Theater / Achtergrond
special: Theaterfestival Boulevard

Heel Den Bosch is theater

.

25 jaar geleden ontstond in Den Bosch het theaterfestival The boulevard of broken dreams. Inmiddels zijn er heel wat dromen gesneuveld, inderdaad, maar ook veel waargemaakt. Onder de naam Theaterfestival Boulevard neemt het evenement inmiddels tien dagen per jaar de stad over. De stad als podium is het uitgangspunt, en daar slaagt het festival wonderwel in, want naast in theaters en zalen en op festivalplein De Parade zijn er voorstellingen in markante gebouwen, gewone straten, mooie parken en zelfs op het water. Nog tot en met 16 augustus te zien.

Lees de recenses van: Met Wortel en TakBernadette Notten | Niets is echt moeilijk Theatergroep WAK | Gitanes Ultra Light JUDKA Theatermakers

Anti-haast manifest
Met Wortel en Tak Vivianne van den Boom
Theater Artemis, ‘s Hertogenbosch • 12 augustus 2009

Op Boulevard 2008 won Vivianne van den Boom met haar afstudeervoorstelling van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten een van de twee Theaterfestivalprijzen. Het prijzengeld besteedde ze aan haar nieuwe voorstelling zodat ze op Boulevard 2009 wederom op de planken staat, deze keer met Met Wortel en Tak, een voorstelling over de Nederlandse haastmentaliteit en uit de hand gelopen keuzevrijheid. Dat geld is goed besteed, want Met Wortel en Tak is een zeer humoristische, aangenaam chaotische en ontroerend mooie voorstelling geworden.

foto: André van Hest

foto: André van Hest

In een interview vertelde Van den Boom dat voor veel cabaretiers de zangkwaliteit vaak ondergeschikt is aan de spelkwaliteit en dat zij streeft naar een voorstelling waarin beiden van hoog niveau zijn. In Met Wortel en Tak is dat absoluut gelukt. De nummers in haar voorstelling hebben een overkoepelend thema, maar zijn erg gevarieerd qua inhoud, muzikaliteit, interpretatie en gevoel. Wat de nummers wel allemaal gemeen hebben is dat Van den Boom ze prachtig zingt en vol overgave weet te brengen. Daardoor weten de ontroerende nummers diep te raken en maakt ze van vrolijke nummers met teksten als “tralala hopsasa”, die bij veel cabaretiers banaal over zouden komen, een vrolijke traktatie. De meest opmerkelijke en memorabele nummers zijn toch echt het openingsnummer Zing dan, het nummer over de wisselwachter voor wie de keuze teveel wordt en over één worden met de natuur.

Het spel is al even gevarieerd als de zang onder het haastthema. Van den Boom begint de voorstelling met een beschrijving van haar chaotische leven en hoe zij zichzelf niet eens bij kan houden. Deze zelfspot is herkenbaar en aandoenlijk tegelijk zonder oncomfortabel te worden. De zelfspot verandert ook in luchtige kritiek op de samenleving doordat Van den Boom in de huid kruipt van een jolige Somalische vrouw die al dat haasten, gordijnen en deuren dicht om 6 uur en koken voor jezelf maar een vreemde gewaarwording vindt. Ook haar manifest voor laatbloeiers is erg grappig met richtlijnen als ‘een schommel is ook een flexplek!’. Al deze sketches verbeeldt Van den Boom met onstuimige energie en tomeloos enthousiasme. Dit wordt echter op geen enkel moment vermoeiend of vervelend, want in de voorstelling worden genoeg rustmomenten ingebouwd waardoor Met Wortel en Tak goed in balans is. Je verlaat de zaal dan ook lachend en vol energie maar tegelijk ontspannen genoeg om eens heel rustig huiswaarts te keren. (Linda Mous)
Terug naar boven 

