Boeken / Non-fictie

Nabokov verslikt zich in Dostojevski

recensie: Vladimir Nabokov – Dostojevski: de kunst van het lezen // Nabokov, Henkes & Bindervoet - De kunst van het (niet) vertalen

“Ik wil maar al te graag Dostojevski ontmaskeren,” stelt Valdimir Nabokov in zijn Lectures on Russian Literature, waaruit het gedeelte over Dostojevski onlangs vertaald is door het duo Henkes & Bindervoet. Wat volgt is een gedetailleerd betoog waarin Nabokov uitgebreid uit de doeken doet wat er allemaal zo gruwelijk slecht is aan het werk van Dostojevski. Hij gaat daarbij niet lichtzinnig te werk en komt met goed onderbouwde argumenten, wat echter niet per se betekent dat zijn conclusies juist zijn. Want professor Nabokov verslikt zich in Dostojevski en ontmaskert uiteindelijk niemand anders dan zichzelf.

Nabokov verwijt Dostojevski dat hij romantische clichés verkoopt, schaamteloos bekende misdaadromans nabootst, abnormale en ongeloofwaardige personages creëert, te weinig oog voor detail heeft en psychologische diepgang ontbeert. Welbeschouwd heeft Nabokov niet geheel ongelijk. Dostojevski haalde inderdaad zijn inspiratie uit derderangs romans en hij balanceerde inderdaad op de randje van het cliché, maar professor Nabokov ziet volledig over het hoofd dat Dostojevski een geheel eigen draai aan deze elementen geeft en ze weet om te buigen tot geniale literatuur.

Getormenteerd bewustzijn

V. Nabokov
V. Nabokov

Toch betekent dit niet dat je Nabokov ongelezen moet laten. Zijn betoog werkt verfrissend en stelt vraagtekens bij de soms maar al te gemakkelijk gemaakte aanname dat Dostojevski een genie zou zijn. Het dwingt je om Nabokov voor jezelf van repliek te dienen. Hierbij zou je kunnen denken aan de intense wijze waarop Dostojevski in Misdaad en straf de menselijke vertwijfeling weet op te roepen; de diepzinnige wijze waarop hij in Aantekeningen uit het ondergrondse een getormenteerd bewustzijn schept dat verzonken is in een oneindige en wanhopige reflectie. Nabokov zou hier wellicht tegen in brengen dat dit niet-artistieke overdrijvingen zijn en dat Dostojevski’s personages geen ‘normale’ mensen zijn. Maar wie is Nabokov om te bepalen wat normaal is en wat niet? En wordt deze zogenaamde normaliteit die hij zegt aan te hangen niet elke dag weersproken?

Tolstoj en Dostojevski

Nabokov is niet vies van een fikse portie retorica. Hij spreekt over onervaren lezers die niet goed onderlegd zijn in de kunst van het lezen. Maar bestaat deze kunst eigenlijk wel? En zo ja, wat moeten we ons daar dan bij voorstellen? Uit Nabokovs betoog wordt al snel duidelijk dat de zogenaamde ervaren lezer iemand is die goede en slechte literatuur van elkaar weet te onderscheiden. Iemand, kortom, die weet dat Dostojevski een talentloze knoeier was. De criteria op basis waarvan deze conclusie tot stand zou moeten komen, blijven bij Nabokov impliciet, maar hebben alles te maken met nauwkeurigheid, verfijndheid, motivering en controle. Opvallend is dat hij daarbij vaak Tolstojs werk aanhaalt als het ultieme voorbeeld van hoe het wel moet:

Dit is niet wat een kunstenaar doet, zoals Tolstoj, die zijn personages de hele tijd voor zich ziet en precies weet welk specifiek gebaar hij op een bepaald moment gaat maken.

