Film / Achtergrond
special:

Filmfestival Gent 2002

Een weekje Filmfestival Gent betekent veel motregen, snelle happen en gemiddeld vijf films per dag kijken. Editie 2002 was nog beter georganiseerd dan het jaar daarvoor, met gratis openbaar vervoer voor iedereen met een festivalkaartje en een uitgekiend programma dat je elke dag liet kiezen uit publiekstrekkers als Goldmember of Red Dragon, obscure films uit alle delen van de wereld en oude klassiekers.
Hieronder mijn gevolgde route door het programma, plus aantekeningen en een handig cijfersysteem.

~

Spirited Away (Sen to Chihiro no kamikakushi)
(Hayao Miyazaki, 2001)
Bij lange na niet het meesterwerk dat de rest van de wereld je wil doen geloven, dit quasi-mystieke staaltje psychedelica uit Japan. Miyazaki´s zoveelste stream-of-consciousnesssprookje bevat deze keer rivier- en stinkgoden, pratende varkens en kikkers, reuzenbaby´s, heksen en – hou je vast – piepende roetdeeltjes met grote ogen.
Heb je genoeg van de vervelende bijwerkingen van je favoriete drug, dan is Spirited Away een veel gezonder en goedkoper alternatief. 6.6

Focus
(Neal Slavin, 2001)
Deze competitiefilm laat op een gemoedelijke manier zien hoe in de Tweede Wereldoorlog Joden ook in de Verenigde Staten werden gedemo- en -discrimineerd, iets wat niet veel mensen zullen weten.
Hoofdrolspeler William H. Macy speelt zoals gewoonlijk een naieveling die liever vanaf de zijkant toekijkt dan zelf actie onderneemt. Hij is de hardwerkende Lawrence Newman die van zijn baas iets aan zijn slechte ogen moet doen en na de aanschaf van een nieuwe bril wordt aangezien voor Jood en te maken krijgt met steeds verdergaand antisemitisme. Barokke rocker Meat Loaf laat na Fight Club nogmaals zien dat hij voortaan beter uit de geluidsstudio kan blijven en vaker moet gaan acteren, want zijn rol als racistische buurman verdient een prijs. 7.3

~

Amadeus: The Director’s Cut
(Milos Forman, 1984/2002)
Zelfs met twintig minuten extra materiaal vliegt Formans muzikale monument nog steeds over het scherm als een postkoets op topsnelheid. De toegevoegde scènes gaan moeiteloos samen met de reeds bestaande, alhoewel het alweer een tijd geleden is dat ik het origineel zag. Het is sowieso al een belevenis om dit meesterwerk op een groot scherm te zien. 8.5

Tom & Thomas
(Esmé Lammers, 2002)
Alsof wij ons nog moeten bewijzen als het gaat om het maken van kinderfilms! Lammers’ tweede film (na Lang Leve de Koningin) is Engelstalig en zit zo vol elementen die met name jonge jongens aan moeten spreken dat het script wel geschreven lijkt aan de hand van een boodschappenlijstje: neem een imaginair vriendje, ruimtevaart, achtervolgingen, een leuk meisje, vliegtuigen, ontvoeringen en SWAT-teams met echte schietgeweren en er rolt vanzelf een leuke film uit.
Gek genoeg is het Lammers nog gelukt ook, met steun van producenten Laurens Geels en Dick Maas, die de actiescènes voor zijn rekening nam. Hoofdrolspeler Sean Bean accepteerde de rol zonder veel problemen, zo vertelde Lammers voor de voorstelling, omdat hij wel eens een good guy wilde spelen. 7.1

Bowling For Columbine
(Michael Moore, 2002)

~

Op de manier die we inmiddels van hem gewend zijn, voelt Moore ongeveer iedereen aan de tand die iets te maken heeft met het wapenprobleem in Amerika. (Of, zoals Chris Rock in de film zegt, geen wapen-, maar een kogelprobleem.) Moore komt met oplossingen en verklaringen, boekt successen en wordt afgebekt. Dit resulteert in 120 fascinerende en bij tijden verbijsterende minuten die je op zijn minst de ogen doen openen over het monster dat de Verenigde Staten geworden is na 250 jaar. 8.6

Bungalow
(Ulrich Köhler, 2002)
Een typische festivalfilm: een paar personages, weinig dialogen en een verhaaltje van niks. Deze Duitse film gaat over een slackende deserteur (of deserterende slacker) die verliefd wordt op de vriendin van zijn broer. Aardig zolang het duurt, maar daarna meteen vergeten. 6.0

The Invisible (Den Osynlige)
(Joel Bergvall & Simon Sandquist, 2002)
Wij mogen dan goed zijn in het maken van kinderfilms, laat het segment 15-25 jaar maar over aan de Zweden. Fucking Åmål meets The Sixth Sense in dit zeer onderhoudende minimeesterwerk. Een jongen is na een fikse aframmeling opeens niet meer zo populair. Sterker nog: niemand merkt hem meer op. Sommige personages neigen naar stereotypen, maar het perfecte einde en de subtiele “onzichtbaarheids”-effecten maken veel goed. Laat dit maar eens zien aan de makers van Volle Maan7.9

