Tag Archief van: recensie

Muziek / Concert

Mahler in een twijfelachtig jasje

recensie: Symphonic Cinema - The Echo of Being

Kun je muziek verfilmen? Die vraag vormt het uitgangspunt van Symphonic Cinema, een concept bedacht door filmmaker Lukas van Woerkum. In plaats van bestaande beelden te ondersteunen met muziek werkt hij omgekeerd, en probeert zo iconische klassieke muziekstukken te visualiseren en tot leven te wekken. Maar lukt hem dat ook?

Een gezin – moeder, vader, dochter – ploegt zijn weg door de sneeuw, de dochter duidelijk ziek en vermoeid. Ze zijn op weg naar een afgelegen huisje aan de rand van een bergmeer, zodat hun dochter er haar laatste adem kan uitblazen. Deze beelden vormen de openingsscenes van The Echo of Being (2020), het jongste Symphonic Cinema-project. Het verhaal is losjes gebaseerd op het leven van Gustav Mahler, een van de belangrijkste laat-romantische componisten uit de negentiende eeuw. Mahlers jongste dochter overleed op jonge leeftijd, en dit dramatische feit zette van Woerkum aan het schrijven. Een biopic is het echter niet geworden: The Echo of Being speelt zich af in het hier en nu en vertelt een modern, fictief verhaal over het verlies van een kind. In deze film winnen de beelden het van het plot: in plaats van een complex verhaal heeft van Woerkum gekozen voor emotieve beelden die het verdriet van de ouders en de spiritualiteit van de dood illustreren. De film belooft een reflectie op het leven, de dood, en alles daarna. 

Psychedelische beelden

Op het podium van de Grote Zaal in TivoliVredenburg staat het gerenommeerde twaalfkoppige New European Ensemble in een sober decor met op de achtergrond enkel een filmscherm. Naast het orkest neemt van Woerkum ook zelf op het podium plaats: hij synchroniseert namelijk live de film met de muziek zodat beeld en geluid precies overeenkomen. Om te vermijden dat de film de muziek zou inhalen, worden de filmscènes afgewisseld met caleidoscopische beelden die een beetje aan een cliché weergave van een LSD-trip doen denken. De abstracte beelden staan in schril contrast met de winterse taferelen waar de kijker op wordt getrakteerd – zo mooi dat je haast David Attenborough’s stem op de achtergrond verwacht. Later wordt duidelijk dat de psychedelische overgangen de binnenkant van een steen moeten voorstellen, waar de dochter tot aan haar dood gehecht aan was. Toch rijst de vraag of er echt geen betere keuze voorhanden was- de schreeuwerige kleuren werken afleidend en dragen weinig bij aan het verhaal.

Sentimentele clichés

Het bijzondere concept van Symphonic Cinema is ook buitenlandse acteurs niet ontgaan en de cast is dan ook zeker niet de minste. Zo wordt de vaderrol vertolkt door de Britse acteur Greg Wise, bekend van onder andere Sense and Sensibility (1995) en The Crown. Amira Casar, die de moeder speelt, vergaarde faam na haar rol in Call Me By Your Name (2017). Helaas maken goede acteurs niet altijd een goede film: de cast doet zijn uiterste best op de perfect uitgevoerde symfonieën van Mahler, maar toch doet het geheel eerder sentimenteel dan ontroerend aan. De vader die met zijn zieke dochter door de kamer danst terwijl de moeder mistroostig toekijkt van achter het raam, of een woedeaanval van de moeder terwijl de sneeuw met dikke vlokken naar beneden valt – de clichés stapelen zich op. Dat is jammer, want het is ongetwijfeld een knappe prestatie om een verhaal te vertellen zonder dialoog. Wat wél werkt is de combinatie van muziek en natuur: de bijna buitenaardse beelden van de bevroren Dolomieten vullen de muziek zo goed aan dat het bijna lijkt alsof Mahler het zelf zo bedacht heeft.

De klassieke muziek was op zoek naar nieuwe, moderne concertvormen en je moet het van Woerkum nageven: die heeft hij zeker geboden. The Echo of Being had alle ingrediënten om te slagen: een goed orkest, een internationale topcast en schitterende beelden, maar slaat toch nét de plank mis. Kun je muziek verfilmen? Aan het concept en de bereidheid zal het niet liggen, dus wellicht lukt het van Woerkum in zijn andere films beter.

Muziek / Concert

Mahler in een twijfelachtig jasje

recensie: Symphonic Cinema - The Echo of Being

Kun je muziek verfilmen? Die vraag vormt het uitgangspunt van Symphonic Cinema, een concept bedacht door filmmaker Lukas van Woerkum. In plaats van bestaande beelden te ondersteunen met muziek werkt hij omgekeerd, en probeert zo iconische klassieke muziekstukken te visualiseren en tot leven te wekken. Maar lukt hem dat ook?

Een gezin – moeder, vader, dochter – ploegt zijn weg door de sneeuw, de dochter duidelijk ziek en vermoeid. Ze zijn op weg naar een afgelegen huisje aan de rand van een bergmeer, zodat hun dochter er haar laatste adem kan uitblazen. Deze beelden vormen de openingsscenes van The Echo of Being (2020), het jongste Symphonic Cinema-project. Het verhaal is losjes gebaseerd op het leven van Gustav Mahler, een van de belangrijkste laat-romantische componisten uit de negentiende eeuw. Mahlers jongste dochter overleed op jonge leeftijd, en dit dramatische feit zette van Woerkum aan het schrijven. Een biopic is het echter niet geworden: The Echo of Being speelt zich af in het hier en nu en vertelt een modern, fictief verhaal over het verlies van een kind. In deze film winnen de beelden het van het plot: in plaats van een complex verhaal heeft van Woerkum gekozen voor emotieve beelden die het verdriet van de ouders en de spiritualiteit van de dood illustreren. De film belooft een reflectie op het leven, de dood, en alles daarna. 

Psychedelische beelden

Op het podium van de Grote Zaal in TivoliVredenburg staat het gerenommeerde twaalfkoppige New European Ensemble in een sober decor met op de achtergrond enkel een filmscherm. Naast het orkest neemt van Woerkum ook zelf op het podium plaats: hij synchroniseert namelijk live de film met de muziek zodat beeld en geluid precies overeenkomen. Om te vermijden dat de film de muziek zou inhalen, worden de filmscènes afgewisseld met caleidoscopische beelden die een beetje aan een cliché weergave van een LSD-trip doen denken. De abstracte beelden staan in schril contrast met de winterse taferelen waar de kijker op wordt getrakteerd – zo mooi dat je haast David Attenborough’s stem op de achtergrond verwacht. Later wordt duidelijk dat de psychedelische overgangen de binnenkant van een steen moeten voorstellen, waar de dochter tot aan haar dood gehecht aan was. Toch rijst de vraag of er echt geen betere keuze voorhanden was- de schreeuwerige kleuren werken afleidend en dragen weinig bij aan het verhaal.

