Film / Reportage
special: IFFR 2016

IFFR 2016: wat waren de hoogtepunten?

Afwezige regisseurs, te veel voorpremières, te weinig verrassende primeurs: terechte klachten over het 45e IFFR. De volgende films hebben een lang traject op het internationale festivalcircuit op zitten en waren dit jaar hoogtepunten van het International Film Festival Rotterdam. Helaas zullen ze waarschijnlijk niet meer in Nederland te zien zijn.

Kaili Blues

Kaili Blues

Als je Kaili Blues (Lu bian ye can, 2015) googelt, wordt je direct voorzien van de plot: een man gaat in een subtropisch deel van China op zoek naar zijn neefje. Dat is inderdaad wat er gebeurt, maar het is tegelijkertijd het minst relevante en interessante in de film, die gaat over de werkingen van het verstand en het onderbewustzijn en zijn thema’s op een intelligente en overweldigende manier cinematografisch verwerkt. Wanneer heb je voor het laatst een technische tour de force gezien die werkelijk betekenis had voor de film? Als de hoofdpersoon in Kaili Blues zijn woonplaats verlaat op zoek naar zijn neefje, strandt hij na verloop van tijd in een dorpje, waar hij dingen meemaakt die het logische verloop van het verhaal verstoren. Zo vormt zich een soort droomwerkelijkheid die concurreert met de werkelijkheid die eerder werd getoond. Dit deel van de film is ogenschijnlijk opgenomen in één ononderbroken dynamische take van ongeveer drie kwartier. Dat is op zich al erg indrukwekkend voor een film die duidelijk voor weinig geld is gemaakt, maar de take is ook onlosmakelijk onderdeel van de structuur van de film. Wat volgens de logica van de film eigenlijk niet ‘echt’ kan zijn, wordt door de vorm geforceerd als werkelijkheid gepresenteerd. De film is overigens in zijn geheel prachtig gefilmd in een deel van China (de zuidwestelijke provincie Guizhou) dat zelden of nooit in films fungeert. Kaili Blues was daarmee een van de heel weinige films op het IFFR die je op meerdere manieren dingen laat zien die je nog niet eerder hebt gezien. Regisseur Bi Gan is nog maar halverwege de twintig en werkt in een klimaat waar de overheid op het moment onafhankelijk film maken actief ontmoedigt, wat zijn prestaties nog indrukwekkender maakt.

Alone

Alone

Ook dromerig, ook een mooi voorbeeld van creativiteit met weinig middelen, en bijna even origineel was het Koreaanse Alone (Hong-min Park, 2015). Die film lijkt aanvankelijk een voortdurende reeks slecht aflopende dromen waarin de hoofdpersoon verkeert. De locatie van een groot deel van de scènes is een halfvervallen complex van nauwe steegjes, huisjes en trappen dat tegen een steile heuvel is gebouwd—een claustrofobisch labyrint dat steeds meer overlapt met de geestestoestand van de dromer. De film begint razend spannend met een flagrant citaat uit Rear Window, maar neemt al gauw een beklemmende existentiële dimensie aan naarmate de betekenis van de nachtmerries duidelijk wordt.

Joko Anwars A Copy Of My Mind (2015) is een Indonesische variant op de Amerikaanse conspiracy thrillers uit de jaren 1970, maar dan een die geen enkele poging doet om de stijl en sfeer van Pakula’s en Pollacks werk te kopiëren en een opvallend originele draai aan het genre geeft. De hoofdpersonen zijn een schoonheidsspecialiste en de jongen die de clandestiene dvd’s die zij koopt van Indonesische ondertitels voorziet. Door eerst uitgebreid de tijd te nemen om de romance tussen het tweetal geloofwaardig en interessant te maken, wordt de film tergend spannend wanneer ze ongewild betrokken raken bij een corruptieschandaal. De politieke intrige is serieus (het schandaal is op feiten gebaseerd), maar de romantiek ook, iets waar weinig regisseurs voor zouden durven kiezen. Bovendien blijft dit de regisseur van Forbidden Door (Pintu terlarang, in 2009 in Rotterdam), dus zijn er ook vleugjes seksuele perversiteit, gitzwarte humor en sporadische doses gruwelijk geweld. Na de teleurstelling van Modus Anomali (2012) bevestigt deze film dat Joko Anwar een unieke regisseur en een wereldtalent is.

Three Stories of Love

Three Stories of Love

Ryosuke Hashiguchi’s Three Stories Of Love (Koibitotachi, 2015) vertelt drie zeer losjes verbonden verhalen over de liefde, met als hoofdpersonen een weduwnaar, een huisvrouw en een advocaat, maar doet dat op een manier die in niets lijkt op wat we gewend zijn van westerse mozaïekfilms. De film is namelijk volledig vrij van pretenties en vals sentiment, en heeft werkelijk iets te zeggen over de manier waarop mensen met problemen en verdriet omgaan. Bovendien is de toon even vaak komisch als treurig. De hoofdpersonen worden gespeeld door amateurs, die door Hashiguchi (sinds Hush! van 2001 uit het oog van de Nederlandse distributeurs verdwenen) van tevoren in een workshop werden gecoacht. Ze acteren uitmuntend en spelen alle drie in een emotionele climax geloofwaardiger dan menig professioneel zou kunnen. Als Three Stories Of Love in Frankrijk was gemaakt, zou het een filmhuishit worden. Het feit dat hij uit Japan komt, betekent dat hij überhaupt niet zal gaan draaien.