Boeken / Achtergrond
special: schrijver Dimitri Bontenakel

Ontmoet Lemmy Planck: De Big Lebowski van de Lage Landen

In De steek van de schorpioen probeert Lemmy Planck na een wereldreis zijn zaakjes weer op orde te krijgen. Dat blijkt een hard gelag als allerlei ongure lieden steeds maar zijn voordeur blijven intrappen. Een gesprek met de Antwerpse auteur Dimitri Bontenakel.

~

Lemmy Planck is een onbegrepen schrijver wiens debuutroman flopt. Nadat zijn huwelijk strandt, verbrandt hij de schepen achter zich en trekt de wijde wereld in. Twee jaar later keert hij terug naar Antwerpen. De oogst? Een schorpioen die een schaar mist en twee manuscripten. Een is zijn nieuwe roman, de tweede het dagboek van een Chileense ex-werknemer van een privébeveiligingsfirma waarvan hij ook die schorpioen meenam. Als de interesse in het dagboek toeneemt, wordt de wereld er voor de vrij cynische Lemmy niet rooskleuriger op.

Op de achterkant van het boek staat De Big Lebowski van de Lage Landen. Kunt u dit verklaren?
Het was mijn intentie om een detective noir te schrijven, maar dan een zonder detectives en mét humor. En als je komische noir zegt, zeg je ook de gebroeders Coen, de regisseurs van cultklassiekers als Fargo en The Big Lebowski. De scène waarin Lemmy’s voordeur uit de voegen wordt geramd als hij een bad neemt is een knipoog naar laatstgenoemde film. Bovendien mocht de plot niet louter draaien rond één of meer femmes fatales, zoals dat bij Raymond Chandler vaak het geval was. Het mocht iets meer om het lijf hebben.

In The Big Lebowski vallen pacifisten The Dude lastig. In Lemmy’s geval zijn het werknemers van privébeveiligingsfirma’s. Vanwaar deze keuze? En waarom een schorpioen? 
Toen ik in 2007 of 2008 aan het verhaal startte – ik rondde het reeds in 2010 af – lagen de privébeveiligingsfirma’s onder een vergrootglas. De firma Blackwater – intussen tweemaal van naam veranderd – haalde de nieuwsberichten. Ik vond het een interessante kwestie en heb me daarin verdiept. En wat de schorpioen betreft: er zaten veel GI’s gelegerd in Irak. Om de tijd te verdrijven en vertier te hebben, lieten de mannen dieren tegen elkaar vechten. Net zoals hanengevechten, maar dan met exotische dieren zoals kameelspinnen en schorpioenen. De GI die in De steek van de schorpioen aan bod komt, is de Chileen met de schorpioen. In zijn vorig leven als huurling had de Chileen ook in Irak gezeten. Lemmy ontmoet hem in zijn latere jaren, als verbitterd man met een kwade afronk en als inmiddels ex-werknemer in Argentinië, een man die uithaalt naar de ganse wereld en zichzelf, de man van het manuscript. Na de dood van de Chileen ging de schorpioen mee in de reiskoffer.

~

De steek van de schorpioen put uit vele culturele ervaringen, en stipt veel landen en plaatsen aan. Hebt u zelf een wereldreis gemaakt?
Geen echte wereldreis, maar ik heb veel plekken gezien. Als je alleen reist en zo ver van huis bent ontmoet je veel kleurrijke personages. De scène waarin Lemmy met de voor hem op dat moment wildvreemde Chileen door de Argentijnse woestenijen trekt, heb ik zowat letterlijk beleefd. In China ben ik ook geweest, waar Lemmy de eerste pagina’s van zijn roman schrijft. Mijn zuster woont daar. Toen ik in 2008 aan De steek van de schorpioen werkte vond er een heftige aardbeving plaats in de provincie Sichuan. Daarbij vielen duizenden en duizenden doden. Ze woont daar vlakbij, mijn zuster, in de stad Chengdu. Natuurlijk wilde ik weten of ze oké was, dus ik belde direct, maar alle lijnen lagen plat vanwege de aardschok. Het was een beangstigende situatie. Gelukkig bleek ze uiteindelijk ongedeerd, maar het was en ís daar nog steeds een penibele toestand. De stad is herbouwd, maar de wonden zijn nog niet geheeld. Gebouwen zakten destijds als jengatorens in elkaar. Scholen gingen makkelijk, té makkelijk tegen de vlakte, en vele kinderen lieten het leven. Daar zijn de ouders nog steeds boos over, dat de constructies van de gebouwen niet deugden, maar hen wordt het zwijgen opgelegd.

