Boeken / Achtergrond
special: Crossing Border 2006

Festival van uitersten

Crossing Border (15-18 november, Den Haag) was dit jaar weer een overvol festival. Literatuur en muziek, sporadisch een symbiose aangaand, vaak begeesterd, soms gezapig. Van de jonge geëngageerde schrijver Benjamin Kunkel tot de oude gelouterde en doorleefde zangeres Bettye Lavette. Inderdaad, er was wederom genoeg te genieten in Den Haag.

Op literair gebied had Crossing Border een aantal zeer actuele en interessante gasten, zoals de jonge schrijvers Gautam Malkani, Benjamin Kunkel en Joshua Ferris. Dit jaar stond veel literatuur ook prominent op podium twee gepland, in plaats van in een krap zaaltje in het naastgelegen filmhuis. En naast de drie podia in het Theater aan het Spui stonden er dit jaar drie tenten op het plein. Dit was een gelukkige keuze, het maakte de doorstroom van het ene naar het andere optreden aanmerkelijk beter en creëerde een sfeervolle ambiance.

Ook dit jaar bleek weer hoe moeilijk het is een festival te organiseren dat echt over grenzen gaat. De barrières tussen literatuur en muziek werden nauwelijks genomen en het was meer een festival met muziek en literatuur. Daarnaast is de tragiek van Crossing Border dat het merendeel van het publiek enkel voor de muziek komt. En muzikaal was het niet altijd even vernieuwend. Veel navolgers van de huidige Britpop hype: zoals The Futureheads en The Films. Daar stond tegenover dat er ook een hoop bekende en onbekende juweeltjes te ontdekken waren.

Woensdag

The Holmes Brothers. Foto: Mariana Carrillo
The Holmes Brothers. Foto: Mariana Carrillo

Woensdag, de muziekavond van Crossing Border, en de openingsavond van het festival, stond dit jaar in het teken van jazz, soul, gospel en hiphop. In de ontvangsthal was het Londonstani festivalletje gepland, wat een vermakelijk mix opleverde van de vaste festivalbezoeker en een jong Haags hiphoppubliek. Nederlandse hiphopacts als Wudstik en Typhoon waren zeer de moeite waard en de avond in de entreehal werd afgesloten met het Britse fenomeen Panjabi Hit Squad.

Veel moeite had de hiphop overigens niet nodig om de aandacht op zich te vestigen. De openingsavond van Crossing Border was namelijk, op zijn zachtst gezegd, een beetje lauw. De hoofdact, de in een gelikt new-age-achtig jasje gehulde jazz van Cassandra wilson, liet het behoorlijk afweten. Wilson maakte zich er erg makkelijk van af: door geluidsproblemen liet zij het podium geruime tijd aan drie van haar bandleden en de ‘diva’ besloot het optreden ook eerder dan gepland. Gelukkig werd de avond gered door de gospel en bluesmuziek van The Holmes Brothers en het verbazend volwassen spelende en debuterende Nederlandse jazzbandje Room Eleven.

Donderdag

De tweede avond werd de sfeer wel direct gemaakt door de Vlaamse oud-conservatoriumstudenten van Die Anarchistische Abendunterhaltung (DAAU), die hun klassiek geinspireerde instrumentale popmuziek met veel dynamiek wisten te spelen. Daarnaast sloten ze samen met een stel andere muzikanten uit de Antwerpse muziek scene, van onder andere Dead Man Ray, Laïs en Seatsniffers, de avond in stijl af met hun project Prima Donkey. Een fascinerende Tom Waits-achtige chaos ontstond, zeker omdat zanger Gunter Nagels (Donkey Diesel) met eenzelfde rauwe stem excelleerde.

DAAU. Foto Mariana Carillo
DAAU. Foto Mariana Carillo

Een andere aanrader deze avond was Roosbeef. Zangeres en toetsenist Roos Rebergen kleeft de onschuld aan waarmee ze direct de sympathie van een publiek weet te winnen. Toch zingt ze (in het Nederlands en Engels) en met een ironische glimlach over de oppervlakkigheid en het materialisme van haar medemens. Droogkomische babbelde Roos tussen de nummers door en ontroerde toen ze een liedje zong voor haar drummer en vriendje Tim, die zich op dat moment overigens liever elders bevond.

Er leek deze avond ook op literair gebied veel te beleven met een aantal maatschappelijk relevante thema’s. Zo beloofden de schrijvers Annelies Verbeke en Tom Naegels, in hun gezamelijke optreden De internationale, de steeds kleiner wordende, maar toch groot blijvende wereld in kaart te brengen. Helaas werd met onder andere een mild-ironisch verhaal over de nadelen van een navigatiesysteem in de auto het beoogde effect niet bereikt. De voordrachten waren grappig en vermakelijk maar eerder columns dan literatuur. De toeschouwer had aan de verschillende voordrachten even weinig houvast ten opzichte van de wereld als Verbeke aan ‘Mia’ die haar blijft vertellen dat de bestemming bereikt is.

