Boeken / Fictie

Voort gaat het verhaal

recensie: Aleksis Kivi (vert. Adriaan van der Hoeven) - De zeven broers

Uitgeverij Athenaeum publiceert de enige roman van de Finse schrijver des vaderlands, Aleksis Kivi. Een belangrijk boek, dat de moderne lezer wat moeite zal kosten.

Een zevenkoppig hoofdpersonage, dat zijn de broers uit De zeven broers eigenlijk. Allemaal hebben ze een eigen persoonlijkheid, vaak bepaald door één bepaalde karakteristiek, en hun interacties zorgen voor menig grappige scène. Schelmen zijn het, deze zeven broers. Altijd op zoek, altijd in de weg gestaan door zichzelf. Als de een niet kostbaar bier in de sauna wil verspillen – ‘We kunnen het ons niet veroorloven …, geen sprake van’ – zegt de ander: ‘Het zou toch best leuk zijn.’

Een belangrijk boek is De zeven broers: de eerste Finse roman, een uiting van het opborrelende nationalisme. Finland zou na Kivi’s vroege dood in 1872 nog ruim veertig jaar onderdeel blijven van het Russische rijk. Politiek was het Finse grondgebied dus niet volledig autonoom of soeverein. Ook in taalkundig en cultureel opzicht was het Fins achtergesteld, dit keer ten opzichte van de machtige Zweedstalige minderheid. Kivi’s roman, gepubliceerd in 1870, moet in die context begrepen worden: niet zomaar een verhaal, maar een teken van een in zichzelf komende, volwassen wordende cultuur en maatschappij, een statement van zelfstandigheid. Wat in het Zweeds kan, kan in het Fins ook.

Literaire roman of politiek project?

Wat een symbolisch boek is De zeven broers! Een belangrijke rol in de roman is weggelegd voor de pogingen van de broers om te leren lezen en schrijven, als onderdeel van hun eigen opgroeien. Pas dan kunnen ze in de kerk intreden – een reden voor de broers om aan het begin van de roman van huis weg te rennen. Tijdens hun tochten belandden ze telkens in de problemen – de vaart zit er goed in. Ruzie hier, ruzie daar, een sauna die in rook opgaat (en wat is er meer Fins dan een sauna?), en vele jaren hard werk. Daaronder blijft het punt van hun morele vorming echter bestaan. Aan het einde hebben ze hun lesje geleerd, iets aan hun ongeletterdheid gedaan en worden ze opgenomen in de dorpsgemeenschap als respectabele mannen.

Van land naar dorp, van natuur naar cultuur, van barbaars naar beschaafd en van analfabeet naar lezer: zie daar de ideale Fin, en het ideale Finland. Natuurlijk moet een roman die de lezer dat plaatje voorschotelt het begin van een nationale literatuur worden. Een eerste stap op de weg van minder- naar meerderheid, van onderdrukte natie tot zelfstandige staat. De zeven broers is literaire roman en politiek project ineen.

Rennende figuren

Toen de roman verscheen in 1870 was er veel kritiek op de volkse taal. Ook dat is natievorming: het afzetten tegen de standaardtaal, die als elitair gezien wordt; een eigen idioom vinden voor de te vormen natie. Vertaler Adriaan van der Hoeven houdt het luchtige, het snelle er in. Voort gaat het verhaal, voort gaan de zinnen. De rennende figuren op de cover van de roman zijn goed gekozen.

Ook in de vorm van het verhaal blijft Kivi speels. Zijn achtergrond in het theater is overal zichtbaar: een paar paragrafen vanuit een alwetende verteller worden snel ingewisseld voor pagina’s dialoog tussen de broers. Dat geeft De zeven broers een eigen karakter, een eigen signatuur, maar maakt het boek voor de moderne lezer minder aantrekkelijk. Een boek van z’n tijd, kun je beter zeggen.