Sentimentele clichés

Het bijzondere concept van Symphonic Cinema is ook buitenlandse acteurs niet ontgaan en de cast is dan ook zeker niet de minste. Zo wordt de vaderrol vertolkt door de Britse acteur Greg Wise, bekend van onder andere Sense and Sensibility (1995) en The Crown. Amira Casar, die de moeder speelt, vergaarde faam na haar rol in Call Me By Your Name (2017). Helaas maken goede acteurs niet altijd een goede film: de cast doet zijn uiterste best op de perfect uitgevoerde symfonieën van Mahler, maar toch doet het geheel eerder sentimenteel dan ontroerend aan. De vader die met zijn zieke dochter door de kamer danst terwijl de moeder mistroostig toekijkt van achter het raam, of een woedeaanval van de moeder terwijl de sneeuw met dikke vlokken naar beneden valt – de clichés stapelen zich op. Dat is jammer, want het is ongetwijfeld een knappe prestatie om een verhaal te vertellen zonder dialoog. Wat wél werkt is de combinatie van muziek en natuur: de bijna buitenaardse beelden van de bevroren Dolomieten vullen de muziek zo goed aan dat het bijna lijkt alsof Mahler het zelf zo bedacht heeft.

De klassieke muziek was op zoek naar nieuwe, moderne concertvormen en je moet het van Woerkum nageven: die heeft hij zeker geboden. The Echo of Being had alle ingrediënten om te slagen: een goed orkest, een internationale topcast en schitterende beelden, maar slaat toch nét de plank mis. Kun je muziek verfilmen? Aan het concept en de bereidheid zal het niet liggen, dus wellicht lukt het van Woerkum in zijn andere films beter.

Theater / Voorstelling

Humor met een roze glitter strik

recensie: The Book of Mormon

De makers van Southpark die een musical maken over het Mormoonse geloof. Het klinkt als een absurde grap uit de animatieserie zelf, maar niets is minder waar. The Book of Mormon is een wervelwind van een musical, die gegarandeerd staat voor heel wat gelach. Momenteel staat de Engelstalige versie van de musical in Carré.

De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, in de volksmond de mormonen, staat centraal in deze hilarische musical. Twee elders (net volwassen mormonen die op zending moeten) worden op missie gestuurd naar Oeganda, waar zij de bevolking moeten bekeren tot het geloof. Die bevolking blijkt erg koppig en druk bezig met andere belangrijke zaken. Dit leidt tot allerlei misverstanden en uiteindelijk tot massale bekering.

Bespottende maatschappijkritiek

De musical drijft de spot met alles: het Mormoonse geloof, andere musicals en het stereotype beeld dat mensen hebben van Afrika. Bovendien maakt het allerlei alledaagse situaties belachelijk en is er veel maatschappijkritiek. Een voorbeeld is de overdreven vrouwelijke homoseksuele mormoon die ‘Turn it off’ zingt over zijn verboden gevoelens. Ook speelt hij een hoofdrol in ‘Spooky Mormon Hell Dream’ tussen Djengish Kahn en Hitler. De grappen die gaan over zin seksuele geaardheid zijn totaal niet politiekcorrect, maar ze zijn wel hilarisch en ook zeer maatschappijkritisch. De musical is razendsnel: flauwe ‘poep en plas humor’ wisselt af met goed gevonden grappen en veel ironie, waar veel dubbele lagen in zitten. Een dubbele laag zit bij voorbeeld in hoe de reis naar Afrika uitgebeeld lijkt te worden met een show die erg op The Lion King lijkt. Dit is kritiek op deze musical, racisme én het cliché beeld dat de meeste mensen hebben van Afrika.

(C) Julieta Cervantes

Elder Cunningham (Conner Peirson) en Elder Price (Robert Colvin) hebben een goede chemie, of beter gezegd ‘anti-klik’, op het podium. Price is de perfecte populaire Mormoon die denkt dat de wereld om hem draait, Cunningham is zijn tegenpool en wordt wonder boven wonder juist succesvol. De toon voor hun vriendschap wordt duidelijk gezet in het nummer ‘You and me (but mostly me)’, waarin duidelijk wordt dat Price in Afrika de show moet gaan stelen en Cunnningham slechts een hulpje is. Vooral de vertolking van Conner Peirson valt op, met bijna elke (on)subtiele beweging zorgt hij voor lachsalvo’s.

Hoogstaande internationale kwaliteit

The Book of Mormon drijft ook de spot met het medium musical, vooral door zeer groots uit te pakken. De musical zit vol grote dansnummers, waarbij het grote ensemble choreografieën danst die doen denken aan grote musicalklassiekers. De musical voldoet aan alle eisen van een klassieke musical: grootse choreografieën, regelmatig kostuumwisselingen, veel zang en gevarieerde decorwisselingen. Het drijft de spot, maar is op zichzelf een perfecte musical van hoge kwaliteit. Bovendien past de inhoud natuurlijk niet in het stereotype beeld dat mensen hebben van musicals: zoetsappige liefdesverhaaltjes. De musical zit namelijk vol harde humor en gescheld.

In het kader van de serie Broadway in Carré  werd de Engelse versie van The Book of Mormon in 2019 naar Carré gehaald. Naar aanleiding van dit succes draait de musical nu weer drie weken in Carré. In de jaren daarvoor speelden onder andere de internationale versies van Sunset Boulevard en The Courious Case of the Dog in the Night-time kort in Carré. Een jonge traditie die hopelijk nog lang blijft bestaan, want deze hoogstaande grootse musicals hebben we zelden in Nederland. Er wordt nergens op bezuinigd: de ensembles zijn bestaan uit veel dansers en met kostuums en decor wordt ook groots uitgepakt. Bovendien is het erg leuk om zulke stukken eens in het Engels te zien, want dat is vaak toch de vorm waarin je de muziek al kent.

The Book of Mormon is een musical die iedereen belachelijk maakt, maar niemand beledigd. Na de voorstelling stonden er buiten Carré zelfs een paar Mormonen hun geloof te verspreiden. Kortom, deze musical is een must-see voor iedereen: of je nu van musicals houdt of ze haat, of je Southpark kijkt of niet, of je nou gelooft of niet!

 

 

Boeken / Fictie

Een fleurige doorsneeroman

recensie: De Jasmijnvilla – Elena Conrad
pixel2013 via Pixabay

Kan een vakantiebestemming zoveel indruk maken dat je ervoor in de pen wilt klimmen? Jazeker! Auteur Elena Conrad schreef over haar favoriete vakantieplek: de Ligurische kust. Zoals de titel, De Jasmijnvilla, al doet vermoeden gaat het eerste deel van de Jasmijnserie over een prachtige villa met een jasmijn- en olijfboomgaard. De bewuste villa wordt geërfd door een Duitse, alleenstaande jonge vrouw die zich laat inpalmen door haar sexy buurman. 

Vlinders en vlegels

Hoe rechttoe rechtaan kan een verhaal zijn: advocate in spe, Giulia Zeidler, krijgt onwerkelijk slecht en mooi nieuws op één dag. Haar opa, Enzo Martini, is eenzaam en alleen overleden en heeft aan zijn dochter Giuseppina Zeidler (Giulia’s moeder), zijn villa in Italië achtergelaten. Giuseppina – ‘Pina’ – wil echter niets weten van haar riante erfenis. Niet voor niets heeft ze haar thuisland jaren geleden ontvlucht om in het huwelijksbootje te stappen met de Duitser Robert Zeidler. Van contact tussen Pina en haar vader Enzo was geen sprake. Giulia vindt het maar vreemd en wil dolgraag een kijkje nemen op het landgoed van haar grootvader. Moedwillig neemt ze een tijdje vrij van werk en stapt in haar Twingo naar Levanto. Aldaar wordt ze met een zeer sceptische blik verwelkomd door Fulvio en Loretta, een echtpaar dat haar grootvader tot aan zijn laatste adem heeft geholpen met het runnen van het landgoed. Giulia weet hen gaandeweg in te palmen en te verzekeren van haar goede zaak: ze wil de villa koste wat kost opknappen.  

