Theater / Achtergrond
special: 1. Reguliere voorstellingen

Oerol 2008

.

~

Oerol 2008: Deel 1. Reguliere voorstellingen | Deel 2. Bonnefooi en straattheater | Deel 3. Jonge makers

Inhoud van dit artikel:
!V.O.C.! Wijde Weelderige Wereld – Joachim Robbrecht/De Warme Winkel | Maat voor maat – ’t Woud Ensemble | Pax Islamica IV: Sawn – Theatergroep DNA/Gasthuis Frascati/Sabri Saad El Hamus | Meisje loos – Lange Poten/Festival Karavaan | Zum Wohl – Suver Nuver | Walking – Robert Wilson, Boukje Schweigman en Theun Mosk | Laura & Lars – Laura van Dolron | Abiku – Tryater | Schraapzucht – TUIG | L’isola bianca FLUX – Théâtre du Centaure | Vader – TOM | Rondumheer – PeerGrouP | Archeologische vondsten: het verdronken dorp | Onder Constructie II – De Jongens | Allen die vallen – Compagnie Marius | Bava – Danswerkplaats Amsterdam/Giulia Mureddu | Gleone Gloede – Tryater | Dick Bos – Beumer en Drost | Geen bijen geen fruit – Het Filiaal | De noces/svadebka/de bruiloft – Walpurgis/De Roovers/Het Spectra | 8WEEKLY zag eerder

Doorslaande handelszucht
!V.O.C.! Wijde Weelderige Wereld – Joachim Robbrecht/De Warme Winkel
Gezien op 20 juni 2008 • Loods Wiegman, Terschelling

Na Anne Frank en Vincent van Gogh onderwerpt Joachim Robbrecht nu de uitspraken van minister-president Balkenende aan nader onderzoek. Zijn uitspraak ‘Nederland kan het weer: die VOC-mentaliteit!’, wel te verstaan. Deze staat aan de basis van !V.O.C.! Wijde Weelderige Wereld, een voorstelling die met veel tamtam op een bijna groteske manier probeert de Nederlandse identiteit bloot te leggen. Vier gegoede middenstanders zetten anno 2008 koers naar Batavia om te onderzoeken wat de president nu precies bedoelde en of zij zelf ook wat van die befaamde VOC-mentaliteit in zich hebben.

Foto: Diederik de Klerk

Foto: Diederik de Klerk

Dat de uitgesproken yup Janpietjoris niet vies is van avontuur, uitvindingen en ondernemerschap staat als een paal boven water. Als succesvol zakenman begint hij aan de bootreis om een emotionele band op te bouwen met zijn werk. Zijn handel ‘emotioneel invoelbaar’ te maken, zoals hij het zelf zo mooi verwoordt. Dat die handel dan knopspelden zijn doet niets af aan zijn prijzenswaardige intenties. Handel is handel. Jammer genoeg weet Janpietjoris zijn ondernemingsdrang niet echt optimaal te benutten. Halverwege de trip stijgt de handelslust hem naar het hoofd en probeert hij zijn Poolse schoonheid Zloty van de hand te doen alsof het een van zijn knopspelden betrof. Zijn kameraad Korneel is wel geïnteresseerd in de bijzondere handelswaar en gaat na enige morele weerstand overstag. Vanaf dit punt ontaardt de voorstelling in een tamelijk onnavolgbaar tumult. In het – overigens schitterende – decor van uitwaaierende lange latten voltrekt zich een schouwspel dat doet denken aan Expeditie Robinson. De vier reizigers zijn gestrand op een onbewoond eiland en de vrouw van Korneel, Annahannajohanna, spreekt nog snel even de kijkers thuis toe om zo veel mogelijk stemmen te vergaren voor de eliminatieronde.

Foto: Diederik de Klerk

Foto: Diederik de Klerk

Door de mix van gedragen spel, statische gebaren, bizarre dansjes en poses, met daaronder de zoektocht naar de VOC-mentaliteit wordt het stuk een tikje onsamenhangend. Funtamentele vragen komen zeker aan bod, maar er wordt nooit lang genoeg bij stilgestaan om de diepte in te kunnen gaan. In plaats daarvan leiden sommige scènes vooral af van de kern, zoals wanneer Korneel een ode levert aan de oude oceaan. Al met al een prima en zeker vermakelijk stuk, dat interessante vragen oproept, maar uiteindelijk toch te weinig coherent is om tot een sterk statement te komen over de Nederlandse identiteit. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Finesses maken het toneelstuk
Maat voor maat– ’t Woud Ensemble
Gezien op 20 juni 2008 • De Ans, Terschelling

Foto: Moon Saris

Foto: Moon Saris

Op een barbaars winderig stukje Terschelling heeft ’t Woud Ensemble zijn kamp opgeslagen om er tien dagen lang de voorstelling Maat voor maat te spelen, een komedie van Shakespeare. Bijna tegen de dijk aan vormt een een stukje uitgestrekte polder het decor. Voor de dijk staan vier omvangrijke grijze wanden die als achtergrond dienen. Hier wordt het verhaal verteld van een maatschappij waar de gezaghebbenden koste wat kost proberen de wet te handhaven en toch verantwoordelijk zijn voor een onrechtvaardige samenleving. De hertog is in Maat voor maat de man die normaal gesproken de touwtjes in handen heeft, maar hij gaat op reis naar Polen en geeft daarom de leiding over aan regent Angelo. Wat niemand weet is dat de hertog eigenlijk helemaal niet in Polen zit. Hij blijft in de stad, doet zich voor als pater en houdt zo een oogje in het zeil. Machtswellustig als Angelo is, maakt hij gretig gebruik van zijn nieuwe positie. Hij regeert met harde hand en spreekt bijna onmiddelijk het doodvonnis uit over Claudio die de kat kneep in het donker: hij bezwangerde Julia. De vrome novice en zuster van Claudio, Isabella, probeert Angelo van gedachten te laten veranderen, maar haar moeite is tevergeefs. Tenzij de toekomstig non haar lichaam aan de kille regent aanbiedt, is de situatie uitzichtloos.

