Tag Archief van: cultuur

Muziek / Concert

Gewaagde setlist heeft voors en tegens

recensie: Tedeschi Trucks Band – Rotterdam Ahoy
Tedeschi Trucks Band live in Rotterdam AhoyRia van Dijk

Je neemt een zeker risico als je een setlist niet opbouwt rond je ‘greatest hits’ maar rond pas uitgebracht werk dat het publiek nog nauwelijks kent. De Tedeschi Trucks Band durft zich hier wel aan te wagen op de huidige Europese tour. In Rotterdam verzorgden ze een prachtig optreden, maar het publiek kregen ze er niet snel mee op de stoelen.

De 12-koppige Tedeschi Trucks Band (TTB) heeft als thuisbasis Jacksonville, de kuststad in het bovenste puntje van Florida. Inderdaad, de stad die bekend staat als geboorteplaats van de Southern rock, met illustere telgen als de Allman Brothers Band en Lynyrd Skynyrd. Denk aan lange jams en een gevarieerde mix van zuidelijke muziekstijlen als rock, blues, country, gospel en soul. Southern rock is ook precies wat de Tedeschi Trucks Band tot in de puntjes beheerst. Vooral live heeft de groep – met als spil het echtpaar Derek Trucks en Susan Tedeschi – een ijzersterke reputatie. Dit najaar touren de rasmusici door Europa en op 30 oktober deden ze Rotterdam aan (de RTM-stage in de Ahoy). Hun setlist is elke keer een verrassing, maar vooraf was wel duidelijk dat ze vooral veel nummers van het pas verschenen vierluik I am the moon zouden spelen. En zo geschiedde.

Klassiek thema in modern jasje

Het eerste deel van het optreden stond vrijwel geheel in het teken van deze meest recente release. Bron van inspiratie voor de 24 nummers van I am the moon was een oud Perzisch liefdesverhaal uit de twaalfde eeuw, genaamd Layla en Majnun. Het epische gedicht gaat over twee geliefden die noodgedwongen gescheiden van elkaar leven maar tot het eind van elkaar blijven dromen. De associatie met de coronatijd, met alle bijkomende gevoelens van isolement en scheiding, leverde de band meer dan genoeg ideeën op voor een moderne muzikale vertaling van dit klassieke thema. In Rotterdam bracht de band zeven lange nummers van het vierluik ten gehore, met als hoogtepunten Playing with my Emotions, de fraaie titelsong I am the Moon en het instrumentale Pasaquan. Het laatste nummer liet weer zien (horen) wat voor een virtuoze (slide-)gitarist Derek Trucks is. Ook het ingevoegde ‘duel’ tussen beide drummers was ronduit indrukwekkend.

Vooraan was het geluid in de RTM-stage van Ahoy ongekend goed. Van de uithalen van de drie blazers (trombone, trompet en saxofoon) tot alle keyboardklanken van Gabe Dixon; je kon er zelfs de kleinste details en nuances onderscheiden. Een band van deze omvang mag zich daar gelukkig mee prijzen, en het publiek natuurlijk helemaal. Muzikaal was het genieten van bijna twee en een half uur onversneden TTB-rock door een collectief dat uitstekend op elkaar is ingespeeld.

Superieure frontvrouw

Om één bandlid uit te lichten lijkt dan misschien wat onrechtvaardig, maar Susan Tedeschi is niet voor niets de frontvrouw van het gezelschap. Haar soulvolle stem kun je gerust het mooiste instrument van de Tedeschi Trucks Band noemen, al moet je haar gitaarwerk ook beslist niet onderschatten. Met name in de tweede helft van het programma stal ze de show met een aantal schitterende uitvoeringen. Uit haar vroegere solowerk trakteerde ze de bezoekers bijvoorbeeld op het bluesy Just Won’t Burn, inclusief fraaie solo op de Telecaster. De klassieker Angel from Montgomery speelde ze met minimale begeleiding en daar ontbrak helemaal niks aan. En ook met de verrassende cover van Sign of the times (Harry Styles!) pakte ze vocaal geweldig uit.

Dat er in de tweede helft meer ruimte voor ouder en bekender werk was, deed het publiek merkbaar plezier. De respons vanuit de zaal was zeker in het begin nogal lauw. Wat meer communicatie vanaf het podium en een minder avontuurlijke setlist hadden dit misschien kunnen voorkomen. Maar aan de andere kant, zo gauw het een ‘u vraagt, wij draaien’ show wordt, is de creativiteit vaak al ver te zoeken. Dat de Tedeschi Trucks Band vooral voor het laatste koos, bleek weer eens zijn voors en tegens te hebben. Hoe nieuw werk wordt ontvangen is – zeker live – vaak afwachten. Misschien wordt pas over tien jaar vol trots verteld: ‘Ik was bij de première!’ Maar dan is de Tedeschi Trucks Band ook al weer een decennium verder.

 

Muziek / Concert

Gewaagde setlist heeft voors en tegens

recensie: Tedeschi Trucks Band – Rotterdam Ahoy
Tedeschi Trucks Band live in Rotterdam AhoyRia van Dijk

Je neemt een zeker risico als je een setlist niet opbouwt rond je ‘greatest hits’ maar rond pas uitgebracht werk dat het publiek nog nauwelijks kent. De Tedeschi Trucks Band durft zich hier wel aan te wagen op de huidige Europese tour. In Rotterdam verzorgden ze een prachtig optreden, maar het publiek kregen ze er niet snel mee op de stoelen.

De 12-koppige Tedeschi Trucks Band (TTB) heeft als thuisbasis Jacksonville, de kuststad in het bovenste puntje van Florida. Inderdaad, de stad die bekend staat als geboorteplaats van de Southern rock, met illustere telgen als de Allman Brothers Band en Lynyrd Skynyrd. Denk aan lange jams en een gevarieerde mix van zuidelijke muziekstijlen als rock, blues, country, gospel en soul. Southern rock is ook precies wat de Tedeschi Trucks Band tot in de puntjes beheerst. Vooral live heeft de groep – met als spil het echtpaar Derek Trucks en Susan Tedeschi – een ijzersterke reputatie. Dit najaar touren de rasmusici door Europa en op 30 oktober deden ze Rotterdam aan (de RTM-stage in de Ahoy). Hun setlist is elke keer een verrassing, maar vooraf was wel duidelijk dat ze vooral veel nummers van het pas verschenen vierluik I am the moon zouden spelen. En zo geschiedde.