Niet alleen haar nieuwe missie bezorgt haar veel vlinders in haar buik. Ook de knappe buurman, Marco Signorello, zorgt voor een zekere opleving en blozend gelaat. Jammer dat Marco’s vader Alessandro al meteen zo’n grote aversie tegen haar heeft. Komt het doordat ze zoveel uiterlijke overeenkomsten vertoont met haar moeder Pina en haar aanblik al zijn diep weggestopte herinneringen naar boven haalt? Marco’s ‘aartsvijand’ Paolo Messi is tenminste wél in Giulia geïnteresseerd. Iets te veel, tot grote ergernis van Marco. Of aast Paolo – als de gewiekste makelaar die hij is – op de villa van wijlen haar grootvader? Ondertussen probeert hij ook Alessandro zijn huis en haard afhandig te maken. 

Voorspelbaar plot en een beperkte woordenschat

Drama alom, dus. Conrad weet genoeg intrige te kweken voor haar debuutroman. Ze lijkt de kunst te hebben afgekeken bij andere romanschrijfsters en haar plot is dan ook tamelijk voorspelbaar: iedere uitkomst in dit verhaal ligt in de lijn der verwachting. Conrads stijl is direct. Van haar hoef je geen gedetailleerde beschrijvingen te verwachten en ze heeft een tamelijk beperkte woordenschat die ze tentoonstelt. Dat maakt dat het verhaal heel toegankelijk is voor een breed lezerspubliek. Ook het feit dat ze zo weinig personages laat opvoeren in het verhaal, maakt dat het boek heel goed te volgen is. Jammer genoeg valt er weinig te lachen: de dialogen zijn vrij ernstig. Niet alleen de gesprekken tussen Alessandro en Giulia, maar ook die tussen Marco en Paolo en zelfs die tussen Giulia en haar moeder zijn behoorlijk negatief van aard. Een lachje kan er zeker niet af. Het boek is dus niet ‘luchtig’ te noemen, eerder een tikkeltje droefgeestig. Vooral als Laura, de zus van Marco, haar intrede doet in het verhaal. Ze is erg ziek en vreest voor de zorg voor haar negenjarige dochter Aurora… 

Dertien-in-een-dozijn-serie

Dit boek is zeker een aanrader voor lezers die houden van romantiek ten top. Lezers die houden van mooischrijverij en verrast willen worden door een indrukwekkende schrijfstijl, kunnen deze ‘dertien-in-een-dozijn-roman’ het beste links laten liggen. Er zijn genoeg Duitse collega-schrijvers die iets meer imponerende boeken op hun naam hebben staan. Neem een Anne Jacobs of Corina Bomann: met hun trilogieën kan Conrad zich niet meten. Het werk doet eerder denken aan dat van Paula Stern, die de Koffietrilogie schreef. Het lijkt bijna een soort trend: vrouwelijke schrijvers die zich wagen aan het schrijven van een trilogie en die vervolgens ophangen aan een zoetsappige naam: de Chocoladevilla-serie (Maria Nikolai), de Café Engel-serie (Marie Lamballe) en de Kleuren van schoonheid-serie (Corinna Bomann) kwamen dit jaar al eerder voorbij. Deze nieuwe serie, de Jasmijnserie, zet de traditie voort. Conrad lijkt de zoveelste schrijfster te zijn die haar romannetje wil opdelen in drie aparte verhalen. Ze heeft daartoe gekozen voor een toereikend aantal ingrediënten: wie La Bella Italia mixt met een knappe buurman, een wantrouwende omgeving en zon-, zee- en ziekenhuistaferelen, weet dat er genoeg drama op haar bordje komt.  

Hoe voorspelbaar het plot ook mag zijn en hoe sterk je ook het idee krijgt dat je dit verhaal al eerder voorbij hebt zien komen in boekvorm of in de gedaante van een serie of film: het verhaal lees je heerlijk weg op een zonnige dag. Voor even waan je je in de prachtige boomgaard in Levanto, wetend dat er een appetijtelijke Italiaan rondloopt die alles voor je overheeft. Ach, je kunt het slechter treffen… 

Boeken / Non-fictie

Over de diepste krochten van de ziel en daaraan voorbij

recensie: Ik hou van je maar kies het duister - Claire Vaye Watkins

In de autobiografische roman Ik hou van je maar ik kies het duister dompelt auteur Claire Vaye Watkins (1984) zich onder in haar eigen familiegeschiedenis. Met een vader die lid was van de Manson Family en een moeder die aan zelfdestructie leed, valt er meer dan genoeg te vertellen. Ondanks de groteske tragiek die Watkins toont, heeft ze ook zeker een (zwart) gevoel voor humor.

Jeugd zonder perspectief

De schrijfster is in haar derde boek openhartig over haar leven, dat eenvoudigweg ‘trammelant’ te noemen is. Misschien wel erg voor de hand liggend, voor de liefdesbaby van een behoorlijk instabiele moeder en de rechterhand van Charles Manson (de Amerikaanse crimineel en sekteleider, die talloze moorden op zijn geweten had). Samen met haar zusjes Lise en Lyn groeide ze op in Tecopa en in Pahrump, aan de Navajo Road in Californië in de Verenigde Staten. Nadat de dood – door toedoen van de ziekte leukemie – hun vader tot zich nam, trouwde hun moeder met Ron. Een huwelijk dat niet lang stand hield, met als gevolg dat Watkins moeder huis en haard verliet en Ron in grote onwetendheid achterliet. Hoe jong ze ook is, de jeugd van Watkins wordt overschaduwd door de verslavingen van haar moeder:

‘Verslaving is een van die begrippen die ik nooit bewust heb geléérd. Een begrip dat ik vanaf mijn geboorte al gekend lijk te hebben. […] De AA kwam het dichtst bij een kerk, wat ons gezin betreft.’

Bittere gevoelens en zwarte humor wisselen elkaar af als Watkins vertelt over haar aan koffie-, sigaretten-, drank- en werkverslaafde moeder. Als hun moeder hun levens keer op keer in gevaar brengt, besluiten Lyn en Lise weg te lopen (Watkins is het huis dan al uit) om weer bij Ron te gaan wonen in zijn dubbelbrede trailer aan Mesquite Avenue. Later, na een gevangenisstraf, mag Watkins moeder weer terugkeren naar de trailer: de plek waar ze uiteindelijk haar dood zal vinden na een overdosis pillen.

Zelfdestructief?

