Theater / Achtergrond
special: Interview met Stijn van Opstal

Een uit de hand gelopen goesting om buiten de lijnen te kleuren

.

Olympique Dramatique

Olympique Dramatique

Niets is onmogelijk is een bewerking van een stuk van Nikolaj Erdman: De Zelfmoordenaar. Waarom hebben jullie voor deze tekst gekozen?
Dat is altijd een heel parcours. We zijn met twee verschillende theatercollectieven, Olympique Dramatique en LAZARUS, op zoek gegaan naar materiaal waarin we elkaar konden vinden en we zijn uitgekomen bij Nikolaj Erdman. Een uitermate geestig en groot schrijver die de tand des tijds helaas niet heeft doorstaan. Hij is in ieder geval nooit zo omarmd als de andere grootheden Tsjechov en Gorky. Een bijzondere man, waar we veel verhalen over lazen die ons nieuwsgierig maakte.

Hij is in de Russische literatuur een belangrijk figuur, met name omwille van twee komedies die hij geschreven heeft. Eén daarvan is dus De Zelfmoordenaar, een stuk dat op de vooravond van de première in 1928 door het regime werd verboden en pas eind jaren tachtig in Rusland voor het eerst opgevoerd mocht worden. Erdman zelf is naar aanleiding van deze komedie verbannen en heeft sindsdien geen toneel meer geschreven. Maar dat zegt meer over het regime toentertijd, over het gebrek aan zelfspot, dan over daadwerkelijk staatsgevaarlijk engagement in zijn teksten.

Foto: Frieke Janssen

Foto: Frieke Janssen

Nikolaj Erdman schreef De Zelfmoordenaar in 1928, in een periode die bekend staat als een turbulente tijd, waarin een dictator een wreed regime voerde. Het stuk levert kritiek op de wantoestanden in de toenmalige Russische samenleving. We leven nu in een andere wereld, wat is de zeggingskracht van zo’n tekst in onze huidige maatschappij?
Het feit dat we het stuk nu spelen zorgt allereerst voor een zekere afstand, je hebt het schijnbaar niet over het nu, maar over iets onschuldigs, iets veraf. Tegelijkertijd zijn er wel een aantal situaties die overeenkomsten vertonen met de huidige situatie: het gaat over een man, voor wie de wereld te snel draait. Hij is uitgerangeerd. Hij is werkloos en leeft op het inkomen van zijn vrouw. Er heerst crisis. Heel herkenbaar. En de wereld rondom hem wil hem manipuleren en gebruiken. Iedereen vermoedt dat hij zelfmoord gaat plegen, gewoon doordat hij radeloos lijkt, en dat komt hen goed uit. Het is allereerst een komedie over een man die pas zin ziet in het leven, als anderen hem zinvol vinden. En zij vinden hem op hun beurt pas zinvol wanneer hij sterft, voor hun idealen.

In het stuk wordt aan Semjon Semjonowitsj gevraagd zelfmoord te plegen voor een ideologie en daarmee een martelaar te worden. Zijn er tegenwoordig nog ideologieën om je leven voor te geven?
Zeer veel. Misschien wel ondragelijk veel. Ik heb het idee dat wij kinderen van onze tijd zijn wiens dagelijks leven zich afspeelt in een omgeving met een straal van laat ons zeggen honderd kilometer, maar wij zijn tegelijkertijd opgevoed met een blik naar de wereld. We moeten ons verhouden tot de klimatologische veranderingen, de kindsoldaten in Uganda, de aardbeving in Haïti, de oorlog in Syrië.  We worden overstelpt met wereldbeelden. De vraag is dan: welke van die zaken is zo belangrijk, om mijn leven voor te geven? Niet letterlijk een leven voor te geven, maar mijn leven naar te richten. Het gaat over het gewicht van al die mogelijk grootse zaken die het leven zinvol zouden kunnen maken, maar die voor een individu eigenlijk ontilbaar zijn.

Foto: Koen Broos

Foto: Koen Broos

Voor de voorstelling hebben twee collectieven hun krachten gebundeld. Hoe zijn jullie daarbij te werk gegaan?
We kennen elkaar al lang en we volgen elkaars werk. Beide collectieven hebben geen regisseur, wat betekent dat we in een repetitieproces allemaal het volle gesprek voeren: we hebben het samen over zowel de kostuums, als het decor, als het licht, als de tekst, waardoor je samen de verantwoordelijkheid deelt. Zo’n repetitieproces begint met de vertaling. We zitten ongeveer een maand van het repetitieproces rondom de tafel te vertalen, en al vertalende bewerken we het stuk. Daarbij proberen we het stuk vooral als een partituur te zien.

Het is niet onze ambitie om een nieuwe tekst te schrijven, we zijn op zoek naar een partituur die speelbaar is en ondertussen praten we dan over welke vorm de voorstelling zal krijgen, hoe het eruit ziet. Op welke manieren zouden we dat kunnen spelen? In de laatste weken monteren we dan het geheel. Het werken in een collectief is eigenlijk een uit de hand gelopen goesting om buiten de lijnen te kleuren. En een klassieke deurenkomedie is daar nu het resultaat van.

 

De voorstelling is 8 november 2012 te zien in de Stadsschouwburg in Amsterdam. Daarna is er nog een tournee langs verschillende theaters in België. De speellijst en meer informatie over de voorstelling vind je hier.