Kunst / Achtergrond
special: Amie Dicke

De ontlabeling van Amie Dicke

.

Corrected Corner, 2012, BIC pennen tussen glas

Corrected Corner, 2012, BIC pennen tussen glas

Amie’s atelier aan het Museumplein in Amsterdam lijkt een kleine replica van haar solotentoonstelling. BIC-pennen hangen in aaneengeregen slierten door de ruimte. Er hangen schetsen van de schuurwerken die in het GEM op groot formaat te zien zijn. Opgedroogd papier met uitgelopen kleuren siert de muren.

Amie werkt graag in gestructureerde chaos. Alles heeft een afgebakend kader, maar daarbinnen kan het alle kanten op. Dat geeft houvast en vrijheid. Zo kiest ze ook de objecten waarmee ze werkt, zoals de standaard kantoorpennen. Die BIC-pennen hebben een vast formaat, daar kun je niet aan morrelen, maar ze bieden alsnog vele mogelijkheden. ‘De menselijke maat bepaalt overal het kader omdat we dat onbewust allemaal prettig vinden. Dat is onze intuïtie. Instinct.’

The Ring and the Finger, 2012

The Ring and the Finger, 2012

In haar bewerkingen past Amie eigenlijk een soort censuur toe. Met haar wegvagen maakt de kunstenares ruimte om eigen gedachten of vragen toe te voegen. Ze pakt er een voorbeeld uit de tentoonstelling Nabeeld bij: The Ring and the Finger. ‘Nu het hoofd op de foto is weggevaagd, zie je ineens een vinger door de jas. En bij de vergroting zag ik pas de ring aan die ketting.’

‘Ik zoek naar een beeld dat er eigenlijk nog achter of onder ligt. Een meer directe reden om delen te verwijderen, is dat er een heleboel dingen zijn die me niet bevallen aan de beelden.’ Zijn het niet vooral de gezichten die je wegvaagt? ‘Dat is niet per se het geval, maar het gezicht is vaak wel afleidend. We zijn zo gewend om elkaar aan te kijken. We gaan ervan uit dat dát communicatie is, maar er gebeuren zoveel andere dingen.’

Zelfkritiek
Haar snijwerken vormden het begin van Amie Dicke’s carrière. Ze bewerkte foto’s van modellen op esthetische wijze tot er slechts dunne lijnen overbleven. Galeries in New York, Tokyo en Berlijn toonden haar werk. Toch wil ze er niet te veel meer over kwijt. Waarom heeft ze er dan toch voor gekozen om zo’n snijwerk terug te laten komen in haar tentoonstelling? ‘Ik ben er niet tegen, het zijn goede werken, maar een hoop andere dingen die ik doe hebben dezelfde fascinaties of frustraties in zich. Dit is slechts een element uit mijn oeuvre. Ik ben er al in 2005 mee gestopt.’

Isabeli, 2004

Isabeli, 2004

De bewerkingen worden vaak geïnterpreteerd als aanklacht tegen het mode- en schoonheidsbeeld. Die uitleg is volgens Amie echter te kort door de bocht. De beelden appelleren niet alleen aan de mode van nu, maar meer nog aan een oeroud instinctief idee van wat aantrekkelijk is. De wens om jezelf zo mooi en goed mogelijk te presenteren noemt ze een hele menselijke karaktereigenschap, die ze dan ook vooral bij zichzelf ter discussie wil stellen. ‘Mijn werk is in de eerste plaats zelfkritiek, geen maatschappijkritiek. Ík koop dat tijdschrift. Ík kijk ernaar. En waarom? Er zit iets in dat beeld dat mij aanspreekt. Net zozeer als het mij afstoot. Dat is het spanningsveld dat ik aftast. Letterlijk tasten en aantasten.’ Maar op een gegeven moment was het klaar. Toen stonden haar eigen snijwerken ineens in diezelfde tijdschriften en was de cirkel rond. ‘Een soort bevrijding.’

