Film / Achtergrond
special: Das Goebbels Experiment

Geen fel debat

Hitlers rechterhand en chef propaganda Goebbels komt in Das Goebbels Experiment over als de dirigent van een dovenorkest die de gebarentaal niet machtig is. Het is een bizarre gewaarwording deze man nu eens van achter de schermen te zien, zeker in de huidige tijd van gedifferentieerde informatie. Een verslag van een mediadebat naar aanleiding van een nieuwe documentaire over Joseph Goebbels.

Joseph Goebbels
Joseph Goebbels

De alledaags ogende, schriele, manke man die de nazimedia aanstuurde en distribueerde was niet alleen de spindoctor van een gewelddadig regime maar werd ook zijn hele leven geteisterd door innerlijke twijfels, wantrouwen, depressies en een gevoel van minderwaardigheid. Zijn innerlijke roerselen tekende hij op in dagboeken die in 1992 zijn teruggevonden in Rusland. De moeizame relatie die hij met zichzelf had staat in schril contrast met zijn zorgvuldig opgebouwde machtige positie in het nazirijk.

Lutz Hachmeister (regie en boek) en Michael Kloft (boek en research) hebben gekozen voor een bijzondere vorm voor hun documentaire: uit de dagboeken, die Joseph Goebbels van 1924 tot aan zijn dood in 1945 bijhield, worden steekwoorden en conclusies voorgelezen (door Udo Samel). Hierdoor krijgt Goebbels een stem.
We zien hoe Goebbels als een moderne mediatycoon vol overgave en noeste arbeid aan zijn imperium bouwt, dat het hele spectrum van de media (radio, film en theater) omvat, terwijl hij daarnaast aan de politiek, zijn leider, zichzelf en vooral de moraal van anderen twijfelt. Hij blijkt overgevoelig voor hiërarchie, is intolerant, gewetenloos en een zielige zeurkous die hunkert naar erkenning. Zo ontstaat er een ander beeld van Goebbels maar ook een andere kijk op het beeldmateriaal dat is samengesteld uit archiefjournaals, propagandafilms en speeches van Hitler en Goebbels zelf.

Ambivalentie

Bokser Max Schmeling
Bokser Max Schmeling

De propagandafilms laten Goebbels’ adoratie voor de Führer zien. Goebbels zet daarin de zaken naar zijn hand met zijn stilistisch sterke en extatische commentaar. Maar uit zijn dagboeken spreekt een veel dubbelzinnigere man. Leni Riefenstahl, die in 1938 haar Olympia draait noemt hij een chaotisch, hysterisch en irritant mens, terwijl hij in het volgende archieffragment haar ijskoud en vol lof een prijs geeft. Ook uit de houding in zijn privéleven blijkt zijn ambivalentie. Na zijn huwelijk verdwijnen weliswaar zijn diepste depressies, maar zijn kinderen noemt hij ‘orgelpijpjes’ en over zijn vrouw zegt hij: “Eerst komt het rijk en dan Magda”.
In een van de schaarse huiselijke beelden is hij laaiend over een bokspartij van Max Schmeling. De Duitse bokslegende, die geen lid wil worden van de partij en een Joodse vriend helpt, verdwijnt daarna geruisloos in een zelfmoordcommando (maar overleeft Goebbels, tot 2005, als hij 99 jaar oud in Hamburg sterft).