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Zoals een komedie betaamt, loopt ook deze goed af en krijgt Angelo geen kans zich te vergrijpen aan de maagdelijke Isabella. De hertog – in de gedaante van de pater – beraamt een list en zorgt voor een rechtvaardig einde. Het stuk wordt gespeeld door negen acteurs waarvan een groot deel een dubbele rol voor zijn rekening neemt. Helemaal in de stijl van Shakespeare spelen de mannen ook vrouwenrollen, wat voor een lichtvoetige noot zorgt in het soms wat stijfjes aandoende stuk. Maat voor maat valt vooral op door de gestileerde vormgeving. De strakke, grijze panelen komen goed uit in het contrasterende landschap en de openingen zorgen voor slimme doorkijkjes en esthetische plaatjes: bijvoorbeeld wanneer de gedrongen Angelo bij een statige lantaarn staat met als achtergrond de grijze panelen. Ook aan de kostuums is veel aandacht besteed; de kleur is afgesteld op het soort personage. Goed doordachte finesses die de niet onverdienstelijke voorstelling net dat beetje meer schwung geven. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Terug naar de kern
Walking – Robert Wilson, Boukje Schweigman en Theun Mosk
Gezien op 20 juni 2008 • C Parkeerplaats Heartbreak Hotel, Terschelling

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Het zou hét project van Oerol 2008 worden: Walking. Een samenwerking tussen grootheid Robert Wilson en veelbelovende nieuwkomers Boukje Schweigman en Theun Mosk. De verwachtingen waren hooggespannen en speculaties deden de ronde. De een hield het op een wandeling door het landschap met daarin verschillende objecten, de ander dacht meer aan een hallucinerende ervaring. Uiteindelijk is Walking het best te omschrijven als een vertraagde, rituele rondgang die de tijd even uitschakelt. Startpunt is de parkeerplaats bij Heartbreak Hotel waar elke deelnemer wordt gevraagd de tijd (lees: mobiele telefoon en horloge) in te leveren. In groepjes van acht brengt een busje de deelnemers naar het begin van de tocht. Elke anderhalve minuut begint iemand aan de route die start in een compleet verduisterde, kleine ruimte die de overstap naar een andere tijdsdimensie markeert. In de volgende ruimte staan acht mensen om een omvangrijk zwartgapend gat in de grond. De ruimte is afgezet met hoge, houten wanden die zijn bekleed met neerhangende twijgen. Na enige tijd wordt iedereen een voor een opgehaald door een in gele poncho geklede dame die instructies geeft voor het verdere verloop.

Foto: Moon Saris

Foto: Moon Saris

Hier begint de eigenlijke wandeling. In een tergend langzaam tempo lopen de bezoekers op ongeveer honderd meter afstand van elkaar de wandeling. Voetje voor voetje verplaatst iedereen zich, helemaal teruggeworpen op zichzelf én de natuur. Je begint details op te merken die anders aan je blikveld waren ontgaan. Hoe ritmisch het gras beeft in de wind, dat de zee in de verte ruist, dat je schaduw langzaam zichtbaar wordt in de zon. De wandeling leidt langs verschillende landschappen: open vlakte, duin, bos, heide en strand. Alles even verstild en tijdloos. Het bijzondere aan de wandeling is het feit dat je tijdelijk doelloos bent. Je wandelt om het wandelen. Niets meer dan dat. En dan word je ineens wel heel erg teruggeworpen op jezelf. Tijd om na te denken te over en niets dat je aandacht afleidt. Het geeft een aangenaam contrast met het haastige leven dat velen tegenwoordig leiden. Een rustgevende ervaring waarvan je je haast kan afvragen of het nog wel theater is. Zou deze wandeling ook niet net zo goed plaats kunnen vinden in de context van bijvoorbeeld yoga? Hoe dan ook, het maakt de ervaring er niet minder om. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Gekissebis in gemengde relatie
Pax Islamica IV: Sawn – Theatergroep DNA/Gasthuis Frascati/Sabri Saad El Hamus
Gezien op 19 juni 2008 • Griene Polle, Terschelling

In de serie Pax Islamica gaat theatermaker Sabri Saad El Hamus op zoek naar de bron van de islam en de huidige waarde ervan in de wereld. Sawn is hiervan het vierde deel dat geënt is op de vierde zuil van de islam: het vasten. In een sfeervolle, oosterse tent is het publiek – na zich van schoenen te hebben ontdaan – getuige van de strubbelingen in de relatie van Sabri en Sarah. Sarah maakt zich zorgen over de ‘islamitisering’ van haar man. In de anderhalf jaar dat ze samen waren, had ze hem nog niet een keer de Koran open zien slaan, zien vasten tijdens de ramadan of zien bidden richting het oosten. Wanneer hij plots voorstelt om samen harrira – een moslimsoep bij uitstek – te maken, wekt dat nogal wat argwaan op. Als hij dan ook nog een gebedskleedje in huis haalt, is het wantrouwen helemaal compleet. Het paar kibbelt over en weer op een manier die jongverliefden eigen is. En met de nodige humor bovendien: Sarah die excuses van Sabri eist voor het asociale gedrag van een medemoslim in de Kentucky Fried Chicken en Sabri die zich niet tot bidden kan zetten door het gezichtje van Sarah’s vibrator dat door zijn hoofd spookt, zorgen voor de nodige lachsalvo’s en frivoliteit. Sabri’s vervolg, een monoloog die bol staat van bloemrijke, dichterlijke taal, vermindert door de lange duur wel de initiële vaart. De daarop volgende dansscène doet eigenlijk hetzelfde. Mooi gedaan, sfeervol ook, maar een tikje aan de lange kant. Het geharrewar en gekissebis eindigt in de nacht van de beslissing waarin de twee – ondanks hun verschillen – kiezen om toch voor elkaar te gaan. Een positieve kijk op de gemengde relatie dus, die in de ogen van Sabri Saad El Hamus prima kan slagen. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Immigratieproblematiek in familiegeschiedenis
Meisje loos – Lange Poten/Festival Karavaan
Gezien op 19 juni 2008 • Loods de Kloe, Terschelling