Klassiek thema in modern jasje

Het eerste deel van het optreden stond vrijwel geheel in het teken van deze meest recente release. Bron van inspiratie voor de 24 nummers van I am the moon was een oud Perzisch liefdesverhaal uit de twaalfde eeuw, genaamd Layla en Majnun. Het epische gedicht gaat over twee geliefden die noodgedwongen gescheiden van elkaar leven maar tot het eind van elkaar blijven dromen. De associatie met de coronatijd, met alle bijkomende gevoelens van isolement en scheiding, leverde de band meer dan genoeg ideeën op voor een moderne muzikale vertaling van dit klassieke thema. In Rotterdam bracht de band zeven lange nummers van het vierluik ten gehore, met als hoogtepunten Playing with my Emotions, de fraaie titelsong I am the Moon en het instrumentale Pasaquan. Het laatste nummer liet weer zien (horen) wat voor een virtuoze (slide-)gitarist Derek Trucks is. Ook het ingevoegde ‘duel’ tussen beide drummers was ronduit indrukwekkend.

Vooraan was het geluid in de RTM-stage van Ahoy ongekend goed. Van de uithalen van de drie blazers (trombone, trompet en saxofoon) tot alle keyboardklanken van Gabe Dixon; je kon er zelfs de kleinste details en nuances onderscheiden. Een band van deze omvang mag zich daar gelukkig mee prijzen, en het publiek natuurlijk helemaal. Muzikaal was het genieten van bijna twee en een half uur onversneden TTB-rock door een collectief dat uitstekend op elkaar is ingespeeld.

Superieure frontvrouw

Om één bandlid uit te lichten lijkt dan misschien wat onrechtvaardig, maar Susan Tedeschi is niet voor niets de frontvrouw van het gezelschap. Haar soulvolle stem kun je gerust het mooiste instrument van de Tedeschi Trucks Band noemen, al moet je haar gitaarwerk ook beslist niet onderschatten. Met name in de tweede helft van het programma stal ze de show met een aantal schitterende uitvoeringen. Uit haar vroegere solowerk trakteerde ze de bezoekers bijvoorbeeld op het bluesy Just Won’t Burn, inclusief fraaie solo op de Telecaster. De klassieker Angel from Montgomery speelde ze met minimale begeleiding en daar ontbrak helemaal niks aan. En ook met de verrassende cover van Sign of the times (Harry Styles!) pakte ze vocaal geweldig uit.

Dat er in de tweede helft meer ruimte voor ouder en bekender werk was, deed het publiek merkbaar plezier. De respons vanuit de zaal was zeker in het begin nogal lauw. Wat meer communicatie vanaf het podium en een minder avontuurlijke setlist hadden dit misschien kunnen voorkomen. Maar aan de andere kant, zo gauw het een ‘u vraagt, wij draaien’ show wordt, is de creativiteit vaak al ver te zoeken. Dat de Tedeschi Trucks Band vooral voor het laatste koos, bleek weer eens zijn voors en tegens te hebben. Hoe nieuw werk wordt ontvangen is – zeker live – vaak afwachten. Misschien wordt pas over tien jaar vol trots verteld: ‘Ik was bij de première!’ Maar dan is de Tedeschi Trucks Band ook al weer een decennium verder.

 

Theater / Voorstelling

Oorlog, gezien door vrouwenogen

recensie: Women in Troy, as told by our mothers – Dood Paard

Oorlog is een mannenzaak, die leidt tot een mannenverhaal. Vrouwen komen daarin op de tweede plaats. Zij zijn vooral slachtoffer, achterblijver, vluchteling. Tegen de achtergrond van de oorlog in Oekraïne maakt Dood Paard Women in Troy, as told by our mothers: als je de vrouwen aan het woord laat, welk verhaal over de oorlog hoor je dan? Een interessant gedachtenexperiment. Helaas overtuigt het resultaat niet helemaal.

Oorlog is een mannenhobby. Vrouwen realiseren zich bij het begrip ‘oorlog’ vooral dat hun mannen en zoons het leven kunnen laten; zijzelf en hun dochters verkracht kunnen worden; dat er aan alles gebrek zal zijn. Het archetype voor alle oorlogen is de -al dan niet fictieve- tien jaar durende Trojaanse oorlog in het klassieke Griekenland. In het licht van de oorlog in Oekraïne is het een origineel idee vrouwen eens op de voorgrond te laten treden.

Slachtoffer

De Portugese schrijver en acteur Tiago Rodrigues nam als uitgangspunt de klassieke teksten over de Trojaanse oorlog. Die kennen we vooral als het verhaal van mannen zoals Achilles, Agamemnon, Hektor. De belangrijkste vrouw die langskomt is de verleidelijke Helena, om wie de oorlog zou zijn begonnen; terwijl je Helena volgens Rodrigues ook kunt zien als slachtoffer, als slaaf, als misbruikte vrouw, die opgesloten zit in dat vermaledijde Troje.

Zo zijn alle vrouwen die een rol spelen in de Trojaanse oorlog het slachtoffer. Ze zijn geen zelfstandig individu, maar de echtgenote, de dochter, de moeder van een man. Kassandra, Hecuba, Briseïs. Ze worden niet geloofd, er wordt over hen heen gewalst, ze worden doorgegeven van man naar man.

Omslachtig

De vier personages in Women in Troy, as told by our mothers verplaatsen zich in de Griekse vrouwen. Daarnaast proberen de acteurs hun eigen -niet aanwezige- moeders te laten vertellen over de Trojaanse oorlog, terwijl de portretten van die moeders worden geprojecteerd op de schermen die dienen als achterwand bij de voorstelling. Dit alles werkt niet helemaal: de associaties schieten alle kanten op.

Deze manier van vertellen is nogal omslachtig. De geschiedenis van de Trojaanse oorlog wordt bekend verondersteld; anders zijn de verwijzingen lastig te volgen. Misschien is het voor toeschouwers het verstandigste die Trojaanse oorlog meer te zien als kapstok voor het gesprek, dan als onderwerp van de voorstelling.
De tekst is Engelstalig, er is een Nederlandse boventiteling. Die keuze is te billijken: acteur Alesya Andrushevska is samen met haar moeder gevlucht uit Oekraïne, en spreekt geen Nederlands. Dat gegeven maakt deze voorstelling actueler en urgenter. De oorlog in Troje mag lang geleden zijn, in feite is oorlog natuurlijk nooit ver weg.

Beddensprei

Het toneelbeeld is minder gelukkig gekozen. Hoe zet je vier mensen neer die een gesprek voeren over vrouwen? Je laat ze met zijn allen haken aan dezelfde reuzensprei. De vier acteurs zitten elk op een krukje, hebben elk een haaknaald en haken al vertellend verder aan het beddengoed. Dood Paard geeft zijn voorstelling over vrouwen in oorlogstijd op deze manier vorm met behulp van een bijna pijnlijk clichébeeld. Het beste wat je hiervan kunt maken is dat een bed symbool staat voor huiselijkheid, rust en intimiteit.

