Film / Achtergrond
special: Deel 4

IFFR 2007

~

Vandaag in ons uitgebreide verslag een recensie van Christopher Nolans afsluitingsfilm, en van onder andere de meest interessante Taiwanese, Japanse en Europese films. Er volgt nog een uitgebreid overzicht van de kunstenaarsfilms en de Aziatische selectie, een kort interview, en nog een aantal recensies.

Overzicht verslag IFFR 2007

6 februari

Bizarre reconstructies
Playing the Victim (Izobrajaya zhertvu) – Sturm und Drang
Kirill Serebrennikov • Rusland, 2006

 

Playing the Victim begint sterk. Valja speelt op aanwijzingen van een misdadiger het slachtoffer in de reconstructie van het misdrijf, waarbij de misdadiger een vrouw in stukken door een chemisch toilet wilde spoelen. De reconstructie in het chemische toilet wordt amateuristisch gefilmd door een agente die meer oog heeft voor de miauwende poes, de ruziënde mannen en haar mobieltje, dan voor de belangrijke details van deze misdaad.

~

Playing the Victim is een bizarre film, waarbij Valja het ene slachtoffer na het andere speelt in de meest absurde misdaden die echter nauwgezet gereconstrueerd worden door de rechercheur. Niet alleen in zijn werk speelt Valja het slachtoffer, ook in zijn dagelijkse leven vindt hij zichzelf vrij zielig. Zijn vader is net overleden, zijn moeder wil nu al samenwonen met zijn oom en zijn vriendin zit te zeuren. Als een soort moderne Hamlet (de film zit boordevol verwijzingen naar het toneelstuk van Shakespeare) wreekt hij zijn vaders dood en dan zijn de rollen ineens omgedraaid.

Hoewel de film goed gefilmd en geregisseerd is, worden sommige scènes iets te veel uitgemolken en te veel herhaald, waardoor je aandacht halverwege de film iets verslapt. Toch maakt het einde weer veel goed. Deze film is zeker de moeite waard als je houdt van een absurdistische film waarbij een vleugje slapstick en een grote portie zwarte humor niet geschuwd worden. (Jacqueline van Ouwerkerk)

 

5 februari

Meesterlijke trucjes
The Prestige – Afsluitingsfilm
Christopher Nolan • VS, 2006

 

Een goede goocheltruc is niets zonder een spectaculair einde. Voor een filmfestival geldt hetzelfde. Het is daarom niet vreemd dat het IFFR dit jaar afsluit met de meesterlijke film The Prestige van Christopher Nolan. De film, die zich afspeelt tijdens de industriële revolutie, draait om twee goochelaars die van goede vrienden, bittere vijanden worden en er alles aan doen om elkaar dwars te zitten. De entertainers worden gespeeld door Christian Bale (die al eerder samenwerkte met Nolan in Batman Begins) en Hugh Jackman. Beide heren zetten een glansrol neer, en gelukkig krijgen ze van Nolan, die ook verantwoordelijk is voor het script, genoeg ruimte om hun karakters te ontwikkelen. Het publiek zal er nog moeite mee hebben een kant te kiezen.

~

Net als in Memento kiest Nolan er weer voor om het verhaal niet geheel chronologisch te vertellen, maar een goede illusionist laat ook niet meteen al zijn geheimen zien. Zowel de karakters als de filmmakers halen constant trucs met elkaar uit. The Prestige is een genot om naar te kijken, dankzij de perfecte cast (met bijzonder goede bijrollen van onder meer David Bowie en Michael Caine) en het verbluffende verhaal. (Nora Sinnema)

 

Persoonlijk debuut
La fine del mare – Tiger Awards competitie
Nora Hoppe • Duitsland/Frankrijk/Italie, 2007

De eerste lange speelfilm van Nora Hoppe (VS) is een prachtig gestileerd drama aan zee. De sigarettensmokkelaar Todor vaart dagelijks uit om op zee zijn waar in kleine pakjes in ontvangst te nemen. Als hij gevraagd wordt een grotere vracht mee te nemen, stemt hij met tegenzin in, bang als hij is zich hiermee in de nesten te werken. In de kist zit een verwarde, gedrogeerde vrouw, die Todor naar zijn huis sleept.

