht. Het museum bezit een aantal van Lewitt’s sculpturen en tevens heeft Lewitt op de muren in een hal wandschilderingen aangebracht. De kunstenaar schonk veel van genoemde werken aan het museum omdat in Den Haag in Europees verband voor het eerst aandacht werd geschonken aan minimalistische kunst en Lewitt er zijn eerste solotentoonstelling had.

Het einde van de beeldhouw- en schilderkunst

Veel van Lewitt’s werken zijn minimalistische sculpturen, tekeningen en schilderijen. De meeste sculpturen zijn witte kubussen, bevestigd aan de wand of al dan niet gestapeld op de vloer. Deze sculpturen betekenden voor de kunst het ultieme nulpunt van de sculptuur, verder kon zij niet worden gereduceerd. De beeldhouwkunst was terug gebracht tot haar essentie, de drie dimensionaliteit. Ook Lewitt’s schilderijen en tekeningen bezitten een sterk gereduceerd karakter. Vaak betreft het werken met vlakke kleuren en lijnen waar het enkel nog handelt om het vormenspel. Lewitt lijkt als het ware onderzoek te doen naar de mogelijkheden van het tweedimensionale vlak.

Het eerste gebruik van de fotografie

~

In 1964 maakte Lewitt Muybridge I en Muybridge II. De twee werken werden vernoemd naar de fotograaf Edward Muybridge. Deze slaagde er als eerste in om de bewegingen van mens en dier in fases vast te leggen. Hij deed dit door twaalf fotocamera’s naast elkaar te plaatsen en die snel achter elkaar een foto te laten maken.

~

De twee sculptuurgroepen worden bijgestaan door foto’s waarbij steeds verder wordt ingezoomd op het naakte lichaam van een vrouw. Daarbij gaat het Lewitt om het suggereren van beweging. De kunstenaar is met andere woorden nog erg formalistisch bezig.

Autobiography

~

Lewitt heeft in het verleden tevens nog een heel andere manier van fotografie gebezigd. Een van de eerste keren dat Lewitt gebruik maakte van fotografie, was bij de performance Buried Cube Containing an Object of Importance but Little Value in 1968. Deze performance legde Lewitt vast in negen foto’s die hij presenteerde in een raster. Dit werk is het eerste dat in de tentoonstelling is te zien. Een ander werk dat in Den Haag wordt getoond is Autobiography uit 1980. Hier toont Sol Lewitt in 1011 foto’s voorwerpen uit zijn omgeving. Zoals de kunstenaar zelf al zei, bood de fotografie hem:

[…] a means of getting away from formalism: to get away from the idea of form as an end and rather to use it as a means […]

Het werk de bedoeling dat het werk in boekvorm zou worden uitgegeven. Het was een manier om een meer vertellende stijl in zijn kunst te brengen. Hiermee effende Lewitt een baan voor zijn latere conceptuele en seriële kunst.

Klein maar fijn

De tentoonstelling laat het omslagpunt zien van een minimalistische naar een meer vertellende stijl. Tot nu toe niet is nog niet veel aandacht besteed aan dit element van Lewitt’s kunst. Zijn fotografisch oeuvre mag dan klein zijn, daarmee is het nog niet minder interessant.