Theater / Reportage
special: Holland Festival 2016 - Deel 1

Holland Festival 2016

Het oudste en grootste podiumkunstenfestival van Nederland, het Holland Festival, beleeft dit jaar zijn 69ste editie. Van 4  tot en met 26 juni staat de hoofdstad in het teken van theater, dans, muziek en alle transmediale kruisbestuivingen die er denkbaar zijn. De theaterredactie van 8WEEKLY zond een driekoppige afvaardiging om verslag te doen.

Die Stunde da wir nichts von einander wussten – Peter Handke, Thalia Theater

Europa als groot plein waar voorbijgangers uit alle windstreken elkaar ontmoeten; Die Stunde da wir nichts voneinander wussten laat zich makkelijk rijmen met het thema van Europese eenheid waar het Holland Festival voor kiest. In deze geslaagde openingsvoorstelling ontvouwt zich een rijke beeldenstorm die inspeelt op ons Westerse geheugen. Het failliet van Lehman Brothers, onze obsessie met talentenjachten, zelfs de ‘eigen’ Zwartepietendiscussie; het passeert allemaal de revue.

Twee uur lang trekt een bonte stoet personages over het podium die elkaar passeren of ontmoeten. Aanvankelijk blijft het beeld sober en wordt bevolkt door zakenmensen in grauwe jassen. Een oude man wordt geholpen met oversteken, een nette dame blijkt een gestolen kledingstuk te verbergen. Dan opent het decor zich, worden de taferelen grotesker en vult het beeld zich met meer kleur. We zien een man zich optuigen met kerstverlichting, om vervolgens benaderd te worden door een griezelige Sinterklaas die hem verandert in een stereotype Zwarte Piet. De goedheiligman zegent de menigte, terwijl het enige gekleurde koppel zich geconfronteerd ziet met zijn als aap rondhupsende knecht. Een ongemakkelijke herinnering aan een nog steeds bestaande racistische praktijk.

Nog zo’n sterk beeld komt tegen het eind van de voorstelling. De zakenmensen komen terug, maar lopen ditmaal verslagen tegen de mensenstroom in. De dozen die ze dragen doen denken aan het ontslagen personeel van Lehman Brothers. Ze worden gekruist door Aziatische arbeiders, die aan de andere kant van de wereld de laptops bouwden die zij nu moeten opgeven. Deze Aziatische acteurs keren later weer terug, maar nu als de vastberaden yuppen die we aan het begin zagen. Het Europese gezelschap staat er uitgekleed en verdwaasd naar te kijken. Het voorspoedige Europese tij is aan het keren, dat wordt in deze laatste akte steeds duidelijker.

Het bovenstaande is slechts een kleine greep uit de overvloed aan beelden die het regisseursduo Tiit Ojasoo en Ena-Liis Semper ons voorschotelen. Die Stunde is spannend, fantasievol theater met een grote speelruimte om eigen associaties en interpretaties te vormen. Een schot in de roos voor het Holland Festival. (JvW)

Kloing! – Nadar Ensemble, Marino Formenti

Kloing! bestaat uit drie onderdelen. Het eerste, Mirror Box Extensions, is zonder meer het spannendst. Het toneelbeeld is donker, je ziet musici verscholen achter doorzichtige witte gordijnen, die op verschillende plekken hangen en die geregeld worden verschoven. Op die gordijnen worden beelden geprojecteerd van andere musici, soms vier beelden over elkaar heen. De muziek is schitterend. Gepiep, gekraak, geknor, oergeluiden. Je vraagt je de hele tijd af: wat is dit? wat zie ik? wat hoor ik? In de zaal zitten een aantal mensen met laptops, van wie je je eerst afvraagt of het studenten zijn, maar die bij de voorstelling blijken te horen. Daardoor klinkt er niet alleen muziek vanaf het podium, maar ook om je heen. Alles wordt muziek, ook een lach van iemand of het geluid van een laptop die achter elkaar foto’s maakt. Het is een geweldig stuk: speels en bevrijdend.

