Film / Achtergrond
special: Deel 7

IFFR 2010

Het festival is voorbij maar de verslaggeving van 8WEEKLY gaat nog even door. Vandaag aandacht voor een onvervalste nouvelle vague-parel, een ver gaande liefde voor God, de terugkeer van de Jordans, een persoonlijke hommage aan een editor, een kille maar realistische film over de oorlog in Joegoslavie, en warrige horror uit Thailand.

Deel 1 | Deel 2 | Deel 3 | Deel 4 | Deel 5: Interview Dorothée van den Berghe | Deel 6 | Deel 7 | Deel 8 | Deel 9 | Deel 10 | Deel 11: Interview Kun-jae Jang

Inhoud: Adieu Philippine | Hadewijch | Life During Wartime | Mark | Ordinary People | Slice

Eindeloze zomer van de nouvelle vague

Adieu Philippine — Signals – RE: Reloaded
Jacques Rozier • Frankrijk, 1963

~

Adieu Philippine, het speelfilmdebuut van Jacques Rozier, verscheen een paar jaar geleden in een lijst van het Britse filmtijdschrift Sight & Sound als een vergeten meesterwerk. Volgens criticus Gilbert Adair was het een typische nouvelle vague-film die ten onrechte lang ongezien is gebleven. Het IFFR vertoont de film in het Reloaded-programma en het moet gezegd worden dat het inderdaad verrassend is dat Jacques Rozier niet zo bekend is geworden als Jean-Luc Godard of Eric Rohmer. Adieu Philippine (geproduceerd door Georges de Beauregard, die klassiekers als À bout de souffle en Le mépris op zijn naam heeft staan) is pure nouvelle vague, zowel in stijl als inhoud. Los gefilmd in de straten van Parijs gaat de film over een weifelende driehoeksverhouding tussen Michel en de meisjes Liliane en Juliette, waarbij alle personages vertolkt worden door niet-professionele acteurs. Michel werkt als televisietechneut en de film toont de werkingen van het nieuwe medium als hij wordt gevolgd door een studio. De meisjes willen het graag maken als actrices, maar komen niet verder dan flauwe reclamespotjes voor nieuwe consumptieartikelen. De film geeft zo een beeld van de opkomende welvaart in de jaren zestig en de groei van de massamedia.

De tweede helft speelt zich af op het zonnige Corsica, waar het drietal geniet van een laatste vakantie voordat Michel het leger in gaat om te vechten in Algerije. De film is speels en vrolijk en past in zijn gefragmenteerde montage en losse narratieve lijn makkelijk binnen de nouvelle vague. Roziers gebruik van een heerlijke soundtrack met Franse pop en Corsicaanse folkmuziek werkt perfect bij de film. Naar het einde toe wordt Adieu Philippine melancholischer als Michel moet vertrekken en beide meisjes hun gevoelens voor hem onder ogen moeten zien. Daarmee doet de film denken aan Dino Risi’s Il sorpasso (ook 1962) die een beeld geeft van een heerlijke zomer die wrang eindigt. Ook die van Michel en de meisjes eindigt abrupt, maar die van de nouvelle vague duurt na het zien van Adieu Philippine nog steeds voort. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Het basisidee van Hadewijch is sterk: creëer een moderne versie van de gelijknamige middeleeuwse dichteres en mystica, waarin het personage haar liefde voor God wil uiten in een wereld die daar geen ruimte voor biedt. Studente theologie Céline wordt uit het klooster gezet omdat haar gehechtheid aan Hem alle redelijke grenzen te boven gaat. In de echte wereld gaat ze vervolgens op zoek naar de vervolmaking en consumering van die liefde. Als dochter van een minister ontbreekt het haar niet aan mogelijkheden, maar zoals het een jongere betaamt, zet ze zich af tegen haar ouders, zij het op een heel andere manier dan die verwacht hadden. Ze leert Yassine kennen, die door zijn afkomst en geloof een tegenpool is en juist daardoor interessant lijkt.