~

Bloody Sunday
(Paul Greengrass, 2002)
Gefilmd als een TV-reportage bevinden we ons bijna twee uur lang in het Ierland van 1972, om precies te zijn 30 januari 1972, de dag van de beruchte rellen uit de titel. Op hyperrealistische wijze zien we hoe de Ierse burgers in de val worden gelokt door het schietgrage Britse leger en even later genadeloos worden afgeslacht. Een monument voor het Ierse volk. 8.3

Warnung vor einer heiligen Nutte
(Rainer Werner Fassbinder, 1971)
Een onbeschrijflijk slechte film, alleen gemaakt voor de ego’s van de makers – en zelfs die lijken er geen lol aan beleefd te hebben. De film bevat niet één memorabel beeld, scène of personage en het “verhaal” van moeilijkheden op de set bij het maken van een film is al vaker verteld – en veel beter. Als dit prul representatief is voor de rest van Fassbinders oeuvre, heb ik het wel gezien. 1.0

~

Lost in La Mancha
(2002, Keith Fulton & Louis Pepe)
Gemaakt door dezelfde mensen die ook verantwoordelijk waren voor de briljante documentaire The Hamster Factor over het maken van Terry Gilliams Twelve Monkeys, en dit keer volgen ze de regisseur op de lijdensweg die het maken van zijn nieuwste film, The Man Who Killed Don Quichote, uiteindelijk bleek te zijn. Ik kon vanwege verplichtingen elders alleen het laatste halfuur zien, dus ik kon de hele productie nog net uiteen zien vallen. Wanneer ziet Hollywood nu eens in dat ze Gilliam gewoon een bak geld moeten geven zodat hij kan doen wat hij zelf wil? 8.0

Russian Ark (Russkij kovcheg)
(Aleksandr Sokurov, 2002)
In feite een hele dure reclamefilm voor de Hermitage, het wereldberoemde museum in St. Petersburg. De verdient meer aandacht voor de gebruikte techniek dan voor de inhoud, want hij werd niet alleen gedraaid op het nieuwe HD-videoformaat, maar ook nog eens in één lang, ononderbroken shot van meer dan anderhalf uur. Het “verhaal” heeft weinig om het lijf, want we volgen een “mysterieuze” vreemdeling die door de zalen van het museum, langs verschillende tableaus uit de geschiedenis van het gebouw. Meer dan 800 figuranten waren nodig voor de verschillende massascènes en we zien beroemde figuren als Catharina en Peter de Grote, Anastasia en tsaar Nicolaas voorbijkomen. Helaas is Rasputin nergens te zien. 6.7

The Tracker
(Rolf de Heer, 2002)
Een film zo kalm en indrukwekkend als het Australische landschap waarin hij zich afspeelt. Drie blanke mannen en een Aboriginal tracker (spoorzoeker) zijn op zoek naar een zwarte man die van moord wordt verdacht. Door de moeilijke en gevaarlijke tocht lopen niet alleen de spanningen binnen de groep snel op, maar ontstaat er gaandeweg ook begrip voor de oorspronkelijke Australische bevolking en haar gewoonten. Een prachtige film doospekt met liedjes waarvoor regisseur De Heer zelf de teksten schreef. Eén van de hoogtepunten van het festival. 8.7

~

Red Dragon
(Brett Ratner, 2002)
Een degelijke introductie van de Hannibal-Lectersaga. Niet zo spannend als Silence en niet zo stijlvol als Hannibal, wel een getrouwe maar weinig opzienbarende verfilming van Harris’ boek. Anthony Hopkins zet zijn spel zo dik aan dat het wel een parodie lijkt en Edward Norton stelt teleur omdat hij zo weinig omhanden heeft. De twee rollen die wel overeind blijven, zijn die van creepy killer Ralph Fiennes en zijn blinde liefje Emily Watson. 7.1

Ja zuster, nee zuster
(Pieter Kramer, 2002)
Pieter Kramers campy update van de inmiddels legendarische tv-serie hangt tussen parodie en hommage in. De film zelf heeft weinig om het lijf, maar het is duidelijk te zien hoeveel plezier iedereen heeft gehad bij het maken ervan. Dit is ook goed te zien aan de aankleding: overal liggen en staan spullen uit de late jaren 60: tijdschriften, blikjes en sigaretten, terwijl de sfeer duidelijk op de jaren 50 is gebaseerd.
Loes Luca en Paul de Leeuw zijn de overduidelijke sterren: ze hebben de beste teksten en overacteren er op los. Eén rol had beter wat ingeperkt kunnen worden, want de stem van Buurman Boordevol (Paul R. Kooij) gaat al na de eerste scènes op de zenuwen werken. 7.2

