Theater / Achtergrond
special: Cameretten 2005

Belg in maatpak wint

Bij de finale van een grootse talentenjacht als Cameretten zijn de verwachtingen hooggespannen. Uit een deelnemersveld van tachtig man stonden de beste drie uiteindelijk op de bühne van het Luxor in Rotterdam. De meeste prijzen gingen, volledig terecht, naar een Belg in maatpak. Toch miste er iets.

Het nieuwe talent stond in ieder geval niet op klompen. “We worden overgenomen”, grapte presentator Richard Groenendijk voordat hij twee Belgen en een Antilliaan introduceerde. Tijdens de voorstellingen die volgden, leek het of de drie kandidaten hun publiek een kort overzicht gaven van de verschillende aspecten van de cabaretkunst: een goed verhaal, contact met je publiek en een flinke dosis humor. Maar geen van drieën beschikte over ál die eigenschappen.

~

Tegenpolen

Lenny beet het spits af met een beleefd zachtvlaams “Goedenavond. Hoe gaat het met u?”. De Vlaming zingt eigenlijk in een band en bleef zaterdagavond dicht bij zijn leest: als een moderne troubadour praatte hij zijn nummers aan elkaar. Zijn liedjes waren geestig en intelligent, maar de Belg slaagde er geen moment in om echt contact te maken met zijn publiek.

~

Hoe anders was dat bij Jandino Asporaat. De Antilliaan was in alles de tegenpool van zijn voorganger. Zijn opkomst met brassband zorgde ervoor dat de jonge Rotterdammer het publiek vanaf de eerste seconde in zijn greep had. Met zijn grote gebaren, en al stampend en springend, fluisterend en gillend sleepte hij de persoonlijkheidsprijs in de wacht. Maar Asporaat faalde op inhoud: hij beperkte zich tot een karikatuur van zijn eigen bevolkingsgroep – en durfde daarbij de grote thema’s niet aan te snijden.

~

Loser wint

De jury- en publieksprijs werden veroverd door Begijn Le Bleu, een Belg met maatpak en aktentas. Geheel terecht, omdat Le Bleu er eindelijk wél in slaagde het publiek te bespelen met een intelligent en geestig programma. Een half uur lang speelde hij de geboren loser Tino Schietekat, een Vlaamse versie van Mr. Bean. “De mensen vinden mij een rare man”, zegt Tino als hij opkomt, en dat is nog zwak uitgedrukt. Hij spaart sneeuwbollen en zijn vrouw heeft hem verlaten voor zijn vader (“Ze wil nu dat ik haar ‘mama’ noem”). Le Bleu zet meer neer dan gewoon een typetje. “Begijn is geen typetje, maar een karakter, subtiel en gedoseerd”, stelt de jury. “Hij is een vertegenwoordiger van het Vlaamse cabaret-absurdisme, die onderstreept dat die bron nog lang niet is opgedroogd.”

Maar toch. Er was één belangrijke eigenschap die door liefhebbers van (misschien wel) het ouderwetse cabaret danig werd gemist: een bijdehante kijk op de wereld, op de actualiteit. Het bespreekbaar maken van zaken en de vragen stellen die niemand durft te stellen. Daarom was het goed dat Theo Maassen het publiek én de kandidaten nog een uur liet zien hoe dat moest. Maar de cabaretier heeft dan ook vijftien jaar gehad om zijn optreden te perfectioneren: hij won cameretten in 1990 als de ‘minst slechte kandidaat’, aldus de jury. Er is nog hoop.

De drie finalisten bezoeken tijdens de finaletournee van december 2005 tot en met februari 2006 verschillende theaters in het land.