Terwijl haar moeder naar eigen zeggen ‘langzaam ten onder ging’, woonde Watkins onder andere in Los Angeles en leerde ze haar eigen boontjes doppen. Door middel van flashbacks en flashforwards geeft Watkins een niet-chronologisch overzicht van haar turbulente leven. Ze is uitgegroeid tot een getrouwde vrouw, met een baby en een ‘rij tanden in haar vagina’. Na Watkins bevalling overvalt een postnatale depressie haar en opeens is haar eigen leven Watkins vreemd: ze wil antwoorden op vragen uit het verleden, korte metten maken met de ethische kwesties die opdoemen in haar hoofd. Ze vlucht weg, vér weg, van een burgerlijk bestaan en enkel de borstkolf in haar reistas doet Watkins – op haar verre bestemming – nog herinneren aan de verantwoordelijkheden die een moeder draagt.

Een spiritueel ego

Het leven van de schrijfster, die momenteel ook lesgeeft in het vak ‘Creatief schrijven’ aan Bucknell Universiteit in Lewisburg (Pennsylvania), heeft trekjes van een script voor een dramatische film over de armoede in de woestijn van Nevada. Niets is minder waar; haar door en door feministische en altruïstische aard zijn niet overdreven. De schrijfster keerde terug naar de plek van haar jeugd, Death Valley, en is er nooit meer weggegaan. Ze ging terug om een goed beeld te construeren van haar ouders: aan het begin van het boek geeft ze een uitgebreide portretschets van haar vader en in vele hoofdstukken toont ze de brieven van haar moeder als jonge vrouw. Deze brieven doorbreken het verhaal, dat op zichzelf al lastig te volgen is. De vrij onorthodoxe schrijfstijl die Watkins hanteert, laat zien dat ze over een grote woordenkennis beschikt én dat ze zich verscheidene manieren kan aanwenden om haar verhaal aan de man te brengen. Ze maakt bovendien zoveel intertekstuele verwijzingen en ze dropt zoveel namen dat het vrij lang duurt om dit boek uit te lezen. Daarbij is de auteur zeker niet vies van een beetje spiritueel gezwets op z’n tijd, waardoor je je soms waant in het aloude hippietijdperk van vrije liefde (ze houdt er een niet bepaald geslaagd open huwelijk op na) en drugs. Sommige passages zijn zo duizelingwekkend geschreven, zo ongrijpbaar of onduidelijk, dat je je soms zelf in een trip waant. Juist door zoveel informatie mee te geven, raakt ze de lezer kwijt.

Zielenheil

Eerlijk is eerlijk: dit is een ongenadig diepe inkijk in het leven van een opmerkelijke vrouw. Ze bewandelt geen conventionele wegen, maar ze kiest voor de grootste omwegen in het leven. Bovenal doet ze waar ze zin in heeft en ze staat haar mannetje, terwijl de herinneringen aan een moeizame jeugd haar altijd blijven tergen. ‘Een roepende in de woestijn’ is deze vrouw zeker niet. Haar complexe wijze van denken en de zoektocht naar zielenheil, maken dit boek tot een opmerkelijk stukje literatuur.

Muziek / Concert

Antoon had Tilburg al bij ‘Hallo’

recensie: Antoon Live tour

Antoon is sinds de hit ‘Hyperventilatie’ razend populair. Hij scoort hit na hit en trekt volle zalen. Dat is goed te merken, want op 11 maart zegt hij hallo tegen een uitverkocht 013 in Tilburg.

Verscheiden locaties in de stad Tilburg worden gevuld met fans van muzikant Antoon. Naast het poppodium zijn de fans ook te vinden bij de testlocaties en winkelstraten. Het personeel van de lokale horeca zet zijn muziek zachtjes aan. Het lijkt een beetje op bingo, iedere keer dat iemand ‘Draaien ze nou Antoon?’ zegt, glimlachen collega’s stiekem naar elkaar. Ondanks dat de deuren van 013 pas over drie uur opengaan, staat er ruim van tevoren al een rij. De 20-jarige muzikant trekt een gemengd publiek van jongeren aan, al hebben de dames vanavond duidelijk de overhand.

De zaal wordt donker en alle ogen flitsen naar het podium. Honderden telefoons schieten de lucht in om te filmen. Het podium wordt ondergedompeld in de rode tinten van een zonsondergang. De rook boven het podium dwarrelt langzaam rond. Het publiek is muisstil op het gejoel van een enkeling na, die zich niet langer kan inhouden. De welbekende intro ‘A-A-A-Antoon’ klinkt door de speakers. Achter de schermen bouwt Antoon de spanning nog verder op en hij begint aan het eerste couplet. De muziek zwelt aan en precies op het hoogtepunt rent hij eindelijk het podium op. Het oorverdovende geschreeuw van het publiek dreunt dwars door je heen. Het is een sterke opening van de avond en belooft veel goeds.

Koning van de dansvloer

Als Antoon op het podium staat, is er geen tijd om je te vervelen. Zijn elektronische dance-beats werken aanstekelijk. Hoewel het publiek vooraan dicht op elkaar staat, houdt dat niemand tegen om zich te laten gaan. Want bij een energieke show hoort uiteraard ook een energiek publiek. Antoon zorgt dat iedereen in de zaal zich de koning van de dansvloer voelt. Zelf danst hij niet zoveel, maar hij staat zeker niet stil. De heuse stuiterbal benut elke centimeter van het podium door te springen en rennen.

Afgelopen week kwam zijn EP Hallo uit, dus het gelijknamige nummer kan natuurlijk niet overgeslagen worden. Antoon doet zijn best om het publiek te betrekken bij het optreden. ‘Daar achter, kennen jullie hem? Komt ‘ie hé!’. Het publiek zingt ieder woord feilloos mee. De EP is nog maar een paar dagen uit, maar staat nu al bovenaan de hitlijsten. Als de melodie van Hotelschool’ begint, hoeft hij niet eens meer te vragen of iedereen het nummer kent. Enkele dames op de voorste rij herkennen het begindeuntje maar al te goed, ze werpen een blik naar elkaar die alles zegt. Het duurt niet lang voordat het hele publiek danst, fluit en luidkeels meezingt. De tevredenheid is van Antoons gezicht af te lezen dankzij een enorme glimlach.

Antoon blijft verrassen

De nieuwe muziek is niet de enige verrassing deze avond. Antoon is namelijk niet alleen naar 013 gekomen. Ineens verschijnt er iemand onder de diepblauwe lichten en funky disco beelden. Het is Young Dylan – De rapper en goede vriend van Antoon is bekend van hun hit ‘Discotheek’. De aanstekelijke disco deuntjes en charisma van de jongens, maken stilstaan erg lastig. In een mum van tijd zijn alle voetjes van de vloer bij de mensenmassa. Zelf springt het duo ook van hot naar her. Dit is de eerste keer dat ze samen optreden en dat wordt goed ontvangen door een uitbundig publiek. Stralend van plezier spelen de jongens op elkaar in. Door de energieke, maar intieme sfeer is het bijna alsof je samen met hen op een feestje staat. ‘Discotheek’ is een persoonlijke favoriet die ik al eerder live gehoord heb. Ik dacht niet dat het veel beter kon, maar eerlijk is eerlijk: het live optreden mét Young Dylan nog spectaculairder.

