Muziek

Versnipperde hel

recensie: De Nationale Opera en het Concertgebouworkest - Lulu

Lulu is geen makkelijke muziek, niet om te spelen en niet om naar te luisteren. Maar wie de moeite neemt om deze vier uur verscheuring en afbraak te beluisteren en te zien, ervaart een weergaloos muzikaal drama.

Gevaarlijk topstuk

Van de opera Lulu, gebaseerd op twee toneelstukken van Frank Wedekind, ging de onvoltooide versie in 1937 in Zürich in première. De laatste akte werd door Friedrich Cerha geschreven op basis van nagelaten materiaal en beleefde zijn eerste voorstelling in Parijs in 1976. Sindsdien is de opera geregeld uitgevoerd als het iconische drama van een femme fatale.

Lulu is een vrouwelijke versie van Don Juan: haar schoonheid is een onuitputtelijke bron van wellustige verslaving van de mannen om haar heen. Achter deze vamp gaat het oeroude beeld schuil van de vrouw als slang, handlangster van de duivel. Zo wordt Lulu ook gepresenteerd in de proloog van de opera. Een dierentemmer toont haar als zijn meest gevaarlijke topstuk.

Mechanische seksualiteit

Met de psychoanalyse als theoretische bijwagen ontwikkelden de kunsten zich na 1900 ondanks censuur en tegenstand van de burgerij tot een definitieve afsluiting van de 19e eeuw. De Weense componist Alban Berg was gefascineerd door thema’s als geweld, vervreemding en fragmentatie.

In de opera Wozzeck uit 1925, schilderde hij met muzikale middelen de voortschrijdende waanzin van een underdog. Berg componeerde Lulu als gefragmenteerde scènes, ieder in een eigen, duistere muzikale kleur met regelmatig fel oplichtende blazersolo’s. Hij maakte gebruik van het twaalftoonsysteem, dat hij uiterst geraffineerd inzette. Tussen de abstracte muzikale blokken klinken af en toe snippers melodie, als herinneringen aan een wereld waarin alles nog herkenbaar was. Lulu kreeg vibrafoonklanken mee, die haar mechanische seksualiteit uitbeelden.

Werkelijkheid als monsterachtige scheurkalender

In de regie van beeldend William Kentridge ligt de nadruk op fragmentatie en geweld. Het podium is een ruimte van bewegende zwart-wit tekeningen (verwijzing naar de houtsneden van het expressionisme) waarin Lulu en haar uitdagende wellust centraal staat.

Animaties op het achterdoek en willekeurige papieren lappen die wegwaaien en uiteenvallen suggereren een versnipperde hel, waar de werkelijkheid een monsterachtige scheurkalender is geworden, eindigend in moord en doodslag. Zingende en sprekende personages zwerven zonder samenhang door het onoverzichtelijke decor van schuivende, met tekeningen beplakte panelen.

Beschermer wordt moordenaar

De beeldtaal van Kentridge sluit perfect aan bij de donkere muzikale dialogen van mensen die elkaar niets te vertellen hebben. Daar gilt de wanhopig naar liefde verlangende sopraan Lulu, meesterlijk vertolkt door de meisjesachtige Mojca Erdmann, bovenuit. De mannen om haar heen geven haar allemaal en andere naam, tekenend voor hun narcistische bezetenheid. Hun zogenaamde liefde is projectie. Maar geen verliefdheid kan Lulu’s eigen leegte vullen. Daarom gaat ze aan het slot half bewust haar dood tegemoet.

Jennifer Larmore is tragisch mooi als de verliefde lesbische gravin. Johan Reuter, achtereenvolgens beschermer Dr. Schön en moordenaar The Ripper, zingt standvastig de duizelingwekkende fragmenten aan elkaar. De zogenaamde vader (Lulu is een wees) en profiteur Schigolch is een mooie rol van Franz Grundheber die eerder in Amsterdam Wozzeck zong.

Een niet geringe prestatie leveren dirigent Lothar Zagrosek en het Concertgebouworkest. Zagrosek ademt mee met zijn zangers en weet van de eerste tot de laatste noot de spanningsboog intact te houden, inclusief de geladen stiltes. Hulde verder voor de blazers die hun solo’s volmaakt inpassen in de grote lijn.

Er zijn nog voorstellingen op 6, 8, 14, 20, 23, 25 en 28 juni 2015.