Het achterliggende idee is volgens het gezelschap dat diverse textielkunstenaars dit materiaal gebruiken als vorm van protest; maar die betekenis haalt de nietsvermoedende toeschouwer er niet uit. Het gezamenlijk haken maakt van deze personages huisvrouwen. Een vreemde keuze voor een voorstelling die juist gaat over de feministische kijk op oorlog. Bovendien zitten de acteurs ongeveer aan die sprei vastgeknoopt, waardoor ze worden beperkt in hun spel en het geheel nogal statisch oogt. Je kunt deze voorstelling zien als een vorm van storytelling, maar dan nog gebeurt er wel erg weinig.

Urgentie

Zoals de vier vertelde verhalen nogal van elkaar verschillen, zo verschillen ook de acteeropvattingen. Sterk is vooral Manja Topper. Ze schakelt overtuigend tussen rustig vertellen, schreeuwen, verdrietig of juist sarcastisch zijn. Kuno Bakker zet een woedende Hecuba neer, schreeuwend, hatend. De Oekraïense Alesya Andrushevska is vooral dienstbaar vanwege het besef dat juist zij doorvoelt hoe ingrijpend en verwoestend oorlog is. Tomer Pawlicki krijgt het minst interessante gegeven mee van auteur Rodrigues: zijn personage leest samen met zijn moeder Homerus’ Ilias, wat een nogal gekunstelde vorm is om het te hebben over oorlog. Mooi is Pawlicki wel als hij de Trojaanse koningin Hecuba wraakzuchtig laat zijn over alle dierbaren die ze tijdens de oorlog verloor.

Women in Troy, as told by our mothers is zo een tamelijk onevenwichtige voorstelling, maar wel een met een actuele urgentie.

Theater / Voorstelling

‘ZOMERSNEEUW EN WINTERMEI’

recensie: Königskinder – De Nationale Opera

De componist Engelbert Humperdinck (1854-1921) heeft na de dood van Richard Wagner veel moeite gedaan om uit diens schaduw te stappen. Wij moeten hem daar niet proberen weer in te duwen, maar de sprookjesopera Königskinder (1910) op zijn eigen merites beoordelen.

Als je als toeschouwer daarbij geen slagen om de arm houdt, zou je ten onrechte publiek kunnen trekken dat van Wagners opera’s houdt of juist mensen kunnen afstoten die niets met diens muziek hebben. Het beste is je over te geven aan een opera die voor het eerst na meer dan een eeuw weer op de Nederlandse Bühne werd gebracht. Door De Nationale Opera in Amsterdam. En je vervolgens gewonnen geven en hopen dat een herneming niet weer zo lang op zich laat wachten.

Gewonnen geven bij de eerste fluweelzachte, vloeiende tonen die het Nederlands Philharmonisch Orkest speelde onder leiding van oud-chefdirigent Marc Albrecht en bij de eerste aanblik van het haast minimalistische decor van Johannes Leiacker: een hut met een bankje ervoor, een tafeltje met twee stoelen en een grote, oude lindeboom. Het zette de toon van een subtiele, haast kamermuziekachtige opvoering van Humperdincks opera die door een ringetje te halen was.

Geen vrolijke kost, met wel een vleugje hoop

Het is geen vrolijke kost, het gegeven van wat je een kunstsprookje zou kunnen noemen. Het libretto is geschreven door Ernst Rosmer, pseudoniem van Elsa Bernstein-Porges (1866-1949). Een pseudoniem naar een personage van Ibsen. Het verhaal kort, heel kort en zonder de dieperliggende symboliek eronder: het draait om twee Königskinder. Dat wil zeggen een ganzenhoedster (de heldere stem van de Oekraïense sopraan Olga Kulchynska), geadopteerd door een heks (de beroemde Duitse mezzosopraan Doris Soffel) en een jongeman die zich uitgeeft voor bedelaar (de Duitse tenor Daniel Behle) die zich tot elkaar aangetrokken voelen. De burgers van Hellastadt (de naam voor de godin uit de onderwereld uit de Noordse mythologie) zoeken naar een koning(in). De vraag is wie van de twee Königskinder het eerst om klokslag twaalf uur door de poort binnenkomt. Het is de ganzenhoedster, samen met een speelman (de Oostenrijkse bariton Josef Wagner). Zij gelooft in de goedheid van de mens, maar beiden worden als vreemdelingen de stad uitgejaagd en sterven uiteindelijk. Alleen de kinderen van Hellastadt en de raadsoudste (de Nederlandse bariton Henk Poort) zien in dat de twee echte koningskinderen waren. Aan hen vraagt de speelman om liederen van hoop te blijven zingen. En te blijven dansen. In het wit.

Slagen om de arm

En dan die slagen om de arm. In die derde akte wordt gezongen over ‘zomersneeuw en wintermei’ – dat zegt eigenlijk al genoeg. Ook aan de heks kleeft niet de negatieve betekenis die vaak aan het woord wordt gehecht. Zij komt eerst niet bepaald sympathiek over, maar gaandeweg het verhaal kantelt dit beeld. Wat ze doet, is de waarheid vertellen en dat is iets dat niet iedereen kan waarderen. Het is allemaal niet zwart-wit. Ook niet in het overwegend witte toneel; de waard (de Nederlandse bariton Roger Smeets) heeft een zwart accent (zijn beurs!), enkele bijfiguren zijn in een gewoon pak gekleed. Het gevaar zit erin dat het geld en het volk de macht krijgen; hoe actueel wil je het hebben!

Dan wat de invloed van Wagner betreft. Natuurlijk, die is er, in de Leitmotive die een personage kenschetsen. Neem bijvoorbeeld de jongeman, die wordt begeleid door ‘koninklijk’ koper. Er is echter meer dat juist van Wagner afwijkt. Zoals in de eerste plaats de kamermuzikale orkestratie met schitterende soli van blazers en viool. Die viool wordt op de bühne gespeeld, door Camille Joubert, gekleed in zwart broekpak. In de tweede plaats zijn er eenvoudige, volksmuziekachtige melodieën of flarden van een melodie die aan de liederen van Schubert doen denken.

