Boeken / Achtergrond
special: Thomas Mann (vert. Hans Driessen) - De Toverberg

Als een schoongemaakt schilderij

Wie deze prachtig vertaalde, monumentale roman uit het begin van de vorige eeuw (1924) leest, ziet zich afwisselend geplaatst in de broeierige sfeer van een negentiende-eeuws Big Brotherhuis en de grote filosofische discussies uit die periode. Maar De Toverberg is vooral een ironisch boek over de Tijd, over beweging en stilstand – en niet in het minst over de liefde.

In een interview over haar boek

~

Een van de patiënten is een Russische vrouw, die altijd te laat komt voor het eten. De longlijders krijgen volgens de destijds gangbare therapie vijf keer per dag een overvloedige maaltijd geserveerd. Steevast arriveert deze Russin onder luid gerinkel van een glazen deur die ze achter zich dichtsmijt. Ondanks zijn ergernis wordt Hans overweldigd door haar onweerstaanbare aantrekkingskracht. Vooral haar scheefstaande ogen, Kirgiezenogen noemt hij ze, laten hem niet los. Weken later, tijdens een eenzame wandeling, gaat hem een licht op over de herkomst van deze ‘fatal attraction’. Het voert hem terug naar zijn schooltijd. En zo wordt hij, zij aan zij met zijn neef die niets liever wil dan beter worden en zijn militaire loopbaan oppakken, steeds dieper weggezogen in de tijdloze ruimte, waarin oeroude krachten vat op hem krijgen. De lokroep van het sanatorium, de toverkracht, heeft hem opgesloten in een hermetisch afgesloten wereld. Hans Castorp vergelijkt het met de weckpotten op de planken van de provisiekast, vroeger thuis.

Daar staan ze jaar en dag, en als je er een openmaakt, al naar behoefte, is de inhoud helemaal vers en ongerept ——- Maar het toverachtige eraan is nu juist dat de inmaak aan de invloed van de tijd onttrokken was; ze was er hermetisch van afgesloten, de tijd ging eraan voorbij, ze kende geen tijd, maar stond buiten die tijd op haar plank.

En dit beeld is ook van toepassing op zijn eigen onbewuste, waar verliefdheid, maar evengoed vertrouwdheid met de dood, liggen te sluimeren.

Heldere ratio versus duistere machten


Tegelijk ontwikkelt Castorp, daarin uitgedaagd en bijgestaan door zijn medepatiënten Settembrini en Naphta, een scherp denkvermogen. De tegenstelling tussen duistere machten op de bodem van de menselijke ziel en de helderheid van een rationele omgang met de werkelijkheid vormt een van de grote thema’s van deze roman. Verlichtingsfilosoof Settembrini en jezuïet Naphta vertegenwoordigen dit conflict; de eerste als strijder voor democratie en volkenrecht, de tweede als aanhanger van terreurregimes, kadaverdiscipline en ‘de wellust van de dood’.

Het artsenpaar dat de behandelingen doet, longarts Behrens en psychoanalyticus Krokowski, weerspiegelt de tegenstelling van lichaam en geest. Krokowski geeft iedere veertien dagen een lezing – die de patiënten verplicht moeten bijwonen – waarin hij de psychische herkomst van menselijke kwalen toelicht, met name die welke voortkomen uit ‘de liefde’. Thomas Mann had veel belangstelling voor het werk van Sigmund Freud, die in 1900 met zijn ‘Traumdeutung’ het startsein had gegeven voor de bestudering van het onbewuste en de rol van de seksualiteit bij bepaalde ziektebeelden.

Aftocht van de burgerlijke havenbaron

~

Wie op weg naar Scandinavië langs de snelweg de havens van Hamburg ziet liggen, merkt misschien de schoonheid op van de honderden kranen, duizenden containers en alle bedrijvigheid van een goed lopende industrie. Honderd jaar geleden was dit toonbeeld van arbeid en welvaart niet anders. Hans is afkomstig uit een ‘goedburgerlijke’ Hamburgse familie van havenbaronnen, weeskind – vandaar zijn vertrouwdheid met ziekte en sterven – en opgevoed door een oom. Deze oom komt naar Davos onder het mom van een ziekenbezoek. In werkelijkheid wil hij hem zo snel mogelijk mee naar huis nemen, terug naar het gewone leven.

