Muziek / Achtergrond
special: Metropolis 2004

Een regenachtige dag in het Zuiderpark

Vorig jaar was na een korte afwezigheid het Rotterdamse Metropolis-festival terug. Met een sterke line-up, waaronder Interpol, The Thermals en Eastern Lane, plaatste het festival in het Zuiderpark zich toen weer tussen de leukere gratis festivals van het land. Metropolis wil met haar programmering een overzicht geven van ‘de bands van morgen’. De 16e editie van dit jaar had wederom een interessant programma. Er is een groot hoofdpodium op het centrale veld. Daartegenover liggen twee grote tenten die net als vorig jaar gevuld worden door de programmeurs van samenwerkende clubpodia. De ene tent door Paradiso, Ekko en Rotown en de andere door Vera en Waterfront. En dan zijn er nog twee kleinere podia waar zestien Nederlandse hun kunnen vertonen. 8WEEKLY was present en doet verslag.

~

De openers

De eerste geziene band van de dag was de Rotterdamse formatie Feverdream. In een vrij lege Vera/Waterfront-Tent werden de puntige en explosieve nummers op het publiek afgevuurd. Dat hun inventieve gitaarspel, dat soms richting de emocore gaat, aantrekkingskracht heeft bleek uit het feit dat de tent voller en voller werd. Met wilde ongecontroleerde bewegingen stuiterde de zanger/gitarist over het podium en dit werkte aanstekelijk op de aanwezigen in de tent. Vrij snel bewogen de hoofden en knieën dus met de ritmes mee. Na een aantal nummers verslapte de aandacht voor Feverdream en deze werd getrokken door Grote Prijs van Nederland winnaar Eleven. Hooggespannen was de verwachting over de prestatie van een band die met rumoer werd besproken in de wandelgangen. Maar het veld was grotendeels leeg, toen ze de aftrap op het hoofdpodium moest verzorgen. Dit doordat het terrein nog maar net was geopend en donkere wolken zich samenpakten boven het hoofdpodium op het Zuiderpark in Rotterdam. Per gespeeld nummer werd het veld echter voller. Mensen stonden rustig en zonder veel enthousiasme de nummers van deze alom bejubelde formatie tot zich te nemen. De heren speelden met hun kinkykapper-matjes vol trots hun werk, maar kregen het publiek moeilijk mee. De soms overdreven podiumact van

de zanger bracht hier weinig verandering in. De wandeling richting de twee kleine Oogst talentpodia werd dus door velen ingezet. Daar speelde SneakerFreak een ietwat theatrale variant van singer/songwriter-muziek. De singer was misschien wel de songwriter, maar niet degene die eigenlijk de gitaar of piano speelde. Dat liet hij over aan twee anderen op het podium. Hoewel dat zorgde voor interessant gitaarspel, ontbrak het daardoor een beetje aan puurheid in het optreden. Ondanks de slechte bandnaam, was Nobody Beats the Drum in de Rotown/Ekko/Paradiso-tent de sterkste opener van de dag. De winnaars van de Grote Prijs in de categorie Dance bracht goed overkomende en ruwe beats, vergezeld van intrigerende samples. Beats en samples wisselden zich op een interessante manier af en kregen extra cachet omdat er live met een keyboard werd meegespeeld. Het podium was volgestouwd met een lading antieke tv’s die beeldmateriaal vertoonden bij de nummers. De drie enthousiaste jongelingen op het podium waren hiermee verantwoordelijk voor de eerste voorzichtige danspasjes van het festival.

Verrassingen en tegenvallers

~

Gem, het nieuwe paradepaardje van Excelsior Recordings, moest voor het Metropolis-publiek de hype waar gaan maken. Moeite had het daar zeker mee. De lekker stevige retro rock die de mens wel kent, en zelfs van nog niet zo lang geleden, kwam misschien nog iets te vroeg om de menigte te laten bewegen. Het probleem met Gem is dat ze nog teveel op anderen willen lijken. Ze hebben totaal geen eigen gezicht. Je kunt dat ook zien aan hun podiumact en verschijning. The Wounded, uit Drenthe, speelde op een verbluffende wijze een sterke variant van doomwave in de traditie van bands als Sisters of Mercy. Met een getalenteerde zanger met prachtige stem werd een sterke set neer gezet, waarbij als enig minpuntje het naar eigen stijl omgebogen Smells Like Teen Spirit aan te merken viel. Het kont-tegen-de-krib-gevoel dat het nummer in de originele versie zo sterk maakt, werd in de versie van The Wounded compleet om zeep geholpen. Toch verbaasde The Wounded met een sound die we niet vaak horen in Nederland.