Theatermaakster Carla Mulder ontdekte in 2002 een verzameling van 2000 stereoscopische foto’s van haar vader J. G. Mulder. Hierop baseerde zij de serie Trilogie van het Verleden, waarvan Meisje Loos (na Stills, 2006) het tweede deel is. Mulder maakt in deze voorstelling dezelfde overtocht naar Amerika die haar grootvader honderd jaar eerder maakte. Hij met de Holland Amerika Lijn, zij honderd jaar later met het containerschip Hamburgo. Ze gaat op zoek naar haar roots en opa’s beweegredenen om de oversteek te maken. Op het schip ontmoet ze bijzondere buitenlanders zoals de overdreven vriendelijke Sri Lankese bediende, de norse Oekraïense kapitein en de stugge medepassagier uit Oostenrijk. Al mijmerend over de vorige eeuw en het leven van haar grootvader nadert ze Amerika. Haar overpeinzingen worden onderbroken door de geestige, gevatte dialogen met medepassagiers. Ook wordt het publiek een kleine selectie uit de 3D-foto’s voorgeschoteld.

Stilletjesaan tekenen de parallellen met de huidige immigratieproblematiek zich duidelijker af. In de vorige eeuw trokken Europese gelukszoekers – toen nog geen vies woord – in grote getalen naar Amerika. De huidige immigrantenstroom vertoont hier veel overeenkomsten mee. Tenslotte blijkt dat grootvader Mulders beweegredenen om naar Amerika te gaan veel minder lovenswaardig zijn dan zijn kleindochter zich had voorgesteld. In Meisje Loos wordt op een intelligente maar toch luchtige manier van een zoektocht naar een familiegeschiedenis verteld, waarbij de link met de huidige immigratiestroom eenvoudig te leggen is. Alles valt daarbij op zijn plaats: het strakke decor, de afwisseling tussen frivool en ingeleefd spel en de fascinatie voor het familieverleden. Scherpzinnig stuk met goede dramatische opbouw en een knap uitgedachte combinatie van heden en verleden. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Uitgekiende mix van humor en filosofie
Laura & Lars – Laura van Dolron
Gezien op 19 juni 2008 • Koelcel, Terschelling

Geen advocaat van de duivel meer in de optredens van Laura van Dolron. Speelde zij in eerdere voorstellingen nog de cynist zelve die nergens heil in zag, deze keer gaat het roer om. Laura is lief, oprecht, kijkt diep naar binnen en geeft zichzelf bloot. Ze doet dit in een een dialoog met de filmmaker Lars von Trier die bekend werd door zijn Dogma-films. Het vergaat von Trier nu wat minder best; hij slijt zijn dagen in een inrichting. Maar dat doet niets af aan zijn belangwekkende staat van dienst. Laura laat zich door Lars een Dogma-regel opleggen. Eentje waar ze zich de hele voorstelling aan zal moeten houden. Lars zadelt haar op met het dogma ‘je mag het niet over jezelf hebben’. Tja, daar wordt Laura wel even stil van. Heel even maar, om daarna de regel aan haar laars te lappen en een verhaal over haar eigen jeugd in te zetten. Van Dolron zet in Laura & Lars een sterke mix neer van filosofisch getinte gedachtelijnen en intelligente grappen. Over hoe verschrikkelijk het moet zijn om een dom personage te zijn in het hoofd van Sartre. Of erger nog: een slim personage in het hoofd van Heleen van Royen. In razend tempo switcht ze van het op zoek gaan naar het kind in jezelf, naar de constructie van een eigen identiteit en weer terug naar de uniekheid van dit samenzijn. Alles met een uitgebalanceerde timing en pleitend voor meer zachtheid, oprechtheid, fantasie, kinderlijke onschuld en naïviteit. Ondanks de overweldigende spraakwaterval aan woorden en gedachten slaagt ze erin de rode draad helder te houden en de volle duur van de voorstelling te boeien. De thema’s zijn actueel en herkenbaar en door haar kwetsbare opstelling weet ze haar publiek precies op de juiste plek te raken. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Fantasievolle poppenpracht
Abiku – Tryater
Gezien op 19 juni 2008 • Koekoekspaal, Terschelling

Foto: Sanne Peper

Foto: Sanne Peper

  De jeugdtheatervoorstelling waarmee Tryater dit jaar op Oerol speelt is Abiku. Een stuk over een Afrikaanse jongen die zijn weg probeert te vinden in een wereld vol geesten en spannende verhalen. De jongen Abiku leeft in een klein hutje, gebouwd van blikken wanden en golfplaten. Naar onze maatstaven armoedig, maar voor Abiku is het heel gewoon om geen televisie en internet te hebben. Hij leeft er samen met zijn pa en ma. Pa is een weldoener en probeert met het weinige geld dat de familie heeft ook een groep bedelaars te onderhouden. Hij heeft zelfs het idee opgevat een schooltje voor hen te bouwen. Niet alleen uit barmhartigheid, maar ook omdat Helena (aanvoerder van de bedelaars) zijn hart sneller doet kloppen.

