Theater / Achtergrond
special: Een interview met Stomp

‘Alles loopt soepel zo, dus waarom zouden we het veranderen?’

‘Daar zit muziek in,’ moeten Steve McNicholas en Luke Cresswell twaalf jaar geleden hebben gedacht bij bijna alles wat ze deden. Of ze nu de gang veegden of een sigaret aanstaken, alles maakte geluid en als ze die geluiden maar vaak genoeg herhaalden kregen ze vanzelf een ritme. Moderne muzikanten samplen op deze manier hele platenkasten vol, maar McNicholas en Cresswell brachten het idee naar het theater, waar Stomp werd geboren.

Het succesverhaal van Stomp, de dansers/acteurs/muzikanten/komedianten die al trommelend de wereld veroverden, is onderhand wel bekend. Het gezelschap tourt nu al meer dan tien jaar onafgebroken met nog altijd dezelfde show over de aardbol. In ieder land zijn ze al wel geweest en overal boekten ze daverende successen.

~

Tegenvallende verkoop

Op de middag voor hun optreden zitten we met de Deense Peter Nielsen en de Franse Leela Petrioni, beide derdejaars Stompers, in de binnentuin van de Groningse Oosterpoort. Twee uur eerder hebben ze samen met zes andere groepsleden een klein optreden in het centrum van de stad gegeven. ‘Dat doen we niet altijd,’ vertelt Petronio. ‘Het is om het publiek te laten zien dat we in de stad zijn. Meestal doen we dit soort mini-optredens als de kaartverkoop tegenvalt of voor persbijeenkomsten.’ In Groningen is het vanwege de kaartverkoop. Afgelopen weken stond de groep al in Amstelveen, Oss, Rotterdam en Arnhem; daar verkochten de kaarten beter. ‘Als we in een stad zijn, blijven we altijd een week. Normaal verkopen we dan minimaal tachtig procent van alle kaarten. Soms is het wel zo dat de eerste avond tegenvalt, maar dat de verkoop daarna door mond-op-mondreclame omhoog schiet. Dat is het mooiste wat kan gebeuren natuurlijk. Dan blijkt pas echt dat mensen de show waarderen.’

Fysiek theater

De Stomp-show bestaat uit een flink aantal sketches die in sommige gevallen lijken op het fysieke theater zoals Waardenberg en de Jong dat vroeger maakten. Met dat verschil dat de twee cabaretiers ook nog eens rap van tong waren, terwijl tijdens de anderhalf uur Stomp geen woord wordt gesproken. Alle communicatie, ook die met het publiek, verloopt via mimiek, met af en toe een instemmend of juist verstoord gehum.
Humor speelt een belangrijke rol in de show. Er wordt niet alleen getrommeld en naar ritme gezocht, maar iedereen op het podium speelt een typetje. Doordat Stomp meer dan allen muziek biedt, moeten de artiesten van veel markten thuis zijn. Vaak zijn ze opgeleid in een specifiek deelgebied en hebben ze de rest er gaandeweg bijgeleerd. Zo is Nielsen afgestudeerd conservatoriumstudent en speelde hij als drummer in rockbands. Petronio trad eerder als tapdanseres op. ‘Iedereen bij Stomp heeft een muziek- of theaterachtergrond. We brengen een combinatie van ritme, muziek, theater, komedie, dans-surprises en humor. Als je bij Stomp komt, moet je als speler al wel een aantal van die aspecten beheersen. De rest kun je er dan wel bij leren, maar helemaal blanco Stomp binnenstappen kan niet.’

Vast stramien

~

Doordat in Stomp geen woord wordt gesproken, kan iedereen het begrijpen. Momenteel zijn er vier Stomp-groepen die overal ter wereld precies dezelfde show opvoeren. ‘Dat is allemaal ontwikkeld door oprichters McNicholas en Cresswell. Als groep hebben wij geen invloed op de uitvoering. Soms bedenken zij nog eens iets nieuws, dan leren ze ons die trucjes.’ Improviseren is er voor de leden dus niet bij. Alles bij Stomp gebeurt binnen een vast stramien, opdat de spelers binnen de verschillende groepen kunnen rouleren. Wie nu in Nederland staat, kan volgende week in New York spelen. Klagen doen de twee daar echter niet over: ‘Alles loopt soepel zo, dus waarom zouden het veranderen?’

Vrij reizen

Naast dat ze het opvoeren van de voorstelling erg leuk vinden (beiden denken na drie jaar Stomp nog niet aan stoppen) houden ze erg van het reizen. Nielsen: ‘We touren meestal in blokken van acht weken; dan hebben we één of twee weken vrij. Tijdens die reizen hebben we veel tijd om de steden te bekijken. Overdag zijn we meestal vrij, dus kunnen we doen wat we willen. En ook ’s avonds na de shows kunnen we de stad in. Gisteravond ben ik hier nog in het jazzcafé geweest.’

Cultuurverschillen

Door de shows in al de verschillende landen te spelen leren ze de achterliggende culturen ook kennen: ‘Ieder land reageert op een heel eigen manier op wat we doen. Je merkt duidelijke cultuurverschillen tussen bijvoorbeeld noord en zuid. In Portugal treden we ’s avonds laat op. Dan heeft het publiek al lekker gedronken, waardoor de sfeer meteen uitgelaten is. In het noorden zijn mensen eerst terughoudender. Maar als ze loskomen zijn ze nog wel warmer dan in het zuiden. Meer naar het oosten zie je dat mensen niet bekend zijn met dergelijke shows. In Estland was iedereen erg verbaasd en in Boedapest moesten we iedereen overtuigen dat ze mochten klappen. In Duitsland daarentegen zijn de mensen altijd erg enthousiast. Duitsers houden van humor.’

Stomp speelt nog tot 13 juni in Groningen, daarna in Zaandam (15 – 20 juni), Terneuzen (22 – 27 juni) en Eindhoven (29 juni – 4 juni). Daarna weer vanaf 24 mei t/m 26 juni 2005 in verschillende plaatsen.