Boeken / Achtergrond
special: Interview met de Israëlische schrijver David Grossman

De echokamer van het verlies

.

David Grossman (foto Peter-Andreas Hassiepen)
David Grossman (foto Peter-Andreas Hassiepen)

In Israël heerst de logica van de oorlog. Sinds de oprichting in 1948 is het land verwikkeld in een permanent conflict met de Palestijnen, en nu en dan in een oorlog met buurlanden. Die nimmereindigende dreiging en vijandschap eist een zware tol van de bevolking. Daarover schreef David Grossman in 2008 al een paar indringende essays in zijn bundel Writing in the Dark. In datzelfde jaar verscheen van hem een roman die verkent hoe de dreiging van dood en geweld de levens van Israëli’s doordesemt. De Nederlandse vertaling daarvan verscheen vorig jaar onder de titel Vrouw op de vlucht voor een bericht. Hoofdpersoon is Ora, een Israëlische vrouw wier zoon als soldaat bij het conflict betrokken is. Ze komt in opstand tegen de machinerie van oorlog en geweld en weigert lijdzaam thuis te wachten op een mogelijk slecht bericht – ze slaat op de vlucht. Ora dwaalt met een oude vriend rond in het bergachtige Galilea, onbereikbaar voor de realiteit. Grossman schreef de roman tijdens de Tweede Libanese Oorlog, waarin zijn eigen zoon Uri meevocht. Op de laatste dag van deze oorlog kwam Uri om.

Decennialang in een staat van conflict verkeren. Wat doet dat met een volk?
‘Dat kost enorm veel. We raken eraan gewend onze ziel zo klein mogelijk te maken. Hoe minder je voelt, hoe minder je lijdt. We beperken onze mentale bewegingsvrijheid, onze vitaliteit, onze emotionele reikwijdte. Hierdoor raken we moreel en emotioneel verdoofd, niet in staat nog empathie te voelen voor het leed van anderen. Massaal zitten we gevangen in deze val. Het blijkt beangstigend makkelijk om te worden gemanipuleerd door angst, wantrouwen en haat.’

Welke rol speelt de taal hierin?
‘Die wordt armer en armer naarmate het conflict langer voortduurt. Overheid, leger en media gebruiken clichés, slogans en eufemismen om onszelf, de anderen en het conflict te beschrijven. Voor je het weet, ga je die overnemen. Daarbij gaan de nuances verloren, en in het kielzog daarvan raken we ook het contact met de realiteit kwijt. En dat is ook precies de bedoeling van die clichés. Want de natuurlijke rijkdom van de taal brengt voortdurend pijnlijk in herinnering wat we allemaal aan emotionele subtiliteiten zijn kwijtgeraakt. Op den duur staan we slechts nog in contact met de bedreigende elementen van de werkelijkheid. Met de nachtmerries. En kunnen we naar buiten alleen nog maar een vuist vormen. Daartoe lijken we gedoemd.’

Wat kunt u als schrijver hierin betekenen?
‘Ik geloof diep in de kracht van de dialoog. Tussen mensen onderling, maar ook tussen mensen en boeken. In mijn romans stel ik een andere manier van begrijpen voor: empathisch, niet-oordelend. Ik hoop dat lezers na Een vrouw op de vlucht voor een bericht niet zo makkelijk meer een ondubbelzinnig oordeel over Israël kunnen vellen. Dat ze er flink van in de war raken. Verwarring is goed. Die betekent dat iemand gevoel krijgt voor de tegenstrijdigheden in hemzelf en in het leven. Onze oorlog is niet zwart-wit. Het is geen voetbalwedstrijd waarbij je vóór het ene team en tegen het andere kunt kiezen. Wie ons wil helpen, zal begrip moeten hebben voor beide partijen. Dat is de enige manier.’

Hoe kan literatuur dat begrip oproepen?
‘Als je een goed boek leest, zie je in de personages alternatieven voor jezelf. Ook in de personages waaraan je een hekel hebt. Je beseft dat je in die situatie hetzelfde zou kunnen hebben gedaan. Bij een journaalfilmpje van 50 seconden kun je nog makkelijk denken: wat een rotzakken, wij zijn veel beter dan zij. Maar literatuur kan het inzicht bieden dat het maar een haartje scheelt of jíj had in diezelfde situatie verkeerd. Bovendien zie je dat je niet gedoemd bent om op één manier te denken. Dat de werkelijkheid rijk en gelaagd is. Zo kunnen mensen ontsnappen aan wat hen verlamt.’

In Vrouw op de vlucht doet hoofdpersoon Ora een poging aan de realiteit te ontsnappen door te vluchten naar de heuvels van Galilea. Een bijzondere vorm van rebellie.
‘Ora is inderdaad erg atypisch. Op een zeker moment brengt ze haar zoon Ofer naar het verzamelpunt voor dienstplichtigen. Pas na terugkomst beseft ze dat daarmee Ofer ten offer bracht aan de god van de oorlog. Ze vraagt zich af hoe dat heeft kunnen gebeuren en wordt plotseling opstandig. Er zijn twee mensen nodig om slecht nieuws af te leveren: een brenger en een ontvanger. En Ora weigert de ontvanger te zijn. Ze besluit van huis te gaan tot Ofer weer terug is. Een nobele, maar wonderlijke beslissing! Voor veel Israëli’s die het boek lazen, kwam dit idee als een schok én een openbaring. Het is een optie waarmee men geen rekening houdt. Wat als we eens niet meedoen aan die hele machinerie van oorlog en dood? Wat als we onze houding eens omgooien?’

Uw zoon Uri is nauw verbonden met deze roman en deze thematiek. Toen hij overleed was het boek nog onvoltooid. Hoe was het om na zijn overlijden het schrijven eraan weer op te pakken?
‘Ik voelde me ontworteld, losgesneden van alles wat ik kende. Van mezelf, mijn lichaam, familie, taal, alles. Het terugkeren naar dit boek, het opnieuw leven inblazen van de personages en situaties, stelde me in staat weer een plaats voor mezelf in de wereld te scheppen. Ik kon niet anders. Het is mijn manier om te begrijpen wat er met mij en de wereld gebeurt. Toch is het geen roman over rouw geworden. Daarover moet een ander boek worden geschreven. De roman gaat juist over de heelheid van het leven, de kracht van familie, vriendschapsbanden, liefde. Natuurlijk, angst en dood vormen de echokamer van deze thema’s. Maar is dat niet zo bij alle literatuur? En is die daarom niet zo krachtig? De echokamer van het verlies maakt alles voor ons intens en betekenisvol. En met ons bedoel ik niet alleen Israëli’s, maar iedereen in deze wereld. We leven allemaal op het randje van de afgrond. Altijd.’