Film / Achtergrond
special: Recente Roemeense cinema in het Filmmuseum

Revolutie zonder helden

Wel eens een Roemeense film gezien? Nee mensen, Dracula telt niet. De kans is klein, want Roemenië staat niet bekend als filmland. De laatste tijd staan Roemeense films echter in het middelpunt van de belangstelling, maar tot Nederland was dit nog niet echt doorgedrongen. Hier kwam pas recent verandering in met een apart programma op het Filmfestival Rotterdam, in februari gevolgd door het Filmmuseum in Amsterdam, beide vol recente korte en lange films van jonge regisseurs. Bovendien worden twee van deze films regulier uitgebracht: The Way I Spent the End of the World en 12:08 East of Bucharest. 8WEEKLY zag de films en sprak de regisseurs.

In de communistische tijd waren er weinig interessante Roemeense films, maar ook in de jaren na de revolutie van 1989 stelde het nog niet veel voor. Pas de laatste paar jaar is er een kentering zichtbaar, dankzij een groeiend aantal jonge regisseurs die bijzondere films maken. Ze winnen er veel internationale prijzen mee, tot in Cannes aan toe. Is het toeval dat Roemenië dit jaar tot de Europese Unie is toegetreden?

The Way I Spent the End of the World
Scène uit The Way I Spent the End of the World

De revolutie van ’89, toen dictator Nicolae Ceausescu ten val werd gebracht en samen met zijn vrouw Elena werd geëxecuteerd, is het centrale thema van de twee Roemeense films die deze maand in roulatie komen. Niet door Ceausescu in zijn laatste dagen te portretteren, zoals Adolf Hitler in Der Untergang, en ook niet door enkele demonstranten in Boekarest of Timisoara op de voet te volgen, zoals de Noord-Ieren in Bloody Sunday, maar door zich te concentreren op enkele gewone mensen in dorpjes en stadjes waar eigenlijk maar weinig gebeurde.

Kroniek

The Way I Spent the End of the World gaat over een meisje van 17, Eva, dat zich in 1989 tegen de autoriteiten keert, terwijl het gewone leven zijn gang gaat. Regisseur Catalin Mitulescu, die zelf 17 was in ’89, ziet het als een kroniek van het laatste jaar van het leven onder Ceausescu. “Het is zoals ik het zelf destijds voelde, als het einde van mijn kindertijd, van mijn puberteit, het einde van mijn wereld.” Mitulescu woonde in een vergelijkbare dorpse buitenwijk van Boekarest als in de film. Hij probeert in zijn film een melange van herinneringen te verwerken, zoals zijn grootste inspiratiebron Fellini eerder deed in Amarcord met het Rimini van zijn jeugd in de nazi-tijd.

De motieven voor Eva om in opstand te komen zijn niet eenduidig. Ze heeft immers ook gewoon een moeilijke leeftijd, zoals de 25-jarige hoofdrolspeelster Dorotheea Petre uitlegt. Ze schopt tegen haar ouders en heeft geen zin in school. Dat laatste is niet zo vreemd, als je ziet wat het onderwijs in het communistische tijdperk inhield: militair aandoende appèls en het eindeloos zingen van het volkslied en andere nationalistische liedjes. Nooit wordt helemaal duidelijk waarom de meeste leerlingen en leraren hier níet tegen protesteren: uit angst, omdat ze het systeem goedkeuren, of simpelweg omdat ze niet beter weten, omdat ze het wel goed vinden zo?

Een tweede reden voor Eva’s verzet is een simpele verliefdheid. Als de jongen van wie ze houdt, de zoon van een gezagsgetrouwe politieman, niet loyaal is aan de halsstarrig over een incident zwijgende Eva, zoekt ze haar heil bij haar nieuwe buurjongen. Het is een publiek geheim dat deze zich met zijn vader tegen het regime keert. Samen met hem beraamt ze plannen om zwemmend over de ijskoude Donau naar het vrijere Joegoslavië te vluchten, maar eigenlijk wil ze haar familie en haar stad helemaal (nog) niet verlaten. Als de revolutie eindelijk uitbreekt, zien ze het op televisie, waarna de hele wijk uitzinnig van vreugde de straat op gaat.