Weekend Plot (Mi yu shi ki xiao shi)
(Ming Zhang, 2001)
Een volstrekt overbodige film over een stel vrienden dat een weekendje doorbrengt in een huisje aan een rivieroever ergens op het Chinese platteland. Er is sprake van een verloren liefde en er wordt geheimzinnig en moeilijk gedaan over een “mysterieus” briefje dat uiteindelijk nergens op slaat. Geen slechte film, gewoon een nutteloze. 5.7

~

Insomnia
(Christopher Nolan, 2002)
Nolans Hollywooddebuut na Following en – natuurlijk – Memento is een strakke politiethriller met Al Pacino in de rol van agent die het moeilijk krijgt als hij per ongeluk zijn partner doodschiet en Robin Williams als – verrassing! – een sluwe moordenaar die de touwtjes in handen heeft. De stijlvolle film is het sterkst aan het begin, als de personages nog fris en de mogelijkheden nog open zijn. Insomnia is nergens zo origineel als Memento, maar Nolan weet zelfs tijdens de standaardontknoping clichés te vermijden. 7.7

24 Hour Party People
(Michael Winterbottom, 2002)
Wat mij betreft de grote hit van Gent 2002. Regisseur Michael Winterbottom heeft met deze hypnotiserende duik in de muziekgeschiedenis een postmodern meesterwerk gemaakt: zo blikken de hoofdpersonen niet alleen geregeld terug, maar ook vooruit in het verhaal. Ook wordt er commentaar op de film zelf geleverd: thema’s worden uitgelegd en één keer wordt er zelfs naar een verwijderde scène verwezen die “vast wel op de DVD te vinden zal zijn”.
Aan de hand van journalist/platenbaas Tony Wilson uit Manchester wordt het verhaal van het fameuze Factory-label en de bands die er het meest verwant mee waren verteld: Joy Division, New Order en The Happy Mondays. Zo wordt in één klap de opkomst van één genre gevolgd (punk) en de opkomst van een andere (dance). 8.8

Stones (Piedras)
(Ramón Salazar, 2002)
Winnaar van de publieksprijs op het festival, dit warme portret van een aantal Spaanse vrouwen. Alle geijkte probleemgevallen komen voorbij (drugs, prostitutie, overspel en zelfs kleptomanie), maar dankzij de lichtvoetige toon vervalt de film nergens in clichés. Een speciale rol is er voor voeten en schoenen: elke hoofdpersoon wordt aan het begin geïntroduceerd met de schoenen die zij draagt en bijna iedereen in de film heeft iets te maken met voeten, of het nu de verkoopster in de schoenenwinkel is of de podoloog. 7.9

Hotel
(Mike Figgis, 2001)
Een unieke film, die op een fantastische manier de mogelijkheden van digitale cinema aftast.
Een kleine crew werkt in Venetië aan de verfilming van een oud toneelstuk en Hotel vermengt scènes uit die film met de vreemde gebeurtenissen op de set en in het hotel waar iedereen logeert.
Hotel bevat tenminste twee sequenties die ik mijn leven lang niet zal vergeten vanwege hun intensiteit en je zult niet geloven hoe mooi mini-DV kan zijn als je deze film niet hebt gezien. 8.9

Daughter From Yan’an (Enan no musume)
(Kaoru Ikeya, 2001)
De Japanse Kaoru Ikeya spendeerde drie jaar aan deze indringende Spoorloos-aflevering.
Aan de hand van de zoektocht van de volwassen He Haixia naar haar biologische ouders schetst Kaoru de geschiedenis van het moderne China, waar Mao Zedong met zijn Culturele Revolutie miljoenen jonge levens vernietigde door ze uit te zenden naar arme plattelandsgebieden. Mooi, maar aan de lange kant. 7.4

~

Divine Secrets of the Ya-Ya Sisterhood
(Callie Khouri, 2002)
Deze film bevat alle ingrediënten voor een verschrikkelijk zoetsappig en melodramatisch avondje, maar gek genoeg heb ik me prima vermaakt bij dit verhaal over een jonge vrouw (Sandra Bullock) die door de vriendinnen van haar moeder (Ellen Burstyn) aan de hand van een oud plakboek en talloze flashbacks te zien en te horen krijgt waarom haar moeder toch zo’n kreng is.
Het regiedebuut van Khouri (die ook het scenario schreef van Thelma & Louise, nog zo’n sterke-vrouwenfilm) valt op door de indrukwekkende rolbezetting, want naast Bullock (die voor het eerst in jaren weer eens heel behoorlijk speelt) en Burstyn vallen ook Ashley Judd, James Garner en vooral Maggie Smith op, de laatste door haar zwaar aangezette Amerikaanse (!) accent en haar cynische dialogen. 7.2

The Four Feathers
(Shekhar Kapur, 2002)
De grootste vraag die na het zien van dit historische avontuur bij me opkwam, was: wie zit tegenwoordig nog op zo’n film te wachten? Kapur bewees met zijn vorige film, Elizabeth dat hij wel degelijk een relevante historische film kan maken, maar met The Four Feathers slaat hij de plank volledig mis. 6.2