Film / Achtergrond
special: Deel 9

IFFR 2009

.

In het laatste deel van onze IFFR-recensies Mexicaanse tragedies, ontroerende Canadese worstelingen, een Britse pop-biopic, Chileense Travolta-lookalikes en Amerikaans realisme.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6 | DEEL 7 | DEEL 8 | DEEL 9 | Interview Kyung-mook Kim

Inhoud: Los bastardos | Maman est chez le coiffeur | Telstar | Tony Manero | Wendy and Lucy

Alleen de schok blijft hangen
Los bastardos
Amat Escalante • Mexico/Frankrijk/VS, 2008

~

Twee illegale Mexicaanse immigranten zoeken naar werk in Los Angeles. De ervaren Jesus en de jonge Fausto weten dat er misbruik gemaakt zal worden van hun inzet, maar als ze aan wat geld willen komen hebben ze weinig keus. Lange dagen zitten ze in een groep te wachten tot er iemand langskomt die hen in wil huren. De twee hebben die ochtend al een klus aangenomen waar ze tegen de rest wat geheimzinnig over doen. Als de avond valt, breken ze in bij een alleenstaande moeder, en de doelgerichtheid van de actie doet een link met de verzwegen klus vermoeden. De vrouw ligt haar roes uit te slapen op de bank, na een crackpijp gerookt te hebben, als de twee Mexicanen haar verrassen. De bedoelingen van Jesus en Fausto zijn echter niet duidelijk en de rest van de avond en nacht verloopt dan ook heel anders dan menig kijker zou verwachten. Juist daardoor komt de schokkende ontknoping als een maagstoot binnen.

Het is niet moeilijk te zien wat regisseur Amat Escalante wil aantonen met Los bastardos. Armoede drijft de twee tot criminaliteit, en door frustraties over hun dagelijkse behandeling ligt gewelddadigheid op de loer. De VS zijn slechts geïnteresseerd in exploitatie van de immer binnenstromende immigranten, en de sociale onrust die dat proces met zich meebrengt wordt genegeerd. Escalante heeft de twee hoofdrolspelers zelf van de straat geplukt en de levensechtheid die hij daarmee koopt betaalt zich voor een deel uit. Maar door het schematische script en de beperktheid van de acteurs is het ook moeilijk met ze mee te gaan. Het camerawerk is sterk en de regisseur weet het zinderende Californische landschap in prachtig gekadreerde beelden te tonen. Escalante heeft goede bedoelingen met het tonen van de slechte behandeling van immigranten en de tragedies die daaruit kunnen ontstaan, maar doet er te weinig mee. De gruwelijke afloop verzekert hem van de nodige aandacht, maar deze trap in de onderbuik verdringt tegelijk de andere emoties die hij met zijn film wilde oproepen. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Ontroerende publieksfavoriet
Maman est chez le coiffeur
Léa Pool • Canada, 2008

~

Wat zijn de juiste ingrediënten voor een publieksfavoriet op een filmfestival? Een uiteenvallend gezin, overgoten met een luchtig sausje en het liefst in een zonnige omgeving. Maman est chez le coiffeur voldoet aan deze eisen en het is dan ook niet vreemd dat de film zeer in de smaak viel bij het Rotterdamse festivalpubliek. De Canadese film speelt zich af aan het eind van de jaren zestig en concentreert zich op een ogenschijnlijk gelukkig gezin dat op een dag volkomen wordt ontwricht na het vertrek van de moeder. Zij kwam erachter dat haar man een affaire had en liet haar drie kinderen, inclusief haar jongste en verstandelijk beperkte zoon, achter.

