Muziek / Achtergrond
special: Een uniek festival

The Music In My Head

Het Theater aan het Spui in Den Haag is toch wel een erg mooie plek om een festival als The Music In My Head te organiseren. Het gebouw herbergt een grote zaal en een kleine zaal, tel daar een sfeervol ingerichte foyer met een podium bij op en je hebt genoeg ruimte om een compleet festival te organiseren. Een festival dat wordt gekenmerkt door een knusse, gemoedelijke ambiance en een programma boordevol interessante namen.

~

Vorig jaar hadden de organisatoren ervoor gekozen grote hoofdacts te programmeren op de drie avonden. Toen waren dat Heather Nova, The Waterboys en Marianne Faithfull. Vooral de laatste twee acts trokken veel grijze bezoekers die weinig geïnteresseerd leken te zijn in de rest van het aanbod. Dit jaar, op de tweede editie van het festival, was de programmering over het geheel genomen jonger en meer van deze tijd, met als grote namen Badly Drawn Boy, Tom McRae, Hooverphonic, Ani DiFranco en The Stereophonics. Niet gek dus.

Donderdag 12 juni

~

De eerste avond was net als vorig jaar een speciale openingsavond met eveneens een speciale openingsact in de vorm van The Stereophonics. Deze Britten brachten begin juni hun nieuwe album You Gotta Go There To Come Back uit en speelden daar voor het eerst nummers van. En met succes, want het publiek genoot zicht- en hoorbaar van het optreden waarbij de heren werden bijgestaan door twee achtergrondzangeressen, een extra gitarist en een keyboardspeler. Een behoorlijk vol podium dus voor de band die in principe maar uit drie leden bestaat. De uitbreiding bleek wel effectief, want het geheel klonk een stuk opzwepender en geïnspireerder dan bij eerdere concerten. Een prima optreden.

Over geïnspireerd gesproken: Justin Sullivan was de man die het publiek mocht opwarmen. Misschien roept die naam niet meteen associaties op. Iedereen kent echter wel zijn voormalige band New Model Army. Met de kracht en overtuiging van een jonge hond bracht deze oude punker zijn veelal akoestische liedjes, die voornamelijk gingen over de zee. Ook de woeste blik in de ogen is intact gebleven. Een redelijke uitvoering van Dylan’s Masters Of War deed echter wel heel erg denken aan een eerdere versie van Eddie Vedder en Mike McCready uitgevoerd tijdens het vijfendertigjarig jubileum van ‘his royal Bobness’.

Vrijdag 13 juni

~

De vrijdag was de eerste officiele festivaldag. Je kunt wel zien dat de programmeur een voorliefde heeft voor singer/songwriter, want die artiestengroep was op The Music In My Head flink vertegenwoordigd. Met name Tom McRae en Jesse Malin blonken uit. De Engelse Tom McRae maakte twee prachtige albums in zijn carriere tot nu toe en speelde van elk ongeveer evenveel nummers. Met name het werk van het eerder dit jaar verschenen Just Like Blood deed het goed. McRae startte met het hartverscheurende You Only Disappear, gevolgd door de opzwepende protestsong Karaoke Soul. Mooi tot aan het eind.

De ras-New Yorker Jesse Malin bleek een behoorlijke dosis humor in huis te hebben. Hij vertelde op een zeer innemende manier over zijn ervaringen met de stad der steden. Zijn liedjes waren niet zo zeer grappig, eerder heel erg mooi. Alleen gewapend met een akoestische gitaar speelde hij werk van zijn album The Fine Art Of Self Destruction dat dit jaar verscheen. Opvallend was het aantal plectrums dat de beste man bij het optreden verspilde. Tom McRae die na Malin stond geprogrammeerd, struikelde haast over al die stukjes plastic met de naam van zijn voorganger erop. McRae maakte daar dankbaar gebruik van en liet zien dat mensen die zwaarmoedige muziek maken ook heel erg geestig kunnen zijn.

~

De grootste naam van deze avond was ook al een singer/songwriter. Damon Cough alias Badly Drawn Boy staat bekend om zijn wisselvallige optredens. Een veel vertelde anekdote over hem gaat over het feit dat hij het slechtste concert ooit gaf op een plek waar alleen maar bigshots uit de popmuziekwereld aanwezig waren. Ook op The Music In My Head leek het even helemaal fout te gaan toen hij ‘niet heel erg nuchter’ het podium opstuiterde op de muziek van the Jackson Five en vervolgens meer zin had om te praten dan om muziek te maken, wat zelfs uitmondde in openhartige ontboezemingen over zijn gezinsleven.