In het rijke programmaboekje staat een essay van dramaturg Klaus Bertisch waarin woorden worden gebruikt die deze nuancering aangeven. De blik van librettist Elsa Bernstein-Porges wordt ‘haast vooruitziend’ genoemd; zij is een overlevende van de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog, maar of ze die echt helemaal heeft voorzien is nog maar de vraag. Bij de dood van de koningskinderen staat vervolgens in de tekst dat die ‘in de sneeuw weinig ruimte liet voor hoop op een goede, nieuwe tijd’. Weinig – maar niet: geen.

Die nuanceringen heeft Bertisch ‘in het echt’ ook aangebracht. En hij was daarin niet de enige. Bravo! Brava!

 

Theater / Voorstelling

Knusse aftrap van het musicalseizoen

recensie: Autumn Musical Nights

Hoe trap je het musicalseizoen goed af? Met een musicalconcert van musicalartiesten als René van Kooten en Tessa Sunniva van Tol. Musicalartiesten die nog niet op het podium staan, omdat ze druk bezig zijn met het repeteren voor de verschillende producties. Autumn Musical Nights is dan ook een mooi begin van een nieuw theaterseizoen.

Met de tournee van Autumn Musical Nights zet de jonge producent Nathan Markuszower zijn traditie weer voort: het begin van het theaterseizoen aftrappen met een reeks musicalconcerten. Dit was de derde editie, al heette het voorheen nog Musical Summer Concert, omdat het een paar weken eerder begon. Dat het geen zomer meer was, hebben we in Den Haag ook echt geweten. Het was even droog aan het begin van het concert, maar al snel begon het te stortregenen. In een regulier theater merk je daar niets van, maar het Zuiderparktheater in Den Haag is een openluchttheater. De regenachtige avond viel gelukkig niet in het water, want er waren prachtige en indrukwekkende optredens, zoals het duet van René van Kooten en David van den Tempel uit Elisabeth.

Zonder poespas

In elke editie van deze Autumn Musical Nights staat er weer andere samenstelling van musicalartiesten op het podium. Deze avond stonden René van Kooten, Tessa Sunniva van Tol, April Darby, Esmée Dekker en David van den Tempel op het toneel. Ze maken er een gezellige avond van, mede door allerlei anekdotes die tussendoor verteld worden over grappige momenten uit hun carrières.

Het is een avond zonder poespas, geen grote musicalkostuums, decorstukken of dansnummers, gewoon de artiesten als zichzelf verschillende nummers zingen. De artiesten hebben allemaal  al eens samengewerkt in een musical, daar hebben ze dan ook leuke verhalen over. Ook weten ze daardoor soms precies welk nummer ze samen willen zingen. De avond zit vol originele muziekkeuzes, al komen er natuurlijk genoeg klassiekers voorbij. Denk bijvoorbeeld aan verschillende nummers en duetten uit Les Misèrables, maar ook uit The Phantom of the Opera of Miss Saigon. Er kwamen ook genoeg nummers voorbij die je (als musicalliefhebber) niet zo vaak live op het podium ziet in Nederland, zoals ‘Suddenly Seymour’ uit Little Shop of Horrors, ‘The Schuyler Sisters’ uit Hamilton of ‘Don’t Rain on my Parade’ uit Funny Girl.

Af en toe merk je aan de musicalsterren dat ze zelf ook moeten wennen dat ze zich niet kunnen verschuilen achter hun personage, maar dat ze als zichzelf op het podium staan. Zo hebben ze midden in de show een Q&A, die nog niet zo goed gerepeteerd lijkt te zijn. Door vragen als ‘Wat is je favoriete musicalnummer?’ lijken sommige acteurs namelijk te worden overvallen. Dat leek het publiek niet erg te vinden, want dit geef de avond juist een oprechte en intieme sfeer.

Kortom, Autumn Musical Nights is een mooie avond om het musicalseizoen mee te beginnen. Helaas viel het in Den Haag totaal in het water, maar gelukkig gaat de rest van de tournee gewoon langs (overdekte) theaters. Samen met musicalliefhebbers in het theater genieten van bekende en minder bekende musicalliedjes is een goede aftrap van het nieuwe musicalseizoen.

Muziek

Een geslaagd muziekproject van het Mauritshuis

recensie: Bekijk het Mauritshuis  met je oren
Mauritshuispixabay

Wist je dat het Mauritshuis een eigen platenlabel heeft? Bekende artiesten zoals Merol en Willie Wartaal laten zich voor een nieuw nummer inspireren door een schilderij naar keuze in het Mauritshuis. Het muzieklabel is onderdeel van het project Bekijk het Mauritshuis met je oren. Priya Wannet is razend benieuwd hoe deze verfstreken klinken en duikt meteen in de Mauritshuis-playlist op Spotify.

Spinvis – Parel

Spinvis, de eenmansband van Erik de Jong (1961), verschijnt als eerste bovenaan de lijst. Zijn versie van het Meisje met de Parel (c. 1665) van Johannes Vermeer grijpt direct aan door het bijzondere intro. We horen verkeersgeluiden. Een auto die voorbijrijdt en zachtjes afremt. Vlak voordat De Jong begint met zingen hoor je in de verte de kerkklokken luiden. Het is bijna alsof je zelf onderdeel van het verhaal bent geworden en het meisje elk moment tegen kunt komen. Luisterend naar dit nummer vraag je je af: wie was toch deze mysterieuze jongedame die de Hollandse grootmeester zo intrigeerde? Spinvis zelf omschrijft haar als een vogel: ongrijpbaar en vrij. Het Nederlands Kamerkoor is een mooie toevoeging aan het geheel en geeft het nummer een ietwat plechtige, museale sfeer. Voor fans van Spinvis wederom de bevestiging dat Erik de Jong de koning van unieke en originele liedjes is. We weten misschien niet wie ze is geweest, maar door te luisteren naar dit nummer lijkt het net alsof je haar kent. Kortom een pareltje en absoluut het luisteren waard!

Merol – Slippertje

Het kunstwerk Mars en Venus betrapt door Vulcanus (1601) van Joachim Wtewael valt meteen in de smaak bij Merel Baldé (1991), beter bekend onder haar artiestennaam Merol. Het is sexy en een tikkeltje ondeugend; precies hoe we Merol kennen. Op het schilderij is de Griekse godin Venus te zien die ongegeneerd ligt te vrijen met Mars. Ze lijkt precies te weten wat ze doet en maakt zich niet druk om haar man Vulcanus met wie ze ondertussen getrouwd is. Merol raakt meteen geïnspireerd na het zien van de slippers van Venus die achteloos zijn neergegooid naast het bed. Dit doet haar vermoeden dat Venus moedwillig met Mars het bed is ingedoken. Als een echte woordkunstenaar rijgt ze de woorden aan elkaar en is ze niet bang om direct en expliciet te zijn. Daarmee houdt ze de maatschappij een spiegel voor. Als luisteraar kun je jezelf afvragen of monogame relaties eigenlijk nog wel van deze tijd zijn. Zijn open relaties niet veel interessanter? We leven immers in een maatschappij waarin alles draait om zelfontplooiing. Merol laat met dit nummer horen dat zij buiten geijkte kaders kan en durft te denken. Dit hoor je ook terug in de sound van het nummer. Het refrein is catchy en blijft gegarandeerd de rest van de dag in je hoofd hangen.

