Film / Films

Fris en Turks fruitig

recensie: Komt een vrouw bij de dokter

.

Stijn gaat uit. Terwijl hij zich glimlachend door een gang vol lonkende vrouwen begeeft, verspringt het beeld naar Carmen, zijn vrouw. Zij loopt ook door een gang, een ziekenhuisgang. Ze is op weg naar haar bestraling; een mager meisje in een veel te lege ruimte. De housemuziek pompt door.

~

Het lijkt soms alsof Oerlemans, die tijdens het regisseren zijn baard liet staan en flink wat kilo’s aankwam, erop uit was om een nieuwe Turks fruit te maken. Kijk ons eens fris en Turks fruitig door het beeld dartelen, schreeuwen de blote borsten en billen. Zo wordt het vooroordeel over Nederlandse films wel in stand gehouden. Wat die vergelijking met Turks fruit betreft, daar valt inhoudelijk wel wat voor te zeggen. Waar Rutger Hauer en Monique van de Ven onaangepaste hippies waren, daar zijn Barry Atsma en Carice van Houten de postmoderne hedonisten van nu. ‘Genieten jij, hè!’ blijft het credo, tot het bittere einde.

Afgezien van de seksscènes heeft Oerlemans een filmrealiteit gecreëerd die lijkt op wat we uit Hollywood kennen. Het is een wereld waarin alleen heel mooie mensen de discotheek bevolken en waarin het mogelijk is om ’s nachts in je eentje over de Leidsestraat te lopen. Dit versterkt natuurlijk het contrast met de uiterst realistische verhaallijn over Carmens borstkanker. Oerlemans had zelfs nog wel een stapje verder mogen gaan. Nu vallen enkele echt surrealistisch bedoelde scènes nogal uit de toon bij de rest van de film.

Broze vrouwenstemmen 

~

Ook Amerikaans aandoend, maar beduidend minder geslaagd is de soundtrack. Enkele uitzonderingen daargelaten, zoals in de beschreven scène met de parallelle gangen, is de muziek ronduit storend. Bijna iedere aanzet tot een mogelijk indringend ogenblik wordt verknald doordat de violen aanzwellen, of broze vrouwenstemmen ‘ha ha ha ha’ zingen. Dat is vreselijk zonde, juist omdat het scenario rijkelijk is voorzien van oprecht ontroerende momenten. Alsof we zelf niet snappen wanneer we moeten huilen.

Atsma en Van Houten doen hun reputatie gelukkig eer aan. Atsma’s Stijn is iets sympathieker dan de Stijn in het boek, wat het makkelijker maakt om met hem mee te leven. De Carmen van Van Houten krijgt wat in het boek ontbreekt; eigenschappen die haar tot een mens van vlees en bloed maken. In een indringende scène geeft de carrièrevrouw een belangrijke presentatie, net nadat ze per ongeluk moeiteloos een flinke streng haar uit haar hoofd heeft getrokken. De gebeurtenis brengt haar volledig van haar stuk. Het is een performance die Van Houten tot in de kleinste details perfect brengt, zoals alleen zij dat in Nederland kan.