Hoewel dit genoeg mogelijkheden biedt voor een tragische film, houdt regisseur Léa Pool genoeg ruimte over voor wat humor. Te zwaar wordt het dan ook nooit in Maman est chez le coiffeur. Het perspectief van de film ligt eerst nog bij de moeder van het gezin, maar na haar vertrek wordt het verhaal voornamelijk verteld door de ogen van de oudste dochter Elise (mooie rol van Marianne Fortier). Haar worsteling met het vertrek van haar moeder en de zorg voor haar broertje leveren de mooiste momenten op in Maman est chez le coiffeur, een bijzonder plezierige film die weliswaar wat scherpte mist, maar wel in een prettig tempo voortkabbelt en uiteindelijk zelfs weet te ontroeren. (Arman Avsaroglu)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Het mysterie achter een hitmachine
Telstar
Nick Moran • Engeland, 2008

~

Telstar is een zelfverzekerde en vermakelijke biopic over de Britse popproducer Joe Meek, geregisseerd door de Brit Nick Moran, als acteur vooral bekend van een rol in Lock, Stock and Two Smoking Barrels. Telstar begint vlot als liedjesschrijver Geoff Goddard wordt gevolgd terwijl hij de geïmproviseerde studio van Meek betreedt. De in de dubbele bovenwoning gebouwde studio is een zooitje. Een band repeteert in de woonkamer, alle geluidsapparatuur is opgestapeld in de badkamer en een zangeres verbergt zich op het toilet. Moran filmt deze openingscène snel en met flitsende dialogen tussen klagende muzikanten, de geldschieter (een zeer Britse Kevin Spacey) en een zelfverzekerde en geconcentreerde Meek (een charismatische Con O’Neill), die bezig is om een hit op te nemen. Meeks carrière wordt bepaald door een vreemde combinatie van een gevoel voor de tijdgeest, een geloof in occulte magie en geluk. Dat Meek de snelheid van het groeiende popfenomeen niet zou overleven, wordt in het eerste gedeelte van de film op humoristische wijze duidelijk als hij The Beatles en andere bekenden artiesten afwijst. Maar de humor wordt als snel ingeruild voor soberheid als blijkt dat Joe paranoïde wordt na wat geflopte platen en oplopende schulden.

Wat Morans film vooral toont is hoe pop in zijn beginperiode nog een onbekend territorium was dat werd verkend door avontuurlijke pioniers die hun stempel op het tijdperk konden zetten. De film toont naast Meeks ongebruikelijke oor voor een nieuwe sound ook hoe hij door middel van marketingtrucs probeerde op te vallen bij het publiek. Zo komt de door Meek geproduceerde Screaming Lord Sutch in de film over als een proto-goth-punker die door zijn gedrag al vooruit liep op de glamshock van Iggy Pop en Alice Cooper. Telstar wordt gedeeltelijk voorspelbaar als Joe zijn roem verliest en langzaam gek wordt, maar dit is het enige manco van een zeer vlotte film die door prachtig camerawerk en een aanstekelijke soundtrack de periode perfect weet te vangen. Daarnaast zijn er voor popfanaten genoeg momenten die de film leuk maken. De coda, die ingaat op wat er gebeurd is met alle muzikanten waar Meek mee werkte, is een schatkist aan feitjes over de popgeschiedenis en tevens het bewijs van de vluchtigheid van roem. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Dansen in de schijnwerpers van de dictatuur
Tony Manero
Pablo Larrain • Chili/Brazilië, 2008

~

Chili was het land dat dit jaar op het IFFR opviel door de kwaliteit van de meeste producties. Pablo Larrains Tony Manero was daarbij de vreemdste en tegelijk verrassendste film uit dat land. De film volgt in het Chili van het einde van de jaren zeventig sjacheraar Raul, die geobsedeerd is door John Travolta’s Tony Manero in Saturday Night Fever. In een louche bar werkt hij met andere aan lager wal geraakte personages aan een dansroutine gebaseerd op de film. De film toont ook hoe de Chileense geheime dienst mensen oppakt en vermoordt, een werkelijkheid waar Raul onverschillig voor is. De film volgt hem terwijl hij zijn droom met een genotloos fanatisme probeert waar te maken en hoe hij uiteindelijk meedoet aan een wedstrijd van Manero-look-alikes op de Chileense tv. De kracht van de film zit hem in de sterke vertolking van Alfredo Castro als Raul. Het is moeilijk om een onsympathiek en schijnbaar eendimensionaal karakter interessant te houden, maar Castro weet van de haast mechanisch geobsedeerde Raul een personage te maken waar je naar blijft kijken. Deels heeft zijn gedrag iets tragikomisch, maar als blijkt dat Raul er niet voor schroomt om te moorden om zijn doel te bereiken wordt de film grimmiger. Daarmee doet Castro denken aan een mix van de personages die Benoît Poelvoorde speelde in C’est arrivé près de chez vous en Podium.