Dio – Hoger ft. Gerson Main

Dio, artiestennaam van Diorno Dylyano Braaf (1988), schiet voor de sterren, want het kan hem niet hoog genoeg. De jonge en ambitieuze rapper koos voor twee enorme plafondschilderingen van Ger Lataster als inspiratiebron voor zijn nummer Hoger ft. Gerson Main (2021). De ene plafondschildering is gebaseerd op Icarus die met zijn zelfgemaakte vleugels de zon probeert te bereiken, maar uiteindelijk te hoog vliegt en in zee stort. Hier komt het spreekwoordelijke “Hoogmoed komt voor de val” vandaan. Op de andere plafondschildering komt het thema hoogmoed ook terug. Toen Lataster in 1987 dit plafond schilderde, benauwde het hem dat hij zich omringd wist door grootmeesters als Rembrandt, Vermeer en Rubens. Hoogmoed zou op de loer kunnen liggen. Lataster zag maar één manier om zijn eigen val te voorkomen: hard werken. Met veel felle kleuren en expressie schilderde hij een blauwe werkbroek, werkschoenen en een schep, refererend aan de werkende man. Dio maakt met zijn nummer duidelijk dat hoogmoed, oftewel overdreven zelfvertrouwen, niet altijd iets negatiefs hoeft te zijn. Hij rapt hierover: “Want ik wil niet als ik oud ben moeten denken had ik maar.” Het resultaat is een dromerig, zwevend maar krachtig liedje dat zowel qua sound als qua boodschap prachtig contrasteert met de felle en heldere kleurencompositie van het kunstwerk zelf. Hoogmoed is een bekend thema in de huidige maatschappij en dit nummer zou zeker de jongere generaties kunnen bereiken.

Goldband – Psycho

Met de Haagse groep Goldband reizen we af naar de 90’s, gabbertijd. Op hoge snelheid dendert hun nieuwste festivaltrack Psycho (2022) door je speakers heen. De track begint nog vrij rustig, maar je hoort al snel dat er een woeste storm gaat uitbreken. Richting het refrein barst de ravemelodie los en moet je wel meezingen met de tekst: “Ik ben een psycho, ik word helemaal gek.” Voor deze track lieten de mannen zich inspireren door het schilderij Christus in het voorgeborchte (1597) van Jan Brueghel de Oude en Hans Rottenhammer. Het is een schilderij waarmee ze alle kanten op kunnen. Chaos, licht en donker. Christus in het voorgeborchte heeft het allemaal en dat hoor je terug in de onstuimige beat. Het voorgeborchte of Limbo (Latijn: aan de rand) was in de Rooms-Katholieke Kerk een aanduiding van het verblijf van de zielen die na het sterven niet toegelaten worden tot de hemel en ook niet naar de hel of het vagevuur gezonden worden. Zij wonen aan de rand van de hemel of de hel. Op het schilderij is te zien hoe Jezus Christus afdaalt naar het voorgeborchte om daar Adam en Eva op te halen en naar de hemel te brengen. Het gevoel dat je krijgt bij het schilderij matcht met het gevoel dat het nummer oproept als je het hoort. Goldband is erin geslaagd om het perfecte nummer voor dit schilderij te maken.

Eefje de Visser – Cybele

Van keiharde gabberhouse schakelen we over naar de zoete, dromerige klanken van Cybele (2021). Ook dit lied is gebaseerd op een werk van Jan Brueghel de Oude. Samen met Hendrik van Balen schilderde hij Krans van vruchten rond een voorstelling met Cybele die geschenken ontvangt van personificaties van de vier jaargetijden tussen 1620 en 1622. Cybele was in de mythologie de godin van de vruchtbaarheid, aarde en natuur. Voor haar nummer kruipt Eefje de Visser (1986) in de huid van de 17e-eeuwse gelovige mens en zingt zij Cybele toe om haar te bedanken en om te vragen de aarde vruchtbaar te houden. De verering en weelderige details uit het schilderij komen terug in de welbekende elementen als zwevende vocalen, fonkelende synthesizer sounds en diepe bassen. De sfeer die het schilderij oproept is gelijk aan haar sound en valt hoogstwaarschijnlijk in de smaak bij mensen die op zoek zijn naar een zacht nummer die feminiene kracht uitstraalt.

 

Nog niet genoeg gezien en gehoord? Andere nummers van Bekijk het Mauritshuis met je oren (Harrie Jekkers met Gezicht op Delft, Willie Wartaal met Mootje, The Kik met De ware Jakob en Jett Rebel met Heaven’s Got A Place For You) zijn te beluisteren via de website van het Mauritshuis. Ook zijn alle nummers te vinden op Spotify en YouTube.

 

 

Muziek / Concert

Fokko brengt ´Geluksmomentje´ naar Arnhem

recensie: ‘FF Touren’-tour van Fokko, 5 juni 2022 Luxor Live
Malin Hollaar

Nadat Fokko in 2021 een ware coronahit had gescoord met ´Karin Heeft Geen Corona´ was het een kwestie van tijd tot de volledige EP werd uitgebracht. De EP FF werd begin 2022 uitgebracht en in april begon de bijbehorende tour. Het concert van 14 april in Luxor Live in Arnhem kon, ironisch genoeg, niet doorgaan vanwege een coronageval in de band en werd daarom verplaatst. Gelukkig werd dit gemis ruimschoots ingehaald met het energieke optreden dat zich uiteindelijk op 5 juni 2022 afspeelde.

Het concert vond plaats in de bovenste zaal van Luxor Live. Bij binnenkomst waren de leadzanger van Fokko en zijn support act Tim Koehoorn aan te treffen bij de merchandise stand. Toen het natgeregende publiek druppelsgewijs de knusse zaal binnen was getreden werd het tijd voor de show om te beginnen.

