Theater / Voorstelling

Verfijnde schoonheid in het museum

recensie: Zijde (Orkater)

“Iedere hoek van haar gezicht glimlacht”. Terwijl hij de schoonheid van de mysterieuze vrouw beschrijft, maken zijn handen delicate bewegingen, alsof hij haar gelaat streelt. Hij proeft de woorden waarmee hij over haar zwarte haren en haar ranke figuur vertelt. Voorzichtig spreekt hij die woorden uit, om de betoverende sfeer van het moment niet te verbreken. De zijden kleden laat hij bijna teder door zijn handen glijden alsof het goudstof is. Verteller Porgy Franssen is in de voorstelling Zijde een uiterst gedistingeerd man met een passie voor schoonheid – en dat spreekt uit zijn taal, zijn toon, zijn bewegingen en zijn verhaal.

Hij vertelt over Hervé Joncour, een handelaar in zijderupsen in de negentiende eeuw, die ieder jaar een lange tocht maakt naar Egypte en het Midden-Oosten om de beste rupseieren in te kopen. Telkens is hij precies in de eerste week van mei terug in zijn Zuid-Franse stadje, waar de zijdehandel dankzij Joncour groeit en bloeit als nooit tevoren. Maar dan is er een epidemie onder de zijderupsen in het grootste deel van de wereld en vertrekt Joncourt noodgedwongen naar die ene plek op aarde waar de rupsenziekte nog niet is doorgedrongen: Japan.

Hij ontmoet daar een mysterieuze, wonderschone vrouw. Hij spreekt nooit een woord met haar, maar haar subtiel-erotische toenaderingen en ‘niet-westerse ogen’ achtervolgen hem tot in Frankrijk, tot in zijn huis, zijn hoofd en uiteindelijk ook zijn huwelijk.

Museumzaal

~

Zijde is de tweede bewerking van Franssen en regisseur Dirk Groeneveld van een boek van de Italiaanse auteur Alessandro Baricco. Eerder maakten zij de bejubelde voorstelling Novecento – Pianist der Oceanen, waarin Franssen in een met licht en muziek omlijste monoloog sprak over de vondeling Novecento, de pianovirtuoos die zijn hele leven doorbracht op het stoomschip dat tussen Amerika en Europa voer.

Ook in Zijde is Franssen niet een acteur in de rol van het hoofdpersonage, maar is hij de verteller, de buitenstaander. Het kleine publiek is niet in het donker gezet, maar lijkt in een museumzaal terecht zijn gekomen. Als een bevlogen conservator heeft Franssen zich op de kleine speelvloer omringt met negentiende-eeuwse attributen, die zijn verhaal illustreren: een authentieke reiskoffer, gladhouten stoelen in Jugendstill-stijl, een transparante zijden jurk. Achterin is een felrode knop, waarmee hij de begeleidende Japanse klanken doet starten en veranderen.

Net als in Novecento toont Franssen zich hier een begenadigd verteller. De tekst, waarin het boek tot een vloeiende monoloog is omgezet, brengt hij met zoveel passie dat het lijkt of hij er zelf bij was, daar in Japan. Hij kijkt zijn toehoorders geregeld met doordringende blik aan, pakt je aandacht en neemt je mee. Dolgraag wil hij zijn liefde voor de schoonheid van dingen delen, zoals de lichtgeweven, zijden shawl die hij door het publiek laat gaan. “Voel dan, zo licht. Ja, geef maar door”, maant hij met zachte stem.

Dynamiek

~


Die rustige, bijna eerbiedige toon waarmee hij het leven van Hervé Joncour beschrijft, dreigt hem aan het einde van de voorstelling even op te breken. Hoewel artistiek en inhoudelijk weinig is aan te merken op Zijde, is er nauwelijks dynamiek. Slechts één keer breekt de conservator uit zijn rol en verbeeldt hij de oorlog die Japan woedt met verwrongen gezicht in een korte maar woeste choreografie. Om vervolgens weer terug te keren naar de gedistingeerde man met de subtiele stem en delicate handgebaren. Dat maakt van Zijde vooral een luisterstuk, maar wel één dat zeker de moeite waard is.

Zijde van Orkater is te zien t/m 10 november in theaters door het hele land. Klik hier voor een uitgebreide speellijst.