Boeken / Non-fictie

Wieringa’s reisvitrine

recensie: Tommy Wieringa - Honorair kozak
Meer in Deosai National Park (Pakistan)

In Tommy Wieringa’s nieuwste verzameling reisverhalen, Honorair kozak, zul je weinig inspiratie op doen over reisbestemmingen. Het is geen reisgids, het is ook geen dagboek. Dit is simpelweg een ode aan het reisgevoel, de drang tot dwalen en het volledig loslaten van al het andere.

Het maakt niet uit of het fictie of non-fictie is, Tommy Wieringa kan mooi schrijven. De plaatsen, mensen en situaties die hij in dit reisboek schetst staan op vanuit de pagina en komen tot leven. ‘Laag boven de steppe hangt een half maantje, hemel en aarde zijn van gelijke duisternis, met de horizon als vale lijn daartussen.’ Meteen sta je in dat grasveld, je galoppeert samen met Wieringa door ongerepte landschappen of ontbijt met een Russische handelsman op een boot naar Odessa.

De wereld als decor

De reizen waar Wieringa over schrijft moeten zich wel over een lange periode hebben voltrokken, maar data worden nooit vermeld. Terloops worden verschillende vriendinnen en minnaressen genoemd, dan is er een verloofde, een vrouw, kinderen. Maar de vrouwen vliegen net zo moeiteloos in en uit het boek als ze in en uit zijn leven lijken te glijden. De volgorde van de gebeurtenissen is onbekend. Het enige vaste is de onveranderlijke, altijd reizende Wieringa. De enige verwijzing naar thuis, naar Nederland, is de vitrine die hij daar heeft staan. Vol met objecten die hij met de tijd verzamelde is het een opsomming van zijn reizen. Alsof hij daarmee zijn reizen voor altijd tastbaar kan maken. Zijn reisboeken kunnen gerust als zijn tweede vitrine worden gezien.

In de vitrine vindt de lezer korte stukken, soms maar een pagina lang, waarin Wieringa op z’n gemak de wereld over trekt. De verhalen zijn impressies, momentopnamen, vaak zonder verhaalverloop. Ze worden afgewisseld door zwart-witfoto’s. Verwacht ook hier geen Eiffeltoren of herkenbare taferelen. Wat we zien zijn landschappen, de lokale bevolking en dieren. De verschillende landen die hij bezoekt, Spanje, Oekraïne, Aruba, dienen vaak slechts als decor, soms wordt de naam van de bestemming niet eens genoemd. Andere reizigers, laat staan toeristen, komen zelden op Wieringa’s pad. Alleen trekt hij door het onbevlekte landschap, hooguit vergezeld door lokale Kozakken of andere schrijvers.

Gewoon je kop onder de zon steken

Wieringa noemt zichzelf een ‘onverschrokken wereldveroveraar’. Centraal staat de reislust zelf, het romantische gevoel dat past bij het loslaten van het dagelijkse leven en je overgeven aan het langzame landschap om je heen. De heerlijke illusie dat als je maar op pad gaat, en ergens je kop onder de zon steekt, het allemaal eenvoudig goed komt. En Wieringa weet als geen ander optimaal van dit gevoel te genieten:

Als ooit iemand het verhaal van mijn leven vertelt, zal deze dag vergeten worden. Hij zal niet worden gemist. Terwijl hij een van de gelukkigste van mijn leven was.

Soms neigt Wieringa’s houding naar arrogantie. Het langste verhaal uit de verzameling gaat over een schilderij van Egen Schiele. De daarop geportretteerde man is het evenbeeld van de schrijver. Zoals de lezer het spoor van Wieringa volgt, reist Wieringa zelf zijn dubbelganger achterna en ontmoet zijn biografe. Nadat ook zij geconcludeerd heeft dat de twee net tweelingbroers zijn, laat Wieringa haar zeggen: ‘Een knappe man, een wereldreiziger. Ik bewonderde zijn kosmopolitisme, zijn veerkracht ook. Ik was geloof ik verliefd op hem.’ Het compliment aan zichzelf is moeilijk subtiel te noemen.

Een klassieke vrouwenliefhebber

Hoewel Wieringa weinig spreekt over zijn persoonlijke leven, is zijn persoonlijkheid alomtegenwoordig. Hij heeft een scherpe, observerende pen en een droog gevoel voor humor: ‘Wat doen mensen elkaar aan – een vraag die vooral bij me opkomt in diplomatieke kringen en bij rondleidingen door concentratiekampen.’ Zijn houding naar vrouwen past bij een klassiek idee van de man; hij is net zo bewonderend als bezitterig. Zijn ideaalbeeld: ‘Door de heuvels lopen en wild bespioneren, de wereld bekijken als een weide in mei, een weide vol vrouwen en paarden.’ Die mannelijkheid blijft terugkomen. Hij slaapt in een kuil, eet van het vuur en scheurt met een Audi A4 door de woestijn. Een dronken Kozak in Oekraïne slaat de schrijver tot honorair Kozak. Wieringa lijkt als geen ander in staat de boel de boel te kunnen laten. Wanneer op reis, lijken de dagelijkse zorgen niet te bestaan.