Als je denkt dat het hoogtepunt daarmee bereikt is, dan heb je het mis, want de jongens van hiphopgroep Fokke Simons zijn ook van de partij. De joviale stuiterballen zorgen ervoor dat iedereen in beweging blijft. Een zee van hoofden lijkt bijna in trance mee te schudden op de muziek. De eerste rij beweegt zelfs perfect synchroon. Het valt bijna niet op door de vlaag gifgroene rook en lichten, maar toch staat er een groen bierkratje op het podium: Heineken. Maar waar past een lekker biertje bij? Een warme dag aan het water natuurlijk. Paul Sinha mag niet ontbreken aan de gastenlijst. Samen met Antoon dompelt hij het publiek onder in een zomergevoel met hun hit Bootje’. Stilstaan is geen optie, want Paul roept iedereen op om te springen. Al dat springen en dansen zorgt voor zware voeten, maar het is wel ontzettend gezellig.

Ben jij ook een koning van de dansvloer? Dan zit je bij Antoon Live helemaal goed. Als Antoon op het podium staat, kun je even alles vergeten en gewoonweg genieten. Als je wat meer ruimte wilt hebben om te dansen, moet je alleen niet te ver naar voren lopen. Gelukkig is er verderop in de zaal genoeg ruimte. Het is een beetje een slagveld om door de kaartverkoop te komen, maar dan heb je ook wat! Want een kaartje voor Antoon staat gelijk aan een avond dansen, feesten en losgaan. Zoals hij zelf al zingt in ‘Dansvloer’: dat betekent lit gaan, doorgaan tot het eind. Dus, grijp je kans als hij binnenkort bij jouw dichtstbijzijnde poppodium of festival staat. Het wordt gegarandeerd een avond voor in de boeken.

Film / Serie

Berucht en beroemd   

recensie: Is Riverdale de moeite van het kijken waard?

Absurde verhaallijnen, tenenkrommende oneliners en uit de toon vallende musical scènes. De serie Riverdale is een mengsel van clichés, mysteries en bizarre twists. Toch staan er inmiddels al zes seizoenen op Netflix en komt er waarschijnlijk nog een zevende seizoen. Onze recensent bekeek de eerste drie seizoenen. Is Riverdale de moeite van het kijken waard?

 

In het stadje Riverdale vinden allerlei mysterieuze gebeurtenissen plaats, beginnend bij de verdwijning van een jongen uit een invloedrijke familie: Jason Blossom. Ondertussen hebben de tieners Archie, Betty, Veronica en Jughead hun eigen problemen. Archie Andrews probeert zijn muzikale talenten te ontdekken. Betty Cooper probeert haar vriendschap met Archie te verdedigen tegenover haar bemoeizuchtige moeder. Veronica Lodge, dochter van een succesvolle zakenman, wil niets liever dan een frisse start maken nadat ze zich misdragen heeft in New York. Jughead, de zoon van een bendeleider, probeert de fragiele relatie met zijn vader te behouden.

Archie Comics

Het is geen geheim dat Riverdale gebaseerd is op een serie strips genaamd Archie Comics. De serie is niet de eerste adaptatie van de comic. Wel is opvallend dat het creatieve hoofd van Archie Comics, Roberto Aguirre-Sacasa, ook het creatieve hoofd is van Riverdale. Hij heeft gekozen voor een wat sinistere ondertoon. De strips waarop Riverdale gebaseerd is zijn een stuk lichter qua materie. Iets wat in de comic vaak voorkomt, is de liefdesdriehoek tussen Archie, Betty en Veronica. In de serie Riverdale gaat het verhaal voornamelijk over het oplossen van duistere mysteries. Denk aan seriemoordenaars, sektes en corrupte personen. Deze onderwerpen zijn ver verwijderd van de originele strips, die voornamelijk over de klunzige, maar goedhartige Archie en zijn problemen op school en in de liefde gaan. De comics bestaan al sinds 1941. Hoewel Riverdale erg afwijkt van de stripverhalen, is de nostalgie bij sommige kijkers een aantrekkelijke factor. Inmiddels hebben de verhalen over Betty, Veronica, Jughead en andere personages een behoorlijke fanbase opgebouwd.

Getalenteerde cast

Een goede reden om naar Riverdale te blijven kijken is de getalenteerde cast. Sommige acteurs zijn erg bekend, zoals Skeet Ulrich (Scream, Wes Craven, 1996) en Lochlyn Munro (Scary Movie, Keenen Ivory Wayans, 2000). Zij doen hun uiterste best om een goede show op te voeren. Het is erg knap dat de acteurs sommige overdramatische teksten zoals ‘That means you haven’t known the triumphs and defeats, the epic highs and lows of highschool football,’ (Seizoen 3, aflevering 2) overtuigend kunnen brengen.  Andere teksten zoals ‘I beg your misogynistic pardon?’ (Seizoen 2, aflevering 6) bevatten meer slang dan natuurlijk is. Als laatste zijn er nog de teksten waarin vreemde bijnamen gebruikt worden, zoals “Word is, Papa Poutine’s son Small Fry is looking for payback” (Seizoen 2, aflevering 20). In een tekstballon van een strip zou dit niet misstaan, maar wanneer deze tekst uitgesproken wordt door een acteur op een televisiescherm is het onbedoeld erg komisch.

Een snufje musical

Naast sommige teksten is er nog iets anders dat uit de toon valt. Dat zijn de musical scènes die geregeld ingezet worden, vaak na een serieuze akte over een problematisch onderwerp. Na een voorval rondom de slecht lopende relatie met haar vader, barst Veronica meteen uit in een high school musical-achtig optreden in haar eigen nachtclub. Om maar wat te noemen. Dit terwijl er tussendoor clips getoond worden van haar vader en haar vriendje die verwikkeld zijn in een bokswedstrijd.

Vreemd Vernieuwend

Er zijn een paar cliché elementen in Riverdale. De serie is gefocust op de middelbare school, met de bijbehorende dramatische conflicten omtrent sporten als American football en cheerleading. Bovendien zijn er vanaf het begin een overvloed aan romantische drama’s en seksscènes. Toch zorgen de absurde twists in de verhaallijn dat de kijker nieuwsgierig blijft. Niet zozeer vanuit een emotionele verbintenis met de personages, maar vanuit een nieuwsgierigheid naar wat voor nieuws de schrijvers zullen verzinnen. Het beste voorbeeld hiervan is Betty’s relatie met haar teruggekeerde halfbroer Chic. Betty vertrouwt hem niet omdat hij sociopathische trekjes heeft. Dan blijkt dat hij toch niet haar broer is. Chic wordt vermoord door Betty’s vader. Vervolgens komt Betty erachter dat haar echte broer (Charles) ook de broer is van  wijlen Chic. Charles blijkt ondanks de familieband ook nog in het geheim een relatie met Chic te hebben, die blijkbaar toch niet dood is, maar de aanval heeft overleefd.

Door dit soort absurde plotwendingen in te voegen lijkt Riverdale bijna de draak te steken met de gemiddelde  soapserie. Door de verhaallijn zo belachelijk te maken moet de kijker zijn hoofd wel schudden. Wat de redenen voor de eigenaardige plotwendingen van Riverdale ook mogen zijn, kijken blijf je wel. Dat en het bewonderenswaardige optreden van de acteurs maakt de serie toch de moeite waard.

