Boeken / Achtergrond
special: Crossing Border terugblik: Aravind Adiga

De Indiase middenklasse wakker schudden

.

Dat Adiga de Man Booker Prize 2008 zou winnen, werd onder andere voorspeld door het NRC. Maar velen gingen er ook vanuit dat Sebastian Barry’s The Secret Scripture als winnaar uit de bus zou komen. De jury was ‘niet unaniem’, zoals The Guardian keurig meldde. Verdeeldheid of niet, Adiga’s bijtende verhaal van een arme chauffeur die zijn geweten opzij zet om hogerop te komen, is een roman die de tongen losmaakt. Vooral in India trapt Adiga velen op hun ziel. In literair én in sociaal opzicht. Adiga ging er bij het Crossing Border Festival uitgebreid op in.

Aravind Adiga (foto: Akash Shah)

Aravind Adiga (foto: Akash Shah)

Westerse aberratie

Vrij Nederland-redacteur Harm Ede Botje geeft Adiga alle ruimte om zijn verhaal te doen. Naast de evenwichtige, beheerste Adiga lijkt Botje, net als het publiek, op een student in de collegezaal. Adiga spreekt met bijna wetenschappelijke afstand over zijn roman. Dat schept het beeld van een schrijver die heel bewust tot de compositie van zijn roman is gekomen. ‘Hoge en lage literatuur zijn in India strikt gescheiden,’ vertelt Adiga het publiek, ‘en ook daarbinnen zijn duidelijke afspraken. Over de manier waarop je de middenklasse in beeld brengt en de portrettering van de bedienden.’ Adiga vertelt dat de dienende klasse in India feitelijk alleen geacht wordt pulp te lezen. ‘Telkens wordt daarin hetzelfde verhaal verteld. Een bediende pleegt een moord waarna de catharsis volgt: de moordenaar geeft zichzelf aan of slaat de hand aan zichzelf.’

In The White Tiger heeft Adiga elementen uit beide soorten literatuur met elkaar vermengd. Niet om te shockeren maar om zijn lezers aan het denken te zetten. ‘Ik wil ten minste bereiken dat de middenklasse de armen weer gaan bekijken, hen niet langer negeren. Iedereen uit de middenklasse van India heeft met hen te maken, want iedereen uit die klasse heeft bedienden. Maar we doen alsof ze niet bestaan, want de stilzwijgende afspraak is: het hebben van bedienden is iets koloniaals, een Westerse aberratie. Maar ondertussen stromen arme bewoners uit de dorpjes naar de stad. Door hun gebrekkige opleiding en het feit dat ze geen Engels spreken worden ze massaal bedienden. Ze hebben geen keus. Vrouwen gaan schoonmaken, mannen worden chauffeur.’

~

Symbiotisch

Omdat de middenklasse niet om bedienden heen kan, zijn de reacties op Adiga’s roman heftig. ‘Ruwweg zijn ze in tweeën te verdelen,’ vertelt Adiga. ‘De één grijpt mij vast, sleept mij naar buiten waar zijn chauffeur zit, en zegt: praat met hem, hij is wél tevreden met zijn lot. De ander zegt: door jouw roman ben ik anders naar mijn bedienden gaan kijken.’ Als Botje Adiga vraagt of hij voor zijn roman op zoek is gegaan naar bedienden, om met hen te spreken, reageert deze verbaasd. ‘Bedienden zijn overal om je heen, je hoeft er echt niet naar op zoek. Wat opvalt als je hen spreekt, is de manier waarop ze over hun bazen praten. Vraag een chauffeur hoe zijn baas, zijn ‘master’ is, en hij begint te klagen. Hij valt hem op allerlei manieren af. Maar als je vervolgens zegt: dus jij hebt een slechte master, draait hij om als een blad aan de boom. Een slechte master? Wie zegt dat dan? Hoe kom je erbij, my master is a wonderful man!

Adiga ziet de relatie servant-master als welhaast symbiotisch. ‘Het is een heel intense relatie met homo-erotische trekjes. Als een bediende zijn meester vermoordt, heeft het zelden met salaris te maken, of met slechte behandeling. Bijna altijd is het motief jaloezie. Bijvoorbeeld omdat zijn meester aandacht schenkt aan een andere bediende. De relatie is complex en je kunt geen dader of slachtoffer aanwijzen. Beiden zijn slachtoffer van de situatie waarin ze zich bevinden.’

Het interview met Adiga behoort tot een van de meest interessante schrijversinterviews van het festival. Binnen een half uur heeft Adiga niet alleen de belangrijkste elementen uit zijn roman belicht, maar eveneens de complexe Indiase samenleving op hoofdlijnen uiteengezet. Die heldere, analytische benadering dankt hij ongetwijfeld aan zijn ervaring als financieel journalist en correspondent van Time.