~

Vanaf dat moment is hij gedwongen de mensensmokkelaars van de vrouw om de tuin te leiden. De vrouw die in zijn sobere huis herstelt doet zijn verleden herleven. Langzaam ontstaat er een door angst, verdriet en dood ingegeven vertrouwensband tussen de zwijgzame smokkelaar en de wanhopige jonge vrouw.

De nevel en de blauwgrijze vormgeving van La fine del mare is indrukwekkend. De cinematografie is bijna een personage, even mistroostig als de figuranten die Todor terloops ontmoet in het café en aan de kade. Iedereen lijkt blind, behalve zijn beste vriend. Het drama schreeuwt om actie, maar Hoppe heeft ervoor gekozen de kijker dat te onthouden. Ze fixeert het drama op het tweetal in de armzalige woning. De radio, de broodtrommel met geld, het vissersmes waarmee gesneden wordt; de sobere aankleding en cast doen denken aan Italiaanse films uit de jaren zestig. Ook de dialogen zijn aanvankelijk sober. Maar naarmate de film vordert lijkt Hoppe steeds meer aangestoken door het virus teveel te willen vertellen. Hierdoor worden de karakters overstemd, en komen de twee hoofdpersonen gekunsteld en theatraal over. Later in de film hervindt Hoppe weer de balans tussen de visuele perfectie en het verhaal. Zo heeft Hoppe met La fine del mare een mooie, eigenzinnige eerste speelfilm gemaakt en heeft ze daarbij een zeer persoonlijke stijl gevonden. (Antoinette van Oort)

 

Het schemergebied tussen lust en rust
I Don’t Want to Sleep Alone (Hei yan quan) – King & Aces
Ming-Liang Tsai • Taiwan/Frankrijk/Oostenrijk, 2006

De dolende mens in de metropool en het verlangen naar een liefde die drijvend is. De drie hoofdpersonen in de film van regisseur Ming-Liang Tsai zijn allen figuranten op zoek naar deze vloeibaarheid. Hsiao Kang (Kang-Sheng Lee) wordt dakloos en gemolesteerd langs de snelweg gevonden door een groepje immigranten uit Bangladesh en meegesleept op een armzalig matras. Een van hen, Rawang (Norman Atun), verzorgt hem vol liefde en hoop. Eenmaal opgeknapt hangt Hsiao doelloos rond in de buurt en wordt hij opgemerkt door Chyi (Shiang-Chyi Chen), die als slavin werkt in een koffiebar en daarnaast de verlamde zoon van de bazige ‘lady-boss’ verzorgt. Een armoedig leven zonder privacy of een andere keus. Chyi, Rawang en Hsiao maken alle drie deel uit van een Maleisische economische onderkaste die voor een kom rijst, de luxe van een matras en een gammel dak boven het hoofd Kuala Lumpur levend houdt.

~

Tsai observeert dat poëtisch, maar ook realistisch. De Aziatische levensstijl snuif je als kijker het liefst kritiekloos naar binnen, maar dat lukt bij Tsai niet. Je wordt meegesleept in het leven van de drie hoofdpersonen. Het leven op straat is niet de maat die Tsai daarbij hanteert, zijn aanklacht is abstract. Het ligt vormeloos en verlamd in een bed en drijft alle verlangens naar het betonnen karkas van een verlaten wolkenkrabber aan de rand van de stad. Het postmoderne theater straalt zelfs in het tropische klimaat een koele vergankelijkheid uit.

