Kunst / Achtergrond
special: Edward en Nancy Kienholz - The Hoerengracht

Working girls in het museum

Terwijl de gemeente Amsterdam juist haar uiterste best doet de raamprostitutie terug te dringen, heeft de stad er sinds kort nóg een rosse buurt bij: De Hoerengracht in het Amsterdams Historisch Museum. Tot 29 augustus waan je je hier een echte sekstoerist tussen de smalle steegjes vol peeskamertjes en hoeren van gips, kunststof en epoxyhars.

The Hoerengracht van Edward Kienholz, foto LA Louver

The Hoerengracht van Edward Kienholz, foto LA Louver

The Hoerengracht is een kunstwerk dat in de jaren tachtig in Berlijn werd gemaakt door de Amerikaanse assemblagekunstenaar Ed Kienholz (1927-1994) en zijn vrouw Nancy (1943). Het echtpaar maakte deze installatie uit fascinatie voor het liberale en transparante Amsterdamse prostitutiebeleid en de sfeer die de buurt in de jaren tachtig kenmerkte. Het kunstwerk was eind 2009 al te zien in de National Gallery in Londen, en het Amsterdams Historisch Museum (AHM) heeft de immense installatie nu voor het eerst ook naar Nederland  gehaald. Het museum toont het werk in een tentoonstelling met beeldende kunst over het thema prostitutie, en plaatst dit tegen de achtergrond van het huidige prostitutiebeleid van de gemeente Amsterdam. In Nederland was autodidact Kienholz vooral bekend van de installatie The Beanery (1965) in de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam, het nagebouwde café waarbij de hoofden van de bargasten zijn vervangen door klokken. Net als in The Beanery heeft ook in The Hoerengracht de tijd duidelijk stilgestaan.

Monument

The Hoerengracht van Edward Kienholz, foto LA Louver

The Hoerengracht van Edward Kienholz, foto LA Louver

The Hoerengracht wordt wel een monument voor de Wallen van de jaren tachtig genoemd. De installatie is een verzameling peeskamertjes die op ware grootte zijn nagebouwd, van elkaar gescheiden door nauwe steegjes waar de bezoeker doorheen slentert terwijl hij bij de dames naar binnen gluurt. De kamertjes zijn tot in detail ingericht met snuisterijen, bloemetjesbehang en schemerlampjes, precies zoals ze er uitzagen tot eind jaren tachtig van de vorige eeuw, voordat de gemeente bepaalde dat de kamers om hygiënische redenen met afwasbare materialen dienden worden bekleed. De poppen die achter de ramen zitten zijn gemodelleerd naar de lichamen van vriendinnen van de kunstenaars en hun etalagepop-hoofden zijn verpakt in een glazen doosje met deksel dat afwisselend open of dicht staat. Alles is overdekt met een laag hars die langs de ramen, spiegels en over de gezichten van de hoeren druipt. Het geheel maakt een mysterieuze en enigszins lugubere indruk. Hier dwaal je als toeschouwer door een afgeschermde wereld waar geheimzinnige zaken plaatsvinden die je als buitenstaander nooit helemaal zult doorgronden.

Romantiek of maatschappijkritiek?

The Hoerengracht van Edward Kienholz, foto LA Louver

The Hoerengracht van Edward Kienholz, foto LA Louver

De glazen doosjes om de hoofden doen denken aan een soort etalage of de muur van de snackbar waar je een snelle hap uit haalt. Ze worden vaak uitgelegd als symbool voor de prostituee die haar gevoel afsluit om haar lichaam emotieloos te kunnen verkopen. Ook de druipende hars wordt vaak wat romantisch geïnterpreteerd als de tranen en het zweet van deze vrouwen. Maar hoewel Nancy daar zelf een wat een pragmatischer uitleg voor heeft – je kon de stof in de installatie beter beschilderen na een harsbehandeling, en zij gebruikten de hars vooral om al die verschillende onderdelen tot een geheel te smeden – en ook Ed ooit in een interview aangaf dat hij vooral de rode lichtinval en het contrast daarvan met de duisternis interessant vond om vast te leggen, kun je als bezoeker van de tentoonstelling toch niet om een kritische stellingname heen. Met The Hoerengracht tonen de Kienholzes een ideaalbeeld van prostitutie zonder criminaliteit, pooiers en drugs; er liggen wel echte herfstblaadjes in de goot maar geen heroïnespuiten. Ook de overige kunstwerken roepen vragen op over de werkelijke keuzevrijheid van de vrouwen en wat er eigenlijk romantisch is aan deze business. Terwijl de National Gallery The Hoerengracht vooral in een kunsthistorisch perspectief plaatste door het te exposeren als hedendaagse tegenhanger van de traditie van het naakt in de Nederlandse schilderkunst, benadrukt het AHM dan ook terecht veel meer de maatschappijkritische toon van het werk.