Literatuur is een rekkelijk begrip – dat bleek ook tijdens het optreden van Samira Atari. Haar debuut, Verkeerd Verbonden, belooft een afrekening met het chicklit genre te zijn, maar blijkt vooral een voortzetting ervan. Haar voordracht kenmerkte zich door de stopzin “kan ik je vertellen” en zelfverzekerde verhalen over daten. Vanwege de in –Atari’s eigen– Marokkaanse kring als schokkend ervaren inhoud van haar boek blijft ze het liefst buiten de publiciteit. Hoewel ze vrijdag een uitzondering maakte, deed ze ook hier een poging zich te verstoppen: tijdens haar voordracht stonden vier vrouwen op het podium die allemaal beurtelings voorlazen. Het raadsel raadspel “Wie van deze vier is Atari?” bleek spannender dan het voorgelezene.

Een stuk interessanter was het interview met Gautam Malkani, de auteur van Londonstani. Malkani gaf aan dat zijn boek is gebaseerd op zijn afstudeeronderzoek over Brits-Pakistaanse en Brits-Indische jongeren uit de middenklasse die onder het mom van hun etniciteit zich als gangsters gingen gedragen. Malkani vertelde op Crossing Border geestig, geanimeerd en geëngageerd over “middle-class mummy’s boys pretending to be gangsters.” Dat het een sterk optreden was lag niet aan inteviewster Marghalith Kleijwegt. Zij bleef alleen doorvragen over de hype rond het boek en leek niet geïnteresseerd in Malkani’s theorie dat de oorzaak voor dit gedrag niet zozeer in racisme en etniciteit ligt, als wel in de drang hun mannelijkheid te manifesteren. En dat terwijl Kleijwegt recentelijk notabene zélf een boek schreef over de multiculturele samenleving in Nederland.

Vrijdag

The Veils. Foto: Mariana Carrillo
The Veils. Foto: Mariana Carrillo

Vrijdagavond was het de beurt aan enkele grote muzikale publiekstrekkers. Zoals The Veils, TV on The Radio, Midlake en Stuart A. Staples. In de grote zaal openden The Veils de avond. De begintwintiger Andrews heeft nu al een duistere bezetenheid die hem vaak de vergelijking met Nick Cave oplevert. Deze avond leek het echte vuur er tijdens de tournee van de afgelopen maanden uitgespeeld, maar het bleef nog steeds alleszins de moeite waard.

Ook het Amerikaanse Midlake leed aan metaalmoeheid. Midlake maakt heerlijke middle-of-the-road popmuziek die regelmatig aan Jackson Browne doet denken. Live neigt de band echter een klein beetje naar desinteresse. Ondanks de prachtige zelfgemaakte filmpjes die tijdens het concert werden geprojecteerd leek de band weinig aandrang te voelen om iets aan hun performance te doen. De zang van Tim Smith ontbreekt het live sowieso aan kracht en alleen als de heren drie of vierstemmig samen zangen komen de vocalen echt over. Een nummer als Roscoe, het meest aansprekende nummer van hun laatste plaat The Trials of Van Occupanther verdronk live zonder krachtige zang en door het rommelige spel in het van podium wisselende publiek. Jammer voor de zeer sfeervolle muziek van Midlake.

Wel vol vuur was TV on the Radio, dat een vlammende set speeld met een glansrol voor zanger Tunde Adebimpe. Vol overgave sprong hij over het podium en wist het beste uit soul, indierock en doo-wop vocaal te combineren. De single Wolf Like Me van het dit jaar verschenen album Return to Cookie Mountain werd vol enthousiasme door het publiek ontvangen. De band kiest er duidelijk voor om het geluid van het album live niet te imiteren en richt zich op een gruiziger en minder gedetailleerd geluid. Toen aan het einde van de show de gitaar van Kyp Malone technische problemen kreeg kon de band het hoge niveau niet vast houden. Desalniettemin liet de band een mooie selectie horen van hun beste materiaal en wisten ze nummers vol studio-vernuft zoals I was a Lover ook live een plekje te geven binnen de set.

Archie Bronson Outfit. Foto: Mariana Carrillo
Archie Bronson Outfit. Foto: Mariana Carrillo

Later op de avond mocht The Archie Bronson Outfit het lome stonerrock ten gehore brengen in de ontvangsthal waardoor een voortdurende stroom van mensen door het publiek het luisteren niet gemakkelijk maakte. Het drietal liet een groei horen ten opzichte van hun eerste album Fur. Destijds stond de band nogal ingetogen op het podium, nu rockten ze alsof hun leven ervan afhing. De muziek die de Londense band maakt onderscheidt zich duidelijk van de stroming hippe bands uit deze metropool. In plaats van te leunen op bands als The Clash en ESG haalt Archie Bronson Outfit zijn invloeden uit de stoner uit de VS. Stampende riffs en manische zang zijn het resultaat, waarmee een matig muziekprogramma toch met wat ballen wordt afgesloten.