I Don’t Want to Sleep Alone is Tsai’s eerste film gedraaid in zijn thuisland Maleisië. Zijn belangrijkste inspiratiebronnen voor het script bij deze film zijn, naast de Petronas twin towers, de opera Die Zauberflöte van Mozart en een gedicht van de Chinees Bei Dao (1949). Mozarts klanken kleuren het onbewegelijke lichaam in het stalen bed, dat in een wrede scène zelfs zelfbevlekking toegediend krijgt. Een keerpunt in de film, waarna de regisseur het schemergebied tussen lust en rust subtiel uitwerkt. Rusteloos fladdert Hsiao als een vlinder in de nacht. Rawang, Chyi en zelfs haar bazin zijn tot hem aangetrokken maar Hsiao lijkt ongrijpbaar behalve voor het vergane matras. Als de moesson vergezeld van een intense smog over de stad valt is er slechts een plaats waar het drietal heen kan gaan. (Antoinette van Oort)

 

4 februari

Klimaatcrisis in genrefilm
The Last Winter – Rotterdämmerung
Larry Fessenden • VS/IJsland, 2006

 

~Regisseur Fessenden levert met The Last Winter een minder eigenzinnige film dan Wendigo, zijn IFFR-selectie van vijf jaar geleden. In deze nieuwe variant op The Thing is een groep onderzoekers in een uithoek van Alaska gestationeerd, waar zich mysterieuze dingen voordoen; al gauw laten ze een voor een het leven, en stevent de film af op een idiote ontknoping met ongepast CGI-werk. Uitstekende beelden van het noordpoolgebied, een prima sfeer, en bovendien een aardige poging tot commentaar op de vermeende huidige klimaatcrisis ten spijt- The Last Winter wordt nooit meer dan een matige genrefilm. (Paul Caspers)


Triomf voor Japanse animatie
Paprika – Kings & Aces
Satoshi Kon • Japan, 2006

Drie animatiefilms vielen dit jaar op: het Deense Princess (zie deel 2), het Zuid-Koreaanse Aachi & Ssipak, en de beste, het Japanse Paprika. In Zuid-Korea wordt nauwelijks animatie gemaakt, en Aachi & Ssipak betekent op dit gebied geen vooruitgang. Het is een dure, schreeuwerige science fiction-film over een toekomst waar alles om ontlasting draait, een een leger luiermannetjes oorlog voert om verslavende lolly’s. Dit is net zo kinderachtig en hysterisch verbeeld als het klinkt, en vermoeit al gauw. De openingsscène is een slechte kopie van die van de animeklassieker Akira, en herinnert alleen maar aan de nog altijd zelden evenaarde kwaliteit daarvan. Ook het Deense Princess, een wraakvertelling over de pornoindustrie, teert met zijn felle decors en vaak net zo puberale geweld ook voor een deel op Japanse voorbeelden.

~

Voor de echt bijzondere exponenten van de kunst van filmanimatie moet je, zo blijkt, toch nog steeds in Japan zelf zijn. Satoshi Kon benut met zijn Paprika namelijk het medium tot het uiterste, om een wervelende toekomstwereld uit te beelden waarin illusie, droom en werkelijkheid in toenemende mate in elkaar overlopen – op onophoudelijk duizelingwekkende wijze.

Deze combinatie van klassieke detectivethriller en science fiction is diepzinnig maar niet pretentieus, technisch ongeëvenaard en op alle fronten overweldigend. En, bovendien, terloops een speelse hommage aan de cinema zelf. (Paul Caspers)


Authentiek, maar niet geslaagd
The Journals of Knud Rasmussen – Time & Tide
Zacharias Kunuk & Norman Cohn • Canada/Denemarken, 2006

~

De nieuwste film van de makers van Atanarjuat, the Fast Runner (populair op het IFFR van 2002) toont opnieuw op bewonderenswaardig authentieke wijze allerlei Inuitgebruiken, maar de context is nu concreter. De film speelt in 1922, toen een expeditie onder leiding van de Deense ontdekkingsreiziger uit de titel door het Noordpoolgebied trok en ervaringen optekende. Voor het eerst wordt nu het perspectief van de inboorlingen getoond, maar vreemd genoeg doen Kunuk en cameraman Cohn niets interessants met dit gegeven. Ze kiezen ervoor in een vaak schijnbaar willekeurige verzameling scènes de Inuit aan het woord te laten, die ellenlange verhalen vertellen over hun geloof en gebruiken.

