Boeken / Interview
special: Interview met Richard Russo

Reünie in upstate New York

Richard Russo wordt geroemd om zijn vertellingen over het alledaagse leven in kleine Amerikaanse steden. Zijn Empire falls leverde hem in 2002 zelfs een Pulitzer Prize op. Wat Russo’s romans bijzonder maakt, is de flinke dosis humor waarmee hij zijn verhalen doorspekt.

Dit geldt ook voor het in 1993 verschenen Nobody’s fool, over de excentrieke Sully die zijn dagen slijt in North Bath. Ooit floreerde dit dorp dankzij het spa resort wat er gehuisvest was. Maar sinds de natuurlijke bronnen zijn opgedroogd en de toeristen wegblijven, zijn de inwoners aangewezen op elkaar. In Russo’s onlangs verschenen Everybody’s fool lezen we hoe het de dorpelingen een decennium later vergaat. Inmiddels ligt de Nederlandse vertaling van Nobody’s fool,  Niemands gek, in de winkels. Allemans gek zal dit voorjaar volgen.

Nooit eerder schreef u een vervolg op een van uw boeken. Wat maakte dat u terug wilde keren naar North Bath?

‘Ik heb eigenlijk nooit de intentie gehad om een vervolg te schrijven. Allemans gek heeft dan ook een bijzondere ontstaansgeschiedenis. De roman is opgedragen aan de schrijver Howard Frank Mosher. Tijdens het lezen van Niemands gek raakte hij verknocht aan Rub Squeers, Sully’s ietwat dommige beste vriend. Iedere keer als ik Howard tegenkwam, vroeg hij hoe het met Rub was, alsof het een echt persoon betrof. Het antwoord moest ik hem verschuldigd blijven. Tot ik in 2008 een verhaal hoorde over een man die zijn vrouw al een tijdje beloofd had om een tak van een boom af te zagen. Eigenlijk zou hij het klusje met een vriend van hem klaren, maar toen die niet kwam opdagen besloot hij het alleen te doen. Gewapend met een kettingzaag klom hij in de boom en zaagde de tak af. Pas toen de tak op de grond lag, besefte hij dat hij nu niet meer naar beneden kon klimmen en dus vastzat in de boom. Uren heeft hij in de boom moeten zitten voordat zijn vrouw hem vond en kon verlossen. Ik moest ontzettend lachen om dit verhaal en de eerstvolgende keer dat ik Howard sprak vertelde ik hem dit verhaal alsof het Rub betrof en het Sully was die niet op was komen dagen. Het was zo leuk om weer in die wereld te verkeren dat ik er mee doorgegaan.’

Het is niet altijd eenvoudig om een vervolg te schrijven dat aan het origineel kan tippen. Ervoer u enige druk tijdens het schrijven om de hoge verwachting in te lossen?

‘Als je tijdens het schrijven al bezig bent met hoe een boek gaat vallen dan houd je je niet met de juiste dingen bezig. Dat kan verlammend zijn. Wanneer je schrijft, moet je jezelf en je eigen gevoelens zo veel mogelijk wegcijferen. Het gaat om Sully, om Ruth, agent Raymer: hoewel ze niet bestaan, zijn dat de mensen die er toe doen. Daarnaast kon ik me Niemands gek nauwelijks herinneren, het was immers 24 jaar geleden dat ik dit boek schreef! Ik had zo’n zestig pagina’s geschreven van Allemans gek toen ik me realiseerde dat ik het vorige boek opnieuw moest lezen omdat veel details me ontschoten waren. De film had ik recentelijk nog wel gezien en tijdens het herlezen kwam ik er zelfs achter dat ik in de zestig pagina’s die ik had geschreven verwijzingen had gemaakt naar Niemands gek die wel in de film zaten maar niet in het boek.’

En heeft u die verwijzingen laten staan?

‘Jazeker, voor de nieuwsgierige mensen!’

Sully is gebaseerd op uw vader. Hoe was het om weer over hem te schrijven?

