Boeken / Achtergrond
special: Een interview met Luc De Vos

‘Paddenkoppenland is een sleutelroman, maar de sleutel is niet moeilijk te vinden’

Luc De Vos, net vijftig geworden, heeft duidelijk geen tijd te verliezen: zijn muziekgroep Gorki bestaat dit jaar 25 jaar, hij draafde recent viermaal op in de populaire quiz De Slimste Mens ter Wereld en met Paddenkoppenland is hij intussen aan zijn zevende boek toe.

 

Op de achterflap lezen we dat je Paddenkoppenland als je belangrijkste boek tot nog toe beschouwt. Meen je dat, of is het een verkoopspraatje van de uitgever?
Ik heb er in elk geval het langst aan gewerkt, toch zo’n drie jaar. Ik had er bijgevolg het meeste voldoening aan toen het af was. Maar mijn belangrijkste boek? ’t Is niet dat ik het als mijn magnum opus beschouw, ik heb gewoon geschreven wat ik te zeggen had. Zoals altijd. 

Je schrijft romans, liedjesteksten en columns. Is er een verschil in werkwijze?
Wat liedjesteksten betreft, moet ik je ontgoochelen: daar is niet echt sprake van een methode. Ik schrijf niets op, en ga zeker niet na zitten denken over de thema’s die ik wil bezingen. Integendeel: er komt een zinnetje op in mijn hoofd, en dat kan daar gerust een jaar liggen gisten. Het jaar daarop kan er weer een flard tekst komen, tot ik opeens een songtekst heb door al die zinnetjes bij elkaar te voegen. En als ik er genoeg heb, maak ik een plaat (lacht). 

Je schrijft je boeken toch niet zo?
Nee, dat is écht wel hard werken. Dagelijks enkele uren gedisciplineerd schrijven, met een concreet doel: in mijn geval één pagina per dag. Bij voorkeur van 9 tot 12 uur, zodat ik me achteraf kan belonen met een verse tas soep, ergens in de Gentse binnenstad. Het fabeltje van de inspiratie die als een vogeltje komt aangevlogen, kan ik bij deze dus doorprikken. Het is zitten, schrijven, dingen proberen, herschrijven, schrappen. 

~

Werk je met een schema?
Dat is te zeggen: er waren een aantal zaken die ik er zeker in wilde en die ik heb genoteerd. Zo moest het hoofdpersonage gelouterd uit het verhaal komen en een belangrijk inzicht verkrijgen. Hij moest ook één wereldhit scoren én Ronny De Keyzer heten: iemand die zich bij momenten een god waant, maar zijn dromen steeds stuk ziet gaan. Ik geloof dat mijn schema uit tien lijntjes of zo bestond (lacht). 

Mijn enige echte kritiek op het boek is dat het net zo abrupt eindigt. Wat gebeurt er verder met Ronny? Je blijft als lezer op je honger zitten.
Ervaar je dat als negatief? Dat plotse einde was net mijn bedoeling: we verlaten hem op het moment dat hij gelouterd is en vrede heeft met zijn lot. Vanaf nu is voor Ronny alles weer mogelijk. Of niet, dat blijft door dat open einde in het midden. Schrijf hij alsnog die sciencefictionbestseller? Gaat hij opnieuw optreden na die ene wereldhit die hij ooit had? Dooft hij langzaam uit? Sticht hij een nieuw gezin? We weten het niet. In Stoner van John Williams volgen we het hoofdpersonage tot hij sterft in zijn sofa, eenzaam, zonder illusies. Dat einde wilde ik Ronny niet geven, alles moest nog kunnen. 

Je doet weinig moeite om bestaande mensen in je boek te verhullen. Zo wordt regisseur Jan Verheyen gewoon Eddy Verheyen.
Goh ja, voor mij is dat spielerei. Als ik ze onherkenbaar maak, is er geen plezier aan voor de lezer. Maar ze open en bloot bij naam noemen is ook geen optie, omdat het een roman en geen non-fictie is. Laten we dus zeggen dat Paddenkoppenland een sleutelroman is, maar dat het niet echt moeilijk is om de sleutel te vinden (lacht). Of er veel van Luc De Vos in Ronny zit? Goh, ik heb er wel wat autobiografische elementen in verwerkt, maar over het algemeen is het toch een fictief personage.

Je hoofdpersonage Ronny De Keyzer trekt bij momenten nogal hard van leer tegen de Vlamingen: “Misschien wonen in Vlaanderen alleen slechte mensen, het zit er ingebakken, de lelijkheid, de domheid, de vernietigingsdrang.” Ik vermoed dat jouw mening hier toch ook wat doorschemert?
Het is een roman, dus ik kan mijn personages alles laten zeggen. Maar het klopt wel dat ik het af en toe eens ben met Ronny, Zoals in het citaat dat je aanhaalt: Vlamingen doen niet anders dan klagen, terwijl we in het beste land ter wereld wonen. We zijn zo verwend, maar we beseffen het niet meer. Neem nu die stakingen van de laatste tijd, om het aantasten van de welvaart aan te klagen. Ok, de regering moet besparen, en dat zal de Vlaming voelen, maar ’t is maar te zien hoe je dat bekijkt. In mijn visie krijgen we bij wijze van spreken allemaal dagelijks tien taarten, en door de besparingen zullen er dat maar negen meer zijn. Maar dat blijven wel negen taarten hé. Terwijl er zoveel mensen zijn die het elke dag met een droge sandwich moeten doen. Wat we nu meemaken, is geen economische crisis, maar een crisis van het surplus, van het teveel dat we hebben. Als kind had ik, om mij te ontspannen, 17 stripverhalen. Verder niets. En als ik nu zie hoe mijn zoon kan multitasken door tegelijk met zijn telefoon, tablet en de televisie bezig te zijn, dan schud ik toch even het hoofd.

Je bent met Paddenkoppenland ook als romancier eindelijk ‘doorgebroken’ in Nederland.
Dat is te zeggen: ik heb er mijn eerste recensie mee te pakken, in NRC Handelsblad. Drie sterren en over het algemeen positief. Joepie! Vooral omdat mijn uitgever gezegd heeft dat er in Nederland jaarlijks enorm veel debuten verschijnen. Om er dan uitgepikt te worden voor een recensie: moet je toch al een portie geluk voor hebben. Met mijn muziek ben ik in Nederland al jarenlang bekend, maar met die recensie voel ik me toch even als een debuutauteur (lacht).

Over die muziek gesproken: je citeert ook graag uit je eigen liedjesteksten in je roman.
Ook dat is vooral om te spelen, te knipogen. Er zitten bekende verwijzingen in, maar ook citaten uit de meer obscure nummers, zoals 88 procent op onze laatste cd Research & Development. Dat is dan voor de echte Gorki-fans.

Ga je akkoord met mijn stelling dat je met Paddenkoppenland een soort luchtige versie van het daarnet genoemde Stoner hebt geschreven?
Ik snap de vergelijking ergens wel. Het hoofdpersonage Stoner is, net als Ronny, iemand die voortdurend in de verkeerde situaties terecht komt en zich daar als lijdend voorwerp door laat doen. Maar ik dicht Ronny toch wat meer daadkracht toe. Hij hééft het als zanger geprobeerd, hij hééft het succes en gezinsleven geproefd. Het lot heeft hem klappen gegeven, maar op het einde staat hij nog altijd recht. Klaar voor de liefde, klaar voor het succes.