Zonder direct een uitspraak te willen doen over de pro’s en contra’s van prostitutie of het beleid van de gemeente, probeert het museum het onderwerp uit de negatieve sfeer te halen door kunstenaars er op te laten reflecteren. Dit is niet een tentoonstelling over kunstenaars die gefascineerd zijn door prostitutie, maar over de ‘working girls’ zelf. Daarbij is een zorgvuldige, maar helaas wel kleine selectie gemaakt van kunstwerken die spelen met voyeurisme, het bekijken en bekeken worden, identiteit en rollenspellen. Zoals de video van Marina Abramovic die voor enkele uren met een raamprostituee van plek ruilde, en een installatie van Marieken Verheyen waarbij de voorbijtrekkende stoet van mannen op de Wallen wordt gefilmd vanuit het perspectief van de prostituee. Of de fotoserie Philippe Vogelenzang en Majid Karrouch, waarbij vrouwen eerst in hun rol zijn geportretteerd in de peeskamer,  en vervolgens als zichzelf in een fotostudio. De blik en de positie van de toeschouwer verandert voortdurend en je mening over prostitutie wordt telkens beïnvloed.

Project 1012

The Hoerengracht van Edward Kienholz, foto LA Louver

The Hoerengracht van Edward Kienholz, foto LA Louver

Tegelijkertijd komt het ‘Project 1012’ ter sprake, onder welke titel de gemeente Amsterdam sinds 2007 de Wallen probeert te saneren en de prostitutie en criminaliteit terug wil dringen. Prostitutiepanden werden door gemeente en woningcorporaties opgekocht en tot er een nieuwe bestemming voor was gevonden werden in de kamers tijdelijk kunstenaars en ontwerpers gevestigd. Onder de titels ‘Red Light Art’, ‘Red Light Design’ en ‘Red Light Fashion’ kregen zij de opdracht om zichtbaar in de ramen van de voormalige bordelen met kunst te reflecteren op de buurt, in de hoop dat de omgeving daarmee een wat elegantere uitstraling kreeg. In de expositie in het AHM is werk te zien van enkele kunstenaars die hieraan meewerkten, zoals Laurence Aëgerter, Ted Noten en Bas Kosters. Er is een ruimte ingericht waarin reacties en protesten tegen het project te zien zijn, en Nancy Kienholz maakte een documentaire waarin zij met bestuurders, exploitanten, wijkagenten, kunstenaars en (voormalige) prostituees van gedachten wisselt over de impact van dergelijke acties. Ze was sinds 1990 niet meer in Amsterdam geweest, en uit haar commentaren blijkt duidelijk haar teleurstelling over het verdwijnen van de karakteristieke smoezeligheid van de buurt die zij zich herinnerde. Ook vraagt zij zich af of dit project daadwerkelijk gaat over het terugdringen van vrouwenhandel, of dat de zeer hoge prijzen van onroerend goed in het centrum van Amsterdam niet toch een grote rol spelen.

Je kunt je afvragen of beeldende kunst in een historisch museum op zijn plek is. Wordt de kunst zo niet te veel ondergeschikt aan het historische verhaal? Dient het kunstwerk niet beter enkel bekeken te worden binnen een artistieke context? Maar het AHM vraagt zich nu juist af of die artistieke context onze mening over prostitutie ook kan veranderen. En het spectaculaire The Hoerengracht is bij uitstek een kunstwerk dat discussie en vragen oproept over een maatschappelijke aangelegenheid die een lange geschiedenis in Amsterdam heeft. Het is geen puur esthetisch kunstwerk, maar dwingt de toeschouwer een positie in te nemen. The Hoerengracht mag dan nostalgische gevoelens oproepen over de vrijstaat die Amsterdam in de jaren tachtig zou zijn geweest, maar tegelijkertijd kan de bezoeker zich niet onttrekken aan de vraag of deze vrouwen hier werkelijk vrijwillig staan. En daar is niets esthetisch aan.