Film / Achtergrond
special: Deel 2

Retrospectief John Cassavetes

Het Filmmuseum en andere bioscopen vertonen op dit moment een retrospectief van de bekendste films van de grondlegger van de Amerikaanse onafhankelijke cinema, John Cassavetes. 8WEEKLY recenseert het gehele programma in twee delen.

DEEL 1 | DEEL 2

Inhoud: Minnie and Moskowitz | Faces | The Killing of a Chinese Bookie | Opening Night |

Pregnante kritiek

Minnie and Moskowitz (1971)

~

Cassavetes maakte met deze moderne screwball comedy een veel lichtere film dan zijn publiek tot dan toe van hem gewend was. Het resulteert in een weliswaar grappige en soms pijnlijke film, maar met zijn liefdespaar maakt de regisseur een te grote inbreuk op de geloofwaardigheid. Minnie (Gena Rowlands) en Moskowitz (Seymour Cassel), een museumcurator en een parkeerwacht, ontmoeten elkaar en worden verliefd gedurende een viertal zeer emotionele en hectische dagen. Rowlands is fenomenaal als de mooie maar ook onzekere en in de liefde teleurgestelde Minnie. Ze weet de irrationaliteit en complexiteit van haar personage in al zijn nuances over te brengen en als kijker ga je haar keuze voor Moskowitz bijna begrijpen.

Bijna. Cassels vertolking van de hyperactieve Moskowitz (een ADHD’er uit het boekje) is zo eenzijdig dat de ongeloofwaardigheid over Minnies keuze in stand blijft. Ook de ondersteunende rollen zijn te grof en ongenuanceerd om indruk te maken. Van de schreeuwende date from hell waarmee Minnie aan het begin is opgezadeld, tot het stereotype waartoe Moskowitz’ moeder wordt gereduceerd. De typische beeldtaal van de regisseur is wel weer aanwezig en de film bevat een aantal zeer grappige scènes, maar het zijn momenten in een film die het zonder spanningsboog of punchline moet stelllen. Een ding moet je Cassavetes wel nageven. In de scènes waarin de geliefden naar Casablanca en de rol van Humphrey Bogart daarin kijken of er over spreken, weet hij een pregnante kritiek op Hollywood te verwerken — op zijn eigen afhankelijke rol in dat systeem en de manier waarop haar idealiserende blik op de liefde contrasteert met de harde realiteit. (Erik Kersten)
Terug naar boven

Bittere harten en echte tranen

Faces (1968)

~

Het blijft een vorm van synchronistisch toeval dat cinema in de jaren zestig experimenteel en vernieuwend was zonder te zijn gebonden aan geografische of culturele grenzen. Veel thema’s en stijlen liepen parallel alsof de tijdgeest een nieuwe vorm van film maken had voorgeschreven. Zo ook in John Cassavetes’ Faces uit 1968. De film is te vergelijken met de intense relatiedrama’s van Bergman gecombineerd met de vrije manier van filmen die ontstond vanuit de nouvelle vague, maar Faces is bovenal een krachtige auteursfilm met de signatuur van Cassavetes. De hoofdpersoon, de door een midlifecrisis getekende Richard Forst, valt op een avond voor de jongere Jeannie Rapp (Gena Rowlands), die door een vriend van Richard is opgepikt. Een confrontatie tussen Richard en zijn vriend over Jeannie leidt tot een verwarrende nacht. Richard besluit uiteindelijk om zijn vrouw voor Jeannie te verlaten. De film focust vervolgens op Richards echtgenote Maria, die in shock verkeert nadat ze hoort dat hij van haar wil scheiden. Maria valt terug op haar vriendinnen en probeert een man te vinden die haar troost kan bieden voor een avond.

Faces is direct en confronterend en gaat over de kwetsbaarheid van menselijke relaties. De impulsieve daden zijn levensecht en tonen hoe mensen reageren als hun emoties de overhand krijgen. De film toont ook op pijnlijk realistische wijze de verbittering die op kan treden in een huwelijk dat zijn houdbaarheid heeft overschreden. De personages in Faces zoeken vooral liefde in een tijd waar er verder geen zingeving lijkt te zijn. Dit blijkt uit Maria’s situatie waarin zij wordt gedwongen zich als oudere vrouw weer in de hedonistische uitgaanswereld te storten. In de scènes waarin zij met haar vriendinnen ontdekt hoe moeilijk het is om weer single te zijn, is de sfeer wanhopig en pathetisch. Zij vindt uiteindelijk een jongere man, maar hun onenightstand leidt tot een emotionele confrontatie.

