Boeken / Non-fictie

Weg van de Weg

recensie: Michael Puett en Christine Gross-Loh - De weg
weg

De colleges Chinese filosofie van auteur en Harvardprofessor Michael Puett behoren tot de populairste van de prestigieuze universiteit. Dan valt te hopen dat hij daarin meer aandacht besteedt aan deze filosofie, want in zijn werk De Weg laat hij hierbij behoorlijke steken vallen.

Chinese filosofie staat de laatste jaren flink in de belangstelling, zowel in China als in het westen. Dit leidt tot tal van publicaties waarin we op toegankelijke wijze bekend kunnen raken met Chinese filosofen, die doorgaans een volstrekt eigen en andere manier hebben om naar de wereld te kijken. Een zienswijze die veel mensen vandaag de dag aanspreekt. Een denken dat onze alledaagse ervaring van de wereld ofwel op z’n kop zet, ofwel verrijkt met details. Veelal komt het Chinese denken erop neer dat te veel ambitie onze ondergang wordt en dat we gelukkig worden door ons er niet meer mee bezig te houden. Populaire filosofische stromingen vanuit China zijn het taoïsme en het confucianisme. Er is echter meer dan dat en daarvan wil De Weg een overzicht geven. Daarnaast koppelt Puett het denken aan praktische hedendaagse voorbeelden.

Stellig

Wat opvalt in de manier waarop Puett het oude Chinese denken (vaak ouder dan 2000 jaar) aan de huidige tijd koppelt, is de stellige toon die hij gebruikt. Een conflict met een collega zouden we in de lijn van Mencius kunnen voorkomen wanneer we beseffen dat we allebei allerlei verwachtingen hebben, die we zonder te checken op elkaar afvuren. Zo gaan we met korte lontjes een gesprek in en flippen we gemakkelijk. Beter zou het zijn wanneer we, doordat we De Weg gelezen hebben, begrip tonen voor de ander. Eerder zegt Puett geen zelfhulpboek te hebben willen schrijven, om vervolgens met het ene na het andere advies te komen. In een ander voorbeeld stelt Puett dat het beter zou zijn een collega te helpen die tien minuten van je tijd vraagt, ook al ben je erg vermoeid en wil je het liefst naar huis om uit te kunnen rusten. Wanneer je dan vijftien minuten later dan voorzien klaar bent, zo stelt hij, zul je meer tevreden zijn, omdat je deze collega geholpen hebt. Het boek staat vol van dit soort ‘omgangsregels’.

Missers

Puett schreef De Weg samen met journaliste Christine Gross-Loh. Het lijkt erop dat hij zich meer thuis voelt in het confucianisme dan in het taoïsme. Ten eerste omdat hij het confucianisme kernachtiger weet te vangen en een aantal belangrijke principes helder uiteen weet te zetten, zoals het concept Ming, van Mencius. Ming is vrij vertaald het noodlot en het begrip staat voor Mencius voor de wisselvalligheid van het bestaan. Of het belang van rituelen waar Confucius prat op ging. Rituelen die ons helpen hoe we met verschillende ambten en levensgebeurtenissen moeten omgaan, om ons zo soepel mogelijk door het leven te bewegen. Daarentegen mist Puett één van de kernprincipes van het taoïsme, het wu wei, wat hij slechts terloops noemt en nauwelijks uitwerkt. Ook verzuimt hij het werk van de wijze Lao Zi bij de juiste naam te noemen, namelijk de Daodejing. In plaats daarvan noemt hij het werk steevast de laozi. Hij stelt dat het taoïstische gedachtegoed aangewend kan worden om nieuwe werelden te scheppen. Een eigentijdse interpretatie.

Verbijsterend is het dat hij Ronald Reagan ten tonele brengt als een man die een nieuwe wereld schiep. Het neoliberale ideaal van Reagan is de antithese van waar het taoïsme voor staat. Dat Puett dan ook met Xun Zi eindigt is niet zo vreemd. Deze denker past het best bij het huidige Amerikaanse pragmatisme en neoliberale denken. Dat de Chinese filosofie doordrenkt is met maat houden en harmonie nastreven, laat Puett op de cruciale punten achterwege. Een gemiste kans.

Zo is dit boekje een introductie in met name het confucianistische denken, waarbij hij er in slaagt een aantal kernbegrippen helder uit te leggen. Maar tegelijkertijd is het veel te eenzijdig en te weinig kritisch hoe de Chinese filosofie van weleer antwoorden kan bieden voor de werkelijke problemen van vandaag de dag. Antwoorden die ze wel degelijk heeft. De vele onrealistische en stellige voorbeelden doen verder af aan de bruikbaarheid van het Chinese denken, wat dit denken geen recht doet. Ondanks een aantal aardige inzichten raakt De Weg aardig van het padje.