Riverdale | Officiële Netflix-website

Meer over series lezen? Onze recensent Debbie Nergui keek deze Netflixserie voor je: Hellbound – Ben je een rechtvaardige of zondaar? – 8weekly.nl

Boeken / Fictie

Een broos paradijs

recensie: Naar het paradijs
Persoon in een medisch pakPixabay

Hanya Yanagihara brak in 2015 door met haar Een klein leven. De bestseller over de getraumatiseerde Jude kreeg in Nederland een vervolg met een meesterlijke toneelbewerking door Ivo van Hove. Kan Yanagihara’s nieuwe roman Naar het paradijs de hooggespannen verwachtingen waarmaken?

Naar het paradijs is een complexe en gewaagde roman die haar geheimen langzaam maar nooit volledig prijsgeeft. In drie delen, die in totaal meer dan 600 pagina’s beslaan, ontvouwt zich zowel een alternatieve geschiedenis als een toekomst van Amerika. De drie delen zijn gesitueerd in 1893, 1993 en 2093 en spelen zich grotendeels af in New York. In het eerste deel maken we kennis met de gevoelige David Bingham, die zijn ouders verloor aan ‘de ziekte’ en met zijn grootvader in een statig huis aan Washington Square woont. Zijn grootvader zou graag zien dat David met de rijke weduwnaar Charles Griffith trouwt, maar David heeft zijn oog laten vallen op zijn armlastige maar charmante collega-docent Edward Bischop. Yanagihara toont zich net als in Een klein leven meester in het beschrijven van liefde tussen mannen. Of Edward werkelijk te vertrouwen is blijft overigens zeer de vraag; David bewijst nog maar eens dat liefde blind maakt. 

Donker toekomstbeeld

Met meer vragen dan antwoorden beginnen we aan deel twee. Wederom lezen we over een David Bingham, ditmaal woont hij samen met een Charles Griffith in diens huis aan Washington Square. Dezelfde namen komen in alle drie de delen terug, hoewel er geen directe verwantschap tussen de personages lijkt te zijn. Een andere rode draad zijn ziekten; in deel twee houdt de AIDS-epidemie de wereld in zijn greep. David laat weinig los over zijn Hawaïaanse afkomst, maar gaandeweg krijgen we meer achtergrond bij de opvallende keuzes die zijn vader wel en niet maakte.

De dystopische wereld die Yanagihara schetst in deel drie komt inmiddels griezelig dichtbij. In dit langste en sterkste deel lezen we over een wereld die getergd wordt door pandemieën en klimaatverandering. Als gevolg hiervan regeert de staat met ijzeren hand, zijn de grenzen gesloten en wordt het voedsel gerantsoeneerd. Hoofdpersoon Charlie woont in Zone Acht van wat ooit New York was.

Yanagihara was al lang en breed bezig met Naar het paradijs toen de coronapandemie uitbrak. Toch kun je niet anders dan haar door virussen gedomineerde wereld met de onze vergelijken. Ook in Yanagihara’s alternatief universum zijn er mensen die geloven dat de virussen in een lab worden ontwikkeld. Al met al stemt het derde deel uiterst somber doordat het weinig fantasie vergt je deze wereld voor te stellen.

Ambitieus experiment

Qua structuur en tijdsspanne wijkt Naar het Paradijs sterk af van Een klein leven: haar nieuwe roman beslaat tweehonderd jaar en kent meerdere protagonisten. Maar er zijn ook gelijkenissen. Yanagihara is een schrijver die niet zomaar alles weggeeft, wat haar romans tot ware page-turners maakt. In Een klein leven kwam dat door Jude, die slechts mondjesmaat de verschrikkingen uit zijn verleden onthulde aan zijn naasten. In Naar het Paradijs heeft Yanagihara het weglaten van cruciale informatie tot een kunst verheven en is ze uiterst selectief in wat ze haar lezers toewerpt. 

Nog een parallel is dat Yanagihara’s personages vaak niet bestand zijn tegen de harde wereld die hen omringt. Het is niet altijd duidelijk wie het goed met hen voorheeft en wie niet. Deze worsteling staat centraal in Naar het paradijs. Telkens bevinden de protagonisten zich in een kwetsbare en afhankelijke positie en zijn ze om wat voor reden dan ook niet bij machte om zich voldoende weerbaar te maken. 

Het drieluik ontpopt zich traag en laat veel onbenoemd. Het is echter de vraag of dat erg is. Waar het ontbreekt aan plotontwikkeling krijgen we een rijke inkijk in de gevoelswereld van Yanagihara’s personages. De omstandigheden van de drie generaties verschillen, maar ze kampen met universele worstelingen zoals de zoektocht naar liefde en verbinding. Wie geen roman als Een klein leven verwacht én zich openstelt voor een experiment zal zeker niet teleurgesteld zijn.

 

Theater / Voorstelling

Visueel spektakel met sinterklaasrijm

recensie: One de musical

One de musical is een geheel nieuwe Nederlandse musical, die gebruik maakt van nieuwe technologie in het LED-box theater in de Studio’s in Aalsmeer. Tijdens One wordt het publiek meegenomen naar het oude Egypte waar zich een klassiek liefdesverhaal afspeelt.

Met LED-boxen naar het oude Egypte

Het bijzondere aan deze voorstelling is vooral het decor. De Studio’s in Aalsmeer zijn omgevormd tot het eerste LED-box theater ter wereld. Overal zijn LED-schermen: aan de zijkanten van de zaal, op het plafond en er zijn grote schermen op het toneel. Zo reizen we in het begin met de echte wind in onze haren over de Nijl naar Egypte, de techniek spreekt tot de verbeelding. Hoe indrukwekkend het LED-theater ook is, soms werkt het vervreemdend: de moderne techniek brengt ons naar het verleden.

Tekstueel drama

De makers van One hebben hun aandacht dus volledig op dit visuele spektakel gericht en op de tekstuele kant lijkt bezuinigd. Hier had een professionele tekstschrijver zich nog wel over mogen buigen. Emoties worden in de liedteksten benoemd, maar niet opgeroepen of getoond door poëtische teksten. Hoe vaak kun je ‘Ik mis hem’ zingen? De liedteksten bevatten teveel simpele eindrijm en de dialogen zijn ook niet erg sterk. De tekst leidt af van het verhaal dat soms moeilijk te volgen is. De musical vertelt een simpel liefdesverhaal à la Romeo en Julia, maar de rode draad lijkt soms kwijt te zijn door de vele uitstappen die worden gemaakt Zo is er het personage Dr. North dat op zoek is naar ‘alle antwoorden’ en is er een hongersnood gevolgd door een opstand door piramidebouwers die meer voedsel willen.

Nienkes stem redt de show

Soms wordt een musical met een flinterdun verhaal gered door vocaal geweld, maar dat is helaas bij One niet het geval. De zang valt vaak tegen, alleen Mira (Nienke Latten) steekt er met kop en schouders bovenuit. In Nederland is ze relatief onbekend, maar ze speelde in Duitsland al Jasmin in Aladdin de musical. Dit is zeker te zien aan haar acteerwerk en te horen aan haar zangkunsten. De eerste helft van de show is qua zang mager en het verhaal komt langzaam op gang. In de tweede helft van de show zitten veel dramatische nummers, waarin Nienke Latten vocaal los kan gaan. In duet met Nienke klinkt elke stem goed. Zo zingt ze samen met Soy Kroon een goed duet, terwijl Soy in solonummers weinig indrukwekkend is.