Geleidelijk kwam er gelukkig meer tijd voor muziek en minder voor onzin, wat toch nog zorgde voor een aantal kippenvelmomenten. Met name het pianonummer Have You Fed The Fish? van het gelijknamige nieuwe album werd prachtige uitgevoerd. Ook speelde Cough veel nummers van de soundtrack bij de film About A Boy met Hugh Grant. Badly Drawn Boy doorspekt al zijn muziek met humor en tranen. Een kleurrijk figuur die hoe dan ook leuk is om naar te kijken.

Verder viel het Nederlandse Incense positief op. De band uit Delft werd speciaal bijgestaan door VJ Stalker en door de blazers van The Musical Wind Unit. Het prachtige album On Tip Of Wings We Walk (2003) vraagt om eveneens fantastische live-uitvoeringen en die verwachtingen zijn absoluut ingelost. Wel doet Incense met The Musical Wind Unit wel een beetje denken aan de combinatie Motorpsycho – Jaga Jazzist. En het is zeker geen schande om daar mee vergeleken te worden. Ook op deze avond: het Nederlandse At The Close Of Every Day, de Amerikaanse avant-garde zangeres Erika Stuckey, Twineman (ex-Morphine), Maximilian Hecker en de in populariteit stijgende Amerikaanse singer/songwriter Dayna Kurtz.

Zaterdag 14 juni

~

Op deze dag waren overduidelijk de meeste mensen afgekomen op de kleine vrouw uit de Verenigde Staten: Ani DiFranco. Alleen met haar gitaar speelde zij vooral tijdens de eerste paar nummers de sterren van de hemel. De funky en supersnelle akkoordvariaties van DiFranco deden samen met haar kenmerkende manier van zingen de hele zaal op zijn kop staan. Wel moet gezegd worden dat de nummers, voor mensen die niet bekend zijn met het repertoire, hier en daar wel een beetje op elkaar gaan lijken. Maar toch een prachtig optreden.

De show van Ani DiFranco werd in de grote zaal vooraf gegaan door een enorm tegenvallende prestatie van Ian McCulloch. De man die in de jaren tachtig legendarische werd met Echo & The Bunnymen, bakte er op The Music In My Head niets van. Duidelijk ongeïnteresseerd werkten McCulloch en zijn band een set af, die misschien wel bestond uit goede nummers, maar waar gewoon geen zak van terecht kwam door gebrek aan inspiratie. Gauw vergeten dan maar.

Ook al vergeten maar toch weer herrezen is de punkband The Seeds met de bij vlagen hilarische frontman Sky Saxon. Stel je eens voor: een uitgemergelde hippie met een zilveren broek, zonnebril en eveneens zilveren schoenen met aanzienlijke plateauzolen. Geen gezicht, maar wel een strak optreden van de band die al in 1969 een grote hit scoorde.

Wie de Nederlandse optredens van The Tragically Hip eind vorig heeft gemist kan ook eens gaan kijken naar Alamo Race Track uit Amsterdam. Zowel de stem als de mimiek van zanger Ralph Mulder doen namelijk behoorlijk denken aan Hip-boegbeeld Gordon Downie. En dat is zeker geen belediging, want The Tragically Hip is nog steeds een van de beste live-bands ter wereld. We kunnen in de toekomst hopelijk nog veel verwachten van Alamo Race Track.

Een hoogtepunt van deze avond was het Deense Kashmir. De band die een paar weken geleden het prachtige album Zitilites uitbracht, was voor het eerst sinds 1999 weer in Nederland en speelde een prachtige set. Wel werd de subtiliteit van Zitilites hier en daar nog wel eens overboord gegooid voor een ietwat standaard gitaargeluid, wat overigens niet heel erg ten koste ging van het fantastische songmateriaal. Kashmir komt waarschijnlijk nog naar Nederland voor een clubtournee en staat in augustus op Lowlands. Gaat dat zien.

Verder speelden op de zaterdag: het duidelijk zeer populaire I Am Kloot, Lee Sankey Group, Athlete en als afsluiter het immer spannende Hooverphonic.

Helemaal in orde

The Music In My Head is er honderd procent op vooruit gegaan in vergelijking met vorig jaar. En vorig jaar was het festival toch ook zeker niet vervelend. De programmering was dit jaar, met veel actuele artiesten, helemaal in orde, de sfeer was goed en het was zeker niet te druk ondanks het feit dat het hele festival was uitverkocht. Nou maar hopen dat de organisatie niet overgaat tot uitbreiding. Want waar zie je nog zoveel grote en interessante namen in zo’n persoonlijke setting?