Muziek / Achtergrond
special: Interview met The Mountain Goats

Het evangelie van een arrogante geit

Vrijdagavond in Paradiso, Amsterdam. In een kleedkamer zit John Darnielle keihard op een akoestische gitaar te rossen, een blocnote op zijn knie en een potlood in zijn mond. Hij schrijft een nieuw liedje en dat gaat niet zonder slag of stoot. Darnielle is singer-songwriter en noemt zich The Mountain Goats. Hij wil en kan alleen met het beste genoegen nemen: literaire teksten waarin verhalen en mensen tot leven komen. Dat hij daar goed in is, en bovendien ook niet onverdienstelijk kan zingen, bewijst het aantal mensen dat in de kleine zaal van Paradiso op hem staat te wachten. Maar eerst moet er gepraat worden.

~

“De mensen die naar mijn muziek luisteren worden een soort evangelisten. Ik maak blijkbaar muziek die mensen met anderen willen delen: wanneer ze mijn muziek horen, willen mensen vaak aan anderen vertellen wat ik doe. Ik denk dat dat komt omdat de teksten van mijn liedjes het belangrijkste zijn. Wanneer je eenmaal in de gaten hebt wat ik doe, dringt het ook op een ander niveau tot je door, en dat niveau is literair. Ik wil niet snobistisch overkomen, maar voor mij is het je bezighouden met literatuur een van de diepzinnigste dingen die je kunt doen. Als je iets gelezen of gehoord hebt waarbij het woord zelf het belangrijkste is, dan kun je je nauwelijks voorstellen dat niet meer mensen die ervaring hebben gehad. Het is net als wanneer je een goed boek hebt gelezen: dat vertel je ook aan al je vrienden.”

Onbetrouwbaar

Darnielle heeft Engels gestudeerd en klassieke talen. Vooral dat eerste is terug te zien aan zijn liedjes. “Er zitten sterke verhaallijnen in mijn liedjes. Op de universiteit heb ik onderzoek gedaan naar verhaallijnen en hoe die zich ontvouwen. En dat is ook belangrijk in mijn liedjes, net als het idee dat mijn verhalen niet betrouwbaar zijn. Je kunt mijn personages niet vertrouwen: ze geven de gebeurtenissen niet correct weer. Ik houd niet zo van een alwetende verteller die precies zegt wat er gebeurd is en hoe de personages zich voelen. Bijna al mijn liedjes zijn in de eerste of tweede persoon. Je krijgt het verhaal vanuit een standpunt, waarbij de ene persoon vaak probeert te achterhalen wat het standpunt van de ander was, en vooral daarin is hij dan onbetrouwbaar.”

~

“Mijn liedjes zijn als puzzels. Je kunt ze oplossen. Ik wil niet zeggen dat er altijd een uitkomst mogelijk is, maar de ene is beter dan de andere. Ik denk niet dat veel mensen zullen zeggen dat een tekst alleen datgene betekent wat jij eruit haalt. Er is dus niet één oplossing, maar… laat ik het een gebied met oplossingen noemen. Soms zijn er dingen die ik er heel specifiek in heb gelegd, maar dan zit iemand er mijlenver naast. Vaak is dat heel grappig, maar ik ga hem of haar niet corrigeren. Het is veel leuker om met woorden te stoeien dan om te proberen iemand vast te pinnen op één uitleg.”

Gebaseerd op ware gebeurtenissen

“Bijna al mijn liedjes zijn verzonnen: slechts een paar zijn gebaseerd op echte gebeurtenissen of personen. Pas op mijn laatste album ben ik begonnen met dingen op te graven die echt gebeurd zijn, en daarop heb ik nieuwe verhalen gebouwd. Op dit nieuwe album ben ik zelf aanwezig. Mijn eigen ik zit er ergens in. En dat proces was heel interessant en tegelijk ook waardevol…”

Peter Hughes komt binnen. Hij bespeelt vele instrumenten, onder andere op Tallahassee en op het nieuwe album We Shall All Be Healed, maar tijdens deze tournee beperkt hij zich tot basgitaar en achtergrondzang. Peter gaat op de bank zitten. John onderbreekt het gesprek om even wat te zeggen over het liedje dat hij aan het componeren is. “Ik moest dat akkoord omgooien. Het werkt niet. Maar ik heb die urgency wel weten te behouden.”

~

“Met de semi-autobiografische liedjes die ik nu schrijf rakel ik heel wat oude en soms ook lelijke dingen op. Dat is tegelijk beangstigend en geweldig. Normaliter doe ik dat niet en ik heb ook een hekel aan dat soort muziek: voor iedere persoon die er iets moois mee doet zijn er tienduizenden die klinken alsof ze erom smeken uit hun lijden verlost te worden.” Hij slaat zijn ogen ten hemel op, lacht dan. “Maar voor mij is het een uitdaging. Je bent met jezelf bezig maar je wilt niet zeurderig of sentimenteel overkomen. Die angst houdt je scherp. Je balanceert tussen het vertellen van een goed verhaal en trouw blijven aan de mensen over wie je schrijft.”