Vocaal gezien ligt er echt een gemiste kans bij Cheops (Robbert Besselaar) en Hemioenoe (Jasper van de Kerkhof). Zij moeten  regelmatig tegen elkaar in zingen  en zeker Hemioenoe heeft veel krachtige nummers als slechterik. Helaas komt daarbij weinig vocaal spektakel bij kijken. Misschien dat Jeroen Pfaff als Cheops (wij zagen alternate Besselaar) beter uit de verf komt.

Groots project

Producent Roel Peters is nieuw in de musicalwereld, maar hij is niet nieuw in de showbizz. Zo was hij redacteur bij meerdere tv-shows. Hij werkte meer dan 20 jaar aan deze musical. Peters is dan ook niet alleen producent, maar ook schrijver van de liedteksten en het script. Deze musical is een gedurfd project, zeker in een tijd waarin de meeste musicalproducenten kiezen voor heropvoeringen van eerdere succesvolle musicals of musicalsucces uit het buitenland. One is niet alleen een nieuwe musical, maar gebruikt ook nog eens bijzondere technologie. Deze combinatie is zeker de nodige lof waard.

Een musical produceren is lastig en er spelen veel factoren mee: script, zang, acteren, decor en meer. Het idee van One klinkt goed, de uitvoering is minder. Een weinig spannend verhaal dat niet altijd goed te volgen is, liedteksten met eindrijm in sinterklaas stijl en vocaal weinig indrukwekkend. Gelukkig wel visueel spektakel en Nienke Latten zingt de sterren van de hemel.

Luistertip: de musical One wordt ook besproken in aflevering 5 van de 8WEEKLY podcast.

Muziek / Album

Prachtig paradoxaal

recensie: White Lies – As I Try Not To Fall Apart

Vrolijk worden van een nummer dat over de dood gaat: het lijkt onmogelijk, maar White Lies krijgen het voor elkaar. Het nieuwste album As I Try Not To Fall Apart zorgt met aanstekelijke melodieën voor een goed gevoel, terwijl het tegelijkertijd verscheidene serieuze thema’s bespreekt.

In september 2021 kondigde de Britse post-punk band White Lies aan dat ze werkten aan een nieuw album As I Try Not To Fall Apart en die mededeling werd vergezeld met het uitbrengen van de gelijknamige titelsong van het album. Het nummer gaat over dat het oké is voor mannen om hun eigen kwetsbaarheid te accepteren en draagt de boodschap uit dat het oké is om je niet oké te voelen. Het nummer viel in goede aarde bij de fans en zodoende belandde dit nummer ook in 8WEEKLY´s playlist met favorieten uit 2021. Deze single kreeg nog drie opvolgers, waaronder ´Am I Really Going To Die´ en op 18 februari werd het volledige album uitgebracht.

Serieuze thema’s met pakkende melodieën

De uitgebrachte singles lieten horen hoe de band weer had geëxperimenteerd met nieuwe melodieën, zonder te veel van hun eigen stijl af te wijken. Dit nieuwere geluid zorgde voor hoge verwachten en het nieuwste album van White Lies heeft die verwachtingen zeker waargemaakt. De nummers zijn meeslepend en de melodieën zijn gelaagd. Of je nu op zoek bent naar muziek om op de achtergrond tijdens werk of studie aan te zetten of naar muziek waar je tijdens het genot van een kop thee juist aandachtig naar luistert, dit album en deze band staan voor je klaar. Hoe vaker je het album luistert, hoe meer details er in de muziek te ontdekken vallen. Deze melodieën en pakkende hooks worden ook op dit album weer gecombineerd met serieuze boodschappen. De drie bandleden Harry McVeigh, Charles Cave en Jack Lawrence-Brown blijken namelijk keer op keer een fascinatie te hebben voor grootse, serieuze thema´s zoals de dood en mentale gezondheid. 

De dood: een terugkerend thema

De band brak in 2009 door met hun debuutalbum To Lose My Life waar de dood onder andere in de titelsong en het nummer ‘Death’ als thema duidelijk terugkwam, maar ook in dit nieuwste album keert het onderwerp weer terug. Het nieuwe nummer ‘Am I Really Going to Die’ is wat betreft de tekst dan ook geen nieuw uitstapje voor de band. De bassist Charles Cave legt uit dat het op muzikaal vlak wel een nieuwer terrein is voor de band. Het nummer begint met een rustig intro voordat het uitbarst in een euforische indiepopmelodie. Hoewel de titel doet vermoeden dat het een zwaarmoedig nummer gaat worden, is niets dus minder waar en dat is typisch White Lies: serieuze onderwerpen combineren met aanstekelijke melodieën. Dit nummer is de start van de verhaallijn over een terminaal zieke zakenman die zijn lot weigert te accepteren en deze verhaallijn gaat verder in het laatste nummer van het album: ‘There Is No Cure For It’. Voor wie nieuwsgierig is geworden is het aan te raden om ook de videoclip van ‘Am I Really Going to Die’ te bekijken. De videoclip die gemaakt is door Balan Evans is vanuit een uniek perspectief gefilmd en vertelt zo al een heel verhaal op zichzelf.

 

Sceptisch over de zogeheten ‘Space Race’

Hoewel de titel van het nummer ‘I Don’t Want To Go To Mars’ al een redelijk duidelijke boodschap lijkt uit te dragen, wil de band meer zeggen dan dat. Het lijkt in eerste instantie kritiek te zijn op de schijnbare competitie tussen verschillende multimiljonairs die als eerste in de ruimte wilden belanden met een zelfgemaakt ruimteschip. De hoofdpersoon van het nummer wordt van de aarde afgedreven om in een steriele omgeving op Mars te gaan wonen en wil dit klaarblijkelijk niet. Met het ietwat beklemmende nummer wil de band de luisteraar na laten denken over de vraag: gaat de snelheid van alle technologische ‘vooruitgang’ niet ten koste van ons welzijn? Combineer deze boodschap met het herkenbare stemgeluid van zanger Harry McVeigh en een flink bombastische melodie en het is duidelijk dat dit nummer gemaakt is om in grote zalen gespeeld te worden.

Hoge verwachtingen en indrukwekkende video’s

De singles ‘As I Try Not To Fall Apart’, ‘I Don’t Want To Go To Mars’ en ‘Am I Really Going To Die’ werden alledrie voorzien van indrukwekkende videoclips om de nummers extra kracht bij te zetten. De White Lies hebben wat dat betreft een heldere formule te pakken: pakkende teksten, het herkenbare stemgeluid van zanger Harry McVeigh, een flinke lading synthesizers in combinatie met lichtelijk absurde, maar prachtige videoclips. Voor de volledige beleving is het dan ook zeker aan te raden om de videoclips erbij te bekijken.

Kijk bijvoorbeeld naar de videoclip van de titelsong van het album, daarin zie je zanger McVeigh bedolven worden onder grote hoeveelheden zand die toenemen naarmate het nummer vordert. Het idee om met zand te werken kwam van James Arden. Hij vertelt dat hij tijdens het luisteren van het nummer meteen een beeld had van iemand die bedolven wordt onder zand. Hij wilde hiermee uitbeelden hoe mensen zichzelf dagelijks ondanks negatieve gevoelens staande proberen te houden. Dat kan soms overweldigend zijn, waardoor je als het ware wordt bedolven door je eigen emoties. Zo ontstond de video waardoor McVeigh ongetwijfeld nog dagen later overal en nergens zand tussen vandaan kon toveren.

