Boeken / Achtergrond
special: Geen Daden Maar Woorden Festival, 16 mei 2009

Afwisselende aperitiefjes wakkeren de literaire honger aan

.

In de filmzaal worden filmportretten vertoond van Jeroen Brouwers, Hans Verhagen, Rien Vroegindeweij en Abdelkader Benali, evenals een aantal animatiefilms van Sander Alt. Vooral diens animatie van Maria Barnas’ gedicht ‘Het noorden is het noorden’ valt op door een abstracte eenvoud die de beeldende woordenstroom van Barnas niet wegdrukt, maar de ruimte geeft aan de fantasie en verbeelding van de toeschouwer. Dat maakt nieuwsgierig naar Barnas’ voordracht later op de avond. Het filmprogramma wordt zo nu en dan overstemd door de jazzband SteamTeam, die in de aangrenzende serre speelt. Hoewel hun muziek lekker klinkt, verstoort het de films.

Smeltende gedachten

Smeltende gedachten

Vragen en lachen

De repetitieruimte is deze avond het domein van Greet Verstraete, in het stuk Smeltende gedachten van Hanneke Paauwe. Staand in een laagje blauw water zwaait de actrice de scepter over het twintigkoppige publiek met een spervuur van vragen, op de man af gesteld: ‘Bent u een held? Wat is de geur van uw bed? Durft u een terrorist te kussen? Zult u zichzelf missen als u dood bent? Wat is belangrijker: vragen stellen of antwoorden geven? Uit hoeveel letters bestaat de zin van uw leven?’ Deze laatste vraag staat ook gedrukt op haar witte hoepelrok, die door het opzuigen van het water van onder blauw is geworden. Het publiek antwoordt zo nu en dan, maar is vooral in gedachten op zoek naar antwoorden op Paauwes vragen. De intieme sfeer, door het gedempte licht dat de waterkringen op de muur spiegelt en de limiet van twintig bezoekers, maakt evenveel indruk als het meisje met haar indringende blik en vragen.

Herman Koch

Herman Koch

Deze intimiteit staat in groot contrast met de grote zaal waarin Jan Siebelink, Herman Koch en Abdelkader Benali voordragen. Toch lukt het voornamelijk Koch om deze totaal gevulde zaal te verenigen, niet met vragen, maar door de lach. Hij leest drie korte verhalen voor. Twee daarvan zijn ‘bekentenissen van’ die samen met andere ‘bekentenissen van’ een nieuwe bundel zullen gaan vormen, aldus Koch. Met name ‘Bekentenissen van een kunstenaar’ is hilarisch. Hierin bekent een kunstenaar aan het eind van zijn leven dat hij ook niet meer weet hoe hij zijn schilderijen moet houden, wat de boven- en onderkant is. Ook stemt hij in met het vroeger door hem zo gehate commentaar dat een vijfjarig kind hetzelfde kan maken. De zaal buldert van het lachen als de kunstenaar aan zijn zoon die in Canada woont, vraagt wat zoonlief precies bedoelt met de uitspraak dat hij zo ver mogelijk verwijderd wil zijn van zijn moeder, zijn vader en diens kutschilderijen.

Brokjes poëzie

Serieuzer, maar niet minder vermakelijk, zijn de door Sabine de Lat naar Engelstalige liedjes omgezette gedichten van Charles Baudelaire, die zij in de kleine zaal ten gehore brengt met de band Le Loup Noir. Vooral ‘Poison’ (‘Le Poison’) klinkt als een echte chanson door de begeleiding op (onder andere) accordeon. De goed gevulde zaal loopt leeg als het optreden van Le Loup Noir wordt gevolgd door een voordracht van Maria Barnas. Het publiek kiest duidelijk voor de tegelijkertijd optredende Ellen ten Damme. Hoewel Barnas’ voordracht niet daverend is, leest ze een aantal mooie gedichten voor uit haar bundels Twee zonnen en Er staat een stad op.

Ellen ten Damme

Ellen ten Damme

Het is voor haar gewoonweg onmogelijk om op te boksen tegen de fraaie en swingende liedjes van Ellen ten Damme. De teksten van de liedjes, met openingszinnen als ‘Misschien zal ik een draakje voor je slachten’, werden geschreven door Ilja Leonard Pfeijffer. Voor een afgeladen zaal brengt Ten Damme een afwisselende show: rustige liedjes met viool, hardere nummers op gitaar, akoestische liedjes en zelfs meezingers als ‘Ik ben bang om rijk te worden’. Een prima afsluiter voor een publiek dat lang genoeg heeft stilgezeten en wil praten en bewegen.

In die behoefte wordt voorzien met een afterparty verzorgd door Naald en Kraak. Gedanst wordt er (nog) niet, het publiek staat moe maar voldaan na te praten over het afwisselende programma. Er was voor ieder wat wils en de brokjes literatuur en poëzie die deze avond geserveerd werden, maken nieuwsgierig naar meer. Precies wat de organisatie voor ogen had bij het samenstellen van het festival.