Statisch geval


Alfa – Hotel Witlox i.s.m. Stella en Drieons
Theater Artemis, Den Bosch • 11 augustus 2009 

foto: Joep Lennarts

foto: Joep Lennarts

Je kan een man die op wacht staat moeilijk kwalijk nemen dat ie een statisch geval is. Maar het is toch wel in toenemende mate vervelend als de regisseur (in dit geval Hans van den Boom) de vertolker van de protagonist in een tekstvoorstelling heeft opgedragen om die stilstand nogal letterlijk te nemen. Zodat die een dikke drie kwartier op dezelfde plek en in dezelfde houding met zijn handen krampachtig op zijn knieën gaat zitten vertellen, met hooguit heel af en toe een handbeweging of een blik naar opzij. Dan lijkt het eerder een tekstlezing van iemand die de woorden perfect uit zijn hoofd heeft geleerd. En wordt het ondanks het behoorlijke spelvermogen van Herman van de Wijdeven, met een grote reikwijdte in zijn stem, een tamelijk saaie bedoening rondom een personage dat je echt zou moeten kunnen raken.

Alfa is gebaseerd op een boek van de Vlaamse auteur Ivo Michiels, die bekendstaat om zijn moeilijk doorgrondbare werk. De voorstelling is daar een afspiegeling van: ze zit vol met verwarde flarden van beschrijving en kleine stukjes halve conversatie. Veel herhaling, veel metafoor, veel associatie, veel poëzie. Veel indicaties ook en weinig helderheid, al krijg je gaandeweg wel een betere indruk van de man en zijn leven. Niet lelijk, niet slecht, zeker niet, maar wel moeilijk te volgen, zeker als je weinig meer dan woorden krijgt.

Herman van de Wijdeven schetst de statische situatie waarin zijn personage Oscar, een wacht in oorlogstijd, verkeert. Hij zit op een transparant blok, een van vele in  het veld van kubusvormige ‘kijkdozen’ die zijn gevuld met allemaal verschillende dingen: boomstammetjes, een opgezette kip, een enorme verzameling crucifixen. De lampjes boven de kunstige verzameling, al dan niet aan, werpen weinig licht op de zaak. De geometrische structuur van de blokken is doorbroken door een vleugel waarop componiste Laetitia van Krieken, aansluitend bij de gebeurtenissen in het hoofd van Oscar, speelt; soms heel hamerend en heftig, dan heel zalvend en zacht. De hoofdpersoon overziet het mijnenveld van zijn leven, hij ziet voortdurend voorvalletjes uit zijn jeugd aan zich voorbijtrekken. En ze verwijzen allemaal min of meer naar een soortgelijke situatie als waarin hij zich nu bevindt, waarin hij kan kiezen om mee te gaan of weg te gaan, maar waarin hij meestal gewoon niets doet omdat het simpele gegeven van de keuze hem verlamt.

‘Je raakt vertrouwd met deze twijfelaar’, schrijft de publiciteitstekst. Misschien, heel misschien geldt voor een medetwijfelaar dat Oscar ze weet te raken, te ontroeren. Maar bij een karaktervolle keuzemaker als ik roept hij iets heel anders op. Moet ik je schoppen of zo? Sta op, ga een blokje om, doe iets. Ja inderdaad, zelfs al staat daar de doodstraf op. Liever dood dan zo’n zeikerd… (Moon Saris)
Terug naar boven

Slemppartij zonder drank


De helaasheid der dingen – Afslag Eindhoven i.s.m. Productiehuis Brabant
De Gruyterfabriek, Den Bosch • 11 augustus 2009 