Terug in de tijd

Kortom, serieuze thema’s worden in dit album weer gecombineerd met prachtige, euforische melodieën die hier en daar klinken alsof je weer in de jaren ’80 bent beland. Daarmee wordt het echter absoluut niet clichématig of onorigineel, White Lies weten het telkens weer in een andere jas te verpakken. Benieuwd naar hoe groots deze nummers live klinken? White Lies gaan in het voorjaar op tour en spelen ook op meerdere locaties in Nederland!

 

Kunst / Expo binnenland

Het Mauritshuis in bloei

recensie: In volle bloei
Anna RuyschDe Hoogsteder Museum Stichting

Het Mauritshuis heeft reden voor een feestje. Het museum bestaat dit jaar 200 jaar en dat wordt groots gevierd met een tentoonstelling over bloemstillevens uit de zeventiende eeuw. Je maakt in deze tentoonstelling op verschillende manieren kennis met het veelzijdige stilleven genre. 

Een pril begin 

In de eerste zaal sta je voor een ogenschijnlijk eenvoudig stilleven van de Vlaamse schilder Hans Memling (1430-1494). Witte lelies, irissen en akeleien in een aardewerken vaas op een tafelkleed. Op de vaas staan de letters “IHS”, de eerste letters van Jezus’ naam in het Grieks, en de bloemen in de vaas verwijzen naar Maria. De achterkant van dit stilleven toont een portret van een biddende man. Wat doet dit schilderij in een tentoonstelling met exotische bloemen en ‘onmogelijke’ boeketten? 

Dit schilderij is een van de vroegste religieuze stillevens in de westerse kunstgeschiedenis. Eerder waren bloemen natuurlijk wel onderdeel van een schilderij of randillustraties van boeken, maar nog niet eerder als hoofdonderwerp. Memling maakte zijn bloemstilleven in 1485, terwijl het stilleven genre pas tegen het einde van de zestiende eeuw populair werd.  

Anna Ruysch

Hans Memling, Vaas met bloemen in een nis, 1485, Museo Nacional Thyssen-Bornemisza, Madrid

 

Bestudering van de natuur 

Vanaf die periode neemt de tentoonstelling een vlucht. In de volgende zalen zie je hoe het stilleven genre opbloeide in de zeventiende eeuw. Toen ontstond er namelijk een interesse in natuurwetenschap bij opdrachtgevers van kunst. Kunstenaars, wetenschappers en tekenaars werkten vaak samen om bloemen, planten en insecten zo natuurgetrouw mogelijk af te beelden in wetenschappelijke publicaties. 

Het is een feest om de bloemen in hun volle glorie te zien stralen! Maar het zijn niet alleen bloemen die de show stelen. De zaalteksten wijzen je op de soms minuscule insecten die interacteren met de bloemen. De term stilleven wekt de indruk alsof er niks gebeurt op het schilderij, maar zulke speelse insecten voegen juist levendigheid toe. Bij het schilderij Bloemen in een glazen vaas (1612) door Jacques de Gheyn II staat bijvoorbeeld geschreven: “Een rups steekt zijn kopje over de rand van de nis. Alsof hij even wil kijken naar de signatuur van de schilder die daar te zien is”. Insecten zijn niet voor niets aanwezig op stillevens. Dankzij de opgeleefde interesse in natuurwetenschappen raakten steeds meer opdrachtgevers geïnteresseerd in insecten. Hierin hadden vrouwelijke kunstenaars vaak ook een aandeel, onder wie Maria Sibylla Merian (1647-1717). Ze tekende en observeerde insecten in hun natuurlijke leefomgeving. Ze besteedde veel aandacht aan de metamorfoses van insecten, want ze had geconstateerd dat daar nog weinig kennis over was. Daarom vertrok ze in 1699 samen met haar dochters vanuit Nederland naar Suriname om insecten te bestuderen. Dit leidde na hun terugkomst in Nederland tot Metamorphosis insectorum Surinamensium (1705), een boek met zestig gravures en begeleidende teksten over Surinaamse insecten en hun leefwereld.

Maria Sibylla Merian

Maria Sibylla Merian, Twee vlinders op een tak kruisbessenbloesem. Waterverf en dekverf op perkament, 199 x 164 mm. Particuliere collectie

 

Mannelijke en vrouwelijke kunstenaars naast elkaar  

In het tweede deel van de tentoonstelling verschuift het zwaartepunt naar vrouwelijke kunstenaars binnen het stilleven genre. Vergeleken met mannelijke kunstenaars zijn er maar een handjevol vrouwelijke kunstenaars bij naam bekend. Maar van alle genres in de schilderkunst hadden vrouwen het grootste aandeel in het stilleven genre. Het is mooi om te zien hoe enkele van deze vrouwelijke kunstenaars een podium krijgen via deze tentoonstelling en in samenhang worden getoond met hun mannelijke tijdgenoten.

Maria van Oosterwijck

Maria van Oosterwijck, Bloemen in een versierde bokaal, c.1670-1675. Doek, 62 x 47,5 cm. Mauritshuis, Den Haag

 

Zo hangen er twee stillevens naast elkaar van Willem van Aelst (1627-1683) en Maria van Oosterwijck (1630-1693). Van Oosterwijck kreeg veel opdrachten uit hoge kringen in binnen- en buitenland, waaronder de Franse koning Lodwijk XIV. Ook Van Aelst was heel succesvol in de Nederlanden en Italië. Deze schilders hebben elkaar gekend en Van Oosterwijck was mogelijk zelfs zijn leerling. Zo worden succesvolle mannelijke en vrouwelijke kunstenaars in de tentoonstelling naast elkaar en op een gelijke voet getoond. Een leuk detail is dat er ook een schilderij op de tentoonstelling te zien is van Anna Ruysch (1666-1754). Zij is de jongere zus van de bekende stilleven schilderes Rachel Ruysch. De schilderijen van Rachel Ruysch zijn wereldberoemd. Anna Ruysch is veel minder bekend, omdat ze na haar huwelijk op eenentwintigjarige leeftijd ophield met schilderen. Dat maakt het des te leuker dat er in de tentoonstelling ook aandacht uitgaat naar minder bekende vrouwelijke kunstenaars, maar die in kwaliteit niet onder doen van de rest.

Willem van Aelst

Willem van Aelst, Bloemstilleven met horloge, 1663. Doek, 62,5 x 49 cm. Mauritshuis, Den Haag

 

Van adembenemende stillevens, prachtige bruiklenen, lang onderbelichte perspectieven van vrouwelijke kunstenaars tot speelse zaalteksten. De tentoonstelling snijdt heel veel verschillende onderwerpen aan, maar heeft voor elk wat wils. Je leert hoe het stilleven als genre tot bloei kwam in de zeventiende eeuw en tegelijkertijd is er alle ruimte om te genieten van al het moois wat dit genre te bieden heeft. Zeker een bezoek (en feestje) waard!