Boeken / Achtergrond
special: De avond van de biografie

Welke landgenoot maakt van zijn biografie een seller?

Steeds duikt weer de vraag op hoe het in Nederland met de biografie staat. Alsof we er niet helemaal gerust op zijn. Nog niet zo heel lang geleden was het een moeizaam genre. Op De avond van de biografie klonken geruststellende geluiden.

Volgens inleider Hans Renders ging het genre voor Nederland echt van start met de serie Open Domein, afgeleid van het autobiografische én succesvolle Privé Domein. De serie werd in 1982 geopend met ambtenaar-schrijver J. van Oudshoorn. Niet iedere criticus toonde zich tevreden, maar dat was er vooral aan te danken dat iedereen precies wist hoe een biografie in elkaar moest steken. Daarover raken we nog steeds niet uitgepraat.

Leest als een roman
Het verdient in ieder geval aanbeveling dat er goed geschreven wordt in een biografie, wat iets anders is dan het voeren van een vlotte pen. Daar worden journalisten nogal eens van beticht. Historici krijgen regelmatig te horen er een stoffige stijl op na te houden. Zij willen een biografie dan ook niet lezen als een roman. Toch groeien beide typen biografen meer naar elkaar toe, al houdt de journalist het voordeel te kunnen schrijven én onderzoek te kunnen doen.

Ook neemt de verzuiling binnen het genre enigszins af. Een katholiek schreef standaard over een geloofsgenoot, een socialist over een geestverwant, een vrouw over een vrouw. Begrijpelijk: een biograaf verdiept zich liefst in iemand die hem qua cultuur nabij staat. Waarom zou een sociaal-democraat straks het leven van Hans Wiegel willen aanpakken?

Verifieerbaar
Renders heeft becijferd dat er per dag één biografie verschijnt, vooral door de enorme populariteit van de eigen familiegeschiedenis. De archieven worden bestormd door allerhande liefhebbers. Het pauperparadijs van journalist Suzanna Jansen was in 2008 een zeldzaam geslaagd geval van deze soort, vooral ook doordat haar boek goed geschreven is. Daarnaast zijn biografieën niet meer louter aan kunstenaars voorbehouden: ook politici, wetenschappers, sporthelden of volkszangers krijgen hun leven van kaft tot kaft beschreven.

De biografen van de avond – Renders, Elsbeth Etty, Willem Otterspeer en Aleid Truijens – waren het er gloeiend over eens dat de feiten in een biografie altijd verifieerbaar moeten zijn. Verder is alles toegestaan. Of misschien toch ook niet. Renders noemde twee biografieën waarin de auteurs voorgaven te weten wat er omging in de hersenpan van hun onderwerp. Een biograaf is geen alwetend verteller. Ideaal is een biografie die iemands publieke werk verduidelijkt door dit werk in een zinvol verband te brengen met het persoonlijke. Voorwaarde is ook dat het onderwerp goed in zijn of haar tijd van leven wordt geplaatst.

Sleutelfiguren
Onder de noemer Sleutelfiguren en met subsidie door het Cultuurfonds krijgen acht personen uit de Nederlandse geschiedenis een nieuwe biografie. Johan Koppenol van het Cultuurfonds: ‘Cultuurdragers uit de afgelopen twee eeuwen hebben biografisch heel wat aandacht gekregen. Nu is het ook tijd voor sleutelfiguren die historisch verderaf liggen.’ De biografieën van onder anderen Jacoba van Beieren, Rutger Jan Schimmelpenninck en Herman Boerhaave zijn al verschenen. Jacob van Lennep komt ook nog en Koppenol zelf werpt zich op Jacob Cats.

Annet Mooij bracht Branie, haar biografie van ‘sleutelfiguur’ Mina Kruseman (1839-1922), over het voetlicht. Karin Bloemen las in oogverblindend ornaat een feministisch fragment van de schrijfster voor. Of de enigszins pathetisch klinkende Kruseman gedrukt op papier net zo boeit als voorgedragen op het podium, is de vraag. Interessant is wel weer de vraag wat haar hooglopend conflict met Multatuli behelsde, in wiens Vorstenschool zij een rol speelde. Ze raakten na een succesvolle reeks voorstellingen voorgoed gebrouilleerd. Zulke sappige ingrediënten doen een biografie nooit slecht.

Mislukkingskunstenaar
Willem Otterspeer onthulde dat zijn tweedelige biografie over Willem Frederik Hermans in oktober verschijnt en De mislukkingskunstenaar gaat heten. Deel 1 gaat over wat er volgens Hermans allemaal mislukte in de wereld van het veronderstelde sadistisch universum, deel 2 over wat in zijn eigen leven navenant mislukte. Otterspeer vindt Hermans niet iemand die je voortdurend over de vloer moet hebben. Voor hem is hij als schrijver groter geworden, als mens minder groot.

Iemand als Hermans wordt nog wel herinnerd en gelezen, maar lopen we nog weg met zogeheten cultuurdragers die in ons beperkte taalgebied hun lokale rol speelden, met hoeveel verve ook? Het lijkt vooral aan grote(re) landen voorbehouden om figuren van statuur te genereren, ook van heel vroeger, die wereldwijd nog in de belangstelling staan. 

De avond van de biografie • 11 maart 2013 • Spui25 i.s.m. Uitgeverij Balans, Cultuurfonds • OBA Amsterdam