Het zou geen slemppartij worden, zei regisseur Yvonne van Beukering tegen de Volkskrant in de voorbeschouwing. ‘Ik las dat het geen slemppartij wordt’, zei een man tegen me op het toilet voor aanvang van de voorstelling, ‘en dat is nogal jammer, want daarmee haal je de ziel uit dat boek.’ Hij zal uiteindelijk tevreden naar buiten zijn gegaan, deze man. Want al is er op de vloer inderdaad weinig drank te zien tijdens de eerste toneelversie van Dimitri Verhulsts briljante roman De helaasheid der dingen – twee metertjes bier, dat is het zo’n beetje -, de aanwezigheid ervan is toch voortdurend voelbaar. Al was het maar doordat Rogier Schippers als vader Pierre van begin tot eind nauwelijks op z’n voeten staat, maar voortdurend dronken over de vloer ligt te kronkelen, als een zeer oncharmant model over het ellenlange plankier struikelt of achterin ligt te meuren. Of doordat zijn jonge broertje Petrol (in het boek Potrel) onafgebroken op scherp staat, bijna als een cokesnuiver, met trillend been en wijd opengesperde ogen. Zo geloofwaardig, zo heftig op momenten, dat je bijna zou denken dat her en der in de tot Vlaamse achterbuurt omgebouwde voormalige fabriek flessen wodka verstopt staan om de sfeer erin te houden.

foto: Paul Beekhuis

foto: Paul Beekhuis

De geest van de drank is dus alom aanwezig. En ook op andere punten is de geest van Dimitri’s meesterwerk bewaard gebleven, al moesten voor de vertaling van de vloer begrijpelijkerwijs veel van zijn poëzie, zijn taalvondsten en zijn bijzondere beschouwingen sneuvelen. De makers kozen voor een aaneenrijging van een paar belangrijke en theatraal interessante scènes die het leven van de jonge Dimitri, die opgroeit bij zijn zuipende ooms en zijn arme omaatje, in een notendop vangen. Van zijn nette nichtje dat een tijdje komt logeren en verandert in een zuipende sloerie. Van de juffrouw van jeugdzorg die door oma is ingeschakeld om te voorkomen dat de jongen in pa’s voetsporen treedt. Van de Tour de France-in-drank die bestaat uit steeds sterkere varianten naarmate de zwaarte van de etappes toeneem. Van de deurwaarder die de tv in beslag komt nemen net op de gedenkwaardige avond dat familie-idool Roy Orbison zijn rentree maakt. Van pa die besluit te gaan afkicken maar die ervaring begint én afsluit met een stevige kroegentocht, opgestookt door z’n raddraaierige broertje. In veel van deze sleutelscènes spelen enkele (voormalige) Eindhovense daklozen ‘de autoriteiten’, woordeloos en stijfjes, maar zichtbaar trots. Ze staan welbeschouwd aan de kant van de oude meme, die in zichzelf murmelend op de achtergrond rondschuifelt maar stiekem een heel belangrijke rol speelt (is ze daarom soms een man?).

In de eerder aangehaalde voorbeschouwing hoopte Pietjan Dusee nog dat de spelers in dezelfde tongval zouden spreken en zo op familie zouden lijken. Dat eerste is zeker niet gelukt, want het Zeeuws van Schippers wordt sterker met de hoeveelheid imaginaire drank die hij nuttigt, de jonge Martijn Crins laat af en toe zijn Brabants varen voor een Theo Maassen-achtig Hollands en Dries Alkemade zoekt het wat dichter bij het origineel met onbestemd Vlaams. Alleen bij hem klinken de Vlaamse woorden die in de tekst zijn blijven staan – immer, gans –  oprecht; bij de anderen hooguit als een poging tot. Had Reetverdegem niet gewoon ergens in Brabant kunnen liggen? Toch zit dat niet in de weg. Ze maken, ondanks een gebrek aan fysieke gelijkenis en gelijke accenten, allemaal evenzeer deel uit van deze ranzige familie die wonder boven wonder (meme zij gedankt) een briljant schrijver heeft voortgebracht. (Moon Saris)
Terug naar boven

Gedachten binnentreden in

Het Stemmenvertrek

Het Stemmenvertrek Bernadette Notten
Theater op locatie, ’s Hertogenbosch • 8 augustus 2009

foto: Joep Lennarts

foto: Joep Lennarts

Amber hoort stemmen. Stemmen uit het duister die bestaan in het ruisen van de wereld. Het Stemmenvertrek, van Bernadette Notten, gunt je een kijkje in het hoofd van Amber. Het is geen chaos, maar een diep zwarte kamer waartegen witte gedachtekronkels fel afsteken. Het zachte pulseren van de waterpartij buiten – als een hartslag – Ambers stem en de hitte creëren de illusie van een levend lichaam, maar een lichaam waarin complete rust heerst.