Reconstructie

12:08 East of Bucharest
Scène uit 12:08 East of Bucharest

Ja, pas ná de vlucht van de Ceausescu’s de straat op gaan en feest vieren. Dat gebeurde ook in het stadje dat centraal staat in 12:08 East of Bucharest van debutant Corneliu Poromboiu. Althans, volgens een reconstructie die zestien jaar later tijdens een live talkshow op een lokaal tv-station wordt gemaakt, met als centrale vraag: gebeurde de revolutie op die 22ste december ook bij ons, of niet? De film is gebaseerd op een daadwerkelijke talkshow die Poromboiu enkele jaren eerder zag in zijn geboorteplaats. Een geschiedenisleraar vertelt hoe hij met drie collega’s heldhaftig tegen het regime protesteerde op het centrale stadsplein en daarbij vocht tegen de Securitate, de gevreesde geheime dienst. Pas toen het nieuws van Ceausescu’s vlucht bekend werd, om 12:08 uur precies, stroomde het plein vol met de rest van de stad, die daarvóór laf thuis tv zat te kijken. Al snel blijkt echter geen enkele getuige die zich telefonisch meldt zich het heroïsche viertal te kunnen herinneren, eerder het tegendeel, en moet de presentator de conclusie trekken dat óók de leraar en zijn kornuiten slechts helden op sokken waren. Poromboiu: “Het is een film over persoonlijke geschiedenissen, en hoe mensen die veranderen om zichzelf te rechtvaardigen.”

Dit gegeven lijkt op het eerste gezicht misschien wat saai voor een speelfilm, maar het wordt met veel humor gebracht. In de eerste, nog wat trage, helft worden de personages geïntroduceerd: de presentator annex eigenaar van het amateuristische tv-station en de enige twee mensen die hij na een wanhopige zoektocht naar gasten weet te strikken: de alcoholistische leraar en een oudere man. Vervolgens verschijnen de drie in het meest armetierige studiootje dat je je voor kunt stellen. Op de achtergrond een foto van het plein waar het in ’89 allemaal gebeurde. De camera wordt bediend door een jongeman die door Dogma-films geïnspireerd lijkt te zijn; een statief vindt hij maar ouderwets. De presentator blijkt een opgeblazen kikker die geheel onnodig Plato’s grot erbij sleept, de leraar wil het liefst onder de desk verdwijnen als hij door bellers van leugens wordt beticht, en de oude man kijkt verbaasd om zich heen, onderwijl bootjes van papier vouwend. Lang leve de talkshow zonder redactionele voorgesprekken, daar gebeurt tenminste nog wat! Het geheel lijkt een fantastisch staaltje improvisatiewerk, maar blijkt woord voor woord te zijn geschreven en gerepeteerd. De opnames voor de 35 minuten talkshow duurden 6 dagen. “Alles was precies uitgedacht, de film mocht beslist niet inzakken en ook niet uit de bocht vliegen,” aldus Poromboiu.

Zwarte humor

De algehele sfeer van de film is er een van hilariteit. Een ware zwarte komedie, die je niet snel vergeet. Volgens Poromboiu en Mitulescu is deze zwarte, soms ietwat absurde, humor typisch Roemeens en staan zij in een lange traditie. Ook The Way I Spent the End of the World is hier en daar erg grappig, met als hoogtepunt een kerende bus (ja, u leest het goed: komisch hoogtepunt is een kerende bus), maar is vooral een mooie coming of age-film. Het tempo ligt laag, de gebeurtenissen rijgen zich langzaam aaneen en de sfeer staat voorop. Naast Eva en haar respectievelijke vriendjes staat haar 10-jarige broertje centraal, dat in zijn fantasieën Ceausescu zelf de genadeklap toebrengt. Hun vader is alleen binnenshuis opstandig: hij transformeert de gevreesde dictator in een komisch typetje. Maar ze houden zich ook met andere dingen bezig, met feesten, met school, met de liefde. De revolutie vindt op de achtergrond plaats, zoals ook de oude man in 12:08 East of Bucharest zich de bewuste dag vooral herinnert, omdat hij toen ruzie had met zijn vrouw.