Het doorzettingsvermogen van support act Tim Koehoorn

Singer-songwriter Tim Koehoorn verzorgde de support act van deze avond, ondanks de obstakels op zijn reis naar Luxor Live. Zo vertelt hij dat hij vanuit het autoluwe centrum van Arnhem zijn spullen in containers met vuilniszakken en ducttape te voet naar de concertzaal heeft moeten slepen. Dit had gelukkig weinig invloed op zijn stemming en zo opende hij de avond met het nummer ‘Het Gaat De Slechte Kant Op Met Mijn Pessimisme’. De zanger blijkt niet alleen droogkomisch te zijn in de aankondigingen van zijn eigen nummers, maar hij toont in deze nummers ook aan over een goede dosis creativiteit en humor te beschikken. Zo gaan de nummers over de meest uiteenlopende onderwerpen, zoals zijn onafwendbare dood, het missen van Hyves, opgroeien in de provincie en Guus Meeuwis. Voor laatstgenoemde had Tim namelijk nog wat constructieve feedback op hoe geschikt het ritme ‘kedeng kedeng kedeng kedeng’ is voor de geïmpliceerde nachtelijke activiteiten uit het nummer ‘Per Spoor’.

De muzikant omschrijft zijn muziek als ‘alternatieve nederpop voor mensen die grapjes maken als verdedigingsmechanisme’. Hoe dat klinkt valt binnenkort te beluisteren op zijn nieuwe album Suikerspin dat 17 juni verschijnt. Enkele nummers van dit album, zoals het kneuterig romantische nummer ‘Als het moet (maar liever niet)’, liet hij tijdens het concert al horen. Dit toverde duidelijke glimlachen op de gezichten van het publiek.

Wachten tot er iets gebeurt

Het warmgedraaide publiek hoefde niet lang te wachten tot de nederrockband Fokko het podium betrad. Bandleden Fokko, Jurro, Sebastian en Gelke gingen energiek van start met het nummer ‘Wachten Tot Er Iets Gebeurt’, wat zonder aarzelen overliep in het vervolgnummer. Het is meteen duidelijk, de band heeft weer zin om te spelen en het publiek stuitert enthousiast mee. De catchy rocknummers met vrij directe teksten over uiteenlopende onderwerpen slaan duidelijk goed aan bij het publiek. Nummers zoals ‘KTLL’, die gaat over het hebben van een gemeenschappelijke ex-vriendin met iemand die je niet aardig vindt, worden vol volume meegezongen.

Publieksinteractie door quizvragen en fun facts

Gelukkig is er tussendoor nog wel ruimte voor wat adempauzes en die worden door zanger en gitarist goed benut voor de nodige publieksinteractie. Zo vertelt hij bij de aankondiging van ‘Nog Twee Weken Op De Camping’ dat het nummer welgeteld vijf woorden in het Frans bevat en dat degene die ze weet te benoemen een Fokko sticker verdient. Een uitdaging die enthousiast werd geaccepteerd door de fans op de eerste rij, maar lastiger bleek te zijn dan gedacht. Uiteindelijk werd er beloofd dat iedereen een sticker zou krijgen voor de moeite, dat is mooi meegenomen.

Wie een beetje bekend is met de nummers van Fokko heeft vast opgemerkt dat bepaalde vrouwennamen zoals Sanne en Kim vaker in de nummers naar voren komen. Bij de aankondiging van het nummer ‘Wendy’ over zijn korte basisschoolverkering vertelt hij hier wat meer over. Wendy blijkt echt te bestaan, maar ze heet eigenlijk Chantal. Het nummer ontpopt zich in de concertzaal als een ware publieksfavoriet. Waar het publiek eerder al enthousiast leek mee te dansen en zingen, werd er hier zelfs nog heftiger mee gesprongen.

Akoestische onderbreking in het midden van de zaal

‘Wendy’ blijkt niet de enige publieksfavoriet te zijn, vanuit de eerste rij werd tijdens de show al meermaals gevraagd of het nummer ‘Anna’ nog gespeeld zou worden. Toen het eindelijk zover was, werd de elektrische gitaar omgeruild voor een akoestische en kwam Fokko, gevolgd door Gelke en Jurro, de zaal in lopen. De drie bandleden werden gauw omringd door een knusse cirkel van toeschouwers en zette zo het nummer ‘Anna’ in met Fokko op gitaar, Gelke met twee schudeieren en Jurro als tweede stem. Het publiek probeerde voorzichtig mee te zingen terwijl de fan, wiens lievelingsnummer ‘Anna’ was, uiteindelijk het tweede schudei van Gelke kreeg. Deze setting beviel de band dusdanig dat ze besloten het nummer ‘Zondagnacht’ ook in deze cirkel te spelen. Dit nummer werd door het publiek nog enthousiaster meegezongen. Zeker de ‘aah’s die volgden na zinnen zoals ‘dit weekend was er weer een voor de prullenbak’ werden extra hard meegezongen.

Een energieke afsluiting

Toen de volledige band weer op het podium stond, was het tijd voor hun grootste hit: ‘Karin Heeft Geen Corona’, waarmee het tempo en de ambiance weer mee werden opgevoerd. De band zet verder met nummers als ‘Met Een Biertje Op De Bank’ waarin wordt bezongen hoe ze het liefst met een biertje op de bank zitten en verder niks doen. Het is echter duidelijk dat voor dit concert een grote uitzondering wordt gemaakt. De geestdrift en de energie spat van de band af en werkt aanstekelijk op de volledige zaal. Een groot aandeel van het publiek loopt met shirts waar Fokko’s hoofd op geprint staat of T-Shirts met de tekst ‘StaDaarNietZoDoeIets’, wat gelijk het nummer was waarmee deze gebeurtenisvolle avond werd afgesloten.

Een avondje Fokko staat garant voor een strakke rockshow, komische teksten, een stuiterende frontman én dito publiek. Het is dan ook een wijs besluit om dat biertje op de bank om te ruilen voor een biertje bij een optreden van Fokko!

Link naar live video van Fokko:

 

Link naar Tim Koehoorn:

Theater / Voorstelling

EEN WERVELWIND VAN EEN OPERAVOORSTELLING

recensie: A Midsummer Night’s Dream - Opera Zuid

De voorstelling van de opera A Midsummer Night’s Dream van Benjamin Britten (1960) door Opera Zuid begon eigenlijk al op de statige trappen van Internationaal Theater Amsterdam (ITA). Terwijl je tussen bloemetjes op de treden rustig naar boven liep, kwam je gaandeweg toneelspelers tegen die telkens een citaat uit het gelijknamige toneelstuk van Shakespeare voor je opzegden. Zoiets als: ‘Puck zegt: “Hebben wij schimmen u niet bevallen, denk dan: “Ik was in slaap gevallen.” Wat u in die slaap verscheen, vluchtte als een droombeeld heen’.

