Boeken / Achtergrond
special: Lustrumsymposium Frame

Het braafste jongetje van de klas

.

Desalniettemin heeft Frame volgens de Utrechtse hoogleraar Ann Rigney, die de bijeenkomst opent, een van de strengste redacties waar ze ooit mee in aanraking is gekomen. Een dag na het verstrijken van de deadline vond ze tot haar grote verbazing al een aanmanend bericht in haar mailbox, dat doen niet veel collega’s hun na.

Backbone
Het congres wordt al even streng bestierd; de opening is exact om half een, de bijdragen worden kort gehouden door de dagvoorzitter die briefjes omhoog houdt met het aantal minuten dat de spreker nog rest, en ook voor vragen is een afgemeten hoeveelheid tijd beschikbaar. Het leidt tot enige hilariteit als een van de sprekers reageert met een ‘jaja, ik ben echt wel op tijd klaar’. Maar het moet gezegd worden: het werkt wel. Mensen die regelmatig dit soort congressen bezoeken weten dat sommige sprekers graag uitwijden en dat het tijdschema niet zelden volledig zoek is halverwege de dag, het is dan ook verfrissend om te zien hoe de jonge redactieleden er in slagen de touwtjes in handen te houden.

Diezelfde vasthoudende mentaliteit heeft er vast ook voor gezorgd dat Frame regelmatig grote namen zoals Jonathan Culler, N. Katherine Hayles en Marie-Laure Ryan weet te strikken voor een bijdrage. Samen met de regelmatige bijdragen van de ‘eigen’ literatuurwetenschappelijke staf uit Utrecht, maar ook Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Gent en Leuven én de bijdragen van uitzonderlijk goede studenten in de rubriek Masterclass, vormen de stevige wetenschappelijke backbone die het blad meer dan lezenswaardig maken voor studenten en onderzoekers. Voor de gemiddelde leek is de inhoud waarschijnlijk wat te zwaar op de maag.

Actueel

~

De keuze voor themanummers die aansluiten bij ‘hot issues’ in de hedendaagse Literatuurwetenschap geven Frame bovendien een actuele waarde waar veel collega’s jaloers op mogen zijn. In het jubileumnummer zijn het met name de bijdragen van Rigney en Butôt die eruit springen, omdat ze beiden hard weten te maken dat literatuurwetenschap een discipline is die middenin de maatschappij staat. Rigney toont hoe narrativiteit een voorwaarde is voor heldendom en martelaarschap, Butôt op haar beurt focust zich op de gespannen verhouding tussen herinneringen en de representatie ervan in een vreemde taal. Beide onderwerpen zouden niet misstaan op een congres over respectievelijk extremisme en integratie.  

Kortom: niets dan lof voor het braafste jongetje van de klas. Het enige dat er feitelijk nog aan ontbreekt, is een groter publiek. Ondanks dat zeker de helft van de bijdragen in het Engels zijn, richt Frame zich vooral op Nederland. In een tijd waarin een kwart van de wereld (en vermoedelijk 99 procent van de universiteiten) internet tot zijn beschikking heeft, lijkt me dat een onnodige beperking. Hopelijk gaat de redactie meer tijd en moeite steken in de recentelijk gerestylde website, zodat deze de komende jaren uitgroeit tot een boegbeeld van de Nederlandse literatuurwetenschap. Dat is een mooi streven voor een blad dat de wens heeft ‘nóg 25 jaar te bestaan’.

Frame verschijnt tweemaal per jaar. De abonnementsprijs bedraagt €10 voor studenten en €15 voor niet-studenten. Een los nummer kost €8,50. Meer informatie en bestellingen via de website