De geschiedenis lijkt zich even te herhalen. Oom wordt koortsig, valt van de ene verbazing in de andere over de vreemde gang van zaken op de Toverberg en weet niet waar hij het zoeken moet bij de verleidingskunsten van een van de vele dames met hun ‘fraaie maar van binnen rotte boezem’. Maar dan schetst Thomas Mann in een paar alinea’s de diepe kloof tussen de dromerige neef met zijn talent voor heftige gevoelens en scherpe discussies en de goedmoedige, hardwerkende burgerman, die op een ochtend verdwenen blijkt. Hij heeft ’s nachts zijn koffers gepakt en is met de eerste trein vertrokken. Hans Castorp is door zijn familie opgegeven.

Een verhaal over tijd

Hiermee is een einde gekomen aan de continuïteit in zijn leven, een tijdsbesef dat dateert uit de vele keren dat zijn grootvader, bij wie Hans na de dood van zijn ouders opgroeide, hem onder het tonen van oude familiestukken wees op de herhaling van levens door de eeuwen heen. Het bewaren van tradities, de behaaglijkheid en veiligheid van generaties oude gewoontes, de directe verbinding met de ‘over-over-overgrootvader’ van de conservatieve jongeman in het patriciërshuis van zijn familie – alles lijkt opgelost in een tijdloos leven. Als iedere dag hetzelfde is, dan vervalt de beweging en het onderscheid, wat iedereen weet die wel eens lang in een ziekenhuis heeft gelegen.

‘Bij ons is de maand de kleinste tijdseenheid’ krijgt Hans bij zijn aankomst te horen. Over De Toverberg is vaak opgemerkt dat het een roman over de Tijd is, over wat een monotoon en luxueus leven doet met individuele tijdsbeleving. Verlost van de problemen van alledag lijkt ook iedere groei en ontwikkeling tot stilstand te komen. Dat is de echte ziekte, en de harde confrontatie met de realiteit van ‘het laagland’ zal Hans fataal worden.

Leidmotieven


Wanneer de geliefde Russische voorgoed vertrokken is, breekt voor Hans Castorp een periode van afstomping aan. De reden van bestaan in het sanatorium lijkt weggevallen. De enige ervaring die voor hem overblijft, is het genot van de grammofoonplaten, die als nieuwste snufje zijn aangeschaft. In de uitweidingen over wat de muziek met Hans doet heeft Thomas Mann zorgvuldig vermeden de naam van Richard Wagner te noemen. Dat is opmerkelijk, want hij heeft zich bediend van een van Wagners belangrijke vormprincipes: het leidmotief. In de muziek is het een kort thema, dat kenmerk wordt van een personage, een gevoel of een belangrijk voorwerp. Mann gebruikt vaste zinswendingen om zijn personages mee te typeren en door dit telkens te herhalen ontstaat een vast stramien en vertrouwdheid. De Russische heeft Kirgiezenogen en smijt met deuren. Neef Joachim is zwijgzaam en heeft een militaire houding. Filosoof Settembrini draagt een ruitjesbroek en een oude jas en lijkt op een draaiorgelman.

De leidmotieven brengen een ritme in de vertelling, die een ironische werking heeft en de opzet van een satire versterkt. Een satire op de groepsdynamische processen die zich afspelen in een hermetisch afgesloten ruimte, waar een kasachtige ontwikkeling op gang komt, die uitloopt op desintegratie. Spiritisme, hysterie, ruzies, vechtpartijen en een zelfmoord vormen het laatste deel van het verhaal. Het weerspiegelt de stand van zaken in het ‘laagland’ waar de naties zich opmaken voor een wereldoorlog. Ironisch genoeg is het niet neef Joachim die beroepsmilitair wilde worden, maar de weinig vechtlustige dromer Hans die ten slotte op het slagveld belandt.

Schoongemaakt schilderij

De vertaler Hans Driessen heeft in zijn verantwoording aangegeven dat hij in tegenstelling tot zijn voorganger Pé Hawinkels (vertaling uit 1975) preciezer heeft willen zijn. De vrijheden die Hawinkels zich veroorloofde in zijn vertaling doen geen recht aan de oorspronkelijke tekst. Wie de moeite neemt passages in de twee versies naast elkaar te leggen en te vergelijken met de Duitse tekst zal Driessen gelijk geven. Deze Toverberg uit 2012 is als een schoongemaakt schilderij: de kleuren zijn fris en de contouren helder. Maar de roman heeft zo veel dimensies en geeft bij iedere (her)lezing zo veel verschillende invalshoeken en associaties, dat een rangorde weinig zinvol lijkt. Net als bij de Russische Bibliotheek van Van Oorschot is de sfeer van de oude vertaling voor de lezer niet minder mooi dan de moderne. Hoofdzaak is dat deze klassieke roman steeds opnieuw gelezen wordt.

Thomas Mann • De Toverberg • De Arbeiderspers • 29,90 (paperback) • 972 pagina’s • 9789029582292