Zo heb je gaandeweg al heel wat poëtische teksten te horen gekregen, maar als je dacht dat het daarbij bleef, dan had je het als bezoeker mis. De opvoering begon met een vragenvuur dat vanaf het podium op de zaal werd losgelaten. ‘Gaat u staan als u het eens bent met …’. En dat waren vaak geen gemakkelijke vragen, zoals: ‘Heeft u uw grote liefde wel eens bedrogen?’ Citaten, en nu vragen die allemaal voortkwamen uit het stuk van Shakespeare en aan de accenten van regisseur Ola Mafaalani, die hiermee haar debuut maakte bij Opera Zuid.

Accenten

Accenten die varieerden van het benadrukken van het verschil tussen droom en werkelijkheid, liefde en haat, donker en licht. En dat alles te midden van de komedie die A Midsummer Night’s Dream is. Het waren vragen die de komedie te boven gaan.

De hiervoor genoemde Puck, de dienaar van Oberon, de koning der schaduwen en elven, leek wel als een soort tussenpersoon te fungeren. De rol werd uitgevoerd door actrice, regisseur en aerialist (luchtacrobaat) Dreya Weber. De meeste tijd draaide ze rond in stukken stof, aangekondigd door snelle trompetloopjes en tromroffeltjes uit de orkestbak, waarin het op de toppen van hun kunnen spelende philharmonie zuidnederland zat, het orkest van Noord-Brabant, Limburg en Zeeland dat stond onder leiding van de Belgische dirigent Karel Deseure.

De opvoering

Componist Benjamin Britten (1913-1976) vraagt veel van de uitvoerenden. Zowel van het orkest als van de vocale solisten en het kinderkoor (de elfjes, gezongen door de Limburgse koorschool). Onderwijl zijn zij doende om samen met chefkok André Amaro in de keuken van Theseus chocola te smelten. Dit vervangt het magische bloemensap uit het stuk van Shakespeare. Ze zijn er al mee bezig als het publiek de zaal inkomt, net zoals zes werklieden reeds aan het timmeren zijn voor het stuk echt begonnen is. Later voeren zij het stuk Pyramus en Thisbe op ter gelegenheid van het huwelijk van Theseus en Hippolyta. Opvallend is, dat Theseus en Hippolyta in het libretto van Britten en zijn partner tenor Peter Pears pas heel laat in de opera op het toneel verschijnen. Maar dan heb je ook wat: bas-bariton Quirijn de Lang zong zijn rol koninklijk en het timbre van de alt-mezzo Eva Kroon is prachtig.

Eigenlijk is het geen doen om alle solisten bij naam en toenaam te noemen; daarvoor verschijnen er teveel op het podium. En zijn ze stuk voor stuk goed gecast en voor hun rol toegerust.
Opvallend is de teddybeer (!) waarmee Bottom (bas-bariton Marc Pantus) rond zeult. Puck heeft zijn hoofd niet omgetoverd in dat van een ezel, zoals in het origineel, maar in het lijf van een teddybeer; wellicht een toespeling naar de beren die tijdens de pandemie massaal voor de ramen stonden. Een pandemie die twee jaar geleden roet gooide in de toen al geplande première in Eindhoven.

Alles is in de geest van Britten eigenlijk, want ook de componist doet aan (stijl)citaten. Soms denk je het begin van de ouverture uit A Midsummer Night’s Dream van Mendelssohn-Bartholdy te horen, dan weer een barokaria door een countertenor (Oberon, gezongen door Jan Wouters, begeleid door klavecimbel en harp) om slechts twee dwarsstraten te noemen.
Kortom: een avond om met volle teugen van te genieten. Het kan nog tot en met 21 juni (!). Mafalaani heeft weer een prachtige Shakespeareregie op haar conto geschreven. Dit keer van een opera.

 

Kunst / Expo binnenland / Expo buitenland

Zelfportret van een genereuze fotograaf

recensie: Wish I Were Here van Bertien van Manen
Bertien van Manen, Odessa, Ljalja, uit de serie Lets sit down before we go, 1991-2Bertien van Manen

De overzichtstentoonstelling Wish I Were Here van Bertien van Manen in het Antwerpse FOMU belooft een ‘intieme vorm van documentaire’. De expo lost die verwachting ruimschoots in. De tentoonstelling is nog tot 28/08/2022 te bezichtigen.

De overzichtstentoonstelling komt wat stroef op gang met fotoboeken in een vitrinekast waarin Van Manens eerste ‘sociale foto’s’ verzameld staan: geëngageerde fotoreeksen waarin nonnen en vrouwelijke gastarbeiders uit Nicaragua de hoofdrol spelen. Met dank aan de kadrering en het belichaamde perspectief doen de foto’s al wel het grote talent van de fotografe vermoeden; ze fotografeert bijvoorbeeld vanuit een licht schuine hoek, zodat de kijker zich bewust wordt van haar aanwezigheid als fotograaf. Zowel ruimtelijk als thematisch staan deze foto’s echter nog te ver van de kijker af om echt aan te grijpen. Het is bijvoorbeeld niet voldoende duidelijk waarom Van Manen precies deze mensen wilde fotograferen en welke aspecten van hun leven ze precies wilde vatten.

Generositeit en perfecte beelden

In de volgende zaal is het eerste wat men ziet een potloodtekening van Willem van Manen. Hij beeldt zijn geliefde Bertien naakt en in zijaanzicht af, terwijl ze met gezwinde pas vooruit lijkt te lopen. Lang, mager en omgeven door een immense bos haar doet ze denken aan een veel levendiger versie van een Giacometti-beeld. Vanaf dat punt in de expo beklijft Van Manen onophoudelijk. Het is tekenend voor haar generositeit dat ze eerst zichzelf in haar blootje zet vooraleer ze ons haar onderwerpen toont.

De expo blijkt pas echt te beginnen met de reeks die Van Manen in de Appalachen maakte. Het is meteen een van de meest beklijvende series van de hele tentoonstelling. Deze fotoreeks, die het leven van mijnwerkers en hun families toont, bevat perfecte beelden waarnaar je wil blijven kijken. Zoals het beeld van een jongen die zich al schommelend bevindt in de contrastrijke clair-obscur wereld van bomen en lucht: zijn hoofd in de nek geworpen, de duisternis in, zijn blik in het licht. De foto’s van kinderen worden vaak gekenmerkt door die aanwezigheid van licht, zelfs overbelichting. Bij een mindere fotograaf zou dit gemakkelijk tot kitsch vervallen, maar niet bij Van Manen die een rauw thema combineert met visuele perfectie.