Als Céline Koranlessen gaat volgen bij Yassins broer Nassir, die in haar een verwante ziel ontdekt, snijdt de regisseur een interessant punt aan: in hoeverre is de liefde voor God tussen aanhangers van verschillende geloven met elkaar te vergelijken? Het is daarom frustrerend dat hij geen ander antwoord lijkt te hebben dan dat beiden gevoelig zijn voor extremisme, en dat hij er in de plot ook niet meer uit komt. Hoewel Julie Sokolowski sterk is in de titelrol en ze een boeiende mengeling van naïviteit en fanatisme weet over te brengen, weet de rest van de cast minder te boeien. De subplot rond draaideurcrimineel David roept vooral vragen op en de teksten oplepelende en irrationeel handelende Yassine is niet meer dan irritant. Maar als Céline zijn avances blijft afwijzen (ze is immers al verliefd op God), doet hij wel een treffende uitspraak: ‘je bent helemaal gestoord!’. Hij heeft gelijk, maar Dumont weet dat hij met haar verder moet. Hadewijch is een film om over na te praten, maar dan vooral omdat er vragen rijzen over wat Dumont precies wilde vertellen en wat er gebeurd is met zijn heldin. In zijn aardse en tegelijkertijd compromisloze en polariserende films trekt Dumont vaker paralellen met religie en zingeving, maar met Hadewijch krijgt hij er geen grip op. (Erik Kersten)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

~

Life During Wartime

is een soort vervolg op Happiness (1998), die indruk maakte met zijn cynische kijk op de Amerikaanse samenleving, bekeken vanuit het perspectief van het gezin Jordan. Wederom worden de zusjes Trish, Helen en Joy gevolgd, maar dan vertolkt door andere acteurs dan in Happiness. Solondz heeft dit trucje eerder toegepast in Palindromes (2004), waarin de hoofdpersoon door verschillende actrices gespeeld wordt. Werkt dit? Jazeker. Solondz’ keuze voor andere acteurs geeft een verfrissend effect. Zo neemt Michael K. Williams (Omar uit The Wire) de rol op zich van eenzame rukker Allen, die in Happiness memorabel vertolkt werd door Philip Seymour Hoffman.

Na tien jaar is er weinig veranderd voor de zussen Jordan. Nog steeds spelen de conflicten van vroeger, de twijfel over de toekomst en het zoeken naar liefde. Ze lijken niet gelukkiger, maar de enige die dat durft toe te geven is Joy, kwetsbaar vertolkt door de Britse actrice Shirley Henderson. Vergeten of vergeven is een terugkerend thema in de film. Ieder personage is hier op zijn eigen manier mee bezig en dit levert mooie scènes op: Joy die achtervolgd wordt door haar overleden ex Andy, of de pedofiele vader Bill die na zijn detentie zoon Billy opzoekt. Solondz legt dit alles vast zoals we van hem gewend zijn: cynisch, humoristisch, absurd en zwart. De karakters worden overtuigend neergezet, een tikje theatraal, maar dat versterkt juist de tragiek. Ed Lachman heeft prachtig camerawerk geleverd met kleurrijke, heldere shots. Life During Wartime is een geslaagd vervolg, maar kan wel het beste in combinatie met Happiness gezien worden. Dan versterken de films elkaar en blijft de kijker bij dit vervolg niet met vraagtekens zitten. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Mysterieus memento
Mark — Spectrum
Mike Hoolboom • Nederland, 2009

~

Mike Hoolbooms Mark is een experimentele filmhommage aan zijn editor Mark Karbusicky, die in 2007 zelfmoord pleegde. In gesprekken met mensen die Karbusicky goed kenden, komt een beeld naar voren van een jongen die erg geëngageerd was. Zijn transseksuele vriendin vertelt over hun relatie, die een politieke lading had, maar vooral over hun werk in de genderbeweging. Karbusicky was daarnaast een dierenactivist en de film bevat wat beelden die hij zelf monteerde van dierenleed en de bioindustrie.