Amber probeert een zo normaal mogelijk leven voor zichzelf op te bouwen, haar gave of vloek omarmend. Ze is niet gek. Maar hoe leg je dat uit aan anderen? En wat als ze toch gek is? Gekke mensen weten immers van zichzelf niet dat ze gek zijn.

Amber vertelt ook het verhaal van Olivier die op zijn achtste jaar door een ongeluk zijn stem heeft verloren. Sindsdien is hij als “een TV op mute”. Olivier heeft zoveel te zeggen, maar omdat hij dat niet kan, slaat hij alles op in een kamer in zijn hoofd, in kasten en kisten, onder het tapijt, alles op alfabetische volgorde. Maar dan raakt de kamer vol. Zo vol dat de grote schoonmaak geen orde meer kan brengen en alles zelfs nog meer in de war raakt. Om niet gek te worden, moet Olivier een uitlaatklep voor zijn gedachten vinden.

Via Het Stemmenvertrek, stap je letterlijk even uit de wereld in een oase van rust. Iets té rustgevend misschien op sommige momenten. De tekst van Lucas de Waard is erg beeldend, wat nog eens versterkt wordt door de betoverende ruimte. De twee verhalen zijn op subtiele wijze met elkaar verweven waardoor de afwisseling van de twee werelden naadloos op elkaar aansluit. Ook het spel van Marije Idema is soms magisch temidden van een toch al sprookjesachtig decor. Door de hitte en het kalme tempo van de voorstelling, is het af en toe moeilijk de concentratie compleet bij de voorstelling te houden, maar een mooie beeldende zin of wisseling van verhaallijn trekt je dan even later wel weer binnen. Kortom, Het Stemmenvertrek is een vernieuwende voorstelling met een magisch karakter dat de liefhebber van teksttheater ongetwijfeld aan zal spreken. (Linda Mous)
Terug naar boven

Pantomime in een heel grote doos

Niets is echt moeilijk Theatergroep WAK
Festivalterrein, ‘s Hertogenbosch • 9 augustus 2009

~

Onvermoeibaar zijn ze, Dorus van der Meer, Bart Strijbos en Toon Kuijpers van Theatergroep WAK. Drie keer per avond treden ze op en tussendoor vermaken ze het publiek door bordjes met de titel van hun voorstelling, Niets is echt moeilijk, te zagen en uit te delen. Dit trekt veel bekijks en hun grote houten doos op het festivalterrein springt direct in het oog. De tribune binnen zit dan ook afgeladen vol en alle leeftijdsgroepen zijn vertegenwoordigd.

Wat volgt is een soort van absurde pantomime. Deze is soms heel klein en subtiel en dan weer enorm chaotisch en voor de hand liggend. Vooral het begin van de voorstelling is erg inventief met minimale middelen. Met enkel een looplamp en een UIT-bordje wordt de verbeelding van het publiek geprikkeld en wordt er op de lachspieren gewerkt. Een flink stuk van de voorstelling is al voorbij voordat de drie acteurs voor het eerst samen op de vloer staan. Dit is geen minpuntje, maar juist een voorbeeld van hoe verrassend WAK iedere keer weer uit de hoek kan komen, want in die tijd heb je je geen moment verveeld. Wat ook genoemd moet worden, zijn de klimpartijen en andere ‘stunts’ die zonder een enkel hulpmiddel worden uitgevoerd en een scène die de term ‘lopend buffet’ in een heel ander daglicht stelt. Meer vertellen zou Niets is echt moeilijk geen recht doen, want de beleving zit hem in de verrassingelementen.