Foto: Sanne Peper

Foto: Sanne Peper

Ma vindt het maar niks dat Pa zoveel aandacht heeft voor de mooie Helena en besluit te vertrekken. Abiku en zijn Pa doen er vervolgens alles aan om Ma terug te vinden en ontmoeten hierbij allerlei bijzondere figuren en beleven de gekste avonturen. Ondanks de luchtigheid van het spel, de aanstekelijke drums en de speelse opzet raakt Abiku ook heel wezenlijke thema´s. Dingen als ruziënde ouders, een vader die dronken thuiskomt en het verliezen van een dierbare vriend zijn dingen die in veel kinderlevens een rol spelen. Tryater ziet een oplossing – of beter: een manier om dingen draaglijk te maken – in de kinderlijke verbeeldingskracht en fantasie. De voorstelling prikkelt de vindingrijkheid voortdurend door een haast onuitputtelijke bron van poppen die van eenvoudige gebruiksvoorwerpen zijn gemaakt. Abiku’s vriend Ade heeft een omgekeerde beslagkom als hoofd en de mensen uit het dorp komen onder andere tot leven door een koffiefilterhouder met daarin twee oogbollen. Indrukwekkende vondsten die door het spel van poppenspeelster Elze van den Akker prima uit de verf komen. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Innemend beeldverhaal
Schraapzucht – TUIG
Gezien op 18 juni 2008 • Oude Helihaven, Terschelling

Foto: Silvester kok

Foto: Silvester kok

Productie en consumptie. Steeds meer. Steeds beter. Steeds sneller en goedkoper. Dat lijkt het credo van onze hedendaagse samenleving waarin we meer eten dan ons lichaam verbruikt en we ons met meer spullen omringen dan we daadwerkelijk nodig hebben. TUIG gebruikt dit gegeven als uitgangspunt voor hun nieuwste project, Schraapzucht. De voorstelling speelt in de open lucht, het publiek bevindt zich aan weerszijden van een houten stellage met daarin een enorm rad. Wat de rest van de stellage er toe doet, is bij aanvang volkomen onduidelijk. Het lijkt een willekeurig bijeengeraapt zooitje van houtjes, touwtjes en stukken doek. Maar TUIG zou TUIG niet zijn als al die ogenschijnlijk rommelige troepjes niet stuk voor stuk deel uit zouden maken van een vernuftig uitgedacht mechaniek. Ook deze keer weet de groep weer te verbazen door de kundigheid waarmee het decor vervaardigd is, zonder daarbij de onhoudelijke kant van het verhaal uit het oog te verliezen.

Fotograaf: Anke Teunissen

Fotograaf: Anke Teunissen

Zonder tekst wordt het verhaal verteld van een man (een type à la Buurman en Buurman) die voorzichtig ontdekt hoe de machine werkt. Hij tast de touwen voorzichtig af zonder dat er iets gebeurt. Pas wanneer de kosmonaut-achtige wezens aan het werk gaan, het wiel aanzwengelen en zakjes zand naar beneden gooien, komt er leven in de machine. En wat blijkt: al die houtjes richten zich op en vormen een prachtig interieur. Eerst een stoel, dan een tafel en zelfs een vaas (met bloemen!) komt tevoorschijn. Het mannetje wordt enthousiast bij de aanblik van al dit moois en maant de wezens tot harder werken. Meer kracht, meer snelheid, tot het niet harder kan. De machine raakt helemaal over zijn toeren en de zo zorgvuldig opgebouwde huiskamer wordt bruut uit elkaar getrokken. Een innemend beeldverhaal dat heel treffend de triestheid en armoede van deze westerse welvaartsmaatschappij neerzet. Niet in de laatste plaats door de prachtige soundtrack van Jeroen van Vliet die de heldere, eenvoudige theatrale beeldtaal van een extra dimensie voorziet. (Lieke Jordens)
Terug naar boven
Flars
Centaurs thuis op Terschellings terrein
L’isola bianca FLUX – Théâtre du Centaure
Gezien op 19 juni 2008 • Turfdobe Hoorn, Terschelling

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Cargo, vorig jaar te zien tijdens Oerol, zat bij vele bezoekers nog zo vers in het geheugen dat de terugkeer van Théâtre du Centaure op het eiland met vreugde werd ontvangen. De kaartjes vlogen als zoete broodjes over de toonbank; sommigen kwamen drie dagen op rij voor dag en dauw uit bed om een toegangsbewijs te kunnen bemachtigen. Want L’isola Bianca FLUX, dat was de niet te missen voorstelling van dit Oerol-jaar. Groot was de teleurstelling van velen dat het dit keer niet zo groots en spectaculair was als de vorige voorstelling. Dat het na een minuutje of veertig, inclusief een wandeling door woud, weiland en duin van een minuut of tien, weer helemaal voorbij was.

Maar voor wie rekening houdt met het vooraf aangekondigde gegeven dat L’isola Bianca een voorstudie is voor een grote voorstelling volgend jaar, valt er wel degelijk veel te genieten bij de performance van Camille en Manolo. Al was het maar omdat hun schitterende Friezen in de weidse open natuur rondom Hoorn thuis lijken te komen, veel meer dan in de tent waarin ze vorig jaar speelden. Ze houden van het bos, van het duin, van het strand. Locatietheater, dat is zichtbaar hun ding.

Ook belangrijk: in dit voorproefje op de grote show van komend jaar, FLUX, schemert meer theatraliteit, meer drama door dan in Cargo zat. Meer poëzie en subtiliteit vooral ook, waar het in Cargo toch vooral draaide om de mooie beelden en het ontzettend knappe ‘één zijn’ met het paard, wat Camille en Manolo beheersen als geen ander.

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

We krijgen twee scènes te zien. Eentje in het bos, aan een turfsloot. Gemotoriseerde paardenkrachten ronken, er verschijnt een vrouwelijke centaur. Ze vertelt een verhaal in het Italiaans, voor de meesten vermoedelijk niet te volgen. Ze kronkelt rond een boom, sierlijke bewegingen makend in een wonderbaarlijk evenwicht. Dan wenkt ze ons, en stuurt ze ons het bos in, waar stemmen ons begeleiden richting weiland.