Er komt vooral een beeld naar voren van een persoon waar anderen op konden bouwen, maar op Karbusicky’s eigen leven en achtergrond wordt weinig ingegaan. Hoolboom wisselt de gesprekken opeens af met andere beelden. Zo hanteert hij in deel twee shots van Godards Vivre sa vie, en komen er ook korte beelden van Hollywoodfilms voorbij. Hoolboom lijkt ze te hanteren als een artistieke en poëtische invulling van zijn rouw voor Karbusicky, maar het effect komt gekunsteld over. Hieruit blijkt dat Mark een zeer persoonlijke film is voor Hoolboom, die helaas te weinig afstand neemt van zijn onderwerp. Voor de kijker blijft Mark vooral een mysterie. De film is zonder twijfel oprecht gemaakt, maar weet de kijker helaas niet te betrekken bij het leven en de dood van de persoon die de regisseur wil herdenken. Hoolboom slaagt er niet in om in zijn film meer te bieden dan een rommelig memento aan een ondoorgrondelijk en geliefd man. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Mechanisch moorden
Ordinary People — Bright Future
Vladimir Perisic • Servië, Frankrijk, Zwitserland, 2009

~

Ordinary People geldt als de kille tegenpool van Lebanon. Vladimir Perisics film bevat lange, monotone shots, bijna geen dialogen en weinig actie. In de eerste scènes wordt een groep militairen gevolgd die met een bus op weg zijn naar een huis op het platteland. Shots tonen een bijna serene zomerse rust, waarbij je de wind door de bladeren hoort ritselen. De film focust op Dzoni, die net als de hoofdpersoon in Lebanon nog niet weet wat hem te wachten staat. Het verschil met de stijl van Lebanon wordt al snel duidelijk als blijkt wat de taak van de soldaten is. Ladingen van mannen komen aan voor het huis en Dzoni moet met zijn medesoldaten executies uitvoeren.

Deze zijn kil gefilmd, zonder enige vorm van emotie. De soldaten worden tussen de executies gevolgd als ze drinken en doelloos wachten in de zon. Ze praten haast niet, maar er is een spanning merkbaar in hun houding. Een film als Lebanon komt in vergelijking met de film van Perisic gekunsteld en gimmicky over, door het gebruik van een vizier als het oog van de kijker en de overdaad aan lijden en geweld. Ordinary People zal met zijn monotonie en saaiheid voor veel mensen een beproeving zijn, maar je kunt je ook afvragen of dat gevoel niet beter past bij de zinloosheid van oorlog. De film werkt zo op subtiele wijze als een registratie van systematisch moorden, zonder een excuus of een reden te geven voor die daad. De verwarring en de vragen die hij oproept blijven hierdoor relevant. Waar in Lebanon nog ruimte is voor een vorm van sluiting zoals je die van film gewend bent, blijft Ordinary People kil en ondoorgrondelijk en daardoor komt de film veel sterker en realistischer over. (George Vermij)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR

Pulphorror wordt melodrama
Slice
— Bright Future
Kongkiat Komesiri • Thailand, 2009

~

In de eerste paar minuten van Slice wordt de toon gezet. Beelden van een rode rolkoffer in de oceaan worden afgewisseld met een onscherp en schichtig gefilmde moord in een hotelkamer. Er is veel geluid, nietszeggende shots worden gepresenteerd als veelbetekenend en de steekpartij is overdreven theatraal. Het is de aftrap voor een film die drijft op een sterk idee, maar te weinig richting heeft. Als de binkerige inspecteur Papa Chin tevergeefs achter een brute seriemoordenaar aanzit, besluit hij de voormalige politieagent Tai uit de gevangenis te halen. Als die de geheimzinnige (in een rode cape gehulde) moordenaar te pakken krijgt, zo luidt de belofte, is hij een vrij man.

Het is de vraag of regisseur Kongkiat Komesiri zelf wist waar hij met het verhaal heen wilde. Feit is dat hij na een (wat bloedspetters betreft) veelbelovend begin, afzwaait en Tai een reis naar zijn geboortedorp laat maken. Daar verandert Slice ineens in een obligaat, voorspelbaar coming-of-agedrama. Als het bij deze misstap gebleven was, was het uiteindelijk misschien nog gelukt om de bizarre, maar sterke clou te accepteren. Maar Komesiri verwart de kijker met een onnodige verhaallijn rond de excentrieke inspecteur en laat te weinig aan de verbeelding over. Het camerawerk oogt goedkoop en de muziek — bij elke scène een ander nummer — slaat de plank mis. Met een betere editor en een kwartier minder was het misschien nog wat geworden. Nu levert Slice op zijn best een slappe lach op. (Geert Maarse)
Terug naar boven | Deze film op site IFFR