Boeken / Achtergrond
special: Een interview met Catherine Millet

Postcoïtale herinneringen

.

Jaloezie is het centrale thema in Millets tweede autobiografische roman, met de weinig originele titel Jaloezie. Ook op dit omslag zijn billen prominent aanwezig, maar daarmee houdt ook iedere vergelijking tussen Millets eerste boek, dat gezien wordt als het eerste pornografisch-literaire werk ooit dat geschreven werd door een vrouw, en Jaloezie op. Waar in Het seksuele leven van Catherine M. alle aandacht uitging naar de seksuele ontdekkingsreis van de vertelster, een reis vol groepsseks, exhibitionisme en voortdurend wisselende contacten, leren we in Jaloezie een geheel andere kant van de eminente kunstcritica kennen. De nymfomane Catherine M. krijgt een gezicht en een stem. Wanneer haar voortdurende sekshonger met het klimmen der jaren gestild is, wordt ze overvallen door wagonladingen jaloezie. Ze is jaloers op al die vrouwen die haar man (schrijver Jacques Henric) zonder haar medeweten heeft bemind.

Paranoia
Wat veel lezers choqueerde in Het seksuele leven van Catherine M. was de passieve rol die de vertelster inneemt. Catherine wordt genomen, gebruikt, liefst door dertig mannen tegelijk en aan één stuk door. Geen zin is geen excuus, liefde speelt geen enkele rol. Daarin lijkt de emotionele Catherine uit Jaloezie toch erg op haar alter ego uit Het seksuele leven. Ook in dit boek is Catherine immers het slachtoffer, niet van haar voortdurende zucht naar rauwe seks, maar van haar emoties, die ze lange tijd weigert toe te laten. Millet is het hier niet mee eens.

‘Ik denk dat ik wel veranderd ben. In dit boek ben ik veel actiever. Toen ik erachter kwam dat mijn man seksuele contacten had waar ik niets van wist, ben ik zijn leven gaan uitpluizen. Zijn dagboeken lezen, zijn notitieboekjes doorbladeren, zijn werkkamer inspecteren. Alles even consciëntieus als een archeologe, maar eigenlijk was ik natuurlijk gewoon een spion. Het was morbide!’

~

Millet wordt in de loop van het boek overvallen door een gevoel dat haar onbekend is: ze is jaloers, vreselijk jaloers. Het is een emotie die ze tot dan toe principieel geweigerd heeft te voelen, een gevoel dat niet past binnen de libertijnse moraal van haar seksueel overactieve vriendenkring uit Parijs.

‘Jaloezie is een vorm van paranoia. Alles wat je vindt wordt een bewijs voor dat ene feit waarnaar je op zoek bent.’

Op de vraag of ze nooit heeft overwogen om haar uitbundige levensstijl iets aan te passen, schudt de kleine Française vastberaden haar hoofd. ‘Mais non! Voor mij was het leven zoals ik dat gewoon was een moraal, zorgvuldig opgebouwd uit principes die ik per se trouw wilde blijven. Jacques wist van die principes.’

Dagen vol dagdromen
In haar boek schrijft Millet over haar voortdurende neiging tot dagdromen. Haar fantasie is voortdurend in werking en haalt haar de meest waanzinnige schouwspelen voor de geest. Met de komst van de jaloezie kwamen ook de onaangename fantasieën. ‘Volgens mij is het zo: mensen die in staat zijn tot fantaseren, zijn veel vaker jaloers. Je kunt je allerlei zaken voorstellen die je je helemaal niet voor wílt stellen, zo levendig dat je er naar van wordt. Gelukkig zijn zij die zonder verbeelding zijn!’

Zelf heeft Millet maar weinig ervaring met mensen zonder verbeelding: haar jeugd bracht ze door in de buitenwijken van Parijs, in het gezelschap van een moeder die de hele wereldliteratuur onder dak had. Daar begon de kleine Catherine al op haar tiende met literaire kanonnen als Balzac en Dostojevksi. ‘Maar daar begreep ik natuurlijk toen maar de helft van.’ Later, toen ze verzeild was geraakt in het kunstenaarsleven van de Franse hoofdstad, was ze omringd door creatieve figuren uit het milieu. Haar latere echtgenoot hoorde daar, ondanks zijn beroep (Jacques Henric is schrijver, FH) niet bij. ‘Jacques was erg gereserveerd over zaken als seksualiteit. Misschien dat dat hem juist zo aantrekkelijk maakte. Er was iets mysterieus aan hem’

Inmiddels is Millet schrijfster van twee autobiografische romans die over de hele wereld vertaald zijn en een hele rits kunstboeken. Heeft ze nu het gevoel er ‘echt helemaal bij te horen’, iets waar ze als kind al van droomde?

‘Ik heb erbij gehoord, maar inmiddels ben ik daar niet meer zo mee bezig. Naarmate je ouder wordt, word je ook zekerder van jezelf. Je wordt als het ware steeds meer een individu in plaats van een deel van de groep. Tenminste, zo ging dat bij mij.’

Op naar Libanon
Millet heeft inmiddels de kaap van de zestig gerond. Ze is kortom laat begonnen, maar daar is een verklaring voor. ‘Eén van mijn grote voorbeelden is Marcel Proust. Proust leefde de eerste helft van zijn leven wild en uitbundig, om zich vervolgens in zijn kamer op te sluiten en te schrijven over wat hij tijdens die eerste helft had meegemaakt.’ Dus haar afnemende fantasie is geen reden voor een veranderend schrijverschap? ‘Geenszins.’

Met de expliciete beschrijvingen van haar uitspattingen heeft Millet voor veel vrouwen een verschil gemaakt als het gaat om seksuele bevrijding, decennia na de seksuele revolutie. De schrijfster zelf begreep die opvoedende functie van haar werk in eerste instantie niet helemaal. ‘Maar nu wel, hoor. Dat is een van de redenen dat ik een tweede boek geschreven heb. Ik heb bewust geen emoties aan Catherine toegeschreven in mijn eerste boek. Toen vroegen mensen: voel je dan niets van jaloezie of pijn? Natuurlijk had ik die wel, maar dat waren dezelfde gevoelens als iedereen. Kennelijk willen mensen ook lezen over iets wat niet zo uitzonderlijk is.’

Is ze nu dan wereldberoemd? Millet trekt haar zorgvuldig geëpileerde wenkbrauw op en lacht. ‘Nog niet helemaal. Vorige week heeft een Libanese uitgever de rechten op Het seksuele leven van Catherine M. gekocht. Dat is toch wel erg bijzonder. En binnenkort vertrek ik naar Iran, waar ik een lezing zal houden. Over abstracte kunst. Misschien dat ze daar met mijn romans beter nog even kunnen wachten.’