Film / Achtergrond
special: Deel 3

IDFA 2007

Het International Documentary Festival Amsterdam zit er weer op. De twintigste editie van het IDFA trok meer bezoekers dan vorige jaren, maar liefst 145.000. Met de bioscopen en theaters rondom het Rembrandtplein heeft de organisatie een prima nieuwe locatie gevonden en ach, die specifieke ‘IDFA-sfeer’ keerde in de loop van de week vanzelf terug. Bovendien had het documentairefestival weer heel wat moois voor de bezoekers in petto.

deel 1 | deel 2 | deel 3

Subversie binnen de gelederen

F.T.A. – Reflecting Images: Panorama
(Francine Parker • 1972)

~

Rond 1970, met de Vietnamoorlog nog volop gaande, begon het te broeien aan het Amerikaanse thuisfront. De zware tol die de oorlog eist begint de gemoederen te verhitten, en het anti-communisme (dat sinds WO II hoog op de politieke agenda staat) zet de democratie zwaar onder druk. De broedplaatsen van een nieuwe generatie die niet bang is zich uit te spreken, zijn overal te vinden. Pacifisten, feministen, anti-oorlogsactivisten en black-power sympathisanten, allemaal lopen ze door elkaar en vechten met groot elan en beperkte middelen voor een betere wereld. Het geloof in een betere wereld, samengevat in de slogan “Power to the people” vindt steeds meer gehoor. Ook binnen het leger.

Tegen die achtergrond start in 1971 de anti-oorlogsroadshow F.T.A. – Fuck (of Free) The Army. De show, bedoeld om GI’s (dienstplichtigen ) te steunen en wakker te schudden, wordt aangevoerd door de sterren Jane Fonda en Donald Sutherland. De cabareteske show is een potpourie van satire, sketches en protestsongs. Geheel volgens het activisme van die tijd trekt de show langs de hekken van alle militaire bases in Zuidoost-Azië. Zo’n 60.000 militairen bezoeken de in Amerika legendarisch geworden show. Regisseur Francine Parker maakte er onderweg een pakkende documentaire van, die na bijna veertig jaar nog steeds actueel blijkt.

Sutherland bespeelt snedig het publiek in een ‘sportieve’ versie van een bombardement. Een frisse Jane Fonda zingt uitbundig een feministische can-can, gevolgd door troubadour Len Chandler die het publiek ophitst met anti-oorlogsslogans. Veel van de scherpe teksten zijn geschreven door Dalton Trumbo. Uit diens anti-oorlogsroman Johnny got his gun (1939) leest Sutherland aangrijpend enkele passages voor, wat een van de mooiste momenten uit de film oplevert. Het tijdsbeeld roept beslist sentiment op. De politieke naïviteit van de jaren herleeft en komt naar boven in interviews met soldaten Mannen die vaak te grote idealen najagen en vervolgens geconfronteerd worden met de brute realiteit. Het politieke bewustzijn is onontkoombaar. In die zin is F.T.A. uniek: een nieuwe generatie wereldburgers wordt rechtstreeks in beeld gebracht, zonder opsmuk of visuele pretenties.

Toen de film in 1972 uitkwam viel dat samen met het controversiële en geruchtmakende bezoek van Jane Fonda aan Noord-Vietnam – waar ze de naam Hanoi Jane aan dankt. Of dat er mee te maken heeft is onduidelijk maar in elk geval verdween F.T.A. een week na de release uit de bioscoop. Ondanks lovende kritieken stopte de distributie en werden alle kopieën vernietigd. Volgens Parker op bevel van hogerhand – mogelijk op instigatie van Washington om de anti-oorlogstrein te stoppen. Het blijft tot op heden onduidelijk. Wel wordt steeds duidelijker dat het Amerikaanse leger in 1971-1972 zelf de interne problemen (logistiek en moreel) nauwelijks kon bolwerken, en op imploderen stond.