New Critics

We dwalen af: Darnielle praat een tijd lang over literatuur en literatuurkritiek. Dat gaat via het “saaie maar geweldige” boek van Alain Robbe-Grillet dat hij pas gelezen heeft naar Sylvia Plath, totdat we uitkomen bij het New Criticism, een groep critici die in de jaren vijftig een streng onderscheid maakten tussen werk en artiest: “De New Critics verzetten zich vooral tegen de ouderwetse recensenten, die eerst vertelden wanneer de artiest geboren was, waar hij leefde en waarom je hem precies moest waarderen. De New Critics zeiden dat dat misschien wel interessant was voor de context van het werk, maar niet voor de tekst zelf. En daar hadden ze wel een goed punt. Via mijn liedjes leer je mij als persoon niet kennen.” Kijk naar het liedje zelf om het te beoordelen, niet naar degene die het gemaakt heeft.

Arrogante geiten

We zitten al bijna een uur te praten. Over twintig minuten moeten John en Peter optreden. De tijd is om, maar er is nog een prangende vraag: waarom noemen The Mountain Goats zich The Mountain Goats?
Hij kijkt naar het plafond en zucht. “Waarom vallen mensen Smog niet lastig met de vraag met hoeveel ze zijn? Dat is nog veel meervoudiger dan Goats! Smog omvat je, maar niemand valt Bill Callahan daarmee lastig.” Hij grijnst breed. “Ik denk dat ik een alomtegenwoordige persoonlijkheid heb. Nee, ik ben de meervoudigheid in persoon. Omdat ik de meervoudigheid in iedereen… ach, allemaal gezeur!

~


Het is vanwege de slechte reputatie die singer-songwriters hebben: als je ergens hoort dat John Darnielle ergens speelt – toen had ik nog geen naam voor mezelf – dan denk je meteen aan iemand met een akoestische gitaar en dan heb je meteen bepaalde verwachtingen. Ik wilde dat niet, ik vond niet dat ik dergelijke verwachtingen verdiende. Ik heb een naam bedacht omdat ik dat leuker vond dan mijn eigen naam en omdat ik dan onder die verwachtingen uit kon komen.
Maar in plaats daarvan kreeg ik talloze recensies die begonnen met een uitleg over The Mountain Goats, een band die eigenlijk maar uit een persoon bestond. Het is logisch, maar het is wel supersaai om een recensie zo te beginnen.”
Hughes werpt op dat het volgens de New Critics toch niet uitmaakt. “Waarom verspillen ze hun tijd aan het praten over hoeveel mensen er in een band zitten? Er zou eigenlijk een school voor New Music Criticism moeten komen.” Ze lachen allebei. Darnielle vertelt dat hij wel eens het idee heeft dat recensenten al hun recensies met de uitleg beginnen omdat ze dan alvast vijftig woorden hebben verbruikt en dan minder relevante dingen hoeven te schrijven. “Het is veel interessanter te vragen waar de naam vandaan komt.”

Zonder de vraag af te wachten gaat hij verder: “Berggeiten zijn arrogant, net als ik, haha! En ze uiten dat op een manier die elk jaar aan talloze berggeiten het leven kost. Ze hebben van die speciale hoeven waarmee ze bijna verticale rotswanden kunnen beklimmen. En dan kunnen ze van de ene berg naar de andere springen. Als ze aan de ene wand hangen en ze zien aan de andere kant een sappig grassprietje, dan zeggen ze bij zichzelf: “o, dat kan ik wel, zulke sprongen maak ik elke dag.” En dan maken ze die sprong en dan zijn ze trots, maar wanneer ze bij een enorme, onoverbrugbare kloof komen, denken ze precies hetzelfde: “zulke sprongen maak ik met twee vingers in mijn neus.” En dan maken ze die sprong en dan vallen ze een zekere dood tegemoet. Omdat ze weten dat als ze het halen, dat ze zich dan aan de rots vast kunnen houden. Ik weet niet hoe ik dat precies moet uitleggen als mijn eigen arrogantie. Ik denk wellicht dat ik iets wel kan, of ik het nu ook echt kan of niet. En dan doe ik het of heel goed, of ik sterf terwijl ik het probeer.” Hij lacht, trots. “Een soort ongelofelijk en spectaculair falen.”

Vooralsnog falen The Mountain Goats niet: hun optreden die avond wordt een daverend succes: John Darnielle en Peter Hughes hebben er weer een zaal vol evangelisten bij.