Niet ieder onderdeel van de voorstelling is echter zo origineel. Sommige scènes hebben erg veel weg van een Laurel & Hardy-film en andere kunnen het best worden beschreven als puberaal. Jongentjeshumor. Dit lijkt het publiek, en met name de mannelijke helft, niet te deren, want ook de wat banalere grappen worden met de nodige lachsalvo’s beloond. Zo heeft Niets is echt moeilijk ieder soort toeschouwer iets te bieden en zullen zowel de kinderen als de kritische theaterveteraan de grote houten doos met een glimlach verlaten. (Linda Mous)
Terug naar boven

Banale diepgang

Gitanes Ultra Light JUDKA Theatermakers
Theater op locatie, ‘s Hertogenbosch • 9 augustus 2009

Op een verlaten bouwterrein staan twee caravans. Een kippetje draait boven een open vuurtje, een man neemt een bad op de achtergrond en prominent op de voorgrond staat een lege doodskist omringd door Mariabeeldjes. Het is de setting van Gitanes Ultra Light, een voorstelling over het leven en de keuzes van rondtrekkende Roma-vrouwen.

foto: Jan van Eerd

foto: Jan van Eerd

In Gitanes worden verschillende diepgaande thema’s aangestipt door het leven van drie generaties Roma-vrouwen. Angst voor de dood, traditie versus verandering, onbegrip en discriminatie komen allemaal aan bod. Het is echter moeilijk om al deze zware thema’s tot hun recht te laten komen in een relatief korte voorstelling en daarin slaagt het stuk dan ook niet volledig. De onderwerpen komen naar voren via tekst en muziek, maar waar de muziek het gevoel moeiteloos weet over te brengen aan het publiek, schiet de tekst soms wat tekort. Vaak is de dialoog weinig meer dan een wedstrijdje schreeuwen en slaan en is het spel wat hysterisch. Er zijn echter momenten die erg kwetsbaar en pakkend zijn, met name de monologen van dochter Lily over hoe zij wordt gediscrimineerd en wat zij van het leven verlangt. Lily’s oma navigeert in een interessant schemergebied tussen banaliteiten en inzichtelijke wijsheden. Soms spreekt zij in enorme clichés of roept zij dingen die nergens op slaan, maar af en toe uit ze ook mooie en diepe gedachten. Contrasten als deze lopen door de hele voorstelling. Er wordt gehuild, maar ook gelachen en gefeest en het publiek deelt daarin mee. Dit idee om de gastvrijheid van de Roma tastbaar te maken is mooi, maar duurt redelijk lang en is meer een afleiding van de voorstelling dan een toegevoegde waarde.

Een ander contrast zit in de rolverdeling. De drie vrouwen figureren in de hoofdrol en de mannen zijn als het ware bewegende decorstukken die vooral de luchtige scènes opleuken. Vooral vriend Hans voldoet aan ieder stereotype over burgerlijkheid. Dit doet echter geen recht aan het goede spel van de twee jonge zigeuners of het gitaarspel van de muzikant. De mooiste momenten in Gitanes zijn namelijk de momenten waarop muziek gemaakt wordt en met name de melancholische nummers. Bij sommige nummers worden zang en vertaling van de gezongen woorden afgewisseld. Dit creëert een intieme sfeer waarbij de woorden door de muziek hun ware betekenis krijgen. Het is deze combinatie van spel en muziek die de laatste scène indringend en gedenkwaardig maakt.

Kortom, Gitanes Ultra Light heeft prachtige momenten, diepgaande thematiek en meeslepende muziek, maar daarvoor moet je wel door het niet enorm consequente spel en de wat minder interessante dialogen heen kijken. (Linda Mous)
Terug naar boven