Dat het aan een helder narratief ontbreekt is niet zo’n probleem, want een aantal schitterende natuuropnames en het lome tempo waarin de Inuit hun verhaal doen, fascineren in hun authenticiteit. Maar een algeheel gebrek aan regisseursfocus en het feit dat de Denen een nauwelijks relevante rol in het geheel spelen, zorgen voor een wankelende film die de aandacht niet bijna twee uur lang vast kan houden. Als de film pas tegen het slot thematisch cachet krijgt door de tragische kerstening van de meest traditionele Inuit uit te beelden, is het helaas al te laat. (Paul Caspers)


Verborgen collectief
Offside – Kings & aces
Jafar Panahi • Iran, 2006

Offside kan niet los worden gezien van Panahi’s voorgaande films over het hedendaagse Iran (het intense The Circle en Crimson Gold). In de films geeft Panahi een verrassend kritisch beeld van de positie van vrouwen in Iran. Offside heeft veel overeenkomsten met The Circle. In beide films wordt een groep van verschillende vrouwen gevolgd die het gebruikelijke gezag ter discussie lijken te stellen. In Offside vormt een voetbalwedstrijd het terrein wat voor vrouwen verboden is. Toch proberen verschillende vrouwen, verkleed als man zich een weg te bannen naar het stadion. Panahi volgt deze pogingen op een documentaireachtige wijze en houdt daarmee de spanning vrij hoog.

~

Als de verschillende vrouwen gaandeweg worden opgepakt door oplettende militairen, ontstaat er een felle discussie tussen hen en hun bewakers. De film gebruikt daarmee de voetbalwedstrijd als metafoor voor Iran, waar vrouwen ondanks hun gewilligheid om deel uit te maken van de samenleving, belemmerd worden door absurde regels. Offside is intens in zijn boodschap en bij vlagen ook erg humoristisch. Panahi weet daarmee belangrijke thema’s zoals de betekenis van nationale identiteit en de repressie van vrouwen op een pakkende manier in beeld te brengen. (George Vermij)


Requiem in de duinen
La marea – Tiger Awards competitie
Diego Martinez Vignatti • België, 2007

La marea is een film die een rouwproces als thema heeft. Nadat een vrouw haar man en haar kind verliest in een auto-ongeluk, vlucht ze naar de duinen om zich te onttrekken aan haar omgeving. Daar volgt regisseur Vignatti haar in heldere en verstilde shots, terwijl ze het verlies van haar dierbaren probeert te verwerken.

~

Vignatti was eerst de vaste cameraman van de Mexicaanse regisseur Carlos Regadas (Battle in Heaven) en dit is zijn debuut als regisseur en scenarioschrijver. Zijn achtergrond als cameraman is nog het sterkst vertegenwoordigd in de mooie shots van La marea, maar het verhaal wordt al snel te lang en is vrij ondynamisch. De film vertoont ook veel gelijkenissen met films die rouwprocessen behandelen. Ozons Sous le sable lijkt nog het meest in de buurt te komen, maar La marea bevat minder structuur en dweept te lang in zijn eigen artistieke rouw. Ook heeft het hoofdpersonage te weinig diepgang en lijkt ze voornamelijk door haar verdriet belangrijk te zijn in een film die verder weinig anders te bieden heeft. (George Vermij)


De filosofie achter montage
Murch – Cinema regained
Edie en David Ichioka • VS, 2006

Murch is een documentaire over de legendarische editor Walter Murch die ten tijde van de nieuwe golf binnen de Amerikaanse cinema samenwerkte met de regisseurs Francis Ford Coppola en George Lucas. Murch bestaat uit een lang interview met de man, die op zeer heldere wijze praat over de kunst van het monteren. Murch weet zijn gedachten mooi te verwoorden als hij montage ziet als een essentieel element van het kijken. Ook komt hij met interessante achtergrondinformatie over Coppola en zijn aanvaringen met de studio bij het maken van The Godfather.

~

De film bevat veel voorbeelden die tonen hoe Murchs vakmanschap werkt en is daarom interessant voor filmliefhebbers. Maar de film is verder vrij ondynamisch en signatuurloos. Edie en David Ichioka proberen door snelle cuts en trucjes Murch nog apart te maken, maar de film is niets meer dan een interview afgewisseld met filmbeelden. Het is daarom jammer dat Murch niet geprezen is op manier die cinematografisch interessanter is. (George Vermij)