De literatuur werd deze avond vertegenwoordigd door onder andere het nieuwe engagement van Benjamin Kunkel en de redactie van het tijdschrift n+1. Kunkels roman Indecision en het door hem en drie vrienden opgerichte n+1 verenigen idealisme met nihilisme en ironie. Later die avond ondervroeg Herman Koch Joshua Ferris. Ferris schreef een boek in de wij-vorm over het moderne kantoorleven in amerikaanse cubicles in de laatste fase van de internetbubble. Zijn eigen eerste baan bij een reclamebureau in Chicago inspireerde hem tot zijn boek. Hij vertelde over het klagen van werknemers onderling, hun haat voor hun werk, koffiemok, werkplek en baas. Kunkel en Ferris lijken wel een beetje op elkaar – de eerste schreef een roman over een lethargische jongen in New York, Ferris over lethargische kantoorklerken. Het grote verschil is dat Kunkels werk uiteindelijk idealistisch uitpakt terwijl Ferris’ roman eindigt met het besef dat ze “het zo slecht nog niet hebben.”

Zaterdag

Zaterdagavond was stond in de Cascadeur-tent op het Spui een Noorse avond gepland. Op het laatste moment haakte de zangers Sidsel Endresen wegens ziekte af, maar de bands Supersilent en Susanna and the Magical Orchestra stonden garant voor een bijzonder spannende avond. Supersilent wist op Crossing Border, net als op IMPAKT vorig jaar, te verrassen met inventieve improvisatiemuziek. Het trio met Helge Sten in de gelederen, die ooit nog in Motorpsycho speelde, bouwde vol toewijding hun set op. Het derde nummer vormde de extase waarin live-drum en drums uit midi-keyboard elkaar op hitsten tot een kolkende wervelstorm. Met ontzettend veel muzikaal vernuft dagen de heren elkaar uit om hun klanken met elkaar te laten vermengen of ronduit te laten botsen. Zelfs beschrijven ze de muziek als komende uit “No Man’s Land” en aan deze omschrijving valt weinig toe te voegen.

Bettye Lavette. Foto: Anneke Ruys
Bettye Lavette. Foto: Anneke Ruys

De muziek van Supersilent kreeg met Susanna & Her Magical Orchestra een uitstekend vervolg. Deze act die vanuit muziekminnend Nederlands niets anders dan lof krijgt maaket deze belofte live helemaal waar. Het duo bestaande uit zangeres Susanna Wallumrod en toetsenist Morten Qvenild (eveneens veteraan bij Jaga) wist covers van bekende en minder bekende om te vormen tot verstilde ambient. Zo komen in de set Love Will Tear Us Apart van Joy Division voorbij en Jolene van Dolly Parton klonk nooit eerder zo innemend. Qvenild weet voor elk nummer met minimale en unieke klanken de juiste ondergrond te bieden waarop Wallumrod haar fragiele stem kan plaatsen. Opvallend is hoe een nummer van AC/DC ineens een heel andere emotie meekrijgt en dat een nummer als Hallelujah op zoveel manier vertolkt kan worden zonder zijn kracht te verliezen. Dat het publiek in de tent op Crossing Border Susanna en haar orkest in hun hart had gesloten bleek toen het het duo verzocht om een tweede toegift.

De avond werd afgesloten met onder andere de dodelijk saaie gitaarrock van The Brian Jonestown Massacre. Van deze laatste band was de dronken zanger Anton Newcombe vooral uit op het beledigen van het publiek en de geluidstechnici. Hij deed zo hard z’n best om rock ’n roll te zijn dat het lachwekkend werd. Laten we deze afsluiter maar vergeten en ons wenden tot één van de absolute hoogtepunten: het optreden van soulzangeres Bettye Lavette aan het begin van de avond. Vier decennia lang vocht Lavette tegen de vergetelheid, maar onder andere met haar dit jaar verschenen I’ve Got My Own Hell To Raise maakte ze een grandioze comeback. Lavette bleek een podiumdier, hoewel ze haar naar eigen “senior-citizen moment” – zittend over de rand van het podium – hard nodig had.

Lavette gaf een weergaloze optreden weg waarmee ze onbedoeld alle andere muzikanten tot poseurs degradeerde. Tegen haar doorleefheid en performance was niemand opgewassen. Ze zong en sprak over het gebrek aan erkenning als een periode van loutering. Het was muisstil in de grote zaal toen ze I Do Not Want What I Haven’t Got van Sinead O’Connor – het openingsnummer van haar nieuwste plaat – als afsluiter zong: “I have everything that I’ve ever requested // And I do not want what I have not got.” Een mooie slagsnede om het programma van Crossing Border 2006 te typeren.