Boeken / Achtergrond
special: In gesprek met David Mitchell

De ‘mystiek’ van het schrijverschap

Als je op je eenenveertigste vijf succesvolle boeken op je naam hebt staan, waarvan er twee voor de Man Booker Prize genomineerd zijn geweest, mag je jezelf tot de betere hedendaagse schrijvers rekenen. David Mitchell blijft er erg nuchter en bescheiden onder.

Zaterdag 5 juni 2010 vertelt hij in een vraaggesprek met Lidewijde Parisover zijn nieuwe boek (De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet) en zijn werkwijze. Wat als eerste aan David Mitchell opvalt is zijn olijke blik. Die door zijn luchtige, humoristische wijze van presenteren nog eens versterkt wordt. Mitchell heeft een fikse verkoudheid en lichte hoofdpijn, maar dat is hem zeker niet aan te zien. Na snel een anti-grieppil geslikt te hebben, straalt hij enkel zin in een middagje praten over zijn boek uit.

Aangezien we op 8WEEKLY binnenkort volop terug komen op de inhoud van De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet, zijn we nu vooral benieuwd naar de werkwijze van David Mitchell. Hoe komt hij tot zijn boeken, karakters en gebeurtenissen? 

Deductie
Al snel wordt duidelijk dat niet één idee aanleiding is tot een roman, maar dat vele kleine ideeën uiteindelijk tot een verhaal leiden. Maar ideeën en ingevingen alleen zijn meestal niet genoeg. Er komt ook de nodige deductie bij kijken. Zo speelt zijn nieuwste roman zich af in Deshima, een Hollandse handelspost in Japan tijdens de dagen van de VOC. Die handelspost bracht de nodige problemen met zich mee. Op dit kleine stukje Nederland in De Oost heersten strenge regels. Zo was het naast de uitgezonden Nederlandse mannen verder bijna niemand toegestaan het eilandje te betreden. De Nederlanders mochten daarentegen zelden het eiland af. En Mitchell wilde een liefdesverhaal in de roman verwerken. Dat vraagt uiteraard om moeilijkheden. Hij moest dus een situatie verzinnen waarin onze Jacob de Zoet in aanraking kan komen met een Japanse dame.

Handelaren, vertalers en prostituees waren de enige groepen die toegang hadden tot Deshima. De eerste twee bestonden hoofdzakelijk uit mannen dus die vielen af als bron van de liefdesgeschiedenis. De derde optie lag meer voor de hand. Een geisha zou prima als potentiële geliefde kunnen dienen. Dit was echter ten eerste nogal afgezaagd en ten tweede dreigde Mitchells vrouw (zelf Japans), vanwege zo’n cliché, bepaalde lichaamsdelen van zijn lichaam te hakken als hij voor de geisha-optie zou kiezen. Dus moest er iets anders bedacht worden. Er was maar één uitweg. Er was namelijk nóg een groep die toegang had tot het eiland Deshima.

De Nederlanders brachten met hun komst namelijk niet alleen goederen van en naar het oosten, maar ook de westerse wetenschap. En er werden dan ook enkele Japanse studenten onderricht in de recente ontdekkingen. De vrouw moest een studente zijn. En alleen de dochter van een invloedrijk man zou hiervoor in aanmerking kunnen komen. Want ook de studenten waren normaliter van het mannelijke geslacht.  Met de dochter van een dokter zou Mitchell al een heel eind komen. Maar dat was nog steeds niet genoeg voor een geloofwaardige aanwezigheid op het eiland. Daarom werd deze vrouw dankzij Mitchell vroedvrouw en hielp zij de vrouw van een Japanse magistraat met een levensgevaarlijke bevalling. Uit dankbaarheid zorgde die magistraat dan ten slotte voor toegang tot Deshima.  

Eureka!
Zoals hieruit blijkt, is schrijven geen aaneenschakeling van eureka-momenten, maar een analytisch proces, waarbij alle aanwezige factoren gewikt en gewogen worden. Voor het bepalen van die factoren, nodig voor de geloofwaardigheid, helpt een gedegen onderzoek naar de achtergronden van de karakters. Aangezien David Mitchell zelf jaren in Japan gewoond heeft, was dat gedeelte niet zo moeilijk.

De veelvoudig aanwezige Nederlanders in het boek vormden echter een probleem. Voor een goede representatie van hun cultuur moet je als schrijver bepaalde ‘mind scapes‘ vanuit die cultuur opdoen, aldus Mitchell. Hij heeft dan ook een half jaar in Nederland doorgebracht om onze lucht op te snuiven, door sneeuwbuien te fietsen, het Hollandse licht te ervaren en onze grassen te ruiken. Alleen zo kon hij de juiste sfeer creëren voor zijn karakters. 

Constructie

~

Naast de authenticiteit van de personages valt bij Mitchell ook het gebruik van de herhaling op. Zo komen diverse personages in de een of andere vorm voor in meerdere van zijn boeken en verhalen. Alles lijkt met elkaar verbonden. Zo komen we in het ene boek bijvoorbeeld een twintigjarige jongedame tegen, die vervolgens in een andere boek als tachtigjarige vrouw terugkeert. Deze onderlinge verbanden tussen zijn diverse boeken vindt Mitchell zelf alleen maar logisch. Volgens hem zijn al zijn boeken onderdeel van een überboek. Zoals zinnen uit woorden bestaan en woorden weer uit letters, zo vormen zijn boeken tezamen ook een groter samenhangend geheel.

Het lijkt allemaal erg knap zoals Mitchell zijn personages en verhalen construeert. De virtuoze gelaagdheid, de uitgediepte karakters en magistrale samenhang, vormen zijn unieke signatuur binnen de hedendaagse literatuur. Hij blijft je keer op keer verrassen met zijn schrijfkunsten en briljante ingevingen. Je kunt je afvragen hoe hij dat toch doet. En hierboven is dat enigszins duidelijk geworden. David Mitchell is daar echter nog nuchterder over: ‘Het is mijn werk!’