Behalve een ijkpunt in de geschiedenis is F.T.A. ook een waarschuwing. De parallel met Irak is voelbaar. De situatie is nu anders en de slogans zijn achterhaald, maar veel van de originele boodschap is herkenbaar. Het is dan ook pijnlijk om te beseffen dat de open en directe ‘subversie’ binnen de gelederen van destijds nu vrijwel ondenkbaar is, en politieke stellingname een curiosum lijkt. (Antoinette van Oort)

Gekke bekken trekken voor de vrede

Faces – Joris Ivens Competition
(Gmax • 2007)

~

De Franse kunstenaars JR en Marco bedenken een simpel plan om de vrede in het Midden-Oosten te bevorderen. Ze nemen foto’s van Israëliërs en Palestijnen die hetzelfde beroep uitoefenen. Met een lens op een paar centimeter afstand van hun gezicht wordt ze gevraagd om gekke bekken te trekken. Het resultaat – metershoge posters van bijvoorbeeld een rabbi, een priester en een imam die scheel kijken – plakken de kunstenaars op muren in zowel Israëlische als Palestijnse gebieden. De verwondering en de discussie van het publiek die daarop volgen, leggen ze ook weer vast.

Het idee is zo uitgelegd. In principe had de film ook niet langer dan een kwartier hoeven duren. Het internationale plakteam ontmoet opvallend weinig weerstand. Met uitzondering van een paar agenten zijn de Israëliërs positief over de actie. Ook de Palestijnen begrijpen wat het team met de kunst voor ogen heeft: “Je kunt op de foto’s nauwelijks zien wie waar vandaan komt,” en “De posters leren ons op een andere manier naar de situatie te kijken,” zijn de meest voorkomende commentaren. Dat de film toch niet verveelt, komt door het ritme van de montage, de lekkere muziek en vooral het optimisme dat Faces uitstraalt. Voorbijgangers beginnen spontaan te stralen als ze de posters zien. Sommigen komen niet meer bij van het lachen. De positieve reacties doen bijna geloven dat het slechts een kwestie van tijd is voor alles goed komt in het Midden-Oosten (of voor de sceptici: dat de negatieve reacties eruit geknipt zijn). Er volgt nog een wazig verhaal van een neuroloog die uitlegt hoe het brein op nieuwe waarnemingen reageert, maar eigenlijk is dat overbodig. (Marjolein van Trigt)

Koeienvoet of fish & chips?

All White in Barking – Joris Ivens Competition
(Marc Isaacs • 2007)

~

De Londense wijk Barking is in een rap tempo overspoeld door immigranten. De oudere generatie Engelsen bekijkt hen met grote argwaan: die mensen zijn tenslotte toch anders. Marc Isaacs volgt een aantal oude bewoners terwijl ze, al dan niet door zijn toedoen, kennismaken met de nieuwe buren. De rode lijn in het verhaal is voedsel. Eén van de bezwaren tegen de nieuwkomers is namelijk dat ze vieze dingen zouden eten. Het is lekker meesmuilend lachen om de kromme redeneringen van de Engelsen. “I don’t like it, cause I’m not used to it”. Soms zijn de genante toestanden ook ronduit pijnlijk. Isaacs ziet er geen probleem in om pesterig door te vragen: “En als je zoon met een Afrikaanse thuiskwam, hoe zou je dat dan vinden?” Hij wroet net zo lang totdat de geportretteerde met een politiek incorrect antwoord komt, om dan zelfvoldaan op te merken dat het toch allemaal niet uit zou moeten maken.

Het belerende toontje overheerst soms in All White in Barking, maar gelukkig zijn er ook genoeg momenten waarop Isaacs niet in hoeft te grijpen om een opzienbarende scène te creëren. De Joodse Monty neemt zijn Oegandese vriendin mee naar een reünie van Auschwitz slachtoffers. Hem kan het niet schelen wat de anderen ervan vinden. David daarentegen verhuist naar een kustplaatsje, waar de mensen nog gewoon fish & chips eten. Wat als ‘ze’ daar ook gaan wonen, vraagt Isaacs. David wijst op de zee. “Dan verhuis ik daarheen”.
Ontroerende en ook afschrikwekkende scènes laten zien hoe diep het racisme nog geworteld zit bij de oude bewoners. Ook al eten ze dan beleefd een stuk koeienvoet op dat de Nigeriaanse buren hen voorzetten, thuis bediscussiëren ze in hoeverre de buren nou eigenlijk westernized en dus acceptabel zijn. Maar ook in All White in Barking overheersen de goede bedoelingen en blijf je achter met het idee dat het allemaal gewoon een kwestie van wennen is. (Marjolein van Trigt)