Uit ieder beeld rijst de liefde op die Van Manen voor haar onderwerpen voelt. In het bijzonder de liefde voor Mavis en Junior, een mijnwerkerskoppel bij wie ze tijdens haar reizen door de Appalachen inwoonde. Prachtig is dan ook het boek The other side of the moon dat ze in een oplage van drie liet maken als cadeau voor Mavis en waarvan een exemplaar in de expo te bezichtigen is.

Leven en dood

De generositeit van Van Manen zet zich voort in de manier waarop ze anderen toestaat met het werk om te gaan. Jeroen de Vries en muzikante Coco Zhao maakten een video-installatie van het fotoboek East Wind West Wind. Deze reeks, die foto’s toont uit het China van de late jaren negentig, wordt geprojecteerd op strakgespannen doeken. Telkens als iemand er tussendoor loopt deinen ze een tijdlang op en neer, waardoor de foto’s soms een beetje buiten hun kader vallen. Het is een mooie, simpele manier om de reeks tot leven te brengen.

Het laatste deel van de expo, een fotoreeks die van Manen in Ierland maakte na het verlies van haar man Willem, hakt erin. Als kijker word je geconfronteerd met de plotse stuurloosheid van haar werk. Het houden van mensen, waar ze zo goed in is, kan zich niet meer richten op een levenspartner. En opeens zijn het geen mensen meer, maar lege landschappen, die de fotograaf vastlegt.

Het gat in de buik

Een koptelefoon nodigt uit de beelden met muziek te beluisteren. Het is een van de weinige betreurenswaardige ingrepen in de tentoonstelling. De foto’s zijn in combinatie met de muziek bijna onverdraaglijk. Het fijne gevoel dat door de expo heen werd opgebouwd, krijgt hier iets wrangs en de toeschouwer verlaat de tentoonstelling met een gat in de buik. Desondanks is die wrange afsluiter ook een blijk van Van Manens kunnen en van haar veelzijdigheid.

Bertien van Manen is naast een fenomenale fotograaf ook een inspirerend mee-lever, die mensen in al hun schoonheid en lelijkheid mocht afbeelden. De liefde en interesse waarmee ze naar mensen kijkt zijn inspirerend, haar omgang met haar onderwerpen ontroerend. Wish I Were Here toont zoals beloofd een intiem portret van de fotograaf en haar onderwerpen. Van Manens werk is een zelfportret, samengesteld uit beelden van anderen.

Boeken / Film / Kunst / Muziek / Theater / Boeken / Film / Kunst / Muziek
special: De redactieleden van 8WEEKLY bespreken het recente cultuurnieuws en meer!

8WEEKLY podcast – Aflevering 7

De gevarieerde redactie van online cultuurmagazine 8WEEKLY.nl bespreekt het recente cultuurnieuws, nieuwe releases, evenementen en festivals. Wij bespreken scherpe culturele stellingen en geven cultuurtips over boeken, films, muziek, podiumkunsten, beeldende kunst en meer!

In de nieuwe aflevering bespreken Sanne, Vick en Jorien het cultuurnieuws en raden ze de voorstellingen en films aan die ze bezocht en gezien hebben. In deze aflevering worden de volgende zaken besproken:

– Cultuurnieuws: tegenvallende bezoekersaantallen na corona voor de culturele sector, de uitreiking van de oscars en de nominaties van de musical awards.

– Recensies:

  • Come from away en het musicalcollege
  • Documentaire Kanye West
  • Aladdin
  • Concert Sting
  • Tina Turner de musical

– De vraag: in welk tv-, boek-, film- of musicalpersonage herken jij jezelf het meest.

Beluister de podcast via spotify of klik hier:

LAVALU
Muziek / Album

LAVALU lanceert nieuw album ‘Earthbound’

recensie: Earthbound - LAVALU
LAVALU

Vrijdag 8 april presenteerde de Arnhemse zangeres en pianiste LAVALU (Marielle Woltring) haar nieuwe album Earthbound in het Amsterdamse Concertgebouw. Het derde en tevens ook het laatste deel uit de Rise-trilogie die maar liefst zes jaar duurde. Op Earthbound is ze voor het eerst te horen in trio-formatie samen met altvioliste Roos Tuenter en cellist Paul Rittel.

Soms lopen dingen anders dan gedacht en sta je ineens met je voeten in de modder. Al ploeterend door het drassige moeras zak je steeds verder weg in een bodemloze put. Marielle Woltring (1979), beter bekend onder haar artiestennaam LAVALU, ging een periode van stilstand door die ze moest zien te verwerken in combinatie met een burn-out. Haar hele leven was ze gewend om altijd maar te vliegen. Altijd maar te presteren. Tot het moment dat haar vleugels afbraken en ze zichzelf ter aarde zag storten. Het besef kwam dat het zo niet langer verder kon. Met Earthbound laat ze die periode van onrust achter zich. Ze richt zich nu op de toekomst. Waarvan ze zelf zegt dat ze die neemt zoals het komt: ‘Je kunt in het leven wel een glitterpak aantrekken, maar uiteindelijk sta je toch met je poten in de modder’.

Zachte kracht

Door het toevoegen van zang zorgt Woltring er voor dat Earthbound niet alleen een klassiek album is, maar ook een popalbum. Met zachte, kwetsbare zang brengt ze haar muziek en diepe betekenisvolle teksten. Zo zingt ze over teleurstellingen op een manier die gevoelig maar nooit droevig overkomt. Ze nam de meeste liedjes thuis op, in haar woonkamer. Die intimiteit voel je in bijvoorbeeld het bloedstollend mooie Your Hand. Tegelijkertijd bemerk je ook een muzikale gevoeligheid, een stukje perfectionisme wellicht, in de composities. Noten die prachtig vallen, instrumenten die elkaar aandachtig beantwoorden, achtergrondvocalen die Woltrings stem perfect complementeren. Hierdoor wil je niet alleen maar in LAVALU’s stem kruipen omdat het er zo knus en fijn is, maar ook omdat die muziek gewoon heel erg goed in elkaar steekt.

Een album met vooral ingetogen klanken, een beperkt aantal instrumenten en zachte zang, kan over het algemeen snel wat saai worden. Earthbound is echter een album dat tien tracks lang blijft boeien, ongeacht hoe vaak je het album hoort. Ingetogen en tedere klanken domineren. Daarnaast zijn er nummers waarop Woltring laat horen dat ze ook jazzy en poppy kan klinken. Kortom: een prachtige afsluiter van een persoonlijke reis die door dalen en over bergen is gegaan.