Larrain weet van een eenvoudig gegeven een film te maken die de Pinochets dictatuur op een subtiele wijze bekritiseert. Raul is niet geïnteresseerd in politiek, maar schroomt er niet voor om dezelfde gewelddadige methoden te gebruiken als het regime om zijn onrealistische dromen waar te maken. Die droom wordt gevoed door een koppig en agressief machismo, maar ook door een blinde lust naar roem. Een veelzeggende scène tijdens de wedstrijd toont een legertje Tony Manero’s gekleed in wit pak en zwart overhemd, die doen denken aan een uniform. Het publiek bij de opname geniet van dit goedkope vermaak en de consumptieartikelen die ze kunnen winnen en vergeet daarmee net als Raul de realiteit. Larrains film vraagt zich onderhuids af wat de morele prijs is geweest van de welvaart die het regime van Pinochet heeft voortgebracht. Raul is daarbij de dansende opportunist die zijn geweten sust door zich blind te staren op een fantasiewereld en daarmee symbool staat voor banaliteit van het kwaad. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR

Zwervend en verdwaald
Wendy and Lucy
Kelly Reichardt • Verenigde Staten, 2008

~

Regisseuse Reichardt debuteerde een paar jaar gelden met Old Joy (te zien op het IFFR 2007). Haar tweede film is in de VS al geprezen als een cinematografisch manifest voor een  eigentijds Amerikaans realisme. De film volgt Wendy (een ingetogen Michelle Williams), die met haar hond Lucy onderweg is naar Alaska om daar te werken. Wendy slaapt met haar hond in haar auto en leidt duidelijk een zwervend en eenzaam bestaan. Als zij haar hond kwijtraakt, nadat ze hondenvoer heeft gestolen in een supermarkt,  wordt ze door Reichardt gevolgd in haar wanhopige zoektocht om Lucy weer te vinden. Reichardts stijl is niet nieuw en schatplichtig aan het kale realisme van de Dardennes, maar de film gaat in zijn stijl ook  verder terug naar neorealistische tradities. Zo wordt De Sica’s Ladri di biciclette vaag opgeroepen in de plot, waarin arme en radeloze personages een zoektocht beginnen in een economisch verarmd landschap. Het personage van Wendy is in haar kale karakterisering en verwaarloosde staat te vergelijken met Rosetta van de Dardennes en Bressons Mouchette.

Haar achtergrond wordt door Reichardt maar minimaal geschetst tijdens een kort telefoongesprek met haar ongeïnteresseerde zus en zwager. Williams weet ondanks dit minimale gegeven genoeg over te brengen in een rol die sterk wordt bepaald door gezichtsuitdrukking, lichaamstaal en de kleine details die Reichardts camera oppikt. Net als Frozen River behandelt Wendy and Lucy de economische problematiek in de VS, maar Reichardts film geeft een troostelozer beeld van de werkelijkheid. Reichardt dikt de film niet aan met een geruststellende moraal waarbij mensen van nature goedaardig zijn en elkaar per definitie nodig lijken te hebben. De conclusie van de film toont op een krachtige en directe wijze dat bepaalde offers noodzakelijk zijn ondanks een onzekere uitkomst. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op het IFFR