Afspraak met de dood

The Suicide Tourist – Reflecting Images: Best of Fests
(John Zaritsky • 2007)

~

Twee aangrijpende verhalen over het recht op zelfbeschikking. De controverse rondom het recht van een persoon om zelf het moment, de tijd en de plaats van zijn dood te verkiezen komt genadeloos dichtbij in de documentaire die Zaritsky het afgelopen jaar maakte over het werk en de zorg van de Zwitserse organisatie Dignitas. De organisatie waar de Amerikaan Craig Ewert en het echtpaar George en Betty Coumbias met hetzelfde doel maar om verschillende redenen een beroep op doen.

Grondlegger Ludwig Minelli gelooft dat een pijnloze en waardige dood een recht voor ieder mens zou moeten zijn. Hij ziet de dood als een keuzemogelijkheid. Mede dankzij de Zwitserse wet die hulp bij zelfdoding toestaat onder restricties is Dignitas uitgegroeid tot de enige plek in de wereld waar zelfdoding onder begeleiding mogelijk is. Voor Craig Ewert, die leidt aan de ziekte van Lou Gehrig zal het een laatste reis worden. De keuzes, overwegingen en motieven van Craig zijn pijnlijk voor hem en iedereen om hem heen. Geconfronteerd met George’s terminale hartkwaal komen hij en zijn nog gezonde vrouw Betty bij Dignitas voor een heel ander arrangement. Dit geeft de film misschien een vreemde balans maar zet wel aan tot vragen en debat in bredere zin. Craigs afspraak met de dood is op 26 september 2006. Zaritsky volgt hem en zijn vrouw Mary de laatste vier dagen in Londen – hun tijdelijke thuis – en begeleidt Craig op zijn reis naar Zwitserland. Gekluisterd aan een rolstoel, spits en met een grote dosis humor is het Craig die helder, overtuigd en innemend de kijker in het argument meeneemt. Dankzij hem wordt de dood tot een taboe-overschrijdende bestemming met meerdere variabelen. De geest, oogopslag en nagedachtenis aan deze bijzondere, moedige man zal menigeen nog lang bijblijven. (Antoinette van Oort)

Confrontaties tussen vader en zoon

Mr. Rakowski – Highlights of the Lowlands
(Jan Diederen • 2007)

~

Met de ‘a la carte’ verzorging aan huis heeft de niet onbemiddelde Richie het best mogelijke voor zijn 91- jarige vader Sam geregeld. Dat dit geen compensatie is voor de nog steeds verstoorde vader-zoon relatie tussen de twee mannen is iets wat zich slechts langzaam in de film laat onthullen. Voor Richie is die verzorging het eindpunt van een levenslange zoektocht naar beter. Hoe het voor Sam is laat zich raden. De soms nog agressieve en koude man overleefde Auschwitz-Birkenau en begon na de oorlog een nieuw bestaan in Amerika. Met recht kan hij een survivor genoemd worden. Voor zijn zoon, die hem de gelegenheid biedt dicht bij hem en zijn gezin te staan, blijft de kille man echter een mysterie. Traag wroet de regisseur in het verleden en ontbloot daarbij vooral de jeugdtrauma’s van de zoon. Richie’s zoektocht naar de motieven van zijn ondoorgrondelijke vader maken dat de focus verschuift naar de zoon. Sam blijft in interviews kortaf en onomwonden over zijn relatie met Richie. Het pijnlijke proces van confrontaties lijkt te lang uitgesmeerd, maar het einde brengt wel een ‘hoopvolle’ apotheose. (Antoinette van Oort)

Een koelkast in de Himalaya

Journey of a Red Fridge – First Appearance
(Lucian Muntean en Natasa Stankovic • 2007 )

