Boeken / Achtergrond
special: Uitreiking Hollands Maandblad Schrijversbeurzen

Verwachtingen scheppen

In de ruimte waar de Hollands Maandblad Schrijversbeurzen worden uitgereikt, hangt een schilderij van een zwaan. De vogel is zo immens dat het lijkt of hij ieder moment uit zijn omlijsting kan barsten. Wat dat betreft is er weinig verschil met de kamer die voller en voller stroomt met schrijvers en andere betrokkenen van Hollands Maandblad en uitgeverij Nieuw Amsterdam.

Er zijn drie beurzen te vergeven: één voor proza, één voor poëzie en één voor essayistiek. Behalve eeuwige roem leveren ze de winnaars tweeduizend euro op. Allen hebben gepubliceerd in Hollands Maandblad. Als de kamer zo vol is dat er haastig een balkondeur wordt opengezet om flauwvallende schrijvers te voorkomen, neemt redacteur Bastiaan Bommeljé het woord. Het winnen van een prijs is niet alleen leuk, zegt hij semi-achteloos, er worden vanavond immers verwachtingen geschapen. Verwachtingen waar de prijswinnaars maar mooi mee zitten, lijkt hij te willen zeggen. Hij spoort het publiek aan om te profiteren van de bijeenkomst. ‘Kijk naar je buurman of buurvrouw en schud elkaar de hand. Wie weet blijkt diegene volgend jaar een beroemdheid te zijn.’ De schrijvers die hij nog niet kent, vraagt Bommeljé ook met nadruk om hem de hand te komen schudden, ‘zodat ik volgend jaar kan vragen: wie was jij ook weer?’

Kettingzaag

Na de introductie van Bommeljé gaat Wim Brands over tot de prijsuitreiking. Brands springt in voor J.J. Peereboom, voorzitter van de redactieraad, die vanwege ziekte verstek moet laten gaan. Als eerste laureaat wordt Hans Hogenkamp bekendgemaakt, in de categorie essayistiek. Brands laat weten dat de redactieraad zeer verheugd is over Hogenkamps essay ‘Het pianoproza van Satie’, aangezien het genre in Nederland ‘in tragische ademnood komt door de alom woekerende column, die zo dikwijls wordt verward met het essay’. In 2005 publiceerde Hogenkamp voor het eerst in Hollands Maandblad, gevolgd door zijn debuutroman Excuses voor het ongemak (2006, Nijgh & Van Ditmar), en een tweede roman Dingen die op liefde lijken (2009, Nijgh & Van Ditmar).

Hans Hogenkamp en Vicky Francken

Hans Hogenkamp en Vicky Francken

De tweede laureaat is Ivo Bonthuis. Hij ontvangt de schrijversbeurs in de categorie proza, voor zijn verhaal ‘Wat is er mis met Mexico?’ (december 2008), gebaseerd op zijn eindexamenproject voor de Schrijversvakschool. Het is een verhaal waar de redactieraad niet omheen kon, ‘in alle opzichten opmerkelijk en intrigerend’, met een even hilarisch als luchthartig plot rondom een gegijzelde minister en een vastberaden hoofdpersoon. Bonthuis mag zich, getuige de woorden van Brands, gelukkig prijzen dat de lengte van zijn verhaal werd gerespecteerd, ‘daar de redacteur gekend is door zijn opvatting dat alles langer dan een A4’tje neigt naar papierverspilling, zodat het zijn kettingzaag zelden ongeschonden voorbijkomt’.

Tot slot wordt de laureaat voor poëzie toegesproken. Vicky Francken is de jongste winnaar, maar geen onbekende in het prijzencircus van literair Nederland. En terecht, aldus de redactieraad van Hollands Maandblad. Zeker, zij is nog geen ‘kant-en-klare volledig gevormde dichteres (…) maar – veel interessanter – iemand die heel bewust de contouren onderzoekt van een bij haar passend poëtisch domein, idioom en toon.’ Een belofte. De redactieraad vindt het een beladen woord en wil het dan ook niet uitspreken maar slechts ‘in gepaste stilte een kort moment denken’.

Toekomstmuziek

Het officiële gedeelte zit er op. De genodigden storten zich op de drankjes en bitterballen. En zoals bij alle prijsuitreikingen hoor je de mooiste verhalen in de wandelgangen. Dichter Krijn Peter Hesselink, goedlachs en het tegendeel van de clichédichter die vanuit een ivoren toren naar de wereld staart, vertelt dat hij binnenkort nieuwe gedichten aan zijn redacteur zal sturen. Op de vraag of er een rode draad in de gedichten zit, antwoordt hij dat er zeker sprake is van samenhang, wellicht zelfs een thematiek. ‘Dat geeft de Neerlandici over vijftig jaar wat te doen,’ zegt hij lachend.

Tussen zoveel jonge, energieke mensen valt een ouder echtpaar op. Hij wat hardhorend maar uiterst charmant en met veel interesse voor de jonge garde. Zij een krachtige verschijning met kort haar en een luide stem, waarschijnlijk afgestemd op haar mans gehoor. We raken aan de praat over Vicky Francken, de jonge dichteres. De man blijkt niemand minder te zijn dan Louis Lehmann (1920), de schrijver, dichter en essayist die in 1964 de Jan Campertprijs won met zijn dichtbundel Who’s who in Whatland. Wie van de jonge genodigden is zich ervan bewust dat deze oudere man ooit net als zij een belofte voor de toekomst was? Kennen zij zijn werk? Wie kent hen nog over vijftig, zestig jaar? Vanavond zijn nieuwe verwachting geschapen, zei Bastiaan Bommeljé eerder op de avond. De rest is toekomstmuziek.

Gezien op donderdag 26 maart 2009