Eenmaal over het duin neemt het publiek plaats voor scène twee. Van weerszijden over het strand komen twee centauren aan; ze ontmoeten elkaar en dansen een strakke tango in het mulle zand. Een paringsdans, zo blijkt, want al snel komen ze (de berijders dan overigens zonder zadel zittend) het duinpannetje in waar het publiek zit. Ze nemen – let wel: met paard en al! – plaats in een stoel en kleden zich deels uit. Wat volgt, is een intiem duet tussen twee mensen en twee paarden, waarin beide ruiters laten zien dat ze hun vloeiende bewegingen niet alleen staand op een paard optimaal kunnen inzetten.

Met een paar extra scènes, wat extra diepgang en een goede dramatische lijn heeft FLUX alle potentie uit te groeien tot een performance die ver voorbijgaat aan de mooie beelden en het – overigens uitermate knappe – trucje van het ‘centaurism’. (Moon Saris)
Terug naar boven

Kluchtige zoektocht naar paradijs
Zum Wohl – Suver Nuver
Gezien op 18 juni 2008 • De Wulp, Terschelling

Uit het paradijs gezet worden is geen pretje. En al helemaal niet wanneer je er bij terugkeer achter komt dat het paradijs helemaal verdwenen is. Suver Nuver kan erover meepraten. In hun nieuwste voorstelling Zum Wohl zoeken zij driftig naar een alternatief voor het paradijs. Al snel blijkt dat de zoektocht hen naar Oostenrijk heeft geleid. In een decor van bij elkaar geraapte houten planken dat aandoet als een poppenkast, voltrekken zich absurde, versnipperde gebeurtenissen met in de hoofdrol karikaturale, groteske personages. Zo is daar de Oostenrijkse aso, gekleed in vaal ondergoed en met een coupe – matje in de nek en pony voor de ogen – die in geen jaren meer modieus is geweest. Hij schept er genoegen in zijn huis te betimmeren met platgeslagen blikjes bier en koestert woede jegens de man die soms omhoogkomt vanuit het luik in het podium. Die woede uit zich door het smijten van bierblikjes in de richting van het luik wanneer de man omhoog komt. De aso kan het niet velen dat de ondergrondse man vriendschappelijk – en later zelfs amoureus – wordt met de onbekende vrouw die zojuist haar tentje heeft opgeslagen voor zijn huis. Om zijn woede hierover te bekoelen zet de aso boobytraps op die zijn vijand zouden moeten pijnigen, maar deze is hem telkens te slim af waardoor hij slachtoffer wordt van zijn eigen grappen. Deze Roadrunner-achtige taferelen gaan een tijdje over en weer totdat prinses Sisi en haar prins ten tonele worden gevoerd. De twee worden als lilliputters neergezet – de acteurs lopen op de knieën – en zijn een over the top persiflage van de filmfiguren. Zum Wohl is een nogal banale klucht waarin de gebeurtenissen elkaar lukraak opvolgen. Het stuk moet het toch wel heel erg hebben van flauwe, platte grapjes, die maar af en toe op hun plaats zijn.

De visie die Suver Nuver laat zien over het zoeken naar het paradijs is nogal pessimistisch. De personages komen niet verder dan het elkaar naar de kroon te steken en het vinden van het paradijs verzandt. Alleen de droom in het slaapliedje biedt toegang tot het paradijs. Op het toneel mondt het geheel uit in totale destructie waarbij de hele poppenkast het moet ontgelden. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Muziektheater ontbeert theatraliteit
Vader – TOM
Gezien op 18 juni 2008 • Boathûs, Terschelling

In het oude Boathûs in West-Terschelling speelt TOM Vader, een fragmentarische muziekvoorstelling waarin muziek, tekst en dans samenkomen. De locatie – waar de roeispanen tegen de muur staan en het scheepstouw nog op de grond ligt – past prima bij de wat donkere, melancholieke sfeer van de nummers die TOM en zijn band spelen. Hij gebruikt songs van grootheden als Tom Waits, Lou Reed en Johnny Cash, maar ook werk van een nieuwkomer als Amy Winehouse wordt in een nieuw jasje gestoken. De liedjes worden aan elkaar geregen door de verhaallijn van een jongen die opgroeide in een klein dorp en op veel te jonge leeftijd zijn vader verloor.

Foto: Geert Snoeijer

Foto: Geert Snoeijer

Coveren is altijd een gevaarlijke onderneming, maar de zanger brengt het er redelijk goed van af. Hij heeft het geluk te worden begeleid door een krachtige band die én kan rocken én een ballad goed uit de verf laat komen. Stuk voor stuk topmuzikanten die goed op elkaar zijn ingespeeld en de melancholie van de nummers treffend weten neer te zetten. Dit samen met TOMs doorleefde, rokerige stem maakt de nummers tot een aangenaam geheel. De muziek vormt de hoofdmoot en is ook duidelijk het genre waar TOM het meest in thuis is. Zo nu en dan doet hij ter afwisseling een nogal ongelukkige poging tot dansen die afbreuk doet aan het muzikale gedeelte. Hij zwalkt wat heen en weer en lijkt niet duidelijk een doel te hebben met zijn ongecontroleerde bewegingen. Dit wordt er niet beter op wanneer hij de voorstelling besluit met een flamenco-achtige dans. Wellicht is de voorstelling gebaat bij een uitwerking van de verhalende gedeeltes en het achterwege laten van de dans. Al met al zijn de vertolkingen van de nummers heel aardig, maar schort er nog te veel aan het theaterelement van Vader om de voorstelling onder de noemer muziektheater te kunnen scharen. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Visueel landschapsconcert
Rondumheer – PeerGrouP
Gezien op 17 juni 2008 • Elvisplak, Terschelling

Foto: Moon Saris

Foto: Moon Saris

Op het punt waar Pisbergen, Kakkershoek en Strontgat elkaar kruisen, maakt het publiek kennis met de hysterische madam Geiregat. Ze steekt ons haar omvangrijke gat toe vanuit het duin, doet haar boodschap en bedekt die met een hoopje zand. Madam wacht op haar man Danny die met de trein van half een zou moeten arriveren. De trein is vertraagd en tijdens het wachten passeren figuren als meneer Denaeyer, meneer Slapstock en meneer Pijpers. De humor in de voorstelling is inderdaad zo plat als de namen van de personages doen vermoeden; iedere zinssnede heeft een dubbele, altijd schunnige, betekenis. Zo helpen de personages elkaar een ‘handje langsachter’ en zijn zij uiterst bezorgd over het op tijd kunnen ‘komen’ van de trein.