Meer ontspannen

The Death of Mr. Lazarescu
Scène uit The Death of Mr. Lazarescu

In The Way… overheerst uiteindelijk de hoop. Volgens Mitulescu zien veel Roemenen nog steeds om in wrok, terwijl hij juist meer ontspannen naar het verleden wil kijken: “We hebben het communisme achter ons gelaten, maar als we blijven strijden, zullen de communisten toch nog winnen.” Ook in 12:08 wordt met mededogen en veel humor gekeken naar het onvermogen van mensen om in het reine te komen met hun verleden. Daarentegen heeft de quasi-documentaire The Death of Mr. Lazarescu van Cristi Puiu een heel wat pessimistischer toon. Deze 2½ uur durende festivalfavoriet en veelvuldig prijswinnaar uit 2005 is helaas nooit apart uitgebracht in Nederland, maar is wel een week lang in het Filmmuseum te zien.

Meneer Lazarescu is een oude, alcoholistische man die het alarmnummer belt als hij zich beroerd voelt. Hij wordt opgehaald met een VW-busje dat voor ambulance moet doorgaan. Dan begint een wanhopige tocht langs verschillende ziekenhuizen in Boekarest, die allemaal overvol zijn vanwege een ernstig busongeluk diezelfde avond. Nu kun je dat nog zien als overmacht, maar de situatie wordt al snel schrijnender, als niemand de dronken man serieus wil nemen. De bezorgde ambulanceverpleegkundige wordt door artsen afgebekt, omdat zij, eh… slechts ambulanceverpleegkundige is. Eén dokter weigert te opereren zonder toestemming van de patiënt – dat zijn de regels – hoewel deze inmiddels ijlt dat het een lieve lust is. De arme man overleeft het niet. Dat ik hier het slot verraad is niet erg (die zit al in de titel verborgen), want het gaat om de realistisch en tergend langzaam in beeld gebrachte reis, om de ontstellende bureaucratie, de onuitwisbare hiërarchie.

Filmmuseum

Deze drie bijzondere films zijn reden genoeg voor het Filmmuseum om van 5 t/m 28 februari extra aandacht te besteden aan de recente Roemeense cinema. Zo is van Cristi Puiu tevens de misdaadfilm Stuff and Dough uit 2001 te zien, is Dorotheea Petre (die in het programma Un certain regard in Cannes de prijs voor beste actrice won) ook te bewonderen in Ryna (Ruxandra Zenide, 2005) en komt de revolutie mede aan bod in The Paper Will Be Blue (Radu Muntean, 2005). Oost-Europese-cinema-deskundige Rik Vermeulen licht op 11 februari zes korte films toe, onder meer van Mitulescu en Poromboiu, Op 9 en 11 februari ten slotte worden vier korte films van Cristian Nemescu vertoond, die vorig jaar op 27-jarige leeftijd verongelukte.

Catalin Mitulescu: “Als je onze films ziet, begrijp je ons beter, wat er met ons gebeurd is, waarom we zijn zoals we zijn.”

Het programma ‘Recente Roemeense cinema’ wordt van 5 t/m 28 februari gehouden in het Filmmuseum in Amsterdam.

The Way I Spent the End of the World (Cum mi-am petrecut sfarsitul lumii, 2006) van Catalin Mitulescu draait daarnaast vanaf 8 februari in diverse filmhuizen; 12:08 East of Bucharest (A fost sau n-a fost?, 2006) van Corneliu Porumboiu gaat vanaf 22 februari in roulatie.

The Death of Mr. Lazarescu (Moartea domnului Lazarescu, 2005) van Cristi Puiu is alleen van 15 t/m 21 februari in het Filmmuseum te zien, maar is ook als import-dvd verkrijgbaar.