~

In deze road-movie per voet is de last haast voelbaar. Dat Coca-cola overal aanwezig is weet iedereen, maar het logo op de rode ijskast krijgt een hele andere betekenis op de rug van Hari Rai. Om zijn studie te betalen is hij als menselijke pakezel op weg met een kapotte ijskast naar Pokhara. Een klus van vier dagen, waarbij hij door de makers wordt gevolgd en geobserveerd. Een tocht vol vriendelijkheid en veel lotgenoten – waaronder zo’n 60.000 kinderen. Die aanklacht tegen kinderarbeid is het eigenlijke dramatische gegeven van de film. Op de hoge wandelwegen van de Himalaya is het toerisme de belangrijkste bron van inkomsten. Dragers hebben daar genoeg anekdotes over, wat voor enkele hilarische momenten zorgt. Verder voert de drukke route vooral langs landschappen van een adembenemende schoonheid. (Antoinette van Oort)

Revolutie voor jongens

Diary Film – I was 12 in ’56 – Zilveren Wolf Competitie
(Boglárka Edvy en Sándor Silló • Hongarije 2006)

~

Animatie, fantasie en de Hongaarse revolutie van 1956 vloeien samen in dit fraai verfilmde dagboek van de 12-jarig Gyula. Door de ogen van een nieuwsgierig kind krijgt de revolutie een heel ander gezicht. De dagboekfragmenten – die als voice-over te horen zijn – zijn speels vormgegeven en registreren met veel oog voor detail de verwarring en het geweld in de stad. Als een opmerkzame verslaggever luistert Gyula naar de radio en verzamelt met zijn vriendje Jancsi souvenirs op hun avontuurlijke tochten door de stad. Aangetekend op de plattegrond verspreidt de revolutie zich als een brandende inktvlek. Tekeningen, animaties en archiefbeelden worden afgewisseld met gereconstrueerde belevenissen. De eerste sneeuw, het gedwongen thuis zitten en de Duitse les; het zijn intieme momenten van rust afgezet tegen de chaos. De geschiedenis wordt misschien wel geplet maar de film heeft niet tot doel haar accuraat te beschrijven. De transformatie en emoties van beide jongens staat centraal, en uit die wonderlijke wereld is het moeilijk loskomen. (Antoinette van Oort)

Finse geschiedenis

Learned by Heart – Animatie Programma / Zilveren Welp Competitie
(Marjut Rimminen en Päivi Takala • Finland 2007)

~

De erfenis van Finland, getekend door oorlogen en diverse bondgenootschappen, wordt vertaald in een mysterieuze documentaire. In de beelden die de vergetelheid naar boven moeten halen staat de door mannen gedicteerde heersende norm centraal. Opgedeeld in hoofdstukken wordt de Finse geschiedenis gereconstrueerd door de ogen van een opgroeiend meisje dat omgeven is door vrouwen. Hitler, Stalin, de koude oorlog, de sixties en zelfs miss Universe Armi Kuusela vliegen in archiefbeelden voorbij. Soms geanimeerd, soms licht ingekleurd. Het is een onsamenhangende geheel, dat toch steeds weer abstract weet te benadrukken waar het voor het meisje om draait. Met haar vader als altijd aanwezige en tegelijk afwezige. (Antoinette van Oort)

Drama op een vierkante meter

El Sastre – Zilveren Welp Competitie
(Oscar Pérez • Spanje 2007)

~

Wie zich Can Tunis (2002) nog voor de geest kan halen zal verbaasd zijn over de inzending van regisseur Oscar Pérez voor dit jaar. Anders maar net zo direct staat de camera deze keer gericht op het piepkleine naaiatelier van de Pakistaanse immigrant Mohammed, ergens in Barcelona. De norse en zwaar rokende kleermaker lijkt van die aandacht niet warm of koud van te worden. Ook zijn Spaanse klanten kunnen hem niet bekoren. Langzaam maar zeker wordt het onmogelijk voor Singh. De illegaal die voor een schamel bedrag bij hem werkt ontploft en pakt z’n biezen. Pérez weet dit duo in de marge wederom genadeloos te registreren. (Antoinette van Oort)