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Tel bij deze dubbelzinnigheden flink wat fysiek geklungel op en je hebt de som van Allen die Vallen. Met deze bewerking van het hoorspel All that Fall (1957) van Samuel Beckett laat Compagnie Marius zien de slapstick tot in detail te beheersen. Alles klopt; van het dikmaakkostuum van madam Geiregat tot het bouwvakkersdecolleté van meneer Denayer. De timing is strak, snel en de grappen worden in rap tempo op het publiek afgevuurd. Jammer is wel dat door de zorgvuldige uitwerking van details de grote lijn van de voorstelling uit het oog is verloren. De puntigheid van het begin valt naar het einde toe helemaal uit elkaar. Al het kruit wordt in de eerste veertig minuten verschoten waardoor het laatste deel vooral traag en langzaam voorthobbelt. De grappen en het gevatte samenspel verslappen en komen niet meer tot hun initiële scherpte. Allen die vallen is een prima staaltje schunnige kolder, maar was beter tot zijn recht gekomen in een ingedikte versie. (Lieke Jordens)
Terug naar boven

Van liefdespartner tot homp
Bava – Danswerkplaats Amsterdam/Giulia Mureddu
Gezien op 17 juni 2008 • Brandpunt 1, Terschelling

Danseres/choreografe Giulia Mureddu geeft zich letterlijk bloot in haar korte dansvoorstelling Bava, waarin ze een duet danst met een al even naakte, levensgrote pop. Een kwetsbare positie, waarvoor ze alle krediet krijgt van het positief gestemde Oerol-publiek. In het grotere perspectief van het poppentheater voor volwassenen heeft Mureddu de pech dat Nederland diverse toppers kent die wat zij in Bava doet eerder en beter hebben gedaan. De schepster van de pop bijvoorbeeld, Ulrike Quade, en zeker ook Duda Paiva.

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Bava gaat uitermate krachtig van start met een dichtbij-duet vol bedsituaties, van lepeltje-lepeltje tot en met een poging elkaar te smoren. De pop komt redelijk tot leven tegen Mureddu’s onbeklede lichaam aan, heel af en toe geloof je echt dat ze met z’n tweeën zijn. De subtiele verlichting – een smalle, brede strook op de vierkante, witte dansvloer – draagt bij aan de intimiteit van het ‘liefdespaar’. Maar als ze haar partner loslaat, als een homp vlees aan de kant gooit, zelf ondergoed aantrekt en in een handvol scènes haar (overigens heel diverse) bewegingsrepertoire de revue laat passeren, is van innigheid of zelfs een relatie nauwelijks meer sprake. Waar het over gaat, is ook niet erg duidelijk. Dat komt ook niet meer goed als ze tot slot, niet bepaald onverwachts, de pop weer oppakt voor de afsluitende scène en ze haar arm in zijn aars steekt om met hem een verwrongen pas de deux te dansen. De menselijke trekjes van het begin zijn bijna helemaal verdwenen, de pop blijft een homp stof met vulling.

Mooie beelden, goed gedanst, maar beslist te verbeteren met een helderder dramatische lijn en meer oefening in het poppenspel. (Moon Saris)
Terug naar boven

Waardevolle, warme gloed verwarmt wad
Gleone Gloede – Tryater
Gezien op 16 juni 2008 • Slaperdijk, Terschelling

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Tryater is terug op Oerol. En hoe! Ira Judkovskaja maakt haar debuut bij Tryater. En dat doet ze voortreffelijk. Het Friese theatergezelschap en zijn nieuwe regisseur laten een diepe indruk achter met Gleone gloede, een bewerking van John Steinbecks Burning Bright. Een jonge vrouw neemt een moeilijke en pijnlijke beslissing zodat ze haar liefde voor een veel oudere, onvruchtbare man kan bezegelen met een kind. Een kind dat híj vooral wil om zijn bloedlijn voort te zetten. Centrale boodschap van het stuk: wie het leven doorgeeft, is niet belangrijk; als het maar wordt doorgegeven.

Judkovskaja plaatst dit pakkende, passionele verhaal in drie totaal verschillende settings: het circus, het boerenleven en het schippersbestaan. Verschillend op het eerste oog, maar met een grote gemene deler: het zijn drie werelden waar de traditie en de opvolging (liefst van vader op zoon) hoog in het vaandel staan. Niet voor niets zijn op de achtergrond voortdurend vijf zwijgzame grijze mannen aanwezig; de voorouders, de geesten die met argusogen volgen wat er gebeurt in de levens van Joe Saul, zijn vrouw Moreen, hun vriend en collega Ed en werknemer Victor.

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Bijna twee uur drama zonder dipje, zonder één moment dat afleidt, niet meesleept, verveelt. Dankzij een paar Friese acteurs van topniveau, die het diepste gevoel in woord en gebaar weten over te brengen, sterker: die je mee laten voelen in wat ze voor elkaar voelen. Vooral daar waar het gaat over wat de liefde vermag, over het verschil tussen de fysieke liefde (van de jonge man) en de mentale liefde (van de oude man). Dit is te danken aan een sterke bewerking van de oorspronkelijke tekst die de poëzie van de alle belangen overstijgende hartstocht krachtiger dan ooit over het voetlicht brengt én een regie die aan alle kanten uitstraalt dat ze begrijpt waar het in het leven om draait en een waardevolle, warme gloed over het eiland stuurt. (Moon Saris)
Terug naar boven

Gospel voor de bij
Geen bijen geen fruit – Het Filiaal
Gezien op 15 juni 2008 • Zandafgraving Oost, Terschelling

Maakt Het Filiaal eens een muziektheatervoorstelling voor volwassenen, heeft die alles weg van een spreekbeurt voor kids uit de hoogste groepen van de basisschool. Gelukkig is het niet zo maar een spreekbeurt, maar eentje met een maatschappelijk belang én een diepere filosofische laag, à la Erik of het klein insectenboek. En is dus inderdaad uitermate geschikt voor grote mensen.

