Film / Films

Op het feest der samenzweerders

recensie: Les amants réguliers

Philippe Garrels Les amants réguliers is een bijna drie uur durende visuele elegie voor de verloren dromers van 1968. Ondanks een langzaam tempo weet de film je gedurende zijn looptijd te pakken met een intiem en poëtisch realisme.

Les amants réguliers bestaat grotendeels uit prachtige close-ups. Garrel neemt de tijd om de toeschouwer te laten wennen aan de gezichten van zijn personages. De portretten die in de film in prachtig clair-obscur zwart-wit zijn gevangen vormen een afspiegeling van een wispelturige generatie.

De film draait om de dichter François (gespeeld door Louis Garrel, de zoon van de regisseur) die aan het begin van Les amants réguliers weigert om in dienst te gaan. Al snel laat hij zich meeslepen door het gewoel van de studentenopstand die in Parijs uitbreekt. De film volgt hem als hij met andere studenten barricades opwerpt tegen de Franse politie in een spookachtig nachtelijk Parijs. Nadat de opstand strandt in een onduidelijke impasse, trekt François zich met zijn vrienden terug in een ivoren toren van liefde, kunst en drugs.

Tussen barricade en slaapkamer

~

In Les amants réguliers heerst een spanning tussen de onzekerheid en kwetsbaarheid van de personages en hun hoop op verandering. Garrel is zich bewust van het feit dat wat men wint aan vrijheid, men verliest aan orde. De wil om te veranderen draagt daarmee een zware verantwoordelijkheid met zich mee. En als de jonge idealisten de wereld willen vormen naar de pure ideeën in hun hoofd, merken ze al gauw dat ze geen blauwdruk hebben. Een decadente vorm van inertie lijkt het vacuüm te vullen terwijl de personages zich van de barricades terugtrekken naar de veiligheid van slaapkamers en de roes van opium.

Voor François lijkt de desillusie te worden verzacht door een intense verliefdheid die opbloeit tussen hem en een jonge beeldhouwster, Lilie (een dromerige Clotilde Hesme). De film focust op hun broze liefde, maar naarmate de kijker deelgenoot wordt van François’ gevoeligheid, die door middel van wat spaarzame droomsequenties wordt opgeroepen, is het duidelijk dat hun liefde gedoemd is om te vervagen.

Opium en traangas

~

Garrel maakte in de jaren zestig films voor het experimentele collectief Zanzibar en was sterk door het gedachtegoed van ’68 beïnvloed. Daarnaast kende Garrel de regisseurs Jean-Luc Godard (hij maakte met hem het verloren verslag van de studentenopstand, Actua I) en Jean Eustache, wiens La maman et la putain (1973) als een voorbeeld gezien kan worden voor Les amants réguliers.

Ook verwijst de film naar Bernardo Bertolucci en daarmee is een vergelijking met zijn film over 1968, The Dreamers (2003), onvermijdelijk. Louis Garrel speelt in die film een veel brutaler personage dat sterk in contrast staat met zijn rol als de onzekere François. Daarnaast is Les amants réguliers veel soberder dan The Dreamers, waar Bertolucci zijn protagonisten laat opgaan in cinefiele passies en hun vervolgens laat flirten met zelfgenoegzame politieke en seksuele experimenten. Tegenover de explicietere seksualiteit van The Dreamers is Les amants réguliers veel behoedzamer. De jongeren lijken timide en voorzichtig in hun verliefdheid en ze missen de brutale lust die zo vaak opduikt bij Bertolucci.

Bloed van de dichter

~

Garrels film is misschien lichtelijk naïef in zijn geloof in bohémiense helden, in poëzie en kunst als grondstof voor verandering of in de duizeling van l’amour fou als remedie voor de troosteloosheid van het bestaan. De vlucht van de geliefden naar elkaar als reactie op hun desillusies, is een schoolvoorbeeld van romantisch escapisme.

Maar de film overtuigt ondanks het feit dat de afstand tussen zijn portret van ’68 en onze eigen werkelijkheid groter is geworden. Garrels duidelijke contrast tussen de gloed van idealen en een onvergevende werkelijkheid vormt het sterkste element uit zijn film. Hij zweeft met zijn beelden in de emotionele schemerzones van een generatie die zich nog geen raad lijkt te weten met haar dromen. De film biedt zo een tragisch conclusie op les evènements in de vorm van een melancholisch requiem voor onvervulbare politieke, artistieke en romantische idealen.