‘Fantastisch, het voelde alsof ik mijn vaders gezelschap weer terughad voor een paar jaar. Hij is meer een vriend dan een vader voor me geweest. Als kind zag ik mijn vader niet veel. Als volwassene heb ik een tijdje met hem gewerkt en leerde ik hem wat beter kennen. Helaas werd hij niet lang daarna ziek en overleed hij. Door terug te gaan naar deze verhaalwereld, was het niet alleen alsof ik mijn vader terug had maar ook zijn hardwerkende en grappige vrienden. In zekere zin heb ik ook Paul Newman, die Sully zo memorabel vertolkte in de verfilming van Niemands gek, tijdelijk weer tot leven gewekt. In het begin leek het me angstaanjagend, het opwekken van de doden, maar algauw kreeg ik door dat ik er alleen maar goede dingen uit zou halen.’

Is Sully’s zoon Peter op uzelf gebaseerd?

‘Omdat Sully op mijn vader gebaseerd is, ligt een gelijkenis wel voor de hand. Ten tijde van het schrijven van Niemands gek gaf ik bijvoorbeeld net als Peter les aan de universiteit. Maar zodra ik op een personage stuit dat veel gelijkenissen met mij vertoont, heb ik de neiging om afstand te creëren tussen mij en het personage. Peter werd een man die zijn vrouw bedriegt, die geen geweldige vader voor zijn kinderen is en wiens academische carrière niet op rolletjes loopt. Anders dan zijn vader, is hij snel gekrenkt en geeft hij anderen de schuld voor zijn falen. In de eerste instantie was ik niet zo weg van het acteerwerk van de acteur die Peter speelt in de verfilming, maar juist daardoor is hij misschien wel geschikt. Peter is ook gewoon een snotaap.’

Ruth, Sully’s minares, is een belangrijk personage in Niemands gek maar blijft buiten beeld in de film. Vanwaar deze keuze?

‘Regisseur Robert Batton had de moeilijke taak om 600 pagina’s te verwerken in een film van anderhalf uur. Hij moest snijden in het verhaal om het behapbaar te maken. Zo had hij het gevoel dat er in de film maar één vrouw in Sully’s leven kon zijn. Sully’s geflirt met Toby paste beter in de film dan een buitenechtelijke relatie met Ruth. In Allemans gek heb ik derhalve geprobeerd Ruth een wat grotere rol te geven en juist Toby een kleinere.’

Waar de onzekere agent Raymer in Niemands gek slechts een bijfiguur is, is hij in Allemans gek een van de hoofdpersonages. In de film wordt de onzekere agent Raymer gespeeld door Philip Seymour Hoffman. In hoeverre heeft zijn vertolking u beïnvloed tijdens het schrijven van Allemans gek?

‘Hij was en is een soort muze voor me. Het bericht van zijn overlijden kwam toen ik zo’n 250 á 300 pagina’s had geschreven. Hoffmans rol in de film was klein, maar zijn vertolking van agent Raymer was perfect. Ik moest ook aan andere rollen van hem denken. Hij had het vermogen om absoluut verbijsterd te zijn, als een hert dat in de koplampen kijkt. Vaak vertolkte hij mannen die zo vol met twijfel zitten dat ze niet kunnen functioneren in een wereld die bevolkt wordt door mensen die zekerder zijn van zichzelf. Hoffmans overlijden heeft me even doen twijfelen of ik niet beter iemand anders als inspiratiebron kon nemen. Maar hij is een muze en zijn overlijden doet daar geen afbreuk aan. Het beurde me op om agent Raymer op het einde zijn triomfantelijke moment te geven, ik zag voor me hoe Hoffman hier zou zegevieren.’

U groeide op in upstate New York. Het leven in dorpen als North Bath is u dus welbekend?

‘Klopt, het grootste deel van mijn leven heb ik doorgebracht in dorpen als North Bath. Wanneer je ergens veel tijd doorbrengt dan leer je die plek echt kennen De ervaringen die je er opdoet worden onderdeel van je hardware. Als schrijver ben ik voornamelijk geïnteresseerd in sociale klasse. De plekken waar ik het grootste deel van mijn leven heb gewoond, zowel fysiek als in mijn hoofd, zijn interessant omdat de rijken en de armen met elkaar samen moeten leven. Ze zijn op elkaar aangewezen.’

Dus uw romans zouden zich niet kunnen afspelen in grote steden?

‘Nee, dat denk ik niet. In grote steden leven mensen gescheiden van elkaar, op basis van klasse, educatie, inkomen of juist een gebrek daaraan. In kleine dorpen kan dat niet, daar zijn rijk en arm tot elkaar veroordeeld.’

