Theater / Achtergrond
special: Interview met Nathalie Baartman

“Ik wil ze met mijn gekte om de oren slaan!”

Op zondagmiddag 17 april in Theater Frascati stond de jury van de talentenjacht voor jong theatertalent Voor de Leeuwen voor de moeilijke taak een winnaar te kiezen. Vijf geselecteerde voorstellingen waren allemaal van hoge kwaliteit en erg verschillend. De verfrissende en verrassende kleinkunstvoorstelling Stam van Nathalie Baartman kreeg uiteindelijk de meeste stemmen. De hoofdprijs: spelen op de openingsavond van ITs op 23 juni en deze zomer mee met festival de Parade. De 31-jarige goedlachse en lekkere melige Nathalie Baartman is intens blij en trots en zweeft nu nog op een grote, roze wolk. Eerder won ze al de persoonlijkheidsprijs op Cameretten. Nathalie is derdejaars studente aan de Koningstheateracademie in Den Bosch en wil met een avondvullend programma Nederland veroveren.

~

Nathalie, wat kunnen mensen verwachten van jouw voorstelling?
Ik vind het leuk om het publiek al vertellend, zingend en dansend mee te nemen in mijn belevingswereld. Die is soms wat vreemd, maar ik ben er heilig van overtuigd!

Hoe is in jouw belevingswereld het programma Stam uiteindelijk ontstaan?
Heel praktisch: Ik heb uit bergen materiaal mijn favorieten gekozen en deze aan elkaar verbonden. Het gaat meestal over dat ik de realiteit nogal met verwondering bekijk en niet goed weet hoe ik daar dan in pas. Maar ja, dat zie ik pas als ik het eerst schrijf en ook zelfs nu ontdek ik nog steeds nieuwe dingen in het programma. “O, gaat het daar over!” denk ik dan. Het heeft wel iets te maken met vroeger voel ik: Stam, stamboom, wortels…

Waarom denk je dat de jury jou gekozen heeft?
Ik stond er echt en wilde dat publiek. Ik had er zin in. Als je voor de leeuwen gaat, moet je jezelf ook een leeuw voelen, anders overleef je het niet. Dat is voor mij de grote uitdaging van het podium. Wat ik maak, komt echt uit mij. Het is iets dat onaangepast is, iets dat boos is, iets dat onschuldig is, iets dat het niet weet! Laatst dacht ik ineens: “Ik wil ze met mijn gekte om de oren slaan!” Als me het lukt om ongegeneerd plezier te maken, dan heb ik goed gespeeld.

~

Waar moet je denk je nog aan werken?
Als ik schrijf laat ik mijn fantasie de vrije loop. Er komt steeds meer in mijn hoofd op en op een gegeven moment weet ik het zelf niet meer wat ik eigenlijk wilde zeggen. De absurditeit vind ik dan belangrijker dan wat ik echt meen of voel en dat vind ik jammer. Om helder neer te zetten wat ik ergens van vind of voel, is soms moeilijk.

Voel je nu meer druk om te presteren?
Nee, niet echt. Ik voel me eerder uitgedaagd om verder aan mijn voorstelling te werken. Daar ben ik sowieso de hele tijd al mee bezig. Misschien als ik straks in de Paradetent het Paradepubliek buiten zie lopen, dat ik dan allemaal vervelende dingen ga denken als: “O, het lukt vast niet!” Dat denk ik namelijk wel vaker, maar ik heb geleerd dat ik aan dat soort gedachten niet echt veel heb. Dan ga ik liever even heel hoog springen op mijn trampoline.

Ben je zelf een vaste bezoeker van De Parade?
Twee jaar geleden ben ik heel veel in heel het land naar de Parade gegaan. Vorig jaar ben ik alleen naar Rotterdam geweest.

Welke voorstelling van vorig jaar is je bijgebleven en weet je ook waarom?
Ik vind het erg, maar ik kan me het niet meer herinneren. Van het jaar daarvoor, is Servaes Nelissen me bijgebleven. Hij speelde een vrouw. Ik heb hem nog gezegd dat ik thuiszorggevoelens bij zijn voorstelling kreeg. Dat was een compliment. Maar dat begreep hij, geloof ik, niet.

Wat of wie inspireert je?
Mensen zijn bijzonder in wat ze zeggen en wat ze doen. Daar geniet ik van. Ik kom vaak in grappige situaties terecht, ik sta er ook wel open voor. Vorige week bijvoorbeeld liep ik ’s middags een bruine kroeg in om naar het toilet te gaan. Meestal roept er dan wel iemand: “Geef die dame wat te drinken!” Dan zit ik daar als enige met thee en een gevulde koek en kijk ik mijn ogen uit naar al die types. Dat inspireert me, ze maken me nieuwsgierig. Of de man van de cafetaria in Den Bosch die een net iets te lange monoloog houdt over de kwaliteit van zijn frieten. Daar luister ik graag naar, dat vind ik grappig. Ook haal ik veel uit dansen op wereldmuziek, zoals je in mijn voorstelling wel kunt zien. De tentoonstelling Alles Dali heeft me ook heel erg geïnspireerd. Ik kan urenlang kijken naar surrealistische kunst. Ik zeg wel eens: “De realiteit, van mij had het niet gehoeven!”

Hoe ben je in het theater terecht gekomen? Is het iets dat je altijd al hebt willen doen of heb je hiervoor iets anders gedaan, je bent immers geen begin 20 meer?
Ja, ik heb hiervoor echt heel veel gedaan; van studente filosofie tot aerobicsdocente, van milieuactiviste tot dramatherapeute. En toen kwam ik in het theater. In het theater kan ik mijn idealisme en mijn creativiteit kwijt. Toneelspelen en schrijven heb ik heel mijn leven leuk gevonden, maar ik was wel een leergierig kind dat liever ging studeren dan spelen. Dus dat ben ik eerst gaan doen. Mijn vader en broertje zijn allebei ook erg grappig, het zit een beetje in de familie. Gek doen werd thuis getolereerd en zo heb ik mijn komisch talent ontdekt.

Waarom heb je voor kleinkunst gekozen?
Ik vind het een heel mooie vorm vanwege het contact met het publiek, die wisselwerking vind ik spannend. De humor, de relativering en de lichtheid bevalt me ook goed. Je staat er en je doet wat je wilt.

Welke doelen wil je nog bereiken?
Ik ga mijn programma uitbreiden en mijn droom is om met mijn avondvullende programma in de theaters door heel Nederland geboekt te worden. Ik ga er helemaal voor, negeer al mijn twijfels en ga het gewoon doen. Ik blijf alert, ga veel spelen, altijd weer opnieuw. Succes stel ik niet als hoogste doel, ik blijf mijn hart volgen.