De plotselinge en hevige gevoelens in Faces lijken op het eerste gezicht perfect geschikt om door middel van improvisatie te worden verbeeld. Cassavetes had de regie echter strak in handen en de naturalistische scènes waren afgeleid van een script. De film heeft een los karakter dat past bij veel films uit de jaren zestig. Cassavetes’ bewuste keuze om af te stappen van een strikte narratieve lijn versterkt de schokkerige en onverwachte kracht van het echte leven dat in al zijn slordigheid gevangen is op het witte doek. Dat Cassavetes ook verwijst naar cinema zelf blijkt uit de openingsscène, waarin de toeschouwer Richard een zaal ziet inlopen. Hij gaat naar een film kijken, waarna Faces begint. Cassavetes wijst hiermee op de kunstmatigheid van het medium zelf zoals regisseurs als Godard en Bergman dat deden. Hiermee staat hij in een lijn met de methoden en fascinaties van moderne regisseurs die weten dat cinema ondanks zijn gekunsteldheid ook een kracht heeft om het leven op een directe en pakkende wijze te vangen. (George Vermij)
Terug naar boven

Louche ondergang

The Killing of a Chinese Bookie (1976)

~

Ben Gazzarra was een van de favoriete acteurs van John Cassavetes en in The Killing of a Chinese Bookie draagt hij de film met een charismatische mengeling van charme en hardheid als stripclubeigenaar Cosmo Vitelli. Hij is als een vaderfiguur voor zijn strippers en gelooft in zijn eigen stijl en klasse die hem onderscheiden van de sjacheraars en criminelen die deel uit maken van het circuit. Als hij zijn gokschulden echter niet kan aflossen wordt hij in het nauw gedreven door zijn schuldeisers, die hem dwingen om iemand te vermoorden. Qua stijl is The Killing of a Chinese Bookie schokkerig en los gefilmd zoals Cassavetes’ andere films. Cosmo wordt vaak gevangen in de donkere hoekjes van zijn club of in de gloed van neon- en straatverlichting als hij wanhopig door de stad loopt. Zijn strippende dames voeren een pathetische dansroutine op met de zingende MC Mr. Sophistication, die lijkt op een chagrijnige freak. Deze elementen teken de louche onderwereld sfeer van de film, maar ondanks deze deprimerende setting gelooft Cosmo in zijn club. Een van de hoogtepunten van de film is als hij zijn strippers en dansers moed inpraat als zij het even niet zien zitten.

Er is al veel geschreven over deze film als een metafoor voor Cassavetes’ strijd als regisseur. Cosmo is net als Cassavetes een man die gebonden is aan de beperkingen van de buitenwereld waardoor hij zijn dromen niet kan waarmaken. De film werkt ondanks deze interpretatie ook perfect als een realistische misdaadfilm in de trant van Mean Streets en Fingers. Dit komt vooral door Cassavetes’ gebruik van acteurs die geloofwaardige criminelen en onderwereldfiguren neerzetten. Vooral de bizarre Timothy Carey is een dreigend personage dat door zijn aanwezigheid gelijk al iets onheilspellends overbrengt. Het is echter Gazzarra die in zijn bescheiden maar sterke spel de show steelt. Met een twijfelende grijns probeert hij de geldwolven nog van zich af te houden en zijn stripclub te runnen. Hij heeft nog een mate van stijlvolle integriteit in een wereld die veel harder is dan hemzelf. (George Vermij)
Terug naar boven

Het mysterie van acteren

Opening Night (1977)

~

Het echte leven en theater lopen naadloos in elkaar over in Opening Night. Gena Rowlands speelt actrice Myrtle Gordon die bezig is met repetities en try-outs voor het toneelstuk Second Woman. Myrtle heeft problemen met de rol van een oudere vrouw die ze moet spelen in het stuk. Haar emotionele instabiliteit wordt nog eens versterkt als zij de getuige is van een auto-ongeluk waar een jonge vrouw, een fan van haar, sterft. Rowlands geeft, zoals te verwachten is in een film van Cassavetes, weer een fantastische vertolking. Cassavetes speelt haar tegenspeler in het toneelstuk, waar ze een problematische relatie mee heeft in haar echte leven. Ben Gazzara is de regisseur die probeert om alles nog tot een goed einde te brengen, maar moet toekijken hoe Myrtles gedrag steeds vreemder en onvoorspelbaarder begint te worden. De kracht van de film zit vooral in de spanningen die worden veroorzaakt door wat gespeeld wordt en wat echt is. De gefilmde repetities zijn voor de toeschouwer intense kijkervaringen, omdat die getuige wordt van de complexiteit en het mysterie van acteren.

Cassavetes regisseert hier ook weer sterk door de acteurs schijnbaar te laten improviseren, wat leidt tot ongemakkelijk botsingen en confrontaties. De verwachtingen van het toneelpubliek zijn ook te zien in scènes van de try-outs waar de kijker een dubbele illusie krijgt voorgeschoteld. Deze wisseling van realiteit en fictie is een sterk thema en toont ook dat er een spiegeling is van de rollen van de personages met hun gedrag in het dagelijkse leven. Het spelen van acts wordt niet alleen gedaan op de planken maar ook in de realiteit, waar acteren een deel vormt van machtsspelletjes tussen mensen. Cassavetes doet in zijn aanpak en zijn fascinaties denken aan de cinema van Bergman, die vaak terugverwees naar theater in zijn films. Myrtles heftige twijfels zijn te vergelijken met de actrice die een zenuwinzinking krijgt in Bergmans Persona. Opening Night heeft zelf ook een grote en brede invloed gehad. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in Valeria Bruni-Tedeschi’s recente Actrices, maar ook in de toneelversie van Toneelgroep Amsterdam en NTGent uit 2006. (George Vermij)
Terug naar boven