Het tweede onderdeel, Kloing!, is gecomponeerd door Olga Neuwirth en wordt uitgevoerd door pianist Marino Formenti. Er staat een computergestuurde vleugel op het toneel die zichzelf bespeelt. Formenti probeert de vleugel de baas te worden, maar als dat niet lukt en hij de moed opgeeft, daagt de vleugel hem juist uit. Kom op, vechten! Dat doet Formenti dan ook, aan het eind is hij bezweet en moe. Tegelijkertijd zien we door elkaar heen geprojecteerde videobeelden, met onder andere stukjes uit een Disney film waarin een arrogante pianist met een muis vecht, erg grappig en toepasselijk. De compositie is zeer ingenieus, maar het vraagt veel van de toeschouwer. Er is een overkill aan beeld en geluid. Tussen de diverse onderdelen van de voorstelling zijn er pauzes en de zaal wordt zienderogen leger.

Het laatste onderdeel, Bluff, heeft door al het voorgaande geweld te lijden. Het stuk duurt ongeveer een half uur en dat is twintig minuten te lang. Musici laten steeds dezelfde klanken horen, er worden filmpjes van ze gemaakt die steeds worden herhaald en er wordt veelvuldig en zonder duidelijk doel heen en weer gelopen. Een matig einde van een middag die fantastisch begon. (EN)

Stop acting now – Wunderbaum

Het acteurscollectief Wunderbaum is dit jaar tijdens het Holland Festival volop aanwezig met drie theatervoorstellingen en een film:Stop Acting Now – the extended edition. Deze film is al eerder door 8WEEKLY gerecenseerd, maar de versie die tijdens het Holland Festival vertoond wordt  heeft een ander einde: een vriendelijke heer deelt ons mee dat na de film een gesprek zal plaatsvinden met de acteurs. Als het zover is gaan de vijf Wunderbaumers en de gastheer voor in de zaal op hoge krukken zitten, ieder met een microfoon in de hand. Om de beurt stellen ze het publiek vragen. De vragen beginnen allemaal met: ‘zijn er mensen in de zaal die…?’. Dan volgt het onderwerp, bijvoorbeeld: ‘zijn er mensen in de zaal die, zodra ze het woord nagesprek horen, denken: ik wil hier weg?’. Of die denken ‘wanneer mag ik nou een vraag stellen?’. Ongeveer een kwartier lang worden we aan een gewetensonderzoek onderworpen waaraan de acteurs en de gastheer zelf ook meedoen. Er wordt behalve door de acteurs en de gastheer niet gesproken, er worden alleen handen de lucht in gestoken. Zodat je op vragen als ‘zijn er hier mensen die hun huis verhuren via Airbnb?’ of ‘zijn er hier mensen die niets aan het milieu doen behalve het scheiden van afval?’ of ‘zijn er hier mensen die weleens wegkijken?’ kunt zien dat ook de idealisten van Wunderbaum niet heilig zijn. Het is een eerlijk, persoonlijk en soms zelfs ontroerend einde van deze avond, dat aan het denken zet en op geestige wijze verbondenheid creëert. (EN)

Privacy – Wunderbaum/Warme Winkel

“There can be more truth in the mask that you adopt then in the real inner self”. Aldus Wiene Dierickx die het masker opzet van Slavoj Žižek. Een interessant uitgangspunt voor een performance die de scheidslijn tussen performance en privacy onderzoekt; de rol als de authentieke zelf. Dierickx en haar vriend Ward Weemhoff zijn beiden acteurs en kennen het grijze gebied tussen werk en privé maar al te goed. Wanneer wordt transparantie te transparant? Wanneer verandert authenticiteit in exhibitionisme?

Privacy bestaat uit drie delen, waarin de rollen/maskers die Weemhoff en Dierickx opvoeren steeds dichter bij hun privéleven komen. In de eerste akte worden kunstenaarskoppels nagespeeld die van hun eigen leven een performance maakten; de Bed-in van John Lennon en Yoko Ono, gevolgd door de relatie tussen kunstenaar Jeff Koons en pornoster Cicciolina, die hun seksleven vereeuwigden in sculpturen en schilderijen.