Er is een scène waarin Lemmy aan een loket staat en een lastige quizvraag moet beantwoorden om zijn spullen te krijgen. Een cynisch antwoord op de bureaucratie?
Daar hebben we allemaal mee te maken denk ik, of je nu in Nederland of in België woont. Naast mijn leven als schrijver werk ik ook bij een sociale instelling. Op een keer moest ik papieren van een gezinssamenstelling opvragen bij de gemeente. Maar toen ik belde werd mij gezegd dat ik het via de mail moest afhandelen. Dat zijn zaken waarmee we bij mijn werkgever worstelen, en die bij veel mensen, of ze nu in Nederland, België of elders wonen, op het bord belanden. De scène aan het loket is een kleine zijstap in een soort kafkaiaans universum, waarmee ik bureaucraten een beetje in hun hemd wil zetten.

Een uitspraak uit De steek van de schorpioen: ‘Wie geen lezer is, zal nooit een schrijver zijn.’ Waar?
Dat lijkt mij wel. Voor mij geldt dat in ieder geval wel. Het zal voor elke schrijver zo zijn, vermoed ik. Je kan niet zonder ooit zelfs iets te hebben gelezen een boek gaan schrijven. Je zou ook geen gitaar gaan spelen zonder ooit een noot muziek te hebben gehoord, lijkt me.

Er is een hoofdstuk waarin Lemmy zijn roman wil slijten bij een uitgeverij. De mensen aldaar zijn echter bepaald niet welwillend. Sterker nog, ik begon ze te hekelen. Na bij Davidsfonds gepubliceerd te hebben komt De steek van de schorpioen, terwijl het verhaal inmiddels twee jaar afgerond is, bij Wereldbibliotheek. Moeten we die scene als kritiek opvatten?
Ik heb daar niets mee bedoeld. En ik kan me er niet per se in vinden dat de mensen van de uitgever in mijn roman een soort antipathie oproepen. Dat Lemmy’s verhaal zich moeilijk laat verkopen ligt misschien ook wel aan hemzelf. Dat mijn eigen boek al een tijdje op de plank lag laat zich ook makkelijk verklaren. Ten eerste ben ik in de tussentijd van uitgeverij gewisseld, en ten tweede heeft het verhaal vanaf het moment dat het ik het in eerste instantie afrondde nog een aantal herschrijvingen ondergaan. Er is in geen geval een bewuste intentie geweest om een uitgever of uitgeverijen in het algemeen in een kwaad daglicht te stellen.

~

Literatuur, maar ook muziek speelt een relatief grote rol in uw roman. In hoeverre zijn die van invloed op uw bestaan als schrijver?
Paul Auster wordt onder anderen genoemd, en Richard Yates, beide schrijvers die ik graag lees. Maar of zij van directe invloed zijn op mijn roman: nee, dat denk ik niet. De Amerikaanse auteur Kurt Vonnegut, die onder meer Slaughterhouse-Five schreef, wellicht wel. Hij heeft een manier van schrijven die ik bewonder. Als geen ander stelt Vonnegut serieuze zaken op een lichtvoetige, haast komische manier aan de kaak. Dat heb ik ook willen bereiken met De steek van de schorpioen, dat zoals gezegd, een komische detective noir is. Ik stip bijvoorbeeld een serieus thema aan met de kwestie van de privébeveiligingsfirma’s, maar benader daarnaast de protagonist met een vleugje humor. Zo schop je mensen een geweten zonder dat ze er erg in hebben.

Lees hier de recensie van De steek van de schorpioen.