Inspiratiebron voor Geen bijen geen fruit was het colony collapse disorder, waarbij hele bijenvolken verdwijnen zonder aanwijsbare reden. Regisseuse Monique Corvers zag er aanleiding in om de samenleving van de vliesvleugelige plantenbevruchter eens onder de loep te nemen, samen met schrijfster Heleen Verburg. De twee bijenfans maakten meteen van de gelegenheid gebruik om de menselijke maatschappij te becommentariëren vanuit bijenperspectief. Daarvoor bedachten ze Annabella, een pasgeboren, niet erg intuïtieve, vragenstellende bij met een boers accentje; de humoristische noot in een serieuze aangelegenheid. De rol van domme bij die een slim mens zou zijn is zangeres-actrice Ilse Warringa op het lijf geschreven.

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

Zij maakt deel uit van een tienkoppig ensemble, evenredig bestaand uit dansers van DOX en acteurs van Het Filiaal. Samen vormen ze het bijenvolk, dat voor het grootste deel van de voorstelling simpelweg bij is en doet wat zijn intuïtie hem ingeeft: stuifmeel verzamelen, de koningin voeden, de eitjes verzorgen en de keet schoonhouden. Ze bedansen, bezingen en bespelen daarvoor de prachtige natuurlijke omgeving van de zandafgraving bij Oosterend in de volle breedte én hoogte. Nieuwe mannetjes hebben meestal pech: zij zijn alleen van nut als de koningin bevrucht moet worden en worden gedood als ze overbodig zijn. Zonder scrupules. Zoals alles in de bijenkorf zonder scrupules gaat, want: honderd procent ingegeven door de natuur en dus mening- en gevoelloos. En dus goed.

Alles verandert als de kwaliteit van het broed afneemt en er een nieuwe koningin komt. Die is namelijk hypermodern: gekweekt, zonder angel en met een afgeknipte vleugel. De tweestrijd tussen oud en nieuw, tussen natuur en menselijk ingrijpen, levert de mooiste en krachtigste scènes op, vooral waar de oude koningin (Audrey Bolder) lief, geduldig en toch ferm de normale, natuurlijke, al tachtig miljoen jaar vanzelfsprekende gang van zaken uitlegt aan haar opvolgster.

Dat daar de klad in komt, is een ramp voor de wereld, zo leren we, want de bijenvolken worden er inferieur van, wat zou kunnen bijdragen aan de mysterieuze verdwijningen. En let op: bij een gebrek aan bijen worden straks de gewassen van de boeren en de bloesems van de fruitbomen niet meer bevrucht, waardoor het voedselareaal zienderogen zal afnemen.

Een belangwekkende, maar luchtig gebrachte boodschap vol mantrisch gezoem en psalmachtige gezangen. Een – prettige – preek ten bate van de redding van deze nuttige diertjes die vooral niet geruisloos van de wereld mogen verdwijnen. (Moon Saris)
Terug naar boven

Perfecte timing en gekke foefjes in Dick Bos
Dick Bos – Beumer en Drost
Gezien op 14 juni 2008 • Brandpunt 2, Terschelling

Dick Bos is een stripheld uit het midden van de vorige eeuw. Veel jongens beleefden destijds met hun neus vol drukinkt de avonturen van de geslepen detective. Voor theatergroep Beumer en Drost vormde de figuur inspiratie voor een solovoorstelling door Peter Drost. Hij kreeg wat filmische hulp van andere acteurs en actrices.

Foto: Theaterinbeeld.nl

Foto: Theaterinbeeld.nl

Tekenaar Norbert Terschure (in het echt is Dick Bos’ geestelijke vader Alfred Mazure) heeft een ’tekenaars-block’. Acht plaatjes zijn er nog nodig om de nieuwste avonturen van Dick Bos af te ronden. Acht lege kaders die nog ingetekend moeten worden. Op het kantoor van Terschure, die een Clark Kent-achtig uiterlijk heeft, staat een keurig bureautje. Zijn appartement heeft een groot raam en er is een balkon, alles geprojecteerd op een witte muur. Het beeld biedt vaak het uitzicht van dit stedelijke kamertje, maar verandert net zo gemakkelijk in zwart-witte filmbeelden waarop creatie Dick Bos verschijnt. Nu eens als stripfiguur, dan weer als detective van vlees en bloed; al vechtend met pistolen, of in een auto met chauffeur. Er ontstaat zo een levendig verhaal vol interactie tussen Terschure en zijn creatie. Af en toe zien we (op doek) de hospita van de tekenaar aan de deur kloppen met een kopje thee en een kaakje en soms verschijnt Terschure zelf, als hij door de deur loopt, op het witte doek.

Terschure levert al jaren iedere week keurig op tijd zijn stripverhaaltjes af. Op de automatische piloot schetst hij de avonturen van Dick Bos en stuurt deze naar de krant. En dat gaat heel lang goed, tot zijn baas hem opbelt met de nodige kritiek. De strips moeten meer sjeu krijgen: meer vrouwen, meer originaliteit. Terschure piekert en peinst en doet in een dronkenmansactie een poging tot ommekeer. Tevergeefs. Uiteindelijk neemt held Bos zelf de touwtjes in handen en maakt zijn eigen verhaal.