The Cumshots was rock in de trant van spelen met de benen wijd. Rock With Your Cock Out. Ondanks dat ze niets toevoegen aan de muziek die we al hebben en hun muziek veelal bierdrinkende motorliefhebbers aan zal spreken, gingen de hoofden toch op en neer bij het horen van de power-akkoorden van deze Zweedse rockers. Tigerbeat was de Duitse vertegenwoordiger in de Vera/Waterfront tent en bracht, als zovele vandaag, een sterk retro-sound. Modest Mouse speelden hun banjohits zonder enige overtuiging en met veel te veel ingelaste speelpauzes tussen de nummers door en kon daardoor niet boeien. The Killers daarentegen speelden een indrukwekkende partij nummers voor het Rotterdamse publiek. De band uit Las Vegas bracht een lekkere mix van dansbare pop en wave a la Interpol. Ook al stond het geluid absurd hard, de mensen in de Rotown/Ekko/Paradiso-tent lieten het met veel genoegen welgevallen. Noor speelde op een uit rode frisdrankkratjes opgebouwd podium, alwaar in het Oogst-programma bands van vaderlandse bodem zich presenteerden. De band speelde werk dat soms veel weg had van the Smashing Pumpkins. Zeker qua opbouw van de liedjes, met als extra toevoeging de slechte, bij vlagen valse zang. De nummers van hun goed ontvangen cd kwamen vandaag niet echt goed uit de verf. Alhoewel dit laatste ook wel eens te wijten kan zijn aan het feit dat de bands zichzelf amper hoorden. Een goed initiatief hoor, een podium voor Nederlandse bands, maar geef ze dan wel de kans zichzelf goed te laten horen. Volgend jaar een echt podium?

Hoogtepunten

De Japanners van Mono speelden, zoals ze in Nederland vaker gedaan hebben, alle vooroordelen uit de hoofden van de mensen. Het zoveelste Godspeed bandje wist over de vergelijking heen te spelen door de tent te vullen met de meest krachtige geluiden die er uit een gitaar te trekken zijn. Voor een ademloze zaal wisselde men bijna geruisloze passages af met enorme uitbarstingen van gitaargeweld. Jammer alleen dat de rustige stukken soms werden verstoord door het lawaai dat van het hoofdpodium kwam. En het geweld dat tegelijkertijd uit de andere tent kwam. Het Amerikaanse Reigning Sound, met oud Oblivions-voorman Greg Cartwright in de gelederen, slingerde daar vol overtuiging een flinke portie 60’s garagerock de tent in. De bluesy oerkreten en de met gevoel gespeelde gitaarriffs deden de haren recht overeind staan en de energieke nummers gingen, ondanks het plompe spelen, erin als koek bij het publiek. De zanger worstelde met alle problemen, die een mens zich voor kan stellen en kwam toch nergens aanstellerig over.

Terwijl The Soledad Brothers de V/W tent vulden met hun soulvolle garagerock, speelden The Bees een uitmuntende set nummers in de andere tent. Dit stelletje hippies nam de toeschouwers mee naar het einde van de jaren ’60 en lieten zien hoe een retro-sound ook kan klinken. De relaxte zomerse sound van de band bevat vleugjes reggae en ligt zeer goed in het gehoor. En aangezien het buiten begon te regenen vulde de tent zich sowieso al snel. Ikara Colt speelde hard, snel en strak. De zanger liep verveeld rond en schreeuwde zijn teksten, terwijl zijn gitariste, drummer en (nieuwe) bassiste zich helemaal suf speelden. De handen van de drummer waren gezwachteld en hij had moeite met het volhouden van een complete set, maar speelde wel alsof zijn leven er vanaf hing. Later vernamen we dat hij inderdaad al voor het concert geblesseerd was. In ieder geval zorgde Ikara Colt op Metropolis voor een glansrijke live comeback in Nederland. Als laatste band in de V/W tent speelde hype in wording TV on the Radio. Van deze band uit New York werd naar aanleiding van hun nieuwe plaat veel verwacht. Een vurige mix van soul, rock, maar vooral gospel was een perfecte combinatie, maar even zo snel ze waren gekomen (voor de aangekondigde tijd), zo snel verlieten ze het podium (voor de aangekondigde tijd). Zanger Tunde Adebimpe rende na ongeveer een kwartier van het podium af, waarna het er naar uitzag dat de koek op was. Backstage deed de organisatie verwoede pogingen om de band weer op het podium te krijgen maar de zanger bleek nog steeds kwijt. Terwijl tentpresentator Jaap Boots zich al had verontschuldigt aan het publiek kwam de band, minus zanger, nog terug voor een schamele toegift, die eigenlijk meer weg had van een soort uitgerekte jam. Daarna was het dan toch afgelopen. In de artist-area achter de tent liepen de verwarde bandleden rond. Zowel gitarist Dave Sitek als drummer Jaleel Bunton wisten nog altijd niet wat er met Adebimpe aan de hand was. “We hebben ongeveer 14 uur moeten rijden om hier te komen en we reizen nu al weken zo veel”, verklaard Sitek, “misschien is hij ziek of oververmoeid..” Vooralsnog rest ons als laatste beeld een gedesillusioneerd kijkende Kyp Malone voor de ogen. Alleen in hun artiestentent staarde de man met de enorme afro wat voor zich uit.

Deze editie van Metropolis is misschien de laatste op de huidige locatie, het Zuiderpark. Men heeft het wederom voor mekaar gekregen een breed en interessant programma samen te stellen. Misschien niet zo goed als vorig jaar, maar Metropolis blijft voor de connaisseurs en het grote publiek het leukste eendaagse festival van Nederland.