Dat mag zo wezen, maar het is de vraag of dat betekent dat Dostojevski een slecht schrijver is. Zijn kwaliteiten liggen op een ander vlak. Hoe prachtig Tolstojs Oorlog en vrede ook is, het weet nauwelijks raad met de innerlijkheid van de mens. Van een diepgaand bewustzijn is nauwelijks sprake, het enige bewustzijn is dat van Tolstoj zelf die als een meester over zijn universum heerst. Hier komt het verschil tussen twee poëtica’s aan het licht dat George Steiner er ooit toe verleidde om een fundamentele oppositie te creëren tussen Tolstoj en Dostojevski. De zin van deze oppositie valt te betwisten, maar het maakt wel duidelijk dat literatuur op meerdere wijzen bedreven kan worden. Nabokov heeft zich teveel blindgestaard op een van deze manieren.

Normatieve criteria

F.M. Dostojevski
F.M. Dostojevski

Nabokovs pogingen om te bewijzen dat Dostojevski een prulschrijver is, lopen er uiteindelijk op uit dat hij bewijst dat zijn eigen normatieve criteria te beperkt zijn. Het probleem van Nabokov is dat hij überhaupt criteria ontwikkelt om literatuur te beoordelen. Wie eenmaal zulke criteria ontwikkeld heeft, kan onmogelijk ontkomen aan blinde vlekken en loopt het gevaar dat uitzonderlijke auteurs die zich niet aan de regels houden, en die juist daarom in staat zijn grootste literatuur te scheppen, buiten zijn gezichtveld vallen.

Literatuur beoordelen is vooral een intuïtieve aangelegenheid. Je intuïtie zegt je of een werk goed, slecht of middelmatig is. Daarmee kun je niet volstaan: deze intuïtie moet onderbouwd worden. Wie echter meent dat er onbetwistbare criteria bestaan om goede en slechte literatuur van elkaar te scheiden, zal onvermijdelijk aan dezelfde blikvernauwing als Nabokov ten prooi vallen. De kunst van het lezen is niet gelegen in het feit dat je raadseltjes weet op te lossen of dat je de gebaren en handelingen van de personages kunt voorzien. Wat de kunst van het lezen dan wel inhoudt, kan – om misverstanden te voorkomen – beter niet in een ondubbelzinnige definitie gevat worden.

Aan het eind van het boekje, wanneer je je vertwijfeld afvraagt waarom Nabokov toch zo furieus tekeer gaat tegen Dostojevski, tref je nog een gemoedelijk gesprekje aan tussen de twee vertalers die ook zo hun vraagtekens plaatsen bij Nabokovs betoog. Het duo is desondanks nog niet klaar met Nabokov en zal, naast de reeds verschenen stukken over Tsjechov en Gogol en Dostojevski, nog meer gedeelten uit zijn Lectures on Russian Literature vertalen.

Eerder dit jaar vertaalde het duo in De kunst van het (niet) vertalen ook nog een ander fragment uit Nabokovs Lectures. In dit fragment van slechts negen pagina’s staat de praktijk van het vertalen centraal. De rest van het ruim veertig pagina’s tellende boekje wordt grotendeels opgevuld door een bombastisch pamflet van de ’twee neuswijze nestbevuilers’ Benkes & Hindervoet. Hierin passen zij Nabokovs opmerkingen over het vertalen toe op de Nederlandse situatie.

Vladimir Nabokov • Dostojevski: De kunst van het lezen deel 3 • Uitgever: Hoogland & Van Klaveren • Vertaling: Robbert-Jan Henkes & Erik Bindervoet • Prijs: € 19,50 (gebonden) • 85 bladzijden • ISBN 90-76347-32-8

Vladimir Nabokov, Robbert-Jan Henkes & Erik Bindervoet • De kunst van het (niet) vertalen • Uitgever: Hoogland & Van Klaveren • Vertaling: Robbert-Jan Henkes & Erik Bindervoet • Prijs: € 11,50 (paperback) • 45 bladzijden • ISBN 90-76347-37-9