Debat

~

Met hun keuze voor deze persoonlijke vorm van dramatisering van de gevaarlijke demagoog hebben Hachmeister en Kloft een risico genomen. Critici waarschuwen dat Goebbels op zijn eigen woorden zou kunnen worden geloofd en net als Hitler in Der Untergang teveel ‘vermenselijkt’ wordt.
In het debat achteraf werd gepraat over de vragen die de documentaire oproept. Otto Scholten merkte op dat de documentaire vooral de totale waanzin, die vanaf de jaren twintig tot 1945 is opgebouwd, goed weergeeft. Kees Brants wees op het effect van de gekozen vorm, die maakt dat je als kijker voortdurend de werkelijkheid van toen en de verbeelding van de werkelijkheid door elkaar heen ziet lopen. Doordat het propagandamateriaal echter in een aankondiging benoemd wordt, wordt de twijfel over het waarheidsgehalte van sommige fragmenten weggenomen. Bovendien staat het propagandamateriaal in een groot contrast met het banale alledaagse. Raymond van den Boogaard karakteriseerde Goebbels als een lucide organisator en regisseur, een propagandist die heilig in zijn eigen demagogie geloofd. Ton Zwaan was vooral getroffen door Goebbels’ essentiële mensopvatting, die alleen ’totaal cynisme’ en haat uitdraagt. De angst van de critici voor een al te menselijk beeld van Goebbels is dan ook niet terecht.

Het is Goebbels zelf die in zijn dagboeken zichzelf en het derde rijk onderuit haalt. De film toont Goebbels bovenal als mislukte man, die niet ’totaal in beeld’ komt, maar dat toch stiekem ambieert. Zijn propagandamachine in een destructieve economie vol realpolitik, antipapisme en demonisering van de joden en andere groepen is dan ook het vehikel van zijn persoonlijke ambities, die net zo expansief tot wereldniveau reiken als de ambities van Hitler zelf. Aan het eind heeft hij zelfs even de waan Hitler op te volgen. Maar in 1945, acht dagen voor de capitulatie, vergiftigen hij en Magda hun zes kinderen en schieten ze elkaar daarna dood. Uiteindelijk is hij ten onder gegaan aan de vernietigingseconomie die hij hielp opbouwen.

Spindoctors

~

In de loop van het debat spitst de discussie zich toe op de hedendaagse media. Hoe makkelijk laat de media zich tegenwoordig regisseren? De deskundigen wijzen vooral op het verschil in beinvloeding van de media in verschillende landen. De Verenigde Staten steekt het meeste geld in subsidiëring en promotie van oorlogsfilms en in spindoctors, die even hard met de waarheid sjoemelen en proberen associaties op te roepen: de mogelijke ‘glorieuze verfilming van Saving Private Lynch‘ wordt genoemd (Lynch is de soldate die met veel bombarie zogenaamd uit Irakees krijgsgevangenschap werd bevrijd). Allen zijn het eens dat we gelukkig mogen zijn met onze vrijheid van meningsuiting, hoewel er ook kritiek wordt gegeven op de media. Een fenomeen als Pim Fortuyn kon, ondanks zijn gebrek aan middelen of een apparaat, vooral zijn zegje doen omdat de ‘camera hem liefhad’; het lemmingengedrag van de Nederlandse pers heeft hem populair gemaakt. Er wordt ook gewezen op de bij voorbaat al historische missie naar Uruzgan, waar de persplannen nu al voor klaar liggen; de mogelijke slachtoffers die gaan vallen zijn al besproken. De berichtgeving daarover moeten we nog afwachten, maar dat je ook in de huidige tijd bedacht moet zijn op het waarheidsgehalte of de bron van een verhaal moge duidelijk zijn.

Het deskundigenpanel:
• Kees Brants
, gespecialiseerd in de actualiteit en de geschiedenis van verkiezingspropaganda, nieuwsmanagement en spin doctoring, politieke framing en de moeizame relatie tussen beeld en werkelijkheid in oorlogstijd;
• Otto Scholten, heeft voor het NIOD onderzoek gedaan naar de berichtgeving over Srebrenica in vier landelijke dagbladen;
• Ton Zwaan, trad in januari 2004 als getuige-deskundige inzake genocide op voor het Joegoslaviëtribunaal in de zaak Milosevic;
• Raymond van den Boogaard, discussieleider, versloeg van 1991 tot 1994 de oorlog in voormalig Joegoslavië.

Das Goebbels Experiment draait sinds 9 februari in 21 zalen.