Beladen woorden
Haar inspiratie haalt Amie niet alleen uit de mode; ze vindt het ook op straat. Ze grist wat A4’tjes van de muur met foto’s van fietsbellen die vastzitten in het asfalt. ‘Dit soort vondsten heb ik altijd gedaan. Van kleins af aan. Daar waar ik ben, de letterlijke plek, is mijn inspiratie. Het werk dat daaruit voortkomt, fungeert als een dagboek voor mij.’ Ze weet bij elk werk waar en wanneer ze er de inspiratie voor opdeed en tot ontdekkingen kwam. Maar noem het geen nostalgie. ‘Een veel te zwaar woord.’ Net als melancholie, herinnering en geschiedenis trouwens, woorden die anderen vaak op haar werk plakken.

Dat anderen de neiging hebben die woorden erbij te halen kan ze wel verklaren. ‘Ik ben in mijn werk vaak op zoek naar een onderliggend beeld. Dus ik ben een stap terug aan het zetten of op zoek naar onderliggende patronen. Alle patronen waar ik op voortborduur, zijn bepaald door een ander, iemand die me voorging. Dat vind ik interessant, maar ben ik dan letterlijk met ‘de geschiedenis’ bezig? Nou goed, geschiedenis kan ik misschien nog wel handelen, maar melancholie en nostalgie zijn heel beladen woorden. Daar moet je mee oppassen.’

The Battle of Magenta, 2012

The Battle of Magenta, 2012

Zo gaat kunst dus
Te vaak wordt er gezocht naar de bedoeling, de context van Amie’s werk, terwijl het haar juist om het proces te doen is. Dat proces is voor haar ook een spannend experiment. Zoals in The Battle of Magenta, een grote, lage bak water waarin beelden uit haar eigen archief zich vermengen met archiefbeelden uit het museum. In die strijd van kleuren voert magenta de boventoon. ‘Ik heb gemerkt dat het weinig uitmaakt welke beelden ik gebruik. Het gaat om wat ze met elkaar aangaan, hoe ze samen een nieuw beeld creëren. Ik heb er geen controle over. De enige controle was wederom het kader dat ik had neergelegd.’

Bezoekers van Nabeeld krijgen bij binnenkomst een krantje met daarin een interview met de kunstenares. ‘Heel leuk en nuttig, maar in principe moet het zonder deze uitleg kunnen. Dat is hoe kunst gaat. Maar dan moet ik ook toelaten dat mensen het werk zelf interpreteren en dat ze labels aan het werk hangen als nostalgie, schoonheidsidealen en geschiedenis. Ik probeer die labels juist een beetje los te weken van mijn werk. Maar ik vind het ook heel prettig als iemand iets in mijn werk ontdekt dat ik zelf nog niet had gezien.’ Een rare paradox, beseft ze zich.

Via haar werk is Amie vooral op zoek naar het gesprek. Met het beeld, met haar collega’s en met het publiek. Ze wordt liever keihard afgerekend op haar kunst dan dat ze inhoudsloze recensies krijgt. Dat eerste biedt mogelijkheid tot een dialoog, een uitwisseling van standpunten. Bovendien maakt het haar duidelijk welke kant ze op wil. ‘Als ik het erg oneens ben op punten – wat best vaak zo is – is het heel prettig als ik denk: “Ik begrijp wat je zegt, maar zo moet het dus niet.”‘

Het is ook nooit goed
Of ze blij is met de solotentoonstelling? ‘Nee, blij ben ik nooit.’ Trots dan? Aarzelend: ‘Ik heb wel heel veel ontdekt. Dat ik een tijd geleden deze ruimtevullende installatie heb geschetst en dat het ook nog werkt.’ Toch willen we graag weten wanneer ze dan iets als een succes ervaart. ‘Nooit’, antwoordt Amie resoluut. ‘Er is nog nooit iets echt een succes geweest. Een dag voor de opening van mijn allereerste tentoonstelling was alles al verkocht. Ik kon het niet aan om naar het feestje te gaan. Ik wilde naar huis en was totaal ongelukkig. Het idee van succes is zo’n platitude. Als iedereen het een succes noemt, wordt er dus niet meer gekeken.’

Na een korte stilte: ‘De galeriewereld is ook wel een verhaal apart hoor. Verkoop en kunst gaan eigenlijk niet samen. Een prijskaartje aan kunst hangen blijft lastig. Al geeft het ook weer ruimte dat mijn werken verkocht worden. Alleen als het zoete broodjes worden, kun je je afvragen of je het recept niet moet aanpassen. Je kunt je zo door succes laten afleiden. Dat is wat ongelukkig maakt.’