Hoe zit het met ‘het Amerikaanse’ in uw romans? Hadden Niemands gek en Allemans gek ook gesitueerd kunnen zijn in kleine dorpen in bijvoorbeeld Nederland of Engeland?

‘Toen mijn boeken voor het eerst vertaald werden, was ik best verbaasd. Ik vroeg me af wat een Nederlandse of Franse lezer aanmoest met mijn typisch Amerikaanse verhalen. Mijn idioom is erg Amerikaans en vertalers moeten regelmatig navragen wat bepaalde woorden betekenen. Toch is het zo dat waar ik ook ben, mensen op me afkomen die zeggen dat mijn romans over hún dorp gaan. Zo vertellen mensen uit de omgeving van Manchester me over hun dorp waar het werk opdroogde nadat de mijnen gesloten werden. Het blijkt dat mijn boeken universeler zijn dan ik aanvankelijk dacht.’

Het valt me op dat veel personages overspel plegen in Niemands gek en Allemans gek. Wat betekent dit thema voor u?

‘Het klopt dat er veel buitenechtelijke relaties in mijn romans plaatsvinden. Maar het staat ver af van het soort overspel dat je bijvoorbeeld tegenkomt in de werken van John Updike en John Cheever. Bij hen is overspel haast epidemisch. Updike schrijft over mensen met veel materieel bezit, die een leegte in hun leven voelen die ze met vleselijke genoegens als vrouwenruil proberen te vullen. Ik denk dat het overspel dat zich in mijn romans afspeelt veel meer te maken heeft met wanhoop en eenzaamheid. Mijn personages hebben vaak al vroeg in hun leven een beslissing gemaakt die consequenties heeft voor de rest van hun leven. Het is niet dat mijn personages een spirituele honger voelen zoals bij Cheever en Updike. Ze zoeken eerder naar wat warmte en liefde, ook al heeft dat een prijskaartje. Ik vind niet dat Sully en Ruth echt oneerlijke mensen zijn. Sterker nog, wat ze doen grenst meer aan oprechtheid. Het is een eerlijke erkenning van een echte fout die ze beiden hebben gemaakt toen ze nog te jong waren om zich te realiseren dat ze een fout maakten.’

Komen Sully en Ruth misschien het beste tot hun recht wanneer ze minnaars zijn in plaats van een stel?

‘Zeker. Sully komt het best tot zijn recht in relaties waar geen voorwaarden aan ontleend kunnen worden. Hij was niet weg van het idee om een vader, echtgenoot en zoon te moeten zijn. Maar het eerste wat hij doet zodra hij aan deze verplichtingen is ontkomen, is het zoeken van een plaatsvervangende familie. Hij vindt uiteindelijk een moeder in mevrouw Beryl, een vrouw in Ruth en een zoon in Rub. Zo slaagt hij erin een familie om zich heen te hebben, zonder dat er iemand is die zegt dat hij het een of ander verplicht is aan iemand. Als Ruth zijn vrouw was, zou hij wel verantwoordelijkheden hebben en dat zou hun verhouding er niet beter op maken.’

Ik vind het grappig dat u vindt dat Sully een zoon in Rub ziet. Rub beschouwt Sully als zijn beste vriend, niet als een vaderfiguur.

‘Misschien komt dat doordat Sully nooit de affectie toont die vrienden normaal gesproken voor elkaar hebben. Hij zorgt simpelweg voor Rub, koopt jelly doughnuts voor hem en geeft hem advies. Wanneer Sully meer tijd doorbrengt met zijn echte zoon, beschouwt Rub Peter als zijn concurrent. Ook dat is vergelijkbaar met de nijd die kinderen kunnen voelen. In zekere zin bereidt hij Rub voor op de tijd wanneer Sully er niet meer is. Net zoals ouders dat doen.’

Wat komt er na Allemans gek?

‘Ik ben bezig met een nieuwe roman. Daarnaast leg ik op dit moment de laatste hand aan een essaybundel. Volgend jaar verschijnt ook een korte verhalenbundel van mijn hand. Verder ga ik aan een project werken met mijn jongste dochter die filmmaker is. Onvermijdelijk op mijn leeftijd is dat je je gaat afvragen hoeveel romans je nog in je hebt. Maar voorlopig zit dat nog wel goed bij mij!’