We kijken hier nog naar een afgezonderd toneelstuk; Weemhoff en Dierickx spelen rollen en bevinden zich achter een gordijn. In de tweede helft komen zij naar buiten, bloot, met een script als ‘vijgenblad’. Nu zien we de personages Wiene Dierickx en Ward Weemhoff, die de meest intieme details van hun privéleven openbaren. We leren over indigestieproblemen, eerste anale sekservaringen, en bovenal over de moeite die het gekost heeft om een kind te krijgen. Het is makkelijk om met het paar mee te gaan,  al bewaren ze tegelijkertijd een afstand door de intonatie theatraal te houden. Het blijft theater en de maskers blijven op. Het duo komt ten slotte dichter bij het publiek en lijkt een ongedwongen gesprek te beginnen over exen. Als het licht dooft gaan ze stug door; alles moet en zal gedeeld worden.

Privacy werpt een licht op het enorme verlangen naar transparantie waar onze Big Brothergeneratie door gekenmerkt wordt. En – interessanter –  in hoeverre het Nederlands theater zich daarmee bezighoudt. Naaktheid als teken van authenticiteit, het doorbreken van de vierde wand, het grijze gebied tussen personage en performer en de opkomst van ‘egodocumentair’ theater; het zijn allemaal bouwstenen die al decennia gemeengoed zijn. Door ze in te zetten belanden Weemhoff en Dierickx in een bijzondere kronkel. Privacy is een kritiek op transparantiefetisjisme, maar tegelijkertijd ook  de soort voorstelling waar het kritiek op wil leveren; openhartig tot in het extreme. (JvW)

The Corridor & The Cure – Harrison Birtwistle, David Harsent & London Sinfonietta

Met zijn 81 jaar is componist Harrison Birtwistle een van de belangrijkste nog levende naoorlogse modernisten. Het geweld van zijn werk uit de jaren zestig en zeventig, zoals de opera Punch & Judy, zijn geruchtmakende doorbaak op het Aldeburgh Festival, is inmiddels wat geluwd. De muziek in zijn tweeluik The Corridor & The Cure is zeker nog expressief te noemen, maar Birtwistle heeft zijn compromisloosheid met de jaren verruilt voor dramatiek. The Corridor uit 2009 belicht het cruciale moment uit de Orpheusmythe: Orpheus (Mark Padmore) heeft net de onderwereld verlaten, Eurydice (Elizabeth Atherton) is nog maar een stap verwijderd van de wereld der levenden. Omdat de musicus net te ongeduldig is, draait hij zich om en verliest hij zijn vrouw voor eeuwig aan de Hades. In het schemergebied tussen leven en dood zijn de geliefden zo dichtbij en toch zo ver van elkaar verwijderd.

The Cure is in 2014 en 2015 geschreven als tegenhanger voor The Corridor, met hetzelfde ensemble en wederom met Atherton en Padmore, de laatste ditmaal in een dubbelrol. Dit muzikale drama vertelt het verhaal van Medea die, op verzoek van en uit liefde voor Jason, diens vader Aeson veertig jaar jonger maakt. De arme man heeft hier echter nooit om gevraagd; hij heeft helemaal niet de behoefte om de pijn van het ouder worden opnieuw te beleven.
De pijn van Orpheus en Eurydice is wellicht herkenbaarder en dramatischer, Aesons klaagzang is gelaagder. Zijn lot is de speelbal van een verliefde Medea en een manipulatieve Jason geworden. Ook is The Cure als theatrale beleving interessanter, met fluoriscerende decors en kostuums, de geschmierde rituelen van Medea en het tragikomische gekerm van Aeson. Het geheel is echter meer dan de som der delen: de twee miniopera’s versterken elkaar als reflecties op leven en dood, onlosmakelijk verbonden. (DS)