Boeken / Fictie

Fenomenologie van de ruimte

recensie: Chloe Aridjis - Wolken boven Berlijn

Berlijn is al jarenlang de hipste stad van underground Europa. Ook is het een gewonde stad. Van het Holocaust-monument via eeuwige bouwputten naar ondergrondse Stasi–kelders: de stenen, het cement en de aarde van Berlijn getuigen van de geschiedenis van de twintigste eeuw. In Wolken boven Berlijn, het debuut van de jonge Amerikaanse schrijfster Chloe Aridjis, zijn underground en geschiedenis twee kanten van dezelfde medaille.

Chloe Aridjis

Chloe Aridjis

De val van de Muur is dit jaar alweer twintig jaar geleden. Nog geen kwart eeuw geleden was Europa verdeeld in twee machtsblokken, waartussen je niet kon reizen. Wie zich afvraagt hoe dit doorwerkt in de jongerencultuur van de eenentwintigste eeuw, doet er goed aan Wolken boven Berlijn te lezen. De hedendaagse scene is daarin gesitueerd in een Berlijn dat aan alle kanten de verschrikkingen van vóór 1989 uitwasemt.

Spookstations
De hoofdpersoon in dit boek is een jonge Mexicaanse vrouw die min of meer toevallig Duits ging studeren, een beurs won om naar Berlijn te gaan en daar de volgende jaren bleef hangen. Toeval speelt in het leven van deze Tatiana een grote rol, vooral door haar passiviteit. Als je zelf niets doet, bepaalt het toeval wat er met je gebeurt. Tatiana is zwijgzaam en houdt zich afzijdig in een koud appartement. Ze doet wel wat denken aan de anti-helden van Paul Auster, die dit boek heeft bejubeld. Zo’n laks personage kan slecht uitpakken, maar Aridjis komt ermee weg. Enerzijds door de verrassende, mooi geformuleerde gedachten van Tatiana; anderzijds doordat Tatiana niet de echte hoofdpersoon is. Dat is namelijk Berlijn.

Tatiana gaat – toevallig – werken voor dr. Weiss, een vooraanstaand historicus die inmiddels een teruggetrokken bestaan leidt. Hij heeft een ‘mechanisch oor’ nodig: Tatiana typt de bandjes uit waarop hij ideeën voor nieuw werk heeft ingesproken. Het zijn essays over het fysieke Berlijn dat doordrenkt is van het immateriële Berlijn, zij vormen een ‘fenomenologie van de ruimte’. Dat klinkt abstract, maar via Tatiana krijgen we een idee van de opzet. Gebouwen, pleinen en wegen bewaren het verleden, om het in het heden te laten herleven. Als dat waar is, is Berlijn een stad met heel zware ruimtes, waarvan de allerzwaarste zich onder de grond bevinden. Een mooie illustratie zijn de spookstations in de Berlijnse metro. Omdat de Muur niet in een rechte lijn liep, moest de West-Berlijnse ondergrondse door Oost-Berlijns gebied rijden. Zonder stoppen natuurlijk, waardoor de daar gelegen stations veranderden in Geisterbahnhöfe, ‘een schemerige onderwereld’ waarin reizigers zich Orpheus waanden.

Vreemd futuristisch
Het is knap hoe Aridjis de undergroundcultuur weet te verweven met de geschiedenis, drugsfeesten koppelt aan kegelende Stasi-agenten, Tatiana spiegelt aan de oude doctor. Het idee dat de fysieke ruimte het verleden in zich vasthoudt, zingt door in alle elementen van de roman. De ruimte is daarom de echte hoofdpersoon, terwijl de personages schimmen blijven (soms letterlijk), aanleidingen om het decor tot leven te brengen (soms ook letterlijk). Dat roept opnieuw Paul Auster in herinnering, wat als een compliment mag gelden.

Wolken boven Berlijn is een boeiende en originele roman, geschreven in een genuanceerde stijl. Daarom is het jammer dat Aridjis aan het eind uit de bocht vliegt. Tatiana wordt van een overval gered door een dichte mist, alsof de wolken boven Berlijn naar beneden zijn gekomen. De mist onttrekt alles aan het zicht, alleen de herinnering aan de straten en gebouwen blijft bestaan. Opnieuw is het de omgeving die het lot van dit passieve meisje bepaalt. Berlijn speelt verstoppertje. Zo’n vreemde afloop had dit boek best kunnen hebben. Waarom laat Aridjis dan doorschemeren dat Tatiana zich die wolken misschien verbeeldde? De ‘schimmige’ personages krijgen opeens de hoofdrol toebedeeld. Alles komt goed, op de literair verantwoorde manier van sadder but wiser. Aridjis had beter het laatste woord aan de omgeving kunnen laten, ‘die zowel bevroren leek in de tijd als vreemd futuristisch’.