Muziek / Album

Zeldzame schoonheid

recensie: Blonde Redhead - Misery Is A Butterfly

Toen het titelloze debuutalbum van Blonde Redhead in 1995 verscheen, werd de band meteen gezien als de opvolgers van Sonic Youth. De band nam het hoekige en weerbarstige gitaargeluid van de sonische meesters en gaf er een compleet eigen draai aan, met nog inventievere drumpartijen, nog meer snerpende gitaren en natuurlijk het hoge, vaak onverstaanbare, stemmetje van zangeres Kazu, dat uit duizenden is te herkennen. In de loop van de twintigste eeuw ontwikkelde de band zich van de noiserock uit de jaren negentig tot een veel verfijnder geluid waarin de ruimte tussen de noten steeds belangrijker werd en ongewone instrumentaties niet werden geschuwd. Misery Is A Butterfly is het voorlopig laatste stadium in deze ontwikkeling, en het is opnieuw een eigenzinnig juweeltje.

Het album begint met Elephant Woman als een mediterrane zomeravond, maar is al na een halve minuut onmiskenbaar Blonde Redhead. Iets dat klinkt als een Griekse bouzouki vermengt zich met een strijkkwartet en wordt in toom gehouden door het exotische ritme van drummer Simone Pace. Kazu zingt al in de eerste regel van de plaat over een engel, en je kunt je als luisteraar alleen maar overgeven aan deze muziek die rechtstreeks uit de hemel lijkt te komen. Elephant Woman is nu al een van de mooiste liedjes van 2004.

Verleidelijk

Melody wordt ingeleid door een ritme van sambabal en houten percussie, dat na een paar maten wordt aangevuld met een romantisch keyboardloopje. Kazu is hier op haar verleidelijkst, en zingt zacht maar vol passie over de melodie die haar – en ons – in haar greep houdt. Titelnummer Misery Is A Butterfly heeft een stuwende beat waaronder strijkers fladderen die in volume toenemen naarmate het nummer vordert en tenslotte alleen met Kazu overblijven in een duet van pure schoonheid. Falling Man wordt gezongen door gitarist Amedeo Pace (tweelingbroer van drummer Simone) en wordt in tweeën gedeeld door een droomachtige instrumentale passage.

Housekraker

Het drumloze Magic Mountain, met zacht huilende gitaren en vreemde soundscapes op de achtergrond, is geïnspireerd op Der Zauberberg van Thomas Mann en fungeert als de opmaat naar de dubbele climax die de plaat besluit en die wordt gevormd door Pink Love en Equus. Het eerste van de twee begint met een bliepend orgel dat in een housekraker uit de jaren 90 niet zou hebben misstaan, maar die al gauw wordt opgeslokt door de pompende bas en de traag aangeslagen gitaren. Het is een van de zeldzame nummers uit het oeuvre van Blonde Redhead waarin zowel Kazu als Amedeo de zang voor hun rekening nemen, en het effect is bedwelmend. Pink Love is van het soort muziek waarvan je niet wilt dat het ophoudt, en gelukkig gebeurt dat zes minuten en twintig seconden lang ook niet. Slotlied Equus blijft al na de eerste luisterbeurt hangen en zou een perfecte single zijn: met het gemakkelijk mee te zingen refrein en de catchy melodie is het het meest toegankelijke rocknummer van de plaat. Het slotakkoord doet je opspringen en naar de play-knop snellen om de plaat nog een keer te beleven.

Potje headbangen

Blonde Redhead heeft met Misery Is A Butterfly een plaat van zeldzame schoonheid gemaakt, waarin romantiek geen ouderwets ideaal is maar een geheel van tegenstrijdige emoties waarin je je kunt onderdompelen als in een bubbelbad. Misery mag dan minder rocken dan voorgaande albums, maar muzikale ontwikkeling is veel belangrijker dan een potje headbangen, zeker als dat gepaard gaat met zoveel instrumentale rijkdom en emotie. Bijna tien jaar na hun debuut laat Blonde Redhead zien dat ze niet alleen waardige opvolgers zijn van Sonic Youth; ze hebben hun voormalige voorbeelden zelfs ruim overtroffen.