De voorstelling is lekker nostalgisch en tot in detail doorgevoerd. De timing van Drost, die zowel Terschure als Bos speelt, is weergaloos. Zonder één fout te maken heeft hij een nauwkeurig samenspel met het witte doek. Dat de voorstelling hier en daar wat aan de lange kant is, geeft niet. Want net op het moment dat het dreigt in te zakken, krijgt het stuk een verrassende wending.

Dick Bos is een echte familievoorstelling vol leuke foefjes en theatergrapjes. Niet per se een voorstelling alleen voor Oerol, maar wel ontzettend leuk in zo’n oude loods. (Diana van der Sluis)
Terug naar boven

Een bruiloft als het leven zelf

De noces/svadebka/de bruiloft – Walpurgis/De Roovers/Het Spectra
Gezien op 13 juni 2008 • De Manege, Terschelling

Was het geen theater, maar pure werkelijkheid, dan was het waarschijnlijk een stuk minder druk geweest tijdens de bruiloft die vanavond wordt gevierd in de voor de gelegenheid kraakhelder gepoetste manege. Want in de echte wereld speelt Oranje tegen Frankrijk op het EK, en dat beheerst de gemoederen. Liever voetbal dan een saaie receptie, zouden de meesten hebben geredeneerd. Natuurlijk komen er wat signalen van buiten door – menig borstzak trilt, ondanks het feit dat mobieltjes natuurlijk uit moeten staan tijdens een voorstelling. Maar verder moeten de honderden gasten het zonder informatie stellen.

Niet dat ze dat veel kan schelen, want eenmaal door de poort begint de vermakelijke prelude naar een groots en niet te missen feest. Een evenement dat, veel meer dan voetbal, alles in zich draagt wat het leven vermag. Zoals dat hoort op een goede bruiloft (en zeker een die Tsjechov heeft beschreven), komt op deze vrolijke dag in alle gasten het beste én het slechtste naar boven.

Foto: René den Engelsman

Foto: René den Engelsman

In dit geval is de normaal gesproken dodelijk saaie receptie al prima te hebben, met aan alle kanten kleurrijke types, stapels cadeautjes voor het bruidspaar tot aan de hemel en van alle kanten verrassende muziek. Stravinsky, zo klonk de aankondiging; en de Antwerpse gezelschappen Walpurgis, De Roovers en Het Spectra laten als geen ander zien dat zijn muziek uitermate geschikt is voor deze bijzondere gelegenheid. Niet stijfjes, maar – net als de bruiloft zelf – soms heel rustig en ingetogen, dan weer vol bravoure en soms zelfs zeer neigend naar de meezingers en -dansers die op menig huwelijksfeest worden gespeeld. In dit bijzondere geval overigens niet door een waardeloze dj of zesderangs coverbandje, maar door een heus orkest met vier vleugels en tal van andere instrumenten.

De omgeving waarin de bruiloft zich afspeelt, is die van een boerenschuur of eenvoudige datsja, een Russisch buitenhuis, gebouwd van ‘plakken’ boom. Met buiten diverse afdakjes en binnen voornamelijk, midden tussen twee enorme tribunes, een ellenlange tafel voor alle gasten op het huwelijk van Nastasja en haar geliefde Fetis.

Wie niet beter weet, zou denken dat de bruid weinig zin heeft in een leven met haar aanstaande: ze grient dat het een lieve lust is. Niks aan de hand: een oud Russisch gebruik, dat twee weken voor de grote dag begint en z’n hoogtepunt beleeft net voor de mejuffrouw een mevrouw wordt en ze dus uit haar eigen familie wordt weggerukt. Niet dat er verder geen reden tot huilen is. De ceremoniemeester moet erg zijn best doen om familie(s) en vrienden in het gareel te houden. Zegt men aanvankelijk ‘over de trouwenden niets dan goeds’, langzaam maar zeker winden de speechers er de doekjes af en krijgen de bestaande verhoudingen tussen de bruiloftsgasten de overhand. Er ontstaan ruzietjes en ruzies. Maar… gelukkig is er eten en vooral wodka om de gemoederen te bedaren. Tot het volgende opstootje. Nazdrowje!

De drie verzamelde Antwerpse gezelschappen zetten een topprestatie neer door de gigantische, goedgevulde manege van begin tot happy end te boeien. Nee, meer dan dat: het publiek betrokken te laten voelen bij een feestje waar ze, ondanks het participerende begin en eind, niet echt bij horen. En ze tussen de grappen, de grollen, de grienbuien en de verrassingen door, mee te geven dat het huwelijk iets is om heel, heel goed over na te denken. (Moon Saris)
Terug naar boven

8WEEKLY zag eerder

Hoewel het op Oerol barst van de premières was een dozijn voorstellingen al eerder te zien op diverse plaatsen in het land. Jeugdtheatergroep Artemis brengt twee ‘oude’ voorstellingen naar het eiland: Haast of de kokadrielje en Priemgeval. Fantasten stond afgelopen seizoen met zijn voorstelling Fantasten in de serie voor nieuwe theatermakers, Blind Date; lees hier ook een interview met de makers. Berlins Bonanza stond na een succesvolle ontvangst in Vlaanderen afgelopen najaar al op het TF in Amsterdam. Tsjechov bij de bushalte van Boogaerdt/Van der Schoot en Amoris van Renske van den Broek vielen vorig jaar op Theaterfestival Boulevard in Den Bosch al in de smaak, net als Schmiere van Deuten & De Goeij dat deed op Over het IJ-festival in Amsterdam. Studio Orka reisde met Mijnheer Porselein al door België en ontroerde tijdens het Tweetakt jeugdtheaterfestival in Utrecht, afgelopen april. Keren Levi/Ugo Dehaes, Matthias Mooij en De Maan pakten snel hun boeltje om van Festival aan de Werf in Utrecht te verhuizen naar Terschelling met respectievelijk Couple-like, Intérieur en Gernika. Couple-like was zelfs al eerder op Oerol te zien; het even intieme als krachtige dansduet krijgt een terechte reprise. (Moon Saris)
Terug naar boven