Film / Achtergrond
special: Een interview met Mark Verkerk

Meer dan informatieoverdracht

Verspreid over de tijd van een jaar verbleven regisseur Mark Verkerk en uitvoerend producent Pim van Collem in Thailand, in de Golden Horse Temple van de boeddhistische monnik en voormalig Thaibokser Phra Khru Bah, een bijzondere man met een bijzondere missie. Temidden van de door armoede en drugsverslaving geteisterde dorpen probeert hij ontaarde en zwakke jongens weer op de been te helpen; een moeizame en soms gevaarlijke taak. De net uitgekomen documentaire Buddha’s Lost Children van Mark Verkerk, die vóór deze film eigenlijk alleen televisiedocumentaires op zijn naam had staan, werd ook niet zonder slag of stoot gemaakt.

Het begon allemaal toen Pim van Collem, gewapend met een krantenknipsel uit het NRC Handelsblad bij Mark Verkerk en producent Ton Okkerse van EMS films kwam met de vraag of zij een film over de monnik zouden willen maken. Verkerk was sceptisch in het begin:
“Er was naar mijn mening te weinig informatie. Wie is het, waar is hij te vinden, is hij überhaupt benaderbaar? Pim is toch naar Thailand gegaan en een paar maanden later kwam hij terug met het bericht dat hij de monnik had gevonden en dat hij nog veel interessanter was dan hij dacht. Samen met Pim ben ik teruggegaan naar Thailand, in de eerste instantie met het idee om iets voor de televisie te maken, een soort portret. Maar na het tweede bezoek had ik het idee dat er meer in zat dan alleen een portret. Wat mij aantrok was de visuele kant en de wisselwerking tussen de monnik en de kinderen, en de non natuurlijk (die overigens niet in het artikel zat).”

Vertrouwen winnen

~

Om in beeld te brengen waar hij in geïnteresseerd was, moest Verkerk nauw samenwerken met de mensen, het was dus belangrijk dat de relatie met hen goed was:
“We hebben echt hun vertrouwen moeten winnen. Dat proces heeft erg lang geduurd, we waren daar zes, zeven maanden mee bezig, voordat we echt met camera’s konden komen. Ze hadden wel wat ervaring met de media, met journalisten uit Bangkok, of af en toe televisieploegen, maar dat zijn mensen die daar maar een paar uur zitten. Het idee dat we een deel van de gemeenschap wilden gaan worden en een jaar lang de verandering van de jongens wilden gaan vastleggen, dat was moeilijk uit te leggen. Je vraagt natuurlijk heel veel van die mensen; om zich zo te laten observeren. Het was dan ook steeds onduidelijk of het wel of niet door zou gaan.”

Het moeizame proces hield niet op bij de voorbereidingen, de mensen waren voortdurend bezig Verkerk en zijn cameraploeg te testen:
“Ze wilden weten of we echt serieus waren, ik denk dat zij hebben gedacht: laten we het een beetje aankijken, komen ze terug, willen ze het echt? We hadden het idee dat ze zich soms expres niet aan afspraken hielden. Zo zouden ze bijvoorbeeld het ene moment naar een dorp gaan en de volgende dag werd besloten om dat toch niet te doen, dan waren ze ineens allemaal ergens anders en zat je vijf dagen met je filmploeg helemaal niets te doen. Ons geduld werd vaak op de proef gesteld.”

Meer dan informatieoverdracht

~

Verkerk had bij het maken van deze film al snel een duidelijk doel voor ogen. Tijdens de voorbereidingen ontdekte hij dat de plek waar hij terecht was gekomen een bijzondere aantrekkingskracht had:
“De combinatie van het charisma van de monnik en de non, het gevoel van de gemeenschap en de locatie maakt een ontzettend grote indruk. Hoewel ik daar niet heenging met de spirituele interesses die Pim wel had, voelde ik toen ik er rondliep dat die hele plek een bepaalde kracht had. Ik wilde met de film die ervaring van de plek vangen. Maar dit is niet een film over het boeddhisme, ik hoopte dat mensen vanuit verschillende invalshoeken iets uit deze film zouden kunnen halen. Daarom was het belangrijk dat het niet een film werd die puur informatie verstrekte. Je kunt bijvoorbeeld ook een sociale analyse maken van de bergvolkeren, het armoede probleem en het drugsverleden, maar we hebben juist geprobeerd dat eruit te halen zodat de film meer een ervaring wordt dan een informatieoverdracht. Je probeert uiteindelijk naar iets universeler te komen dan alleen een verhaal.”

Een deel van de opbrengsten van deze film gaat naar de Golden Horse Temple, volgens Verkerk is dit niet meer dan logisch:
“Je vraagt veel van mensen, zelfs als het observerend is. Ik denk dat de enige gezonde manier om dat te doen, is als je ook iets teruggeeft. Deze gemeenschap leeft alleen van giften, er is geen vaste bron van inkomsten, dus het is logisch dat wij, als we daar maandenlang rondlopen, een bijdrage leveren.”

Ideologisch

~

Het is verbazingwekkend wat Phra Khru Bah bereikt met zo weinig middelen. Hoe kan het dat een simpele monnik in staat is om problemen van armoede en drugs op te lossen met een paar paarden en een paar novices? Een vraag die voor Verkerk in elk geval beantwoord is:
“Westerse ontwikkelingshulp pakt dit soort problemen aan op een economische manier; de mensen moeten stroom hebben, of schoon water. Phra Khru Bah’s grootste impact komt van het werk dat hij met kinderen doet. Hij geeft hen een basis om op een andere manier in het leven te staan. Dat vond ik ook het interessantste van alles, zijn totaal andere benadering van het probleem. Hij maakt de mensen daar heel zelfstandig, hij bereikt dingen die niet te bereiken zijn met een materialistische aanpak. De oude cultuur van de Thaise bergdorpen begint steeds meer weg te brokkelen, de mensen zijn hun identiteit aan het verliezen. De monnik vindt het belangrijk om die cultuur in stand te houden. Wat ik probeer te laten zien met deze film is dat zelfs met een kind van elf jaar de cultuur gevoed kan worden. Je ziet dat na korte tijd zo’n kind sterker wordt, dat deze aanpak werkt. Het is een mix van een fysieke aanpak, gecombineerd met mentale discipline vanuit de boeddhistische leer van meditatie. Dat is een sterke combinatie.”

Dat dit project meer is dan een film, is wel duidelijk. Naast de website (www.buddhaslostchildren.com), waar uitgebreid ingegaan wordt op alle aspecten van de documentaire, wordt ook een boek uitgebracht met daarin onder andere een kijkje achter de schermen en een dagboek van de dochter van Mark Verkerk, die haar vader vergezelde op één van de reizen naar Thailand en daar haar eigen filmproject begon. Al met al een ideologisch filmproject over een man die op een magische manier iedereen weet te raken.