Kunst / Achtergrond
special:

In Memoriam: Constant Nieuwenhuys

Maandag 1 augustus j.l. bereikte ons het trieste bericht dat CoBrA-schilder Constant Anton Nieuwenhuys (Amsterdam, 1920) die dag op 85 jarige leeftijd is overleden. Hij was al geruime tijd ziek. Constant Nieuwenhuys schilderde onder het pseudoniem Constant. In 1948 was hij samen met o.a. Anton Rooskens, Theo Wolvenkamp, Jan Nieuwenhuys, Eugène Brands en de dichters Lucebert en Gerrit Kouwenaar betrokken bij de oprichting van `De Nederlandse Experimentele Groep’, die kort daarop over zou gaan in de internationale CoBrA beweging.

In de periode 1939-1942 bezocht Constant achtereenvolgens De Kunstnijverheidschool en de Rijksacademie in Amsterdam. In 1946 ontmoette hij in Parijs de Deense schilder/dichter Asger Jorn. Kort daarop verschenen er voor het eerst agressieve en angstaanjagende dier- en mensfiguren in zijn schilderijen. In deze tijd raakte Constant ook geboeid door kindertekeningen. Een jaar later (1947) vond in Amsterdam zijn eerste solotentoonstelling plaats.

CoBrA

De naam CoBrA staat voor de Franse afkorting van Kopenhagen, Brussel en Amsterdam. Op 8 november 1948 vond tijdens een internationaal kunstenaarscongres in Parijs de ondertekening plaats van het manifest ‘La Cause était entendue’ (De zaak was beklonken). Daarmee was de oprichting van CoBrA een feit. Met dit manifest zette CoBrA zich af tegen het bekende manifest van het surrealisme, getiteld: ‘La Cause est entendue’ (De zaak is beklonken). Een opgerolde slang werd hun symbool.

CoBrA-kunstenaars trachtten alle bestaande opvattingen over kunst overboord te zetten en protesteerden tegen het, in hun ogen, `mooie schilderen’. In die tijd heerste er in Nederland een conservatief kunstklimaat: men liep achter op de ontwikkelingen in andere Europese landen. Hun inspiratie vonden CoBrA-kunstenaars in kindertekeningen, kunstuitingen van geestelijk gehandicapten en primitieve kunst, omdat volgens hen daarin nog spontaniteit te herkennen is. Terugkerende beeldelementen zijn vogels, katten, honden en slangen. Vaak werd gebruik gemaakt van felle en primaire kleuren.

Met Karel Appel en Corneille wordt Constant gerekend tot de belangrijkste Nederlandse CoBrA-vertegenwoordigers. Voor de Nederlandse CoBrA-afdeling was Constant de voornaamste contactpersoon met het buitenland. Samen met Christian Dotremont en Asger Jorn wordt hij beschouwd als groepstheoreticus. Hun uitgangspunt was de communistische leer van Marx, terwijl ze diens ideeën aanvulden met hun eigen gedachten over kunst. Gestreefd werd naar een kunst voor en door iedereen. Onderlinge samenwerkingen – op een doek, een stuk papier of een muur – waren bij CoBrA aan de orde van de dag.

Manifesten

Constant schreef een aantal manifesten waarin hij uitgebreid inging op de maatschappelijke rol van de kunstenaar en waarin hij opriep tot bevrijding van creativiteit en fantasie. Onderstaand citaat is afkomstig uit een manifest dat hij schreef voor `De Nederlandse Experimentele groep’:

Het kind kent geen andere wet dan zijn spontaan levensgevoel en heeft geen andere behoefte dan dit te uiten. Hetzelfde geldt voor de primitieve culturen, en het is deze eigenschap ook, die deze culturen een zo grote bekoring verleent voor de mens van heden die in een morbide sfeer van onechtheid, leugen en onvruchtbaarheid moet leven.

Ook uit dit manifest komt zijn inmiddels bekendste uitspraak: ‘Een schilderij is niet een bouwsel van kleuren en lijnen, maar een dier, een nacht, een schreeuw, een mens, of dat alles samen’.

In 1950 vestigde Constant zich in Parijs. Daar maakte hij onder andere kennis met Stephen Gilbert. Uit deze periode dateren Constants ‘oorlogsschilderijen’ waarin hulpeloze mensen hun handen ten hemel heffen tegen de achtergrond van een vernielde wereld. In september 1951 werd de CoBrA beweging officieel opgeheven.

Babylon

Eind jaren vijftig bedacht Constant zijn ideale stad ‘Nieuw Babylon’, een plek waar de mens bevrijd van lichamelijke arbeid zich uitsluitend zou kunnen wijden aan het ontwikkelen van creatieve ideeën. Het concept bevat schilderijen, tekeningen, collages, lithografieën, schaalmodellen en teksten en zou een eigentijds antwoord zijn op Plato’s geschrift over de ideale samenleving. Architect Rem Koolhaas werd door dit project beïnvloed.

Vanaf de jaren zeventig richtte Constant zich in zijn schilderijen, aquarellen en tekeningen met name op het werk van oude meesters als Titiaan en Delacroix. Het engagement leek geleidelijk te verdwijnen. Door de jaren heen zijn er in Nederland diverse solotentoonstellingen aan Constant gewijd, onder andere in het Stedelijk Museum (1978), het Haags Gemeentemuseum (1980) en het Centraal Museum (1985). In 2002 besteedde de Documenta (Kassel) nog aandacht aan zijn project New Babylon.

Reactie

Gevraagd naar een reactie op het overlijden van Constant komt John Vrieze, directeur van het Cobra Museum voor Moderne Kunst (Amstelveen) tot de volgende slotsom:

Constant was een van de grootste Nederlandse kunstenaars van de tweede helft van de 20ste eeuw. Als begenadigd en visionair talent heeft hij veel opschudding veroorzaakt in het behoudende culturele klimaat in ons land na de Tweede Wereldoorlog.