Muziek / Interview
special:
David Bowie

Eigenaar Plaatboef Utrecht over zijn muzikale held

Het overlijden van David Bowie liet velen niet onberoerd. In Utrecht speelde het carillon van de Dom als eerbetoon een aantal van zijn bekende liedjes, waaronder ‘China Girl’ en ‘Space Oddity’.

Nico Kruithof, al zo’n 33 jaar het gezicht van Plaatboef Utrecht aan de Oudegracht, en groot Bowiekenner/fan, was er ook uitgenodigd om zijn verhaal te doen: “Het programma begon om elf uur, maar dan open ik altijd net mijn winkel. Ik kon er dus niet bij zijn helaas.”

Uitverkocht
Net als bijna iedereen was de Rotterdammer totaal verrast door het overlijden van het Britse popicoon: “Toen ik maandagochtend mijn telefoon aanzette, had ik zo’n dertig sms’jes. Het drong eerst niet echt tot me door.” Pas later kwam het besef dat zijn muzikale held was heengegaan. Bowie’s muziek draait hij sindsdien niet, of nauwelijks: dat valt hem nog te zwaar. Ook zijn laatste album Blackstar beluisterde hij nog maar mondjesmaat: “Dat is sowieso lastig omdat het steeds uitverkocht is.”

Kruithof bewondert Bowie zeer: “Hij kwam altijd met iets nieuws of verrassends. Alleen Never Let Me Down draai ik eigenlijk zelden, dat vind ik echt niet goed. Mijn favoriete albums zijn David Live, en Heroes, Low en Lodger uit zijn Berlijn- periode.

Te toevallig
Na Bowie’s dood kwamen de speculaties al snel op gang: hij zou zijn afscheid (na een ziekte van anderhalf jaar) zelf hebben geregisseerd: “Er doen inderdaad verhalen de ronde dat hij er zelf de hand in heeft gehad. Het is ook een beetje te toevallig allemaal: de cd en zijn laatste clip kwamen uit op zijn (69e) verjaardag. In ‘Lazarus’ zingt hij: “I’m in heaven now”, en in een ander lied “Where the fuck did Monday go?” En Bowie overleed op zondag. Dan was er nog die macabere clip bij ‘Lazarus’, de wereldwijde overzichtstentoonstelling en de recente première van zijn theaterstuk: “Maar misschien zijn het ook wel onzinverhalen allemaal.”

Schuw
Kruithof zag Bowie ongeveer tachtig keer live optreden en was regelmatig in de nabijheid van de zanger: “Toen Bowie in 1987 in Rotterdam was voor de Glass Spider Tour, verbleef hij een maand (!) in het Hilton. Tegenover het hotel zat een kroeg waar zijn hele crew regelmatig kwam, en ik dus ook met mijn vrienden. Dat waren bijzonder gezellige avonden.” In Brussel ging Kruithof eens mee naar het hotel waar Bowie met zijn band vertoefde, na een optreden op Werchter: “Aan de hotelbar hebben we de hele avond gekletst en flink doorgehaald. Carlos Alomar, toenmalig gitarist bij Bowie, heeft toen nog de rekening betaald.”

Kruithof sprak ook wel eens met Bowie: “Dat ging dan over zijn muziek of waar hij op dat moment mee bezig was. Maar